5 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, dinsdag aanstaande ook te stemmen over het wetsvoorstel Wijziging van de Kieswet en de Waterschapswet ten behoeve van gecombineerde verkiezingen van vertegenwoordigers voor de ingezetenen in het algemeen bestuur van het waterschap en de verkiezingen voor de provinciale staten (Wet aanpassing waterschapsverkiezingen) (33719) en de daarbij ingediende moties.

Ik stel voor, bij het debat over de Nederlandse bijdrage aan MINUSMA in Mali spreektijden van vijf minuten per fractie te hanteren.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de SP-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Karabulut tot lid in de bestaande vacature.

Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie het lid Van Haersma Buma tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Keijzer.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda het VSO, het verslag van een schriftelijk overleg, over gewasbescherming buiten de landbouw (27858, nr. 220) met als eerste spreker het lid Ouwehand van de Partij voor de Dieren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Kooiman van de fractie van de SP.

Mevrouw Kooiman (SP):

Voorzitter. Een van de belangrijkste taken als volksvertegenwoordiger is om zijn of haar controlerende taak uit te oefenen. Gisteren heb ik mondelinge vragen gesteld aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de misstanden in het Justitieel Medisch Centrum. Die vragen zijn niet beantwoord. Daarom vraag ik vandaag een debat aan, het liefst voorafgegaan door brief aan de Kamer met de twee inspectierapporten waarover ik het had: het auditrapport van het Justitieel Medisch Centrum en het inspectierapport dat al wel is afgerond.

De voorzitter:

Wie kan zich hierin vinden? Mevrouw Helder van de PVV-fractie.

Mevrouw Helder (PVV):

Nou, dat heb ik niet gezegd, voorzitter. Ik word geacht een oordeel te geven over het verzoek.

De voorzitter:

Pardon.

Mevrouw Helder (PVV):

Dat doe ik bij dezen. Geen steun voor het verzoek. Wij vinden dat de vragen gisteren wel afdoende zijn beantwoord.

De heer Marcouch (PvdA):

Gisteren is het onderwerp aan de orde geweest in het vragenuur. De staatssecretaris was stellig en duidelijk dat het nu in orde is. Het lijkt mij wel van belang dat de stukken waar collega Kooiman het over heeft, naar de Kamer komen. Wat mij betreft, gebeurt dat zo snel mogelijk. Daarna moeten we bezien of een debat noodzakelijk is.

De heer Van der Steur (VVD):

De laatste zin van de staatssecretaris was: "Het eindrapport van de inspectie volgt volgend voorjaar. Dan zal ik de stukken naar de Kamer sturen." Ik ga ervan uit dat de staatssecretaris dan de stukken aan de Kamer zal sturen. Geen reden voor een debat, geen reden om op dit moment het verzoek om een brief te steunen.

De voorzitter:

Ik zie onvoldoende steun voor uw aanvraag.

Mevrouw Kooiman (SP):

Volgens mij is het goed gebruik om een verzoek van een Kamerlid om een brief te steunen. Als er inderdaad geen aanleiding is voor een debat omdat het gewoon op orde is, dan kan de staatssecretaris dat melden. Er zijn al twee rapporten klaar, zoals de heer Marcouch ook zelf al aangeeft. Ik zou het wenselijk vinden als die stukken alvast naar de Kamer kunnen komen, zodat ik mijn controlerende taak als volksvertegenwoordiger kan uitvoeren.

De heer Marcouch (PvdA):

Voor alle duidelijkheid, ik steun wel het informatieverzoek. Pas daarna kunnen we bezien of een debat nodig is.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Mevrouw Kooiman (SP):

Zal ik dan gelijk de volgende twee verzoeken op mijn lijstje doen, voorzitter?

De voorzitter:

Ga uw gang.

Mevrouw Kooiman (SP):

Ik heb twee onbeantwoorde sets schriftelijke vragen. De eerste set vragen is gesteld aan de minister van Veiligheid en Justitie en gaat over het tekort aan wijkagenten. Deze vragen heb ik al op 17 september ingezonden. Daarop zou ik graag antwoord willen. De tweede set schriftelijke vragen heb ik gesteld aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en gaat over integriteitsonderzoek onder gevangenispersoneel. Deze set is ingezonden op 16 oktober. Daarop zou ik ook heel graag antwoord willen hebben.

De voorzitter:

Ik stel voor om het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Er zijn nog twee rappels. Het woord is eerst aan mevrouw Dik-Faber.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik wil rappelleren ten behoeve van antwoorden op schriftelijke vragen. Het gaat om vragen die zijn ingezonden op 22 oktober aan de staatssecretarissen van Economische Zaken en van Financiën en die betrekking hebben op fiscale vrijstelling voor agrarisch natuurbeheer.

De voorzitter:

Ik stel voor om het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer De Graaf, ook voor een rappel.

De heer De Graaf (PVV):

Voorzitter. Op 6 november heb ik samen met collega Reinette Klever aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de minister van Economische Zaken vragen gesteld over een miljoenensubsidie aan taxi's die amper reden. Ik krijg daar graag snel antwoord op.

De voorzitter:

Ik stel voor om het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven