2 Vragenuur: Vragen Voortman

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Voortman aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht "Werknemers en werkgevers willen duidelijkheid in kinderopvang" .

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Het is tijd voor een eenduidig systeem van kinderopvang die toegankelijk is voor alle ouders, zo stelden werknemers en werkgevers gisteren in een samen uitgebrachte verklaring. Ze dringen terecht aan op een visie van dit kabinet. Die laat lang op zich wachten. Ook vragen zij terecht aandacht voor de gevolgen van de gedane bezuinigingen, want die zijn niet mals. Dit jaar zijn al 13.000 mensen in de kinderopvang hun baan kwijtgeraakt, terwijl dit aan het einde van dit jaar kan zijn opgelopen tot 20.000 mensen die hun baan verloren hebben, allemaal omdat mensen ervoor moeten kiezen om hun kinderen niet meer naar de kinderopvang te laten gaan. Onlangs is dankzij GroenLinks en de Partij van de Arbeid 150 miljoen extra uitgetrokken voor de kinderopvang. Daarmee zijn wij natuurlijk blij, maar is het genoeg? De harmonisering van kinderopvang en peuterspeelzalen laat lang op zich wachten. Gemeenten wachten af, instellingen weten niet waar zij aan toe zijn, er zijn wachtlijsten voor peuterspeelzalen, waardoor ook kinderen met een taalachterstand laat in beeld komen. Mijn vragen aan de ministers zijn de volgende. Wanneer komt de langverwachte brief zodat er eindelijk duidelijkheid komt over de visie van dit kabinet? Kan de minister al aangeven wat hij van plan is? Mijn fractie krijgt graag een reactie van de minister op het feit dat de overheid niet meer de afgesproken 30% aan de kinderopvang bijdraagt. Wil het kabinet daar wel naar terug?

Het is belangrijk dat er rust komt voor ouders, zodat zij weer gebruik durven te maken van de opvang, maar ook voor de leidsters in de kinderopvang die zich zorgen maken over hun toekomst. Kan de minister hier ronduit toezeggen dat er niet meer wordt bezuinigd op de kinderopvang? Voor mijn fractie betekent dat ook dat toekomstige meevallers voor de kinderopvang bestemd blijven.

Minister Asscher:

Voorzitter. Het kabinet deelt de opvatting dat we af moeten van de lappendeken aan voorzieningen in de peuterleeftijd. Daarom staat ook in het regeerakkoord dat dit een integrale voorziening moet worden. Daaraan werkt dit kabinet. En eerder heb ik toegezegd dat ik de Kamer voor de begrotingsbehandeling van SZW zou informeren. Dat heeft lang geduurd, maar nu zal het niet veel langer duren.

Wat zijn de plannen? Het belangrijkste is dat we een eenvormig systeem voor kinderen in de voorschoolse leeftijd maken en zorgen voor meer kwaliteit en integratie van de voorzieningen. De precieze details zal de Kamer aantreffen in de brief die voor de begrotingsbehandeling komt. Dankzij de extra middelen voor kinderopvangtoeslag zie je dat de verhoudingen in wie wat bijdraagt aan de kinderopvang genormaliseerd zijn. Die middelen gaan er ook voor zorgen dat mensen met een lager inkomen komend jaar een voordeel hebben doordat de uurprijzen weer geïndexeerd worden. Zij krijgen dus een groter deel terug per uur kinderopvang dat zij gebruiken. Ook voor de middeninkomens en hogere inkomens is er goed nieuws. Zij krijgen namelijk meer terug in de tweede tabel, dus voor de kinderen in de opvang, omdat de vaste voet terug is gekomen. Iedereen krijgt ongeacht het inkomen tot 18% toeslag terug. Het is dus goed dat dit geld er is. Het is structureel geld, dus meerjarig. Het kabinet zit niet te wachten op meer bezuinigingen, maar de Kamer weet dat dergelijke dingen nooit zijn uit te sluiten voor de toekomst. Ondanks het feit dat de motie nooit in stemming is gebracht, hebben we er niet voor niets voor gekozen om die 100 miljoen extra daar wel aan uit te geven.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik dank de minister ervoor dat hij aangeeft dat de brief over de integratie van kinderopvangen en peuterspeelzalen op korte termijn komt, voor de behandeling van de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dat is dus binnen twee weken, heel erg snel. Ook de fractie van GroenLinks vindt het van belang dat die twee voorzieningen geïntegreerd worden, juist om de segregatie tussen beide voorzieningen tegen te gaan. Zij is ook erg blij met het extra geld voor de kinderopvang, al maakt zij zich zorgen om de extra bezuinigingen die deze minister in het kader van het Herfstakkoord nog moet invullen, dus die 400 miljoen extra. Ik hoor graag van de minister dat het niet zijn bedoeling is om een beroep op de kinderopvang te doen. Wil hij toezeggen dat daarop niet opnieuw wordt bezuinigd?

