8 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de aanvragers stel ik voor om het debat over het Nationaal Onderwijsakkoord en het debat over de boete voor de Rabobank vanwege manipulatie van de Libor-rente van de lijst af te voeren.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen:

  • -de motie-Dik-Faber over het beschikbaar stellen van 1 miljoen euro voor IVN (20487, nr. 45);

  • -de motie-Dik-Faber over versnelde toelating van cisgene gewassen (27428, nr. 251);

  • -de motie-Van Veldhoven/Kuiken over aanleg van de A67 door temporisering elders (33400-A,nr. 67);

  • -de motie- Dik-Faber/Van Tongeren over het verbieden van door REACH nog niet beoordeelde stoffen voor fracken (31239, nr. 158).

Voorts stel ik voor, de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren:

33763-28;2013Z21045;33763-29;33750-X-12;33763-12;26488-333;33763-27;26488-336;33763-11;26488-332;27830-120;33763-7;27830-113;32733-128;31125-19;32733-143;33763-6;33763-5;32733-147;26488-335;26488-334;26488-330;26488-331;26488-329;22054-232;26488-327;2013Z18667;26488-324;26488-325;33763-10;26488-314;32733-137;33763-3;32733-148;32733-133;32733-134;32733-145;33763-9;33763-8;33763-1;33750-X-6;30806-15;2013Z20430;2013Z20425;31460-35;30977-65;30977-64;30977-63;29924-101;29754-236;29924-99;19637-1744;19637-1743;2013Z20682;31016-58;2013Z19588;32793-104;33750-XVI-9;32847-96;32847-88;32847-84;32847-82;32847-81;32847-41;21109-213;22112-1722;2013Z20482;33750-VI-6;2013Z19549;19637-1725;32891-23;2013Z19724;2013Z21035;2013Z19662;33750-19;33750-21;33750-35;32820-92;32820-94;22831-89;22831-92;32500-VII-100;28982-134;23432-344;2013Z07264;29628-407;33750-VI-9;29628-413;29628-420;22026-436;22026-434;22026-435;22026-431;29984-427;22026-403;22026-432;22026-447;28638-104;28638-103;28638-96;28638-105;22112-1443;28638-102;28638-92;28638-99;28638-90;28638-94;31839-306;28638-93;28638-98;31839-234;31516-3;28638-97;17050-439;17050-440;29407-174;33750-XV-4;29282-179;29544-471;17050-437;29407-173;33400-XV-102;31311-98;29544-467;29544-478;2013Z18943;32144-23;29544-470;32855-14;33566-62;33566-61;29544-473;29544-468;29544-469;29544-472;26448-500;33566-57;2013Z20157;32757-90;29248-257;29689-469;29689-471;29248-254;33750-VII-12;33750-VII-9;33750-VII-8;33750-B-5;33400-B-22;33400-VII-81;33400-VII-80;33750-V-5;33750-V-9;21501-07-1091;33768-2;25087-61;19637-1679;19637-1680;2013Z15541;19637-1698;19637-1742;19637-1700;2013Z17669;27062-90;24587-536;27062-89;19637-1675;19637-1720;19637-1708;19637-1673;19637-1706;26234-140;26234-138;26234-148;26991-362;31083-46;31083-48.

Tot slot stel ik voor, toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Referentieniveaus taal en rekenen naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 7 november, met als eerste spreker de heer Jasper van Dijk van de SP;

  • -het VAO AWBZ naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 7 november, met als eerste spreker mevrouw Leijten van de SP.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Gesthuizen.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Vorige week is in een openbare bijeenkomst van de Tweede Kamer, in een rondetafelgesprek over immigratie en asiel, aan de Kamerleden meegedeeld dat er wellicht een inbreukprocedure vanuit de Europese Commissie tegen de Nederlandse Staat loopt. Dit nieuws kwam voor mij en voor andere Kamerleden als een grote verrassing. Het onderwerp ligt op het terrein van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en ik vind eigenlijk dat wij hiervan op de hoogte hadden moeten worden gesteld door hem. Het zou gaan om het nareisbeleid en de gezinsherenigingsprocedure. Daarom wil ik op zo kort mogelijke termijn een debat met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Dat vraag ik hier mede namens de fracties van de ChristenUnie en D66.

