6 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor om het dertigledendebat over het masterplan Gevangeniswezen van de lijst af te voeren.

Ik stel voor, dinsdag aanstaande ook te stemmen over de aangehouden motie-Ouwehand (33750-XIII, nr. 79), over de brief van het Presidium over een nieuwe regeling financiële ondersteuning fracties Tweede Kamer (23686, nr. 22) en over de brief van de vaste commissie voor Europese Zaken inzake een parlementair behandelvoorbehoud bij de EU-voorstellen Kader klimaat en energie 2030 (33858, nr. 1).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Masterplan DJI naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 29 januari, met als eerste spreker het lid Kooiman van de SP;

  • -het VAO Beleidsbrief nucleaire ontwapening en non-proliferatie naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 29 januari, met als eerste spreker het lid Knops van het CDA.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Schouw.

De heer Schouw (D66):

Voorzitter. Gisteren is er een belangrijk rapport verschenen van de Gezondheidsraad met kort en goed de conclusie dat er belangwekkende aanwijzingen zijn dat gewasbeschermingsmiddelen ernstige aandoeningen kunnen opleveren van het zenuwstelsel. Het kan ook kinderleukemie opleveren bij het nageslacht. De Gezondheidsraad adviseert om direct een aantal maatregelen te nemen. Mijn fractie vindt dit zo belangrijk dat zij daarover een debat wil. Natuurlijk denk ik dat de collega's dadelijk om een brief van de regering hierover zullen vragen, maar dat horen wij dadelijk wel. Dit is een ernstige zaak. Graag wil ik dus een debat met de staatssecretaris van Economische Zaken en de minister van Volksgezondheid.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik vind dit een geweldig voorstel van D66. Het was zelfs zo goed dat D66 een eerder voorstel hiertoe al heeft gesteund, maar misschien was dat de heer Schouw even ontgaan. Er staat al een debat in de planning over het te verschijnen rapport van de Gezondheidsraad. Dat rapport hebben we gisteren gezien. Ik heb gisteren in de regeling van werkzaamheden aan het kabinet gevraagd om ons te laten weten op welke termijn wij een kabinetsreactie krijgen op die brief. Ik zou de voorzitter willen vragen om rekening te houden met het spoedig inplannen van dat debat.

De voorzitter:

Dus geen steun voor het verzoek?

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Het nu aangevraagde debat staat al in de planning. Volgens mij verschillen wij daarover niet van mening.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Dat kan ik beamen, het staat al in de planning. Ik ben er heel erg voor dat het gauw besproken wordt en ik vind het prima dat de heer Schouw hier nog een duwtje tegenaan geeft.

De heer Graus (PVV):

Hetzelfde verhaal. Het is een heel sympathiek voorstel, maar mevrouw Ouwehand kwam er al eerder mee en dat is al gesteund. Dat debat komt er. Ik wil daarbij gezegd hebben dat dit ook onlangs is gebeurd. Wij vragen een debat aan over de voedselschandalen en worden daarin niet gesteund. De heer Schouw komt hier tien minuten later staan en zijn verzoek wordt wel gesteund. We moeten hier echt mee stoppen, want ik vind echt niet chic wat er gebeurt.

Mevrouw Lodders (VVD):

Er staat een verzoek. Tegelijkertijd hebben we op 19 februari een AO over de gewasbeschermingsmiddelen. Wat mijn fractie betreft kunnen we het daarbij betrekken. Ik wil wel heel graag een reactie van het kabinet op dit rapport, zoals gisteren is aangevraagd door mevrouw Ouwehand. Ik zou aanvullend daarop willen vragen om specifiek in te gaan op het punt van de buitenlandse studies in relatie tot het buitenlands gebruik versus het Nederlands gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.

De heer Geurts (CDA):

Ik was aangenaam verrast dat D66 zich druk maakt over het nageslacht in de agrarische sector. Daar ben ik heel blij mee. Ik zou graag het debat met D66 aangaan om de agrarische sector verder te ondersteunen. Mevrouw Ouwehand had wel gelijk, want er was al een debat aangevraagd. Ik zie dit als een extra aanjaging.

De heer Bisschop (SGP):

De heer Schouw ondersteunt op een buitengewoon inventieve manier het verzoek van mevrouw Ouwehand dat er al lag. In die zin wil ik ook graag het verzoek van de heer Schouw ondersteunen.