Minister Asscher:

In ieder geval niet in het kader van het Herfstakkoord. Toen is heel uitgebreid besproken waar de bezuinigingen zouden moeten neerslaan. Dat was moeilijk genoeg. Wij zijn daarbij overeengekomen dat de bezuinigingen onder andere terecht zouden komen in de bijstand, door meer alimentatie terug te halen van vaders die hun vrouw in de steek hebben gelaten en door een aantal andere maatregelen, zoals in de huishoudentoeslag. De kinderopvangtoeslag zit niet in de huishoudentoeslag. Deze is bedoeld als instrument om mensen die gaan werken, te helpen. Het is een participatie-instrument, dat ervoor zorgt dat mensen met jonge kinderen actief blijven op de arbeidsmarkt. Dat doet dus niet mee in die huishoudentoeslag en ook niet in die bezuiniging.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

In dat geval blijft de vraag wat het betekent als je bezuinigt binnen de huishoudentoeslag. Zoiets kan betekenen dat gezinnen met een laag inkomen met kinderen erop achteruitgaan. Wij zouden het goed vinden als gezinnen met een laag inkomen en met kinderen er niet op achteruit zouden gaan. De minister heeft aangegeven dat hij ons extra gaat informeren, dat hij een brief naar de Kamer zal sturen. Wij zien uit naar het debat hierover, want het is heel belangrijk om te gaan kijken naar meer mogelijkheden om arbeid en zorg te combineren.

Minister Asscher:

Zoals alle toeslagen wordt de huishoudentoeslag inkomensafhankelijk vormgegeven. Juist door de verschillende toeslagen, de zorgtoeslag, het kindgebonden budget en op termijn wellicht de huurtoeslag, bij elkaar te voegen, kun je veel beter regelen dat deze terechtkomen bij de mensen die ze nodig hebben, en dat zijn bij uitstek mensen met een laag inkomen. Desalniettemin wordt er bezuinigd. Dat is altijd pijnlijk, maar ik denk dat we de intentie die mevrouw Voortman uitspreekt voor een groot deel overeind kunnen houden.

Mevrouw Yücel (PvdA):

Ik ben blij met de toezegging van de minister dat de brief waarin wordt ingegaan op de hervormingen, vóór de begrotingsbehandeling naar de Kamer komt. Natuurlijk ben ik ook blij met de voor een deel teruggedraaide bezuinigingen. In de motie-Hamer/Van Nieuwenhuizen-Wijbenga (33400 XV, nr. 39) wordt de regering opgeroepen om te stoppen met het jojobeleid rond de kinderopvang. Ik vraag de minister om in de brieven aan de Kamer hierover heel specifiek in te gaan op de manier waarop we in de komende jaren van dat jojobeleid afkomen. Dat vraagt ook om een zienswijze.

Minister Asscher:

Die motie gaat vooral over hoe je de infrastructuur van de kinderopvang kunt behouden; die moet inderdaad niet door wijzigingen van het beleid in het geding komen. De kinderopvang heeft het nu heel zwaar. Dat komt wel degelijk door bezuinigingen, doordat ouders andere keuzes zijn gaan maken voor de opvang van hun kinderen. Het komt echter ook door de economische crisis: mensen die hun werk kwijtraken, raken hun kinderopvangtoeslag kwijt. Dat is een groot probleem voor veel kinderdagverblijven en dus ook voor veel werknemers aldaar. Met die brief zal ik dat probleem niet kunnen oplossen. Ik zal wel ingaan op de wijze waarop het kabinet een toekomstbestendig stelsel denkt te bouwen, waarin de voorzieningen van peuterspeelzalen en kinderopvang worden samengevoegd. De sector moet ervan uit kunnen gaan dat dit de komende jaren zo blijft.

De voorzitter:

Dank u minister. U mag nog even blijven, want ook de volgende vraag is aan u gericht.

Naar boven