Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | nr. 45, item 7 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | nr. 45, item 7 |
De voorzitter:
Ik stel voor om in verband met de verkiezingen van de leden van het Europees Parlement, niet te vergaderen op 22 mei en geen avondvergadering te houden op 21 mei.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:
-het VAO Informele JBZ-Raad van 23 en 24 januari 2014, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 22 januari, met als eerste spreker mevrouw Gesthuizen van de SP;
-het VAO Spoor, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 22 januari, met als eerste spreker mevrouw Dik-Faber van de ChristenUnie;
-het VAO Islam- en imamopleidingen, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 22 januari, met als eerste spreker de heer Beertema van de PVV.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Van Toorenburg van het CDA.
Mevrouw Van Toorenburg (CDA):
Voorzitter. Vanmorgen stond in De Telegraaf een vrij indrukwekkend artikel over de fraude die wordt gepleegd met ID-bewijzen. Die neemt enorme vormen aan. In het artikel staan heel goede suggesties om de fraude aan te pakken. Ik zou willen vragen om een debat te agenderen, voorafgegaan door een brief, over fraude met ID-bewijzen.
De voorzitter:
Verzoek om steun voor het agenderen van een debat over fraude met ID-bewijzen.
De heer De Wit (SP):
Er is op 5 maart een algemeen overleg over digifraude. Dat is in essentie waarom het hierbij gaat, althans het raakt aan het onderwerp dat mevrouw Van Toorenburg, terecht overigens, aan de orde stelt. Ik denk dat de snelste weg is om dit onderwerp bij dat algemeen overleg onder te brengen. Dat is mijn suggestie. Vanzelfsprekend steun ik het verzoek, maar met de suggestie om het te koppelen aan het overleg van 5 maart. Ik maak van de gelegenheid gebruik om u, voorzitter, erop te wijzen dat er al heel lang een groot debat gepland staat over fraude. Elke keer komt een onderdeel aan de orde in de Kamer. Zou het niet verstandig zijn om op korte termijn dat grote debat ook daadwerkelijk te plannen?
Mevrouw Helder (PVV):
Steun voor het verzoek om een debat. Ik ben het er eigenlijk niet zo mee eens om dat bij het debat over digifraude te betrekken, want dit gaat over het kopiëren van paspoorten. Maar als de verzoekster dat wil, vind ik het prima. Ik steun in ieder geval het verzoek om een debat.
De heer Schouw (D66):
Eens met het verzoek. Als mevrouw Van Toorenburg snelheid wil, moet zij goed kijken naar de overweging die de heer De Wit gaf.
Mevrouw Oosenbrug (PvdA):
Steun voor de brief. Graag krijgen wij die zo snel mogelijk, zodat hij betrokken kan worden bij het AO.
De voorzitter:
Maar geen steun voor het debat.
Mevrouw Oosenbrug (PvdA):
Geen steun op dit moment voor het debat.
De heer Dijkhoff (VVD):
De VVD kan zich vinden in wat mevrouw Oosenbrug zei.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
GroenLinks kan het verzoek van mevrouw Van Toorenburg steunen.
De voorzitter:
Mevrouw Van Toorenburg, u hebt niet de steun van de meerderheid voor het houden van een debat, in ieder geval niet om dat plenair te doen. Wel uiteraard voor een dertigledendebat. Er leeft wel een breed gevoel dat er een brief moet komen.
Mevrouw Van Toorenburg (CDA):
Zouden we het zo kunnen doen dat wij via de procedurevergadering bekijken of we het AO kunnen verbreden en datgene wat er dan nog blijft liggen, betrekken bij het debat over fraude, dat vrij substantieel is? Daarbij doe ik het indringende verzoek om te bekijken of we dat zo snel mogelijk kunnen plannen, omdat de hele Kamer daaraan behoefte heeft.
De voorzitter:
Ja. Het staat zeer scherp op mijn netvlies, maar dat geldt ook voor een aantal andere debatten waarvoor met spoed om agendering is verzocht. Ik wil het debat echter graag inplannen, dus ik doe mijn best.
Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet voor een mooie brief over identiteitsfraude.
Het woord is aan de heer Merkies van de SP.
De heer Merkies (SP):
Voorzitter. Vandaag kwam de Evaluatiecommissie Nationalisatie SNS REAAL met een rapport met snoeiharde conclusies over een afwachtende en passieve houding van de Nederlandsche Bank en het ministerie van Financiën. Ik wil daar graag een debat over aanvragen. Voorafgaand aan dat debat zou ik hierop ook graag een reactie willen hebben van de minister van Financiën.
De voorzitter:
Dat is dus een verzoek om steun voor het houden van een debat naar aanleiding van het rapport van de Evaluatiecommissie Nationalisatie SNS REAAL.
De heer Koolmees (D66):
Van harte steun voor dit verzoek en ook voor het verzoek om een kabinetsreactie op het rapport.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ook van mij steun, maar ik las ergens dat de minister van plan is om over drie weken te reageren. Ik wil de minister bij dezen aansporen om binnen een week te reageren, zodat het debat snel gepland kan worden, want dit mag niet te lang boven de markt blijven hangen.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Steun voor een debat en ook voor een reactie van de minister.
De heer Nijboer (PvdA):
Steun voor een debat. Dit is een belangrijke kwestie. Ik geef de minister best drie weken de tijd als hij dat nodig heeft. Als hij het sneller kan, is het ook prima, maar het lijkt mij ook wat overdreven om er al te hijgerig achteraan te lopen.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Steun voor het debat en ook steun voor de visie. Ik had ook al begrepen dat de minister van plan is om te reageren op het rapport. Dat zal dan wel goed komen.
De heer Van Hijum (CDA):
Op zichzelf wil ik best een debat, maar ik zou graag eerst als Kamercommissie de onderzoekscommissie spreken. Er is in het verleden heel vaak gespeculeerd over de vraag of er nu wel of niet een parlementaire enquête moet komen. Ik vind ook dat wij dit echt zorgvuldig moeten doen. Ik wil dus eerst een gesprek met de commissie en een reactie van het kabinet. Op termijn kan er dan wat mij betreft een debat volgen.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Steun voor een brief en voor een debat.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Ook steun van GroenLinks voor zowel een debat als voor een brief. Ik kan mij voorstellen dat drie weken wel erg ruim is. Dat moet iets sneller kunnen.
De voorzitter:
Mijnheer Merkies, u hebt steun van een ruime meerderheid van de Kamer voor het houden van een debat en voor een brief. Van de zijde van het CDA kwam het verzoek om ook andere zaken te regelen. Ik stel voor dat u dit via de commissie gelijktijdig regelt. Na ommekomst van de brief kunnen wij dan proberen om het debat zo snel mogelijk in te plannen.
De heer Merkies (SP):
Dat lijkt mij een goed idee. Dank u wel.
De voorzitter:
Voor het debat zal vier minuten spreektijd per fractie gelden. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.
Het woord is aan de heer De Graaf van de PVV.
De heer De Graaf (PVV):
Voorzitter. Ik verzoek om het debat over het bericht dat de werkloosheid klimt naar het niveau van de jaren tachtig, flink naar voren te halen. Dat moet helemaal vanwege het feit dat vanmorgen vernomen kon worden dat de werkloosheid afgelopen december per werkdag met 750 personen is opgelopen. Dat zijn dus 15.000 mensen die zonder werk zitten. Ik wil daarover graag een brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om na al zijn juichberichten over de goede initiatieven en de ambassadeur jeugdwerkloosheid te bekijken of hij betere alternatieven heeft, bijvoorbeeld lastenverlaging. Laat hij daarover eens een goede verklaring geven in de brief.
De heer Klein (50PLUS):
Ik zag al een tweetje van de minister dat ook hij dit slecht nieuws vond. Het lijkt mij dus goed om daarover een debat te voeren, zeker omdat ik zag dat met name de 50-plussers extra problemen ondervinden door de werkloosheid.
Mevrouw Leijten (SP):
Iedere werkloze 50-plusser of 50-minner is er een te veel. Ik steun het verzoek om het debat snel in te plannen.
Mevrouw Hamer (PvdA):
Het debat is aangevraagd, maar wij hebben naar ik meen zelfs binnen twee weken een algemeen overleg over arbeidsmarktbeleid. Het lijkt mij heel goed als wij het daarbij betrekken, want dat overleg staat al gepland. Daar kunnen wij volgens mij gewoon doen wat wij willen.
De heer Van Weyenberg (D66):
Geen steun voor het debat. Dit kan volgens mij tijdens dat AO worden besproken. Wel steun om voor dat AO een brief te vragen.
De voorzitter:
Maar het debat staat al op de lijst. Hier gaat het over het snel inplannen van het debat.
De heer Van Weyenberg (D66):
Geen steun om dat snel in te plannen. Wij hebben namelijk een AO over twee weken.
Mevrouw Van Nieuwenhuizen-Wijbenga (VVD):
Ik sluit mij aan bij de vorige twee sprekers. Het AO is al dusdanig snel dat wij ons ei daarin wel kwijt kunnen.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Het lijkt mij een heel goed idee om een debat dat al op de lijst staat, gezien de urgentie van de problematiek, zo veel mogelijk naar voren te halen en zo vroeg mogelijk in te plannen. Steun dus voor dit verzoek.
De heer Van Hijum (CDA):
Ook de CDA-fractie steunt het verzoek om het debat snel in te plannen. Een nieuwe reactie op deze cijfers is prima, maar ik wil snel een debat.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Als het kan, wil ik het debat binnen twee weken en anders moeten wij het tijdens het AO bespreken.
De voorzitter:
Mijnheer De Graaf, ik heb goed geluisterd naar de Kamer. Ik heb niet gehoord dat een meerderheid het snel op de agenda wil. Ik probeer een debat altijd zo snel mogelijk te plannen, maar ik moet u heel eerlijk zeggen dat er voor de komende twee weken al heel veel van dergelijke verzoeken liggen. Ik zal natuurlijk wel het stenogram van dit deel van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet voor de gevraagde brief. Ik zal me inspannen om dat debat zo snel mogelijk in te plannen, maar ik geef er een kleine winstwaarschuwing bij.
De heer De Graaf (PVV):
In ieder geval dank.
De voorzitter:
Ik geef het woord aan mevrouw Ouwehand.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter. Ik heb twee punten. Op 2 december 2013 heeft een meerderheid van de Tweede Kamer Kamervragen gesteld over de toelating van metam-natrium. We hebben daar een uitstelbericht op ontvangen: we zouden kort na de kerst antwoord krijgen. Inmiddels heeft de provincie Groningen ook gezegd te wachten op Den Haag, dus ik zou die vragen graag willen rappelleren. Ik heb het nummer doorgegeven aan de Griffie.
De voorzitter:
Ja, dat is voldoende.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Het tweede punt gaat over de toelating van genetisch gemanipuleerde gewassen in de Europese Unie. We vragen al sinds begin november 2013 om de positie van het Nederlandse kabinet. We hebben een motie ingediend en Kamervragen gesteld. Nu dreigt de afhandeling van dit punt aanstaande dinsdag op de agenda van de Ecofin-Raad te komen en we weten nog steeds niet hoe Nederland daarin zit. Ik zou de Kamervragen hierover voor het weekend beantwoord willen hebben. Als die antwoorden er dan niet zijn of als die vragen niet naar tevredenheid worden beantwoord, wil ik mij graag aanmelden voor het mondelinge vragenuur, zodat ik mijn ingediende motie eventueel dinsdag nog in stemming kan brengen, als dat nodig is.
De voorzitter:
Het betreft Kamervragen die u zelf gesteld hebt?
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ja.
De voorzitter:
Ik snap uw verzoek. We gaan het stenogram doorgeleiden naar het kabinet en ik zeg u bij dezen toe dat als er dan niet voldaan is aan het verzoek, u hierover dinsdag mondelinge vragen mag stellen, conform ons Reglement van Orde.
Ik geef het woord aan mevrouw Leijten. Ik verzoek de leden in de zaal om iets minder luidruchtig met elkaar van gedachten te wisselen, zodat het verzoek van mevrouw Leijten ook kan worden verstaan.
Mevrouw Leijten (SP):
Voorzitter. De financiering van de ziekenhuiszorg is zeer ingewikkeld. Dat komt ook door de veranderingen die deze minister heeft doorgevoerd. Vorig jaar hebben we er een groot debat over gevoerd dat de accountants de jaarrekeningen van ziekenhuizen niet kunnen goedkeuren omdat ze gewoon niet kunnen controleren of het geld goed is besteed. De minister heeft ons beloofd dat dat niet weer zou gebeuren. Zij heeft ons een brief geschreven waarin zij stelt dat zij het voor 2013 soepel wil laten verlopen, maar toch lezen we nu in de krant dat accountants weer niet de jaarrekeningen van ziekenhuizen goedkeuren. Ik wil daarover graag een debat aanvragen.
De voorzitter:
Een verzoek om steun voor het houden van een debat over de jaarcijfers van ziekenhuizen, die niet worden goedgekeurd.
Mevrouw Bruins Slot (CDA):
Het is ook dit jaar weer een puinhoop en dat is gewoon zorgelijk. Ik zou eerst een brief van de minister willen hebben, ook gezien haar eerdere uitspraken, graag binnen een week of anderhalve week. Het lijkt me goed om snel te debatteren omdat de ziekenhuizen ook aan wettelijke termijnen vastzitten. Wat mij betreft moeten we zo snel mogelijk of een AO of een debat plannen. Dat kunnen we volgende week in de procedurevergadering bespreken.
De voorzitter:
Geen steun voor het houden van een debat op dit moment, begrijp ik uit deze laatste woorden.
Mevrouw Bruins Slot (CDA):
Laat ik het zo zeggen: steun voor een debat, maar we moeten even kijken hoe we het zo snel mogelijk kunnen omzetten, zodat we het overleg kunnen voeren. Is dat een nieuwe constructie?
De voorzitter:
Ja. Ik zeg altijd dat we hier alleen ja of nee kennen.
Mevrouw Bruins Slot (CDA):
Steun voor het debat.
De voorzitter:
Dank u wel.
Mevrouw Klever (PVV):
Van harte steun voor een debat over de jaarcijfers van de ziekenhuizen.
Mevrouw Bouwmeester (PvdA):
Wij delen de zorgen van de SP over de ziekenhuisrekeningen helemaal. Nu is het zo dat de ziekenhuizen aan het eind van deze maand nog aan tafel gaan met de minister, dus wij willen eerst weten wat daaruit komt. Dat lezen wij graag in een brief en daarna houden wij graag zo snel mogelijk een debat.
De voorzitter:
Dus u steunt het debat. Ik zou dat toch niet voor het eind van de maand inplannen, mevrouw Bouwmeester.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Ook GroenLinks kan het steunen. De brief lijkt mij een goed idee. Ik stel voor dat we dan de eerste week van februari hierover gaan debatteren.
Mevrouw Pia Dijkstra (D66):
Ook ik wil graag eerst een brief en daarna bekijken wanneer we daarover debatteren.
De heer Van Veen (VVD):
Volgende week spreekt de NZa nog met de accountants. Ik ben heel benieuwd wat daaruit komt en die uitkomst zou ik graag zien opgenomen in de brief die de minister aan ons gaat sturen. Ik geef vooralsnog geen steun aan het verzoek om een debat.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Inderdaad eerst een brief en daarna het debat inplannen.
De heer Van der Staaij (SGP):
Ook de SGP wil graag een begrijpelijke brief over onbegrijpelijke cijfers, en daarna een debat.
De voorzitter:
Steun voor een debat dus.
Mevrouw Leijten, u hebt de steun van een meerderheid voor het houden van een debat. Er is ook breed behoefte aan een brief van het kabinet. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.
Mevrouw Leijten (SP):
Misschien kan daaraan worden toegevoegd dat het fijn zou zijn als wij op korte termijn weten wanneer gegevens beschikbaar kunnen zijn. Dan kunnen wij daar rekening mee houden. Ik ben het namelijk zeer met mevrouw Bruins Slot eens dat wij er vooral ook snel over moeten praten. Mochten er nog geen uitkomsten zijn, maar wel een inschatting wanneer die er zijn, dan horen wij dat graag.
De voorzitter:
Ik zal dit toevoegen aan het stenogram. De spreektijden zijn vier minuten per fractie.
Hiermee is er een eind gekomen aan de regeling van werkzaamheden. Ik verzoek de leden die dat nog niet gedaan hebben, de presentielijst te tekenen of anders hun plaats in te nemen zodat wij kunnen gaan stemmen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20132014-45-7.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.