Mevrouw Leijten (SP):

De SP-fractie heeft het verzoek om het debat hierover van mevrouw Ouwehand ondersteund. Het ligt dan in de lijn dat we dit verzoek ook ondersteunen, als "aanjager" — wie van de collega's zei dat ook alweer zo mooi? — om zo het debat snel te kunnen plannen.

De voorzitter:

U bent al geweest, mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik krijg zo veel eer van de lieve collega's hier ...

De voorzitter:

U wilt iets aardigs terugzeggen?

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik wil graag nog zeggen dat ik het debat toen samen met de Partij van de Arbeid heb aangevraagd. De eer komt dus ook haar toe.

De voorzitter:

Mijnheer Schouw, er is geen meerderheid voor uw verzoek omdat er al een debat is aangevraagd en dat ook al hier op de lijst staat.

De heer Schouw (D66):

Mag ik daarop reageren? Het gaat precies om datgene wat vele collega's noemen en wat ook de reden is waarom ik hier sta: dat we dit debat snel voeren. Natuurlijk is dat het debat van mevrouw Ouwehand, gesteund door de Partij van de Arbeid en later geënthousiasmeerd door D66. Ook de heer Geurts omarmt het. Het gaat mij erom — en de voorzitter begrijpt mij als geen ander — dat hieraan prioriteit wordt gegeven. Dat is de reden waarom ik hier sta. Het moet niet worden weggestopt in een breed algemeen overleg over gewasbeschermingsmiddelen. Als de conclusie is dat een meerderheid dat debat graag wil en dat dit bij voorkeur binnen drie weken wordt ingepland, hebben we met elkaar, schouder aan schouder, vandaag een conclusie bereikt die er gisteren nog niet was.

Mevrouw Lodders (VVD):

De heer Schouw daagt toch uit. Als er met spoed over gesproken moet worden, wijs ik erop dat er al een algemeen overleg is gepland, waarin breed over de gewasbeschermingsmiddelen wordt gesproken. Dat is niet wegduwen. Het gaat om een algemeen overleg in dit huis dat alle aandacht verdient. Ik vind dat de heer Schouw dat niet mag bagatelliseren.

De heer Schouw (D66):

Dat bagatelliseer ik ook niet. Daarom is het juist ook zo goed dat ik hier vandaag sta. Het is belangrijk dat het afgesproken plenaire debat wordt geprioriteerd door de voorzitter of door degene namens wie de voorzitter hier vandaag zit.

De voorzitter:

Er is volgende week een algemeen overleg, maar er is ook brede steun voor het houden van een debat. Dat staat op de lijst en zal worden gepland.

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Op mijn lijst staat nu de heer Roemer, maar die zie ik niet in de zaal. Mevrouw Leijten, gaat u namens de heer Roemer een verzoek doen? Ga uw gang.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Namens de heer Roemer wil ik een debat aanvragen over wat we vanochtend in de Volkskrant konden lezen: een genadeloos inkijkje in de vetes tussen NS en ProRail. Een rapport namens deze twee organisaties, dat niet welgevallig was en waarvan de conclusies gewijzigd moesten worden, is bekend op het ministerie, maar niet in deze Kamer. We willen daarover graag een debat voeren met de minister van Financiën en de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu. Vóór dat debat willen we natuurlijk graag het rapport ontvangen.

De heer De Graaf (PVV):

Steun voor het verzoek. Ik zou bijna zeggen dat het een eeuwenoud —maar dat kan niet — PVV-standpunt is. Van harte steun dus. We zouden graag zien dat dit debat gehouden wordt nog voordat we in de Kamer in een algemeen overleg debatteren over de langetermijnspooragenda.

De heer Hoogland (PvdA):

Een debat lijkt ons op dit moment niet nodig. We ontvangen van de staatssecretaris graag een brief waarin twee dingen zijn opgenomen: ten eerste de stand van zaken van de gehele structuurdiscussie ProRail/NS en ten tweede een reactie op het vanochtend verschenen artikel en uiteraard ook op het artikel van de heer Bierman.

Mevrouw De Boer (VVD):

Kortheidshalve kan ik me daarbij aansluiten. Ook wij willen een brief en dan zien we wel verder.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

We gaan het eerst met elkaar hebben over wat we nu precies willen op het spoor en daarna gaan we het hebben over de structuur die daar het beste bij past. Een brief, langs de lijn zoals voorgesteld door de Partij van de Arbeid, is wat mij betreft prima. Een debat zullen we op een later moment zeker nog wel een keer hebben, maar daar geef ik nu geen steun aan.

De voorzitter:

Excuses, mijnheer Bisschop, u was eerder.

De heer Bisschop (SGP):

Wij zijn daar binnen de SGP heel soepel in; dames gaan altijd voor. Als mevrouw Bruins Slot ook nog voor mij wil spreken, dan mag dat.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Ik ben redelijk geëmancipeerd, dus …

De voorzitter:

Ik wacht het af.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter, u hebt mij het woord gegeven, laat ik daar dan maar gebruik van maken. Wij geven steun aan het verzoek om een debat, dat wordt voorafgegaan door een brief. Er zijn voortdurend signalen, onderhuids en soms wat explicieter, dat de verhoudingen in die wereld niet goed zitten. Wij kunnen wel wachten tot wij andere dingen geregeld hebben, maar hier moeten knopen doorgehakt worden. Wij steunen derhalve het verzoek om een debat.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Ik zou graag bij de brief een aantal bijlagen willen hebben. Welk mailverkeer en overleg zijn er geweest tussen het departement, NS en ProRail over het niet laten verschijnen van dit rapport? Graag ontvang ik de achterliggende documentatie daarover. Een brief alleen geeft over het proces, dat in dezen heel belangrijk is, geen duidelijkheid. Wij steunen het verzoek om een debat.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik vind dit een goede toevoeging. Steun dus voor de toevoeging van mevrouw Bruins Slot en steun voor het verzoek van mevrouw Leijten.

De voorzitter:

Mevrouw Leijten, er is geen meerderheid voor uw verzoek om een debat, maar wel voor het ontvangen van een brief.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik vind het heel spijtig dat er geen steun is voor mijn verzoek. Ik had het eigenlijk niet mooier kunnen zeggen dan collega Bisschop van de SGP-fractie. Er zijn onderhuidse signalen dat de verhoudingen tussen NS en ProRail niet goed zijn. Dit wordt nu breed uitgesponnen in de krant, waarbij zelfs een rapport dat in opdracht van ...

De voorzitter:

Wij gaan nu geen debat voeren, mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik leg graag uit dat …

De voorzitter:

Het is helder: er is geen meerderheid voor uw verzoek.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik wil graag mijn zin afronden. Wij vinden het belangrijk om te debatteren over een rapport dat is gemaakt in opdracht van deze twee organisaties, waarvan wij 100% aandeelhouder zijn.

De voorzitter:

Daar is geen meerderheid voor.

Mevrouw Leijten (SP):

Wij stellen voor dat de brief, inclusief het rapport en de achterliggende informatie over het overleg dat over het rapport is gevoerd, waar mevrouw Bruins Slot om vroeg, binnen twee weken bij de Kamer ligt. Daarna zullen wij ons opnieuw melden voor een debat hierover. Die brief moet er echter wel binnen twee weken zijn.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Graus.

De heer Graus (PVV):

Mevrouw de voorzitter. Hedenochtend konden wij op Telegraaf.nl lezen dat er wederom een pomphouder naar de filistijnen is gegaan. Dit moet een keer stoppen. De accijnsverhogingen hebben niet het beoogde doel bereikt, maar werken averechts. Consumenten kopen massaal over de grens. Zij tanken brandstof en bier over de grens. Pomphouders gaan naar de knoppen, horecaondernemers gaan naar de knoppen en bierbrouwers gaan naar de knoppen. Dat kan niet en dat moet stoppen. Ik reken op brede steun van de Kamer.

De heer Merkies (SP):

Die steun is er, maar over dit onderwerp is al een debat door mij aangevraagd. Misschien kan de heer Graus zich daarbij aansluiten. Overigens is het een dertigledendebat geworden. Ik stel voor dat het nu een volledig debat wordt.

De heer Omtzigt (CDA):

Dat vind ik een goed idee. Wel maak ik de kanttekening dat de heer Graus zich zal moeten inschrijven voor het debat, want de PVV staat nog niet op de lijst van fracties die willen meedoen aan het debat. Ik neem echter aan dat dit na de opmerkingen van de heer Graus wel zal gebeuren.

Ook ik ben bij de betrokken pomphouder geweest; hij is namelijk een paar honderd meter van mijn huis gevestigd. Voor 10 februari zijn er Kamervragen gesteld door de CDA-fractie en is door de heer Merkies om een brief gevraagd. Ik zou het fijn vinden als de collega's van de regeringsfracties vinden dat het aangevraagde dertigledendebat opgewaardeerd moet worden tot een gewoon debat. In dat geval wordt het eerder gepland. De zaak heeft namelijk wel de door de heer Graus genoemde urgentie. De opwaardering hangt ook een beetje af van het moment waarop wij weer een staatssecretaris van Financiën hebben. Wellicht kunnen de regeringsfracties steun geven aan de opwaardering van het dertigledendebat, zodat het debat in februari kan plaatsvinden.

De heer Klein (50PLUS):

Ik beschouw de oproep en de vragen van de heer Graus als een stimulans voor een snellere behandeling. Wij geven derhalve steun voor het houden van een debat, in aansluiting bij het verzoek dat al door de heer Merkies gedaan is.

De heer Nijboer (PvdA):

Ik meen dat het de tweede of derde keer is dat hetzelfde verzoek wordt gedaan. De heer Merkies haalde dit ook al aan. Wij hebben met de regering afgesproken dat er eerst een evaluatie en daarna een dertigledendebat komt. Aan het verzoek van de heer Graus hebben wij daarom geen behoefte.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Dit onderwerp komt inderdaad elke week terug. Het is natuurlijk ook een emotioneel onderwerp. Er is echter afgesproken met het kabinet dat er in mei een evaluatie zal worden gehouden. Laat dit een goede evaluatie zijn. Op die manier zal er vanzelf ook een debat of een algemeen overleg over worden gehouden. Ik steun dus niet het verzoek om nu een debat te houden of om een ander debat op te waarderen.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik kan mij daarbij aansluiten. We hebben afspraken gemaakt over een ordelijke procedure met een evaluatie. Naar aanleiding daarvan zullen we een stevige discussie met elkaar voeren.

De voorzitter:

U hebt geen meerderheid voor uw verzoek, mijnheer Graus.

De heer Graus (PVV):

Nee, maar ik wil u wel iets uitleggen. Deze twee zaken gebeurden in de vaste commissie voor Economische Zaken. Ik zit in die commissie. Ik weet niet wat er binnen Financiën gebeurt. Ik wil een debat met de minister van Economische Zaken en ik wil dat de staatssecretaris van Financiën daarbij is. Die staatssecretaris is er sinds kort niet meer en het zal dus wel de minister van Financiën worden. De staatssecretaris is inmiddels weg uit deze slangenkuil.

De voorzitter:

Wat is uw verzoek, mijnheer Graus?

De heer Graus (PVV):

Dat is mijn verzoek. Ik verzoek hierom als lid van de commissie voor Economische Zaken.

De voorzitter:

Er is geen steun voor uw verzoek, mijnheer Graus.

De heer Graus (PVV):

Dat begrijp ik. Ik wil dit echter wel even rechtgezet hebben. Dit is iets heel anders dan gaan zitten matennaaien binnen de eigen commissie. Dat heb ik nooit gedaan. Dat moet duidelijk zijn. Bovendien dient de PVV al zeven jaar lang moties in tegen alle accijnsverhogingen. Teun van Dijck, Dion Graus, Machiel de Graaf; ze hebben allemaal zaken ondernomen op dit vlak, al maanden voordat het verzoek bij Financiën is gedaan.

De voorzitter:

Ter informatie stel ik voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef tot slot het woord aan mevrouw Voortman.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Mij is inmiddels gebleken dat er geen meerderheid zal zijn voor het op korte termijn houden van een debat over de stijgende zorgpremies. Daarom stel ik het volgende voor. Op de agenda voor volgende week staat een debat over het wegstemmen van het akkoord tussen gemeenten en het Rijk over de langdurige zorg. Ik stel voor om het bericht over het stijgen van de zorgpremies bij dat debat te betrekken. Ik stel voor om bij dat debat ook de minister te vragen, omdat zij gaat over de Zorgverzekeringswet.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik steun dit verzoek, maar ik twijfel over de vraag of de minister ook aanwezig moet zijn. Zij is natuurlijk verantwoordelijk voor de zorgpremies, maar dit is een gevolg van de plannen van Van Rijn. Ik steun dus het eerste verzoek, maar steun voor het tweede verzoek laat ik afhangen van wat mijn collega's hiervan vinden.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Gisteren heeft er een bericht in de krant gestaan. Daarin staat dat het zo zou zijn dat zorgpremies zouden stijgen. Dat bericht is door het kabinet tegengesproken in een brief. Daarin wordt dit ontkend. Wij vinden de manier waarop mevrouw Voortman gisteren, en nu weer, mensen angst aanjaagt, daarom zeer ongepast. Het kabinet zegt: wij zijn nog aan het berekenen en wij komen met een uitleg, mede op basis van een verzoek van mevrouw Keijzer van het CDA.

De voorzitter:

Steunt u het verzoek of niet, mevrouw Bouwmeester?

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Ik steun het verzoek om dit debat dus niet. Laten we nu eerst de brief eens afwachten. Dan beschikken we over de feiten. Anders maken we hiermee iedereen in Nederland bang terwijl de feiten nog niet beschikbaar zijn.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Elke vorm van gezond verstand leidt ertoe dat je uiteindelijk weet dat de premies zullen stijgen als je veel zorg overdraagt van de langdurige zorg naar de Zorgverzekeringswet. We leven niet in een fabeltje. Ik steun daarom het eerste verzoek van mevrouw Voortman. Een oordeel over de vraag of de minister bij het debat moet zijn, laat ik graag aan het kabinet.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Wij hebben een brief gekregen van de minister. Daarin staat heel duidelijk dat er nog een vervolg komt en dat er eerst een aantal besluiten moet worden genomen om meer duidelijkheid te krijgen. Mijn fractie vindt dat zorgvuldigheid belangrijk is. De minister heeft gezegd dat hij nog een aantal dingen gaat uitzoeken en besluiten gaat nemen. Het heeft dus nu geen zin om iets te betrekken bij een debat. We hebben de informatie nog niet. Ik steun het verzoek om een debat dus niet.

De heer Rutte (VVD):

Ik steun het verzoek niet. Ik kan me volledig aansluiten bij de redenering van mevrouw Bergkamp.

Mevrouw Leijten (SP):

Er wordt hier over bangmakerij gesproken. Dat vind ik echt niet kunnen. Het bericht dat het eigen risico naar €390 gaat of nog meer wordt, is ons al in november door de staatssecretaris voorgelegd.

De voorzitter:

Steunt u het verzoek, mevrouw Leijten?

Mevrouw Leijten (SP):

Ik ga mijn zin gewoon afmaken, voorzitter!

De voorzitter:

Nee, mevrouw Leijten, dat mag u niet doen. Het spijt mij heel erg. U moet echt kort zeggen of u het verzoek steunt of niet.

Mevrouw Leijten (SP):

Uw partijlid mag hier zeggen dat het gaat om bangmakerij. Ik wil daar graag op ingaan. Het is geen bangmakerij maar gewoon informatie die in publieke documenten van de regering staat. Als ik dat niet mag rechtzetten, vind ik dat echt niet goed!

De voorzitter:

Dat mag u rechtzetten, maar geen debat alstublieft. Ga uw gang. Steun of geen steun?

Mevrouw Leijten (SP):

Ik steun het verzoek om een debat. Wat mij betreft voegen we de onderwerpen niet samen. Als het makkelijk kan, moeten we het doen, maar ik zie daar geen meerderheid voor. Dan voeren we maar twee keer een debat: één keer over de VNG, één keer over de stijgende premies. Als de regeringspartijen daarvoor weg willen lopen tot 19 maart, vragen we iedere week een ander debat aan.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Bisschop.

De heer Bisschop (SGP):

Ik denk dat het verstandig is om eerst ervoor te zorgen dat we de feiten goed op een rijtje hebben en om daarna te bepalen of er een debat moet komen. De brief die er ligt, biedt een goede basis. Het staat mensen vrij om die volgende week bij het debat te betrekken. Ik ben er op dit moment niet voor om een apart debat te plannen.

De heer Klein (50PLUS):

De brief die er ligt is wel duidelijk en geeft een basis om met elkaar te praten over de effecten, met name ook de effecten voor de ouderen. Het voorstel van mevrouw Voortman om de onderwerpen bij elkaar te betrekken — dat is eigenlijk het tussenvoorstel dat nu wordt gedaan — lijkt me dan ook heel logisch en dat steunen we.

De voorzitter:

Mevrouw Voortman, er is geen meerderheid om dit onderwerp bij het debat over de Wmo te betrekken.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Dat is heel erg vreemd, omdat het juist heel nadrukkelijk daarmee samenhangt. Ik constateer wel dat de fracties van de SP, de PVV en 50PLUS mij wel gesteund hebben, dus dan wordt het alsnog een dertigledendebat.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan komt dat ook op de lijst te staan. Voor het dertigledendebat gelden drie minuten spreektijd per fractie. Ik stel voor om het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt van 14.21 uur tot 14.30 uur geschorst.

Naar boven