De voorzitter:

Het verzoek is om steun voor het houden van een debat met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over gezinsherenigingsprocedures.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Dat kan ook rekenen op de steun van GroenLinks.

Mevrouw Maij (PvdA):

Ik heb even de moeite genomen om de stukken te bekijken die wij in de beantwoording van de brief van de heer Schouw vertrouwelijk ter inzage hebben gekregen. In de communicatie is vooralsnog alleen maar sprake van vragen. Ik denk dus dat het te vroeg is om nu deze conclusie te trekken en ik denk dat wij er geen debat over hoeven te hebben.

De heer Azmani (VVD):

Ik kan mij volledig aansluiten bij de woorden van mevrouw Maij. Het is te prematuur om hierover nu een debat aan te vragen.

De heer Van Hijum (CDA):

De CDA-fractie steunt het verzoek.

De voorzitter:

Mevrouw Gesthuizen, u hebt niet de steun van de meerderheid voor het houden van een debat.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Dat klopt. Ik ga even met de collega's in conclaaf — dat vind ik wel zo netjes — om te zien of wij er een dertigledendebat van moeten maken. Als de mensen die mij nu hebben gesteund, daar ook behoefte aan hebben, ziet u mij morgen weer terug.

De voorzitter:

Dat is goed. Dank u.

Het woord is aan mevrouw Agema van de PVV.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Ook vorige week stond ik hier met een verzoek om een debat, op basis van 89 rapporten van de inspectie. Ze gaan over de door ons gewenste onaangekondigde inspectiebezoeken. Ik verzoek opnieuw om een debat over slechte zorg in verpleeghuizen, te weinig personeel, onveiligheid op het gebied van medicatie en vele andere misstanden.

De voorzitter:

Mevrouw Agema vraagt om steun voor het houden van een debat over de kwaliteit in de verpleeghuizen.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Steun voor het debat. Mijn zorgen zijn in het AO niet weggenomen. Het lijkt mij voor een effectief debat wel goed als de staatssecretaris van tevoren met een notitie over dit onderwerp komt, maar ik steun het verzoek om een debat.

De voorzitter:

U bedoelt een brief?

Mevrouw Bergkamp (D66):

Ja, een brief.

Mevrouw Leijten (SP):

De aanhoudende slechte kwaliteit in verpleeghuizen is ons al jaren een doorn in het oog. Het feit dat wij hierover het zoveelste debat moeten voeren, leidt al direct tot de steun van de SP. Als de staatssecretaris nog met een brief komt, wil ik in ieder geval een overzicht waarin staat wat de inspectie de afgelopen tijd wel en niet heeft ondernomen en waarom zij niet ingrijpt op het moment dat zij constateert dat er sprake is van ondervoeding, slechte medicatie en overdreven veel inzet van dwangzorg. Waarom gaat de inspectie dan op haar handen zitten en handelt zij niet gewoon?

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ook steun van GroenLinks.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ook de ChristenUnie steunt het verzoek.

De heer Van 't Wout (VVD):

Als ik het goed begrepen heb, krijgen wij nog voor het kerstreces brede rapporten van de IGZ. Het lijkt mij goed om dan dit debat te voeren, niet alleen op basis van dit deel van het onderzoek van de IGZ. Voor dit moment dus geen steun.

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Dit is inderdaad een ernstige kwestie en het lijkt mij goed dat wij erover debatteren, maar ik sluit mij aan bij de woorden van de VVD dat het verstandig is om dit IGZ-breed te doen en niet alleen voor dit onderzoek.

