Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | nr. 14, item 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | nr. 14, item 3 |
Aan de orde is het debat over het begrotingsakkoord 2014.
De voorzitter:
Ik heet de minister-president, de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de minister van Financiën van harte welkom, net als de mensen op de publieke tribune hier in huis en de mensen die via de televisie of via internet dit debat volgen. Natuurlijk heet ik ook de deelnemers aan het debat welkom. Voor dit debat is een spreektijd van acht minuten per fractie afgesproken.
De heer Wilders (PVV):
Mevrouw de voorzitter. Het slopen gaat door. Het nivelleren gaat door. Het verhogen van de belastingen gaat door. Het afbreken van de WW gaat door. Het versoepelen van het ontslagrecht gaat door. De miljardenbezuinigingen op de zorg gaan gewoon door. Nederland is niets, maar dan ook helemaal niets opgeschoten met dit akkoord. Het enige wat nieuw is, is dat het kabinet het roer in handen heeft gegeven van zijne ijdelheid de heer Pechtold. Hij is de nieuwe kapitein op het schip; hij bepaalt de koers. Mark Rutte is nu zijn lichtmatroos. Velen vragen zich af of dat wel een goed idee is. Iemand als kapitein op een schip, die de hele dag bezig is zichzelf te bewonderen in de spiegel.
Vrijdag zagen wij een treurig decor voor de presentatie van een treurig akkoord. Mannen in zwarte pakken in een zwarte ruimte. Er was koffie met cake. Het was het crematoriumakkoord. In het zaaltje ernaast lag Nederland. De leugens zijn nog het ergste. Leugens dat wij volgend jaar lastenverlichting zullen krijgen. Apekool, voorzitter, apekool. De belastingen worden volgend jaar met bijna 8 miljard verhoogd. 8 miljard euro aan belastingverhogingen in één jaar. Nederland wordt kapot belast, ook met dit flutakkoord. Het kabinet gedraagt zich als een soort zakkenroller, die €1.000 van je steelt, maar je een tientje teruggeeft. Het kabinet vindt dat wij daarvoor dankjewel moeten zeggen. Nederlanders zijn natuurlijk niet gek. Het crematoriumakkoord met de nepoppositie draait het catastrofale beleid van Rutte II dan ook niet terug. De wijzigingen zijn gerommel in de marge. De ene partij krijgt wat voor onderwijs en groen geneuzel, de andere iets voor gezinnen met kinderen. Ondertussen kan premier Rutte 99% van zijn desastreuze agenda blijven uitvoeren, mét de belastingverhogingen, mét de nivelleringen, mét het afbreken van de zorg en mét de ongebreidelde geldstroom naar Brussel en Afrika, die gewoon doorgaat.
Het wordt alleen maar erger. Het koopkrachtplaatje van onze ouderen wordt alleen maar dramatischer. Zelfs het leidingwater wordt nu zwaarder belast. Ineens begrijp ik waarom de heer Pechtold elke dag een bad neemt in ezelinnenmelk en niet in water. Wat zal het kabinet nog meer verzinnen om volgend jaar aan de eisen van Brussel te voldoen? Krijgen we een daglichtbelasting? Krijgen we een zonuurbelasting misschien of een belasting op het inademen van lucht? Als er maar geen spiegelbelasting komt, want dan gaan onze vrienden van D66 snel failliet.
De flutoppositie houdt het meest rampzalige kabinet aller tijden in het zadel en maakt zich voor een paar pepernoten medeplichtig aan het kapotmaken van Nederland. Zij krijgt niets, behalve vijftien minuten in het zonnetje. Mijn fractie vraagt zich af welke crisis er vorige week eigenlijk is opgelost. In ieder geval niet de economische crisis, want voor de meeste Nederlanders blijft de ellende gewoon doorgaan. Komen er dan misschien banen bij? Met trompetten, met hoorngeschal werd het grote nieuws gebracht: 50.000 banen erbij! Iedereen zou weer aan het werk gaan. Tot iemand de kleine lettertjes ging lezen. Toen bleek het te gaan om 50.000 banen in 2040, wanneer de heer Rutte 98 is. Het is een nepakkoord, het is een nepoppositie, het zijn nepcijfers, het is een nepsucces. Het is een botoxakkoord.
Wat wel reëel is, is dat we het komende jaar opnieuw 70.000 mensen in de werkloosheid zien verdwijnen. Ook vandaag gaan er weer 700 mensen de WW in. Ook vandaag gaan weer 50 bedrijven failliet. Wat ook echt is, is dat de automobilist als vanouds weer de melkkoe is geworden. Motorrijtuigenbelasting, bpm, accijnzen op diesel en lpg, overal moet de hardwerkende Nederlandse middenklasse boeten. Wie met de auto naar zijn werk gaat, is de pineut. Wie zondag de familie bezoekt, is de pisang. Wie het voetbalteam van zijn kinderen rijdt, betaalt zich suf. Het doel van dit akkoord is dan ook niet het oplossen van de economische crisis, maar het voorkomen van een kabinetscrisis. Want het zit zo heerlijk, dat pluche.
Het gebrek aan leiderschap, het gebrek aan visie, het gebrek aan vertrouwen, dát is de crisis van Nederland. Geen akkoord met de nepoppositie lost die op. Het kan anders. Het kan anders als we kiezen voor een vrij en onafhankelijk Nederland. Het kan anders als we kiezen voor groei, voor welvaart, voor hoop, voor ambitie. Het kan anders als we kiezen voor belastingverlaging in plaats van belastingverhoging. Het kan anders als we de belastingverlaging gaan betalen door niet langer miljarden euro's in bodemloze putten te gooien in het buitenland, van Afrika tot Bulgarije en Brussel, van Griekenland tot Cyprus. Het kan anders als we ophouden met miljarden te pompen in windmolens en als we ophouden met geld geven aan milieugekkies.
Het kan anders. En het moet ook anders. Het is tijd om de belangen van Nederland voorop te stellen. Het is tijd voor een kabinet met visie. Nederland hunkert naar een minister-president met visie. Het is tijd voor een premier met een bredere ambitie dan het voorkomen van zijn eigen ontslag. Het is tijd om te kiezen voor Nederland.
De heer Zijlstra (VVD):
Voorzitter. Het is wat voor de premier. Is het niet de heer Pechtold die om een visie vraagt, begint de heer Wilders er al weer over, terwijl hij dat inmiddels verschillende weken achter elkaar in diverse spreekbeurten heeft gedaan, maar dat terzijde.
De afgelopen week bereikte het kabinet overeenstemming met de ChristenUnie, de SGP en D66 over de begroting voor 2014 en verder. Hierdoor is een breed politiek draagvlak ontstaan voor een omvangrijk pakket aan bezuinigingen en hervormingen. Die bezuinigingen en hervormingen zijn nodig om de crisis te boven te komen en dit land klaar te stomen voor de toekomst. Wat de VVD betreft is een woord van dank aan de ChristenUnie, D66 en de SGP op zijn plaats. Deze partijen durfden hun nek uit te steken. Een periode van politieke onzekerheid heeft daardoor plaatsgemaakt voor helderheid. Hulde daarvoor.
Voor de coalitie aan de gesprekken begon, lag een pakket van 6 miljard euro aan ombuigingen voor. Dit pakket bracht de economische groei, zelfs op korte termijn, nauwelijks schade toe. Dit lijkt ook met de voorliggende begrotingsafspraak weer te zijn gelukt, hoewel wij nog even moeten wachten op de definitieve doorrekening door het CPB. Ik zeg hier direct bij: het is en blijft een pijnlijk pakket met veel vervelende maatregelen. Dat was eerder het geval en dat is het nu na de aanpassingen nog. Bovenop het regeerakkoord wordt immers nog steeds 6 miljard euro bezuinigd.
De heer Roemer (SP):
Kan de heer Zijlstra omschrijven waarover nu precies een akkoord is gesloten?
De heer Zijlstra (VVD):
Er is een akkoord gesloten over het Belastingplan 2014 en over de begrotingen die betrekking hebben op 2014. Daarnaast zijn langjarige afspraken gemaakt over een aantal zaken, dit blijkt ook uit de cijfers. Ik noem bijvoorbeeld de kindregelingen en onderwijsinvesteringen. Dit alles werkt ook door in de begrotingen voor de komende jaren.
De heer Roemer (SP):
Daarmee zegt de heer Zijlstra dat de drie partijen zich hebben gecommitteerd aan alle andere maatregelen buiten het pakket van 6 miljard voor extra bezuinigingen, dus aan de maatregelen die gewoon in de begrotingen staan.
De heer Zijlstra (VVD):
Alle partijen hebben zich gecommitteerd aan de maatregelen die daarin worden genoemd, aan de intensiveringen en ook aan de dekkingen die daarvoor worden gegeven. Daarbij zijn er voor de begrotingen van 2015 en verder ook punten waarover wij het niet eens zijn. Wij zullen op dat moment moeten bekijken hoe wij dat kunnen dichtregelen. Dus, ja, alle partijen zijn een langjarig commitment aangegaan op alle zaken die worden genoemd in de begrotingsafspraken, bijvoorbeeld onderwijs en kindregelingen, maar zo zijn er nog vele meer.
De heer Roemer (SP):
Onder die noemer "vele meer" vallen dus ook immateriële zaken waaraan natuurlijk altijd financiële gevolgen kleven. Daaronder vallen ook zaken als het sluiten van allerlei instellingen, maar ook asielrecht. Is daarover gesproken? Zijn daarover ook afspraken gemaakt?
De heer Zijlstra (VVD):
Nee, dit zijn financieel-economische afspraken. Er is niet gesproken en er zijn geen afspraken gemaakt over immateriële zaken en zaken als asielrecht en dergelijke. De partijen zijn daar volledig vrij in en dat zult u de komende tijd ook wel herkennen. Ik verwacht dat dit ook nog tot heftige debatten tussen coalitie en oppositie zal leiden.
De heer Roemer (SP):
Zeker, daarvoor zijn wij hier, maar er is dus ook commitment over bijvoorbeeld het aantasten van de rechtsstaat door de bezuinigingen — als ik het op mijn manier mag formuleren — die de toegang tot het recht zullen belemmeren voor veel mensen, want dat is een financiële afspraak.
De heer Zijlstra (VVD):
Er zijn afspraken gemaakt over de begrotingen. Dit betekent dat naar dekking moet worden gezocht als partijen om aanpassing van individuele maatregelen vragen, want anders is de begroting leeg. Het is geen automatisme dat men elke individuele maatregel dient te steunen. Er is wel een commitment om ervoor te zorgen dat daar waar gaten worden veroorzaakt, gezamenlijk wordt gezocht naar een dekking. Dat is helder. Dit is inderdaad een financieel-economisch akkoord en al die andere zaken zijn niet aan de orde.
Ik heb al gezegd dat er nog steeds 6 miljard extra moet worden bezuinigd. De VVD is tevreden over het feit dat wij ten opzichte van het eerdere pakket van 6 miljard nu een stukje lastenverlichting hebben kunnen inbouwen en dat wij dat kunnen financieren door extra te snijden in de zorg en de sociale zekerheid, en in de overheid zelf. Ook de nog grotere focus op werkgelegenheid vinden wij een goede zaak. Dat is allemaal niet gratis. Ik erken onmiddellijk dat hier voor de VVD natuurlijk ook pijnlijke punten in zitten. Ik wil dan ook niet de indruk wekken dat deze begrotingsafspraak betekent dat mensen weinig meer zullen merken van de crisis. Het is echt een illusie te denken dat wij de grootste crisis sinds decennia kunnen bestrijden zonder dat mensen dat fors gaan voelen. Het kabinet vertimmert de komende jaren zo'n 50 miljard op een begroting van 260 miljard. Ook na deze begrotingsafspraak gaat iedereen dat merken. We zijn namelijk bezig met achterstallig onderhoud aan onze sociale voorzieningen: we brengen deze in lijn met het niveau van onze welvaart. Deze aanpassing gaan we dan ook allemaal voelen. Ik besef dat er angst, twijfel en onzekerheid is. En hoewel mensen snappen dat er iets moet gebeuren, komt er veel op ze af. Juist daarom is het belangrijk dat de politiek nu duidelijkheid biedt. Mensen moeten weten waar ze aan toe zijn. Dat schept rust en duidelijkheid en het geeft vertrouwen. Voor de VVD is die duidelijkheid de belangrijkste pijler van de begrotingsafspraak. Er is nu een breed politiek draagvlak voor de bezuinigingen en de hervormingen die nodig zijn om ons land klaar te stomen voor de toekomst. Het kabinet heeft het afgelopen jaar hard gewerkt aan een breed maatschappelijk draagvlak. Ik noem daarbij de corporaties, ziekenhuizen, vakbonden, werkgevers en de milieubeweging. De afspraken van afgelopen vrijdag zijn wat mij betreft dan ook het sluitstuk van dat proces.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
De heer Zijlstra zei net dat er duidelijkheid is gekomen over steun. In Buitenhof van afgelopen zondag zei minister Dijsselbloem dat zo'n drie kwart van het motorblok, van het regeerakkoord, nu steun heeft. Deelt de heer Zijlstra die analyse?
De heer Zijlstra (VVD):
Ja.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Als het gaat om drie kwart van het regeerakkoord, is dat meer dan bij het gedoogakkoord van het vorige kabinet.
De heer Zijlstra (VVD):
De situatie is volgens mij totaal onvergelijkbaar met die van het vorige kabinet. Dit is een beetje appels met peren vergelijken. Hier zijn op financieel-economisch terrein heldere afspraken gemaakt. Dat zijn langjarige afspraken. In het interruptiedebatje met de heer Roemer kwam dat net ook al even aan de orde. De heer Pechtold heeft dat altijd mooi omschreven als het motorblok van dit kabinet. Zo zie ik dat ook en daarmee hebben we nu zekerheid voor elkaar gekregen.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Als de minister van Financiën zegt dat het drie kwart van het regeerakkoord is en niet alleen van deze begroting, en als de heer Zijlstra herhaalt dat het gaat om drie kwart van het regeerakkoord, kan ik toch niet anders concluderen dan dat er feitelijk sprake is van een gedoogconstructie.
De heer Zijlstra (VVD):
Dat is het helemaal niet. Ik heb het hier over het financieel-economische deel. De heer Van Haersma Buma moet mij niet aan een percentage ophangen, maar het gaat om een groot deel, waardoor het kabinet door kan. Over al die andere zaken, zoals asiel, immaterialia en individuele maatregelen, zullen we de komende tijd nog veel discussie krijgen, zelfs en met name met deze partijen. Dat is ook prima, want zij houden hun rol als oppositiepartij. Zij hebben echter de verantwoordelijkheid genomen om op een aantal belangrijke punten duidelijkheid te helpen bieden, waarvoor nogmaals hulde. De mensen in het land weten hierdoor waar ze aan toe zijn en wat er op hen afkomt. Ze kunnen hun toekomst bouwen op de maatregelen die nu genomen zullen worden. Dat vind ik het goede van wat hier gebeurt en ik ben daar tevreden over.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Het is inderdaad heel belangrijk dat mensen in het land nu weten waar ze aan toe zijn. In vervolg op de vraag van de heer Buma heb ik nog een andere vraag. Het gaat over drie kwart van het regeerakkoord en niet over de immateriële zaken, zoals ik de heer Zijlstra hoorde zeggen. Het gaat dus over die 50 miljard. Laat ik het niet heel precies nemen, maar bij drie kwart is dat toch zo'n 30 à 35 miljard aan vertimmering. Is dat nu ook voor rekening van de drie gedoogpartijen?
De heer Zijlstra (VVD):
Nee. Het is niet zo dat de oppositiepartijen op het niveau van individuele maatregelen hebben gezegd daar in volle draf achteraan te gaan. Er ligt een begroting 2014 en er liggen forse doorwerkingen voor de jaren daarna. Als er over individuele maatregelen en bezuinigingen onenigheid is, is er een gezamenlijke verantwoordelijkheid om te zoeken naar alternatieve dekkingen. Daardoor kan het kabinet in volle vaart vooruit. Dat betekent dus niet dat alles letterlijk, een-op-een, uit het regeerakkoord wordt overgenomen. Ik denk dat deze partijen tegen een dergelijke constructie geen ja hadden gezegd. Er is dus sprake van eerbiediging van de oppositierol. Partijen hebben alle ruimte om de komende jaren plannen voor individuele maatregelen minder goed te vinden en daarvoor alternatieven aan te dragen. Betrokken partijen moeten een en ander gezamenlijk invullen om ervoor te zorgen dat de begroting ronddraait en de minister van Financiën een gelukkig mens blijft.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Ik begrijp dit toch niet helemaal. Je kunt niet aan de ene kant zeggen dat hiermee drie kwart van het regeerakkoord is veiliggesteld, en aan de andere kant zeggen dat alles veranderbaar is zolang er maar voor dekking wordt gezorgd. Dat regeerakkoord is toch geen boekhoudkundige exercitie? Dat is een beleidsinhoudelijke exercitie, neem ik aan. Als je zegt dat drie kwart van het regeerakkoord daarmee is veiliggesteld in de Staten-Generaal, dan ga ik ervan uit dat het ook over de inhoud gaat van het regeerakkoord, en niet alleen maar over de cijfertjes. Dat moet de heer Zijlstra toch nog eens uitleggen.
De heer Zijlstra (VVD):
Zeker. In het regeerakkoord staan duidelijke richtingen, maar dat wil niet zeggen dat iedereen eraan gecommitteerd is om die overal precies op een individueel punt te volgen. Zeker niet. Daarin ligt de ruimte voor de oppositiepartijen, ook voor GroenLinks, om te bezien of betere alternatieven mogelijk zijn. De hoofdrichting, het motorblok — om de uitdrukking van de heer Pechthold, die is gekopieerd door de heer Dijsselbloem, te gebruiken — is gezekerd. Daarmee is men echter niet in een keurslijf gedwongen waarin men een-op-een precies moet doen wat in het regeerakkoord staat. Wat hiermee wel is geregeld, is dat de grote bulk aan maatregelen, de hoofdrichting die wij zijn uitgegaan, de hervormingen die nodig zijn om Nederland klaar te stomen voor de toekomst, zijn gezekerd.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Dan moet ik toch concluderen dat de duidelijkheid die wij zo graag willen omdat er nu een akkoord is, er niet is. Aan de ene kant hoor ik net als alle andere oppositiepartijen dat er in die zin geen verschil is tussen de gedoogpartners en de oppositiepartijen. Iedereen kan uiteraard met alternatieven komen; het moest er nog bij komen dat dit niet kon. Aan de andere kant hoor ik echter dat drie kwart van de inhoud en de cijfers van het regeerakkoord hiermee zijn veiliggesteld. Ik kan toch niet anders dan constateren dat dit niet allebei waar kan zijn.
De heer Zijlstra (VVD):
Tegen de heer Van Ojik wil ik zeggen dat daar het verschil ligt. Deze drie partijen hebben gezegd dat zij die verantwoordelijkheid voelen; als we iets willen veranderen, dan gaan we er ook gezamenlijk voor zorgen dat er dekking is. Dat is eigenlijk de reden waarom wij met de heer Van Ojik, met GroenLinks, een heel eind zijn gekomen, maar op een aantal punten gewoon niet tot een gezamenlijk gedragen oplossing voor de dekkingen kwamen. Men heeft kunnen zien dat wij in de begrotingsafspraken veel wensen van GroenLinks overeind hebben gelaten omdat wij een breed draagvlak willen. Drie oppositiepartijen hebben zich gecommitteerd, inclusief de verplichting tot het vinden van dekkingen. Anderen zijn minder ver gekomen. Dat wil echter niet zeggen dat de gewone verhouding in dit parlement — oppositie, coalitie, kabinet — niet in stand blijft. Daar kijk ik ook naar uit, anders zou het hier een tikje saai worden.
Waarom doen we dit allemaal? Misschien is het wel eens goed om dat in het hoofd te houden. Wij doen dit allemaal om ervoor te zorgen dat de Nederlandse economie gaat aantrekken, zodat bedrijven weer mensen in dienst gaan nemen, de overheid niet meer uitgeeft dan zij binnenkrijgt en wij onze sociale voorzieningen kunnen veiligstellen voor degenen die deze ook echt nodig hebben. Ik zei het al bij de algemene politieke beschouwingen: we zien dat het beleid langzaam zijn vruchten afwerpt en we zien lichtpuntjes verschijnen. De export neemt toe. De economie van het eurogebied stabiliseert, de exportportefeuille van het bedrijfsleven groeit, het producentenvertrouwen neemt langzaam toe en de inkoopmanagersindex — dat is traditioneel een indicator voor toekomstige ontwikkelingen — vertoont een stijgende lijn. Het vertrouwen van de consumenten is licht gestegen, de huizenmarkt is aan de beterende hand en de Nederlandsche Bank (DNB) en het CPB wijzen op een omslag en stellen, voor het eerst in jaren, hun groeiprognoses naar boven bij. De president van de Nederlandsche Bank, Klaas Knot, stelde vorige week vast dat Nederland aan de vooravond staat van economisch herstel. Maar, zo zei Knot erbij, er is wel een addertje onder het gras: het kabinet en de politiek moesten wel duidelijkheid bieden. Kort samengevat: geen woorden, maar daden. En dat is wat wij nu doen.
Bij de algemene politieke beschouwingen zei ik al dat de bal hier lag, bij de politiek. Willen wij een deel van de oplossing zijn, of van het probleem? Blijven wij vasthouden aan ons gelijk, of reiken we elkaar de hand? Ik geloof dat die vraag voorlopig positief is beantwoord. De politiek bewijst nu dat wij ondanks alle verschillen de handen ineen kunnen slaan. Daarmee scheppen we duidelijkheid en zekerheid, waar mensen in dit land recht op hebben en naar snakken. Daarmee scheppen we ook de duidelijkheid en de zekerheid die economisch van levensbelang zijn. Daarmee zorgen wij ervoor dat Nederland klaar wordt gestoomd voor de toekomst, een toekomst waarin mensen een huis of een baan kunnen vinden die bij hen past, een toekomst waarin de overheid geen schulden maakt maar belastingen verlaagt, en een toekomst waarin wij ons kunnen meten met ieder land in de wereld.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Ik heb nog een vraag over de duidelijkheid die er nu is. Hoe beoordeelt de heer Zijlstra het dat de minister van Financiën nu al heeft gezegd dat hij in het voorjaar weer met dezelfde drie partijen om de tafel moet om de volgende begroting te gaan redden?
De heer Zijlstra (VVD):
Volgens mij heeft de minister van Financiën aangegeven — maar dat moet hij zo zelf maar zeggen — dat wij, als er grote wijzigingen in de begrotingscycli komen, eerst met deze partijen om de tafel gaan zitten. Dat lijkt mij ook heel verstandig. Ik ga ervan uit dat de positieve ontwikkelingen gaan doorzetten en dat die noodzaak er dus misschien helemaal niet zal zijn. Maar regeren is vooruitzien, dus ik vind het verstandig van de minister van Financiën dat hij heeft gezegd dat hij weet wie hij moet benaderen, mocht zoiets zich in het voorjaar voordoen.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Dit bewijst des temeer dat er een duidelijke keuze is gemaakt om met de hechte steun van drie partijen verder te gaan werken aan, nu al, de begroting voor 2015. Dit samenwerkingsverband gaat dus door.
De heer Zijlstra (VVD):
Ik constateer inderdaad dat er keuzes zijn gemaakt. Sommige partijen hebben de keuze gemaakt om verantwoordelijkheid te pakken, andere partijen hebben de keuze gemaakt om dat niet te doen.
De heer Wilders (PVV):
Ik zou de heer Zijlstra willen vragen wat Nederland nou in hemelsnaam is opgeschoten met dit vreselijke pakket. Het verhogen van de belastingen gaat gewoon door: 8 miljard volgend jaar, met de handtekening van de VVD eronder. Het nivelleren gaat gewoon door volgend jaar, met de handtekening van de VVD eronder. 70.000 werklozen erbij; het gaat gewoon door, met de handtekening van de VVD eronder. We pakken van de automobilisten een miljard aan lastenverzwaring. Vroeger stond zijn partij nog voor hen, maar het wordt alleen maar erger dan in het vorige akkoord. Wat is het verschil? Het verschil is dat zijne ijdelheid, de heer Pechtold, nu aan het roer zit. Wat is Nederland daarmee opgeschoten? Hij zit aan het roer, de premier mag blijven zitten en de heer Zijlstra belast Nederland kapot.
De heer Zijlstra (VVD):
Ten eerste heb ik helemaal niks met dit soort persoonlijke kwalificaties; die vind ik altijd een tikje teleurstellend in zo'n debat. Als dat het enige is wat kan worden ingebracht, vind ik dat jammer. Over de inhoud het volgende. Wat Nederland ermee opschiet, is dat wij de noodzakelijke maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat dit land klaar is voor de toekomst, dat de overheid niet meer uitgeeft dan er binnenkomt en dat wij straks belastingverlichting kunnen geven die ook kan worden betaald. Belastingverlichting is namelijk niet gratis; die moet je eerst verdienen. En dan de werkgelegenheid. We willen natuurlijk voorkomen dat mensen hun baan kwijtraken, maar we moeten ook de werkelijkheid in het oog houden. Partijen moeten niet gaan uitstralen dat we, door nu een akkoord te sluiten en afspraken te maken, kunnen voorkomen dat voor mensen die nu werkloos dreigen te worden, dat volgend jaar niet meer geldt. In de Nederlandse geschiedenis doet zich namelijk altijd hetzelfde rijtje voor: de export trekt aan, het producentenvertrouwen trekt aan, de consumentenbestedingen trekken aan en pas daarna trekt de werkgelegenheid aan. Daarom is het goed dat we nu structurele maatregelen nemen en hervormingen realiseren, want daar wordt Nederland beter van. We moeten echter niet weglopen voor de verantwoordelijkheid en de pijn die daarbij hoort. Dat doe ik niet, maar anderen, zoals u, helaas wel.
De heer Wilders (PVV):
Ik zou tegen de heer Zijlstra het volgende willen zeggen. Weet u wat teleurstellend is? Dat de VVD haar kiezers iedere dag alleen maar voorliegt en voor de gek houdt. Dat de VVD in de campagne "belastingverlaging" roept, maar met belastingverhoging komt: 8 miljard volgend jaar. Dat de VVD de macht aan de heer Pechtold geeft en ondertussen naar Europa toe kruipt, ondertussen de zorg afbreekt, ondertussen de WW en het ontslagrecht versoepelt, en dat in een tijd dat we een grote werkloosheid hebben in Nederland. Dat de VVD ervoor zorgt dat de grenzen voor Roemenen en Bulgaren opengaan. Dat de VVD ervoor zorgt dat de automobilist wordt gepakt. Uw partij, meneer Zijlstra, is geen knip voor de neus waard. U zou zich ervoor moeten schamen dat u de kiezer überhaupt nog in de ogen durft te kijken. Ik vraag u dus nog één keer: wat is Nederland opgeschoten met uw akkoord, behalve dat de premier op het pluche in zijn Torentje kan blijven zitten?
De heer Zijlstra (VVD):
Dan zal ik nog één keer hetzelfde antwoord geven op dezelfde vraag die u net stelde: Nederland krijgt nu duidelijkheid en zekerheid over welke maatregelen eraan komen, en over de hervormingen die zullen worden doorgevoerd om ervoor te zorgen dat de overheid kleiner wordt. Hieruit blijkt gewoon dat de PVV op sociaal-economisch gebied een linkse partij is geworden. De heer Wilders wil namelijk niet dat we de sociale zekerheid of de zorg hervormen. Die zaken zijn wel nodig. Al die verlangde belastingverlichtingen krijgen we pas voor elkaar — dit zeg ik ook tegen iedereen in het land — als we alle bezuinigingen en hervormingen doorvoeren. Dan pas kunnen we het betalen. Alle partijen die daarvoor weglopen, steken hun kop in het zand.
De heer Roemer (SP):
Uit de cijfers van het Centraal Planbureau van vanmorgen blijkt, als we die goed gelezen hebben, dat de 6 miljard voor 2014 niet gehaald wordt. Er zit nog een gat van 700 miljoen. Accepteert de VVD dit? Houdt zij rekening met een boete van Europa? Daar strooit het kabinet zo mee. Of is de heer Zijlstra er nu ook van overtuigd dat dit niet zo belangrijk is en dat andere dingen belangrijker zijn?
De heer Zijlstra (VVD):
De 6 miljard wordt gehaald. Net als bij een aantal tegenbegrotingen heeft het CPB de prijsbijstelling niet ingerekend, omdat wij eerst de bijbehorende maatregelen bekend moeten maken. Dat gaat het kabinet doen. Daar zijn de partijen aan gecommitteerd. Dat is namelijk het grote verschil. Wij zeggen dat wij het gaan doen. De invulling komt. De afgelopen 60 jaar hebben bewezen dat dit middel altijd effectief ingevuld kan worden. In de afgelopen 60 jaar heeft het CPB ook altijd gezegd dat hij het pas zal toerekenen als de maatregelen daadwerkelijk zijn afgekondigd. Daar was tot op heden nog geen tijd voor. Dat gaan wij de komende tijd doen. De 6 miljard wordt dus gehaald.
De heer Roemer (SP):
Dat blijkt niet uit die cijfers, sterker nog, er is nu al een tekort van 700 miljoen. Het is niet mijn agenda, maar het was wel altijd de agenda van de heer Zijlstra. Daarom vraag ik hem er ook naar. Die 5,3 miljard die er wel in staat, blijkt voor een groot deel ook nog boterzacht te zijn. Er worden dingen geaccepteerd, maar daar staat de opmerking bij dat het maar zeer de vraag is of dit allemaal gehaald wordt. De VVD is wel heel erg overstag gegaan.
De heer Zijlstra (VVD):
Op zichzelf is de ontwikkeling dat de SP nu graag wil dat wij de 6 miljard gaan halen, heel positief. Daar hecht ik zeer aan. Het goede nieuws voor de SP is dat wij het ook zullen halen. Er zijn vijf partijen, misschien wel zes, begrijp ik nu, die zeggen dat ze het gaan doen. We zullen de invulling verzorgen op de gebieden waar die er nog niet is. Als de opbrengst in werkelijkheid lager blijkt te zijn dan geprognosticeerd, zullen we aanvullende maatregelen nemen. Het commitment was er, is er en zal er blijven. We gaan het dus gewoon halen.
De heer Roemer (SP):
Ik had gehoopt dat de VVD ook van het cijferfetisjisme was afgestapt en was overgestapt naar het daadwerkelijk stimuleren van de economie en iets doen voor de samenleving. Ik had het kunnen weten: dat is ijdele hoop.
De heer Zijlstra (VVD):
De heer Roemer heeft heel snel afgehaakt op die 6 miljard. Dat is weer een teleurstelling. Gelukkig zijn er nog vijf partijen die het wel gaan waarmaken.
De heer Klein (50PLUS):
Een beetje treurig in dit debat is dat de koopkrachteffecten nog niet duidelijk zijn, althans nog niet in de doorberekeningen van het CPB. De heer Zijlstra heeft net in zijn bijdrage ook gezegd dat ze dat helaas nog niet weten. De brief van de minister van Financiën is echter wel duidelijk. Hierin staan de koopkrachteffecten volgens het ministerie van Financiën. Vooral de AOW'ers met een klein aanvullend pensioen gaan er proportioneel erg op achteruit. Het gaat om min 4,5% of min 4,25% ten opzichte van de andere groepen. Hoe wil de heer Zijlstra dat verantwoorden voor deze grote groep ouderen?
De heer Zijlstra (VVD):
Ik ben een beetje verrast door de interruptie van de heer Klein. In deze nieuwe begrotingsafspraken is de positie van de ouderen eigenlijk een stukje verbeterd. Eerlijk gezegd had ik een getemperd — wild enthousiast is misschien een beetje overdreven — enthousiasme verwacht bij 50PLUS. De heer Klein weet heel goed dat een belangrijk deel van de inkomensachteruitgang van de ouderen met pensioen wordt veroorzaakt doordat pensioenfondsen moeten korten op de pensioenen. Ze hebben namelijk onvoldoende dekkingsgraad. Dat is iets tussen werkgevers en werknemers en staat los van het kabinetsbeleid. Het komt echter wel terug in de koopkrachtplaatjes. Als de overheid dat soort zaken moet oplossen, moet er een enorme kraan worden opengezet. Dat wil de VVD niet en ik kan me ook niet voorstellen dat 50PLUS dit wil.
De heer Klein (50PLUS):
Dat is toch wel erg goedkoop en kort door de bocht. U kijkt wat betreft de cijfertjes naar 2014, maar als je ze in het perspectief ziet van 2014 tot 2017 blijkt dat juist de AOW'ers en de AOW'ers met een klein aanvullend pensioen — dan praat je over €10.000 per jaar, dus pakweg €830 per maand — worden gepakt. Voor hen komt er een enorme daling. Dus wat betreft uw verhaal dat u het probleem helemaal niet ziet: ja, voor 2014 mag u misschien blij zijn. Overigens waar het gaat om de pensioenen en de pensioenkortingen, ga je natuurlijk niet een heel akkoord maken om vervolgens te kijken hoe het moet met de pensioenen, zodat dit er nog bovenop komt. Ik denk dat het veel verstandiger is om te kijken naar dit akkoord en deze effecten. De koopkrachteffecten zoals die door het ministerie van Financiën zijn berekend pakken uitermate slecht uit voor deze groep mensen. Ik begrijp dan ook niet waarom u juist ten aanzien van de periode 2014-2017 deze slechtere koopkrachteffecten probeert weg te poetsen als een leuke boodschap voor de mensen.
De heer Zijlstra (VVD):
Laat helder zijn dat het geen leuke boodschap is, want iedereen gaat gewoon voelen dat we Nederland nu moeten hervormen en we onze sociale voorzieningen moeten aanpassen aan ons welvaartsniveau. Dat gaat iedereen voelen. Mensen moeten zich dat realiseren, ouderen en jongeren. Elke partij die uitstraalt en een boodschap uitstuurt alsof dat kan zonder dat de mensen daar effecten van ondervinden, vertelt op dat punt niet de waarheid. We hebben een enorme crisis achter de rug. We zullen onze sociale voorzieningen moeten aanpassen en dat gaat iedereen voelen. Daar loop ik niet voor weg en die boodschap breng ik ook. Ik zou het waarderen dat wanneer er een lichte verbetering — het is niet meer dan een lichte verbetering — ten opzichte van het oude plaatje plaatsvindt, 50PLUS dat zou kunnen omarmen. Tegelijkertijd zeg ik met de heer Klein dat ook de ouderen, zeker ook met de korting op de pensioenen, zullen voelen dat wij onze verzorgingsstaat moeten aanpassen. Dat is niet te voorkomen.
De heer Klein (50PLUS):
Wij zijn het er ook mee eens dat je op een gegeven ogenblik lasten moet delen en dat je die ook eerlijk moet delen. Dat betekent dus dat het voor iedereen geldt. Het betekent ook dat het op een gegeven moment gaat om de vraag hoe de koopkrachteffecten voor mensen eventueel hersteld kunnen worden, bijvoorbeeld door te werken. Waar het gaat om de mensen met een AOW en de pensioengerechtigden zie je dat die effecten niet hersteld worden en dat zij disproportioneel extra gepakt worden. Dat is toch niet rechtvaardig? Dat is een achteruitgang, terwijl de lasten juist met elkaar gedeeld zouden moeten worden. Bovendien loopt u gemakkelijk heen over de effecten waar het gaat om het plaatje 2014-2017. Kijk maar naar de bijlage van de brief van het ministerie van Financiën. Hoe is het te rechtvaardigen dat deze groep mensen er extra op achteruitgaat ten opzichte van de anderen? Of is het volgens u gewoon: dat is pech hebben voor ze?