De voorzitter:

Kunt u specifieker zijn? De woordvoerder van de VVD zei dat hij het verzoek om die reden op dit moment niet steunt. Geeft u op dit moment wel of geen steun aan het verzoek van mevrouw Agema?

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Ik geef op dit moment nog geen steun aan een verzoek, maar wel op een later moment, als de IGZ-rapporten er zijn. Dat is ook wat de VVD zei.

De voorzitter:

Mevrouw Agema, voor uw verzoek is op dit moment geen steun. Ik hoor wel steun voor een debat als het rapport van de inspectie er is.

Mevrouw Agema (PVV):

Dank u. Ik begrijp niet dat deze ontstellende berichtgeving er niet toe leidt dat er vanavond nog een debat plaatsvindt. Ik stel voor om in ieder geval een dertigledendebat op de agenda te plaatsen. U ziet ons terug zodra het totale rapport van de inspectie er is. Ik hoop dat wij het debat voor die tijd al hebben gevoerd, maar daar kun je tegenwoordig ook niet meer op rekenen. Ik vind het bijzonder betreurenswaardig dat de PvdA en de VVD geen steun geven voor een debat vandaag of deze week om de verpleeghuiszorg, die kwalitatief dermate slecht functioneert, te bespreken, maar helaas is de macht in het parlement op deze manier verdeeld.

De voorzitter:

Ik stel de spreektijd voor het dertigledendebat dat u hebt aangevraagd, vast op drie minuten per fractie. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet voor de gevraagde brief.

Het woord is aan de heer Van Weyenberg van D66.

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter. Tijdens het vragenuur hadden wij het er al over: 4% van de gemeenten heeft de informatiebeveiliging op orde en gegevens van bekende Nederlanders of de buurman worden blijkbaar bij 18% van de gemeenten ingezien. De staatssecretaris wil gemeenten nu weer bijna anderhalf jaar de tijd geven om orde op zaken te stellen. Wat mij betreft moet het ambitieuzer en moeten wij overgaan tot naming and shaming. Daarom vraag ik een debat aan.

De voorzitter:

Het verzoek is steun voor een debat met de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de bescherming van persoonsgegevens door gemeenten.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Sowieso steun voor het verzoek, maar ik kan mij voorstellen dat wij in plaats van de staatssecretaris van Sociale Zaken de minister van Binnenlandse Zaken hierbij vragen. Hij gaat immers over de informatievoorziening door gemeenten.

De voorzitter:

U wilt dus het debat hebben, maar met de minister van Binnenlandse Zaken in plaats van met de staatssecretaris?

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Dat lijkt mij beter, maar ik steun sowieso het verzoek.

De heer Heerma (CDA):

Ook steun voor het verzoek. Ik had weer een andere variant. Ik zou namelijk de minister van Binnenlandse Zaken er ook bij willen uitnodigen.

De heer Ulenbelt (SP):

Steun voor het verzoek. Graag ontvangen wij voor het debat een brief van het kabinet over de manier waarop het hier een eind aan gaat maken.

Mevrouw Oosenbrug (PvdA):

Op dit moment geen steun voor het debat. Ik wil graag eerst die brief zien. Ik wil graag duidelijk weten of het over privacy gaat, over gedrag van ambtenaren of over een veel groter onderwerp. Zodra wij dat helder hebben door de brief, gaan wij praten over een debat.

De heer Van Oosten (VVD):

Wat de VVD betreft is dit inderdaad een gewichtige kwestie. Ik sluit mij echter wel aan bij de collega van de PvdA. Zoals zij al aangaf, krijgen wij hier een brief over. Aan de hand van de informatie in die brief kunnen wij bepalen hoe wij hiermee omgaan.

De voorzitter:

Mijnheer Van Weyenberg, ik hoor geen steun van een meerderheid voor het houden van een debat.

De heer Van Weyenberg (D66):

Dat is natuurlijk wel heel erg opmerkelijk. De PvdA stelt net vragen, met mij, omdat het een probleem is; al jarenlang. 4% van de gemeenten voldoet. Als wij even moeten doorpakken om een debat met de staatssecretaris, en wat mij betreft de minister van BZK, te voeren, geeft de PvdA niet thuis. Dat vind ik buitengewoon teleurstellend. Ik doe toch een beroep op de collega van de PvdA om dit verzoek om een debat gewoon te steunen.

Mevrouw Oosenbrug (PvdA):

D66 luistert heel slecht in dit geval. Ik heb gezegd dat wij eerst de brief willen hebben, zodat wij kunnen beraadslagen over waar het debat precies over moet gaan. Gaat het over privacy of wat dan ook en met welke ministers gaan wij het voeren? Dus geen steun op dit moment. Zodra de brief er is, praten wij verder.

De heer Van Weyenberg (D66):

Dat is dan buitengewoon jammer. Volgens mij staat het er: gemeenteambtenaren houden zich niet aan de regels en de informatiebeveiliging is niet op orde. Het gaat om al die zaken. Wat mij betreft rechtvaardigt dat een debat. Helaas volgens de collega's van de VVD en de PvdA nu blijkbaar niet. Dan wil ik graag een dertigledendebat.

De heer Ulenbelt (SP):

Ik stel voor om de regering te verzoeken om die brief voor morgen 12.00 uur aan de Kamer te zenden. Wellicht krijgen wij dan morgen de PvdA wel mee bij dit debat.

De heer Van Weyenberg (D66):

Dat vind ik een uitstekend idee. Hierbij meld ik dit onderwerp aan voor de regeling van werkzaamheden van morgen. Dan praten wij verder. Ik vind het een uitstekende suggestie van de heer Ulenbelt.

De voorzitter:

Dat ben ik met u eens. Dat betekent dat wij nu nog geen beslissing nemen over dat dertigledendebat. Daar komen wij morgen in de regeling op terug. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet

Het woord is aan de heer Van Raak van de SP.

De heer Van Raak (SP):

Voorzitter. Hoe komt het toch dat steeds meer toezichthouders in Nederland hun werk zo slecht doen? Zaterdag ben ik werkelijk geschrokken van de uitlatingen van de toezichthouder op de geheime diensten, de CTIVD. Die zei dat de aanschaf van een geheim Israëlisch systeem om massaal afgeluisterde en bewaarde gegevens te analyseren helemaal niet erg is, ook niet als dat in strijd is met de wet. De CTIVD doet op dit moment in opdracht van de Tweede Kamer een onderzoek naar de Amerikaanse afluisterpraktijken. Dat had in september klaar moeten zijn, maar dat wordt januari. Ik heb geen behoefte aan een onderzoek van de CTIVD als dat op dezelfde basis wordt gedaan, als dat geen serieus en onafhankelijk onderzoek is.

Ik wil daarom twee dingen. Ik wil een debat met de minister-president, want die is verantwoordelijk voor de CTIVD. Dat debat moet gaan over de onafhankelijkheid van de ogen en oren van de Tweede Kamer, de CTIVD. Het lijkt mij bovendien heel goed als de Kamer voorafgaand aan dat debat een gesprek heeft met het hoofd van de CTIVD. Wij zijn afhankelijk van deze mensen voor onze informatie. Als die niet onafhankelijk is, is het toezicht op de geheime diensten een farce.

De voorzitter:

Het verzoek is een debat met de minister van Binnenlandse Zaken over …

De heer Van Raak (SP):

De minister-president gaat daarover, heb ik begrepen.

De voorzitter:

Met de minister-president over de onafhankelijkheid van de CTIVD.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Wij hebben al langer het gevoel dat dit kabinet niet heel goed weet hoe met die veiligheid moet worden omgegaan. Wij zouden liever eerst zelf een gesprek willen voeren met de CTIVD, zodat wij elkaar in de ogen kunnen kijken — ze rapporteert per slot van rekening aan ons — om daarna het gesprek te voeren met de minister-president.

De voorzitter:

Op dit moment dus nog geen steun voor het houden van een debat. U wilt eerst een gesprek.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

En steun.

De voorzitter:

U steunt het debat dus wel, maar voorwaarde is dat het gesprek eerst heeft plaatsgevonden. Sorry, dat had ik verkeerd begrepen.

De heer Schouw (D66):

De heer Van Raak heeft natuurlijk een prangende kwestie aan de orde gesteld. Op dit moment gaat het voor mijn fractie om één ding en dat is of het kabinet c.q. de minister van Defensie al dan niet die apparatuur heeft aangeschaft ten bedrage van x miljoen euro, vooruitlopend op wetgeving die hooguit over een jaar in werking gaat treden. Wij willen graag zo snel mogelijk, liefst morgen voor de regeling, een brief ontvangen, waarin staat of dat waar is of niet. Als dat waar is, zullen we dat debat waar de heer Van Raak om vraagt, steunen.

De voorzitter:

U spreekt nu dus nog geen steun uit voor het debat, begrijp ik, want u wilt eerst de brief afwachten.

De heer Dijkhoff (VVD):

Dit is een beetje jammer. We hebben al jaren een heel goede samenwerking met de CTIVD. De heer Van Raak roemt die ook vaak als de onafhankelijke oren en ogen van de Kamer. Dit is de eerste mogelijke dissonant. Het lijkt mij goed om een gesprek te hebben met de CTIVD zelf. Die is onafhankelijk. Dan kunnen we daarna beoordelen of er nog behoefte is aan een debat. Ik steun dat op dit moment nog niet.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Zoals mevrouw Van Toorenburg net al aangaf, hoeft het een het ander niet uit te sluiten. Dus steun van GroenLinks voor het verzoek. De brief waar de heer Schouw om vraagt, lijkt mij op zich goed, maar daar hoeft dit verzoek niet op te wachten. Dus steun voor het verzoek van de heer Van Raak.

De heer Segers (ChristenUnie):

Hetzelfde geldt voor de fractie van de ChristenUnie. Steun voor het verzoek om een gesprek en steun voor het debat.

De heer Recourt (PvdA):

Dat we met de CTIVD gaan praten, is een goed idee en dat steun ik. Daarna moet blijken of een debat nog nodig is. Dat vind ik op dit moment prematuur. Dus geen steun voor het debat. De heer Schouw zei dat hij morgen voor de regeling een brief wil ontvangen. Ik wil dat graag vervroegen, want er is morgen een debat over contraspionage en dan kan dit al aan de orde komen.

De voorzitter:

Dat betekent dat die brief er wanneer moet zijn?

De heer Recourt (PvdA):

Voor morgen, dus eind van de dag.

De voorzitter:

Vandaag voor 18.00 uur.

De heer Bisschop (SGP):

Dat lijkt mij een aanbevelenswaardige lijn. Een debat lijkt mij op dit moment prematuur, maar een nadere toelichting en een gesprek met de CTIVD lijken mij goed, maar er moet op zijn minst een brief komen waarin op deze kwestie wordt ingegaan.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Een gesprek vind ik een goed idee en een brief is prima, maar er moet ook zeker een debat komen. Dus steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Mijnheer Van Raak, u hebt geen steun van een meerderheid voor het houden van een debat. Er wordt een brief gevraagd, voor vandaag 18.00 uur, en een gesprek wordt ook gesteund. Dat moeten we kunnen organiseren. Veel partijen hebben aangegeven dat ze daarna willen kijken of er nog behoefte is aan een debat. We zouden het besluit over het houden van een debat dus nog even uit kunnen stellen.

De heer Van Raak (SP):

De heren Schouw, Recourt en Bisschop willen zekerheid over de geheime aanbesteding van Argo II. Die zekerheid is er. Ik heb daar in het verleden vragen over gesteld en die zijn beantwoord. In de beantwoording van die vragen wordt door de regering bevestigd dat de aanbesteding van Argo II voor dat bedrag van 17 miljoen heeft plaatsgevonden. Als de regering diezelfde brief nog voor 18.00 uur naar de Kamer wil sturen, vind ik dat geen probleem, maar die bevestiging hebben we al. We kunnen het gesprek dus gewoon plannen. Daar ben ik het van harte mee eens. Dat moet zeer snel omdat de CTIVD op dit moment onderzoek doet. Ik proef wel dat veel fracties in deze Kamer behoefte hebben aan een serieus gesprek met de minister-president. Dat zullen we daarna besluiten, maar volgens mij is dit al wel een signaal naar de regering dat veel fracties in deze Kamer ernstige twijfels hebben.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Dank voor uw medewerking.

Het woord is aan de heer Merkies van de SP.

De heer Merkies (SP):

Voorzitter. Afgelopen vrijdag kregen we te horen over de schikking die het Openbaar Ministerie met de Rabobank heeft gesloten. Daarin is onder andere afgesproken dat medewerkers van de Rabobank niet worden vervolgd. Dat roept een hoop vragen op. Het zou logisch zijn geweest om morgen ook de heer Opstelten uit te nodigen voor het debat over de Libor-fraude. Ik heb daar vorige week naar laten kijken. Ik heb begrepen dat dit agendatechnisch moeilijk of niet mogelijk was. Ik heb geprobeerd om dit op te lossen via mondelinge vragen, maar die moeten doorgaan. We zitten morgen dus met het probleem dat we een debat hebben met de minister van Financiën en dat we in dat debat een hoop vragen gaan stellen over die schikking. Dan zal hij zeggen dat wij daarvoor eigenlijk bij zijn collega, de minister van Veiligheid en Justitie, moeten zijn. Daarom stel ik mede namens de heer Van Hijum van het CDA voor om met de minister van Veiligheid en Justitie een apart debat te voeren over de schikking die is getroffen door het Openbaar Ministerie.

De voorzitter:

Ik moet daarbij zeggen dat de minister van Veiligheid en Justitie niet aanwezig kan zijn bij dat AO, omdat hij op dat moment met een ander deel van de Kamer in overleg is. Hij kan niet op twee plekken tegelijk zijn. Misschien is het dus een praktische oplossing om te bekijken of u met uw collega's tot overeenstemming kunt komen over verplaatsing van dat ene AO, zodat het AO van morgen kan doorgaan met twee bewindspersonen. Ik geef dat maar aan u mee. Ik kan dat hiervandaan niet regelen, maar dat lijkt een praktische oplossing, want anders gaat u met twee verschillende bewindspersonen twee keer over hetzelfde onderwerp debatteren. Het is een beetje lastig vanuit deze stoel. Ik leg het verzoek van de heer Merkies wel voor aan de Kamer.

De heer Koolmees (D66):

Het lijkt mij een goed voorstel om de minister van Financiën en de minister van Veiligheid en Justitie allebei voor dat debat uit te nodigen. Als dat zou kunnen, zou mijn fractie daar de voorkeur aan geven. Het gaat immers inderdaad over een belangrijk onderwerp, waar wel een debat over moet worden gevoerd.

De voorzitter:

Het verzoek is nu om een apart debat te houden met de minister van Veiligheid en Justitie. Heeft dat uw voorkeur of heeft het uw voorkeur om het in één keer te doen?

De heer Koolmees (D66):

Mijn voorkeur is om het in één keer te doen, desnoods door het AO te verplaatsen. Als dat niet lukt, steun ik het verzoek van de heer Merkies.