De heer Zijlstra (VVD):
Als VVD kijken we naar wat goed is voor alle groepen in Nederland. Dat betekent niet dat iedereen in Nederland exact op hetzelfde percentage zal uitkomen. Als we dat wel zouden proberen na te streven, zou dat pas echt cijferfetisjisme zijn. Dat is namelijk een statistisch werkelijkheid. Wij kijken dus naar wat voor alle groepen in Nederland het beste is. Wij gaan niet op deelbelangen zitten. Wij gaan niet kijken naar wat alleen goed is voor de jongeren of wat alleen goed is voor de ouderen. Wij willen ervoor zorgen dat iedereen in deze maatschappij op de goede wijze wordt geconfronteerd met noodzakelijke maatregelen. Die zullen pijnlijk zijn maar moeten ook evenredig verdeeld worden over de verschillende groepen met inachtneming van hun situatie. Wij als VVD gaan niet voor deelbelangen.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
De heer Zijlstra had het over de prijsbijstelling. Nu is nog volstrekt onduidelijk hoe die wordt ingevuld maar hij is het toch met mij eens dat voordat wij de begrotingen vaststellen, we wel zullen moeten weten hoe de departementen die in gaan vullen? Op 1 januari gaat het namelijk van start.
De heer Zijlstra (VVD):
Volgens mij hebben wij een gedeeld punt. In de tegenbegroting van het CDA was de prijsbijstelling ook opgenomen en werd die ook niet toegekend. Het betreft hier dezelfde systematiek die de heer Buma ook goed kent uit vorige kabinetsperioden en die is de volgende. Het kabinet kan altijd die enveloppen vasthouden. Dat betekent dan dat de inflatiecorrectie, de prijsbijstelling niet wordt uitgekeerd. Daar waar aanvullende maatregelen zijn, doen we dat altijd bij de Voorjaarsnota en dat zal, denk ik, ook het komend jaar het geval zijn. Dat is de gebruikelijke systematiek in de afgelopen jaren en ik zie niet in waarom het nu in een keer heel anders zou moeten.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Nee, dat is anders en dat is juist de reden waarom het zo moeilijk is om het bij het CPB goedgekeurd te krijgen. Het CPB zegt altijd dat tot die prijsbijstelling in de loop van het jaar wordt besloten, maar in dit geval is het nu al besloten. Dus de departementen weten nu al dat ze het moeten gaan doen. Dan kunnen ze het beste ook op 1 januari beginnen met de invulling ervan en niet pas halverwege. Dan is het toch ook voor u en ons allemaal van belang om te weten hoe dat neer gaat slaan?
De heer Zijlstra (VVD):
Ik ben het onmiddellijk met de heer Van Haersma Buma eens: hoe eerder departementen duidelijkheid kunnen geven, hoe beter het is. Ultieme besluitvorming is, zoals gebruikelijk, nodig bij de Voorjaarsnota, maar hoe sneller het kan, hoe beter. Dat heeft ook mijn voorkeur.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Dat laatste is dus niet waar omdat het nu al wordt besloten. De besluiten zitten niet in de Voorjaarsnota, maar in de begroting. Laat ik een voorbeeld geven. Het ministerie van Binnenlandse Zaken moet zelf de extra gelden ophoesten voor de AIVD, oplopend tot 30 miljoen. Daar komt het niet uitkeren van de prijsbijstelling bij. Binnenlandse Zaken heeft één grote uitgavenpost: de politie. Ik wil wel weten of het ten koste gaat van de politie of niet. Ik ben benieuwd of de heer Zijlstra dat ook wil weten, voor hij de begroting vaststelt.
De heer Zijlstra (VVD):
Binnenlandse Zaken heeft niet de politie als uitgavenpost.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Daar hebt u gelijk in. Ik zal hetzelfde zeggen, maar dan voor Justitie. Daar zijn het gevangeniswezen, het OM en de rechterlijke macht aan de orde geweest. Ik wil weten waarop wel en niet gekort wordt. Ik kan mij niet anders voorstellen dan dat de heer Zijlstra dat ook wil weten.
De heer Zijlstra (VVD):
Zeker. Hierbij herhaal ik dat het in ultimo bij de behandeling van de Voorjaarsnota duidelijk moet zijn, zoals gebruikelijk. Ik ben het echter direct met de heer Van Haersma Buma eens dat het goed is dat ministeries die, gezien de afspraken die voorliggen, een en ander nu zien aankomen, versneld duidelijkheid bieden. Dat moedigen wij aan. Hoe sneller wij het weten, hoe beter het is, want dan kunnen wij het meenemen. Ik heb echter liever dat zij, in plaats van de boel af te raffelen in het kader van haast, er goed over nadenken en verstandige besluiten nemen. Ook dat vind ik verstandig.
De heer Roemer (SP):
Voorzitter. Afgelopen maandag was premier Rutte precies drie jaar premier.
Minister Rutte:
U bent de eerste die erover begint!
De heer Roemer (SP):
Er moet iemand over beginnen. Het waren bijzondere jaren; dat kun je wel zeggen. Met heel veel partijen heeft de premier in deze periode een dealtje gesloten. Het begon met een regeerakkoord met het CDA, met een gedoogakkoord met de PVV. Ondertussen was er nog een akkoordje met de SGP — u weet wel, op de achterbank van de dienstwagen — en een akkoord met een Zeeuws Statenlid. Na de val van het kabinet-Rutte I kwam het Kunduzakkoord. Met het kabinet-Rutte II kwam er een nieuw regeerakkoord, dit keer met de Partij van de Arbeid. Een paar weken later was er een nieuw regeerakkoord, na de ophef over de zorgpremies. Daarna volgden het woonakkoord en het sociaal akkoord met de sociale partners. Die akkoorden werden met steeds wisselende partners gesloten. Nu heeft de premier opnieuw een akkoord gesloten: een gedoogakkoord met de inmiddels drie bekende gedoogpartijen. Onze premier is vast een liefhebber van een lopend buffet: elke combinatie is mogelijk; het smaakt hem allemaal even goed, als hij maar aan tafel mag blijven zitten.