De heer Tony van Dijck (PVV):

We praten hier over de grootste fraudezaak ooit in de Nederlandse geschiedenis. Het heeft ook onze voorkeur om beide bewindspersonen aan de tand te voelen in één debat. Als dat niet lukt, steun ik dit verzoek.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voor GroenLinks geldt hetzelfde. Dit is een superbelangrijke zaak. Wij debatteren dus het liefst met beide bewindslieden. Als dat niet lukt, kiezen wij voor deze oplossing.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Daar sluit ik mij bij aan.

De heer Recourt (PvdA):

Steun voor uw voorstel.

De heer Bisschop (SGP):

Het lijkt ons goed dat, als dat mogelijk is, beide bewindspersonen in één debat aanwezig zijn en verantwoording afleggen.

De heer Van der Steur (VVD):

Het lijkt mij verstandig dat morgen dat algemeen overleg gewoon plaatsvindt, tenzij in de procedurevergadering anders wordt besloten. Daar gaan wij in deze arena niet over. De VVD steunt op dit moment niet het verzoek om een debat zoals dat nu wordt aangevraagd, want dit kan ook op een andere manier worden opgelost binnen de commissie zelf.

De voorzitter:

Maar u bent wel bereid om als woordvoerder in die andere commissie met uw hand over uw hart te strijken en te zeggen dat u de minister wel wilt "uitleveren" aan een andere commissie van deze Kamer?

De heer Van der Steur (VVD):

Dat zal heel lastig zijn met het algemeen overleg dat morgen gepland staat, want volgens mij gaat het om de kwestie van seksueel misbruik binnen de katholieke kerk. Ik denk dat dat overleg toch doorgang moet vinden met het oog op de slachtoffers.

De voorzitter:

Dat is altijd het probleem. Volgens mij hebben velen gezegd dat er op korte termijn een algemeen overleg moet plaatsvinden met beide bewindspersonen. Ik wil best een debat toevoegen aan de agenda, maar ik roep de heer Merkies en daarmee de hele Kamer ertoe op om op een zo kort mogelijke termijn opnieuw een algemeen overleg te plannen over de Rabobank, waarbij beide bewindspersonen aanwezig zijn. Ook de mensen van de Griffie zullen zich daarvoor inzetten. Dat kan dus niet morgenochtend, maar wel zo snel mogelijk.

De heer Koolmees (D66):

Eén opmerking nog: ik zou bij dit onderwerp toch willen aandringen op snelheid. Ik heb een beetje rondgevraagd bij mijn collega's. Het gaat natuurlijk om de eenheid van het kabinetsbeleid, om verschillende signalen die verschillende ministers hebben gegeven over vervolging van eventuele strafbare feiten. Ik vind dit een belangrijk onderwerp. Daarom stel ik voor om morgen het AO te laten doorgaan en om mijn collega's van de commissie voor Veiligheid en Justitie te verzoeken om het AO met de heer Deetman van morgen te verplaatsen, zodat we hier morgenochtend over kunnen spreken.

De voorzitter:

Ik heb dat zojuist aan een van de woordvoerders gevraagd. Hij heeft aangegeven dat hij er niet zo veel voor voelt. Ik denk ook niet dat dit de plek is waar we dat nu met elkaar moeten uitvechten. Ik denk dat snelheid van groot belang is.

De heer Schouw (D66):

Dit is volgens mij een misverstand. Morgenochtend om 10.00 uur is er een AO Terrorismebestrijding en morgenmiddag is de heer Van der Steur aan de beurt met de rooms-katholieke kerk. Als woordvoerder terrorismebestrijding ben ik graag bereid om, in dit geval, minister Opstelten uit te lenen.

De voorzitter:

Kijk, dan is het toch goed dat we het hier aan de orde hebben gesteld. Ik denk dat er een opening is om het te regelen. Ik zal alles doen om dat mogelijk te maken. Lukt het niet, dan zie ik u, mijnheer Merkies, morgen bij de regeling terug en gaat u alsnog dit debat aanvragen. Zullen we het zo afspreken?

De heer Merkies (SP):

Dat is prima.

Naar boven