Ik respecteer D66, de ChristenUnie en de SGP om hun inzet. Ik zag hen tot diep in de nacht onderhandelen. Het was niet mijn keuze om te praten over een pakket van 6 miljard aan extra bezuinigingen en alle andere maatregelen die voortvloeien uit de begroting, maar deze partijen zijn wel het gesprek aangegaan, omdat zij er zelf heil in zien.
Eén onderwerp verdient daarbij bijzondere aandacht: het sociaal akkoord. De inzet van met name D66 was om de maatregelen uit het akkoord, in onze optiek, fors te verslechteren. Dat is niet gebeurd. Sterker nog, dat uitgerekend D66 nu de wet-Ulenbelt versneld gaat invoeren, vindt mijn fractie uiteraard fantastisch; dank daarvoor. Flexwerkers krijgen meer zekerheid, het stapelen van losse contracten wordt gestopt en de rechtspositie van werknemers wordt verbeterd. Hartstikke mooi. Het mag ook gezegd worden dat het bijzonder is dat wordt ingestemd met het versneld verbeteren van de ontslagbescherming. Straks krijgen meer mensen een vergoeding bij ontslag en kunnen alle werknemers in beroep bij de rechter. Die mogelijkheid is er voor veel mensen nu niet. Dat is dus goed nieuws.
Met het ondertekenen van dit akkoord, committeer je je als partij wel aan al die andere maatregelen uit de begroting, zowel die voor dit jaar als die voor volgend jaar. De reden dat mijn partij niet over dit akkoord heeft meeonderhandeld, is glashelder. Wij praten niet over een bezuinigingspakket van 6 miljard dat de rekening legt bij chronisch zieken en bij mensen met de laagste inkomens, dat voor veel mensen de toegang tot het recht bemoeilijkt en dat ervoor zorgt dat steeds meer huurders zwaar in de problemen komen.
De heer Pechtold (D66):
Mag ik, nu ik de felicitaties van de heer Roemer in ontvangst heb mogen nemen, er op grond van zijn opstelling van uitgaan dat alle maatregelen die in het kader van het sociaal akkoord zijn genomen, ook door de SP worden gesteund?
De heer Roemer (SP):
Het is zoals ik dat tot dusverre steeds heb gezegd: onderdelen zijn, wat ons betreft goede voorstellen. Als die gewoon zo naar de Kamer worden gestuurd, zullen wij gewoon voor goede wetten blijven stemmen. Dat hebben wij altijd gedaan en dat zullen wij nu ook doen. Ik heb aangegeven wat goed is. Als wetten niet goed zijn, dan zullen we proberen die te verbeteren. Als dat niet lukt, kan men naar onze steun fluiten. Als het wel lukt, stemmen wij gewoon voor goede wetten.
De heer Pechtold (D66):
Dat is wel een algemeenheid waar ik zo langzamerhand een beetje onzeker van word. Ondanks dat ik dacht dat ik misschien ook maar eens een keer op tijd naar bed zou moeten gaan, heb ik gisteren toch eventjes naar het optreden van de heer Roemer gekeken. Ik miste aan het eind de pointe die de heer Roemer tijdens dat optreden wilde maken. Ik ben maar niet naar de herhaling gaan kijken, maar ik miste het punt waarop de heer Roemer zich zou gaan onderscheiden. Ik wil nog iets zeggen over het sociaal akkoord. Ik ben ontzettend blij met de versnellingen die we erin hebben weten te krijgen en de structurele werkgelegenheid die daar op termijn ook uit voortvloeit. Ik hoor de heer Roemer echter nog steeds niet zeggen dat onderdelen niet zouden kloppen. Ik ben overigens heel blij met de steun die inmiddels vanuit de bonden voor deze afspraken is uitgesproken. Ik zou dus gewoon klip-en-klaar willen weten of de SP het steunt. Of blijven we toch een beetje in de mist hangen?
De heer Roemer (SP):
De heer Pechtold veroorzaakt zelf die mist door te veronderstellen dat de maatregelen waar hij dan zo blij mee is, banen zullen opleveren. Het gaat om 50.000 banen in 2040. Ja, hoor wel: mogelijk 50.000 banen in 2040! En dat terwijl er volgend jaar 70.000 banen verdwijnen. Mijnheer Pechtold, ik zou het heel knap hebben gevonden als u in 1986 had kunnen voorspellen dat Nederland Europees kampioen zou worden, dat de Berlijnse Muur zou vallen en dat we nu in een enorme financiële crisis zouden verkeren. Dat zijn wel de dingen waar u over spreekt als u praat over banen in de toekomst. Daar zitten mensen helemaal niet op te wachten. U vraagt van mij zekerheid. Ik vind het jammer dat u het complimentje dat ik u gegeven heb, niet in ontvangst wil nemen. Het is hartstikke helder. Het verbeteren van de rechtspositie van werknemers in tijden van onzekerheid zullen wij steunen omdat dat verstandig is. Het naar voren halen van het afbreken van de WW zullen wij nooit steunen. Er komen elke dag zeer veel werklozen bij. Het binnen een jaar de bijstand in helpen van mensen zal absoluut niet tot werk leiden. Het zal alleen maar tot menselijk drama leiden. Dat zullen wij dus niet steunen. Ik vind het ook erg jammer dat de mogelijkheid voor een tijdelijke vut-regeling uit het sociaal akkoord is geschrapt. Dat was nu iets geweest waar we daadwerkelijk iets aan zouden hebben bij het aan het werk krijgen van mensen.
Kortom, er zitten een paar dingen in die goed zijn en er zitten een paar dingen in die heel slecht zijn. Die laatste punten zullen wij uiteraard niet steunen. Als die eerste punten in een wet naar de Kamer komen, kunnen die op onze steun rekenen. Dat heb ik al vaker gezegd. Daarvoor zit ik immers in het parlement.
De heer Pechtold (D66):
Dan ben ik toch meer verheugd over de opstelling en het verantwoordelijkheidsgevoel van werknemers en werkgevers in dit land. Zij zien niet alleen elke keer de minpunten, maar ook de pluspunten. Laten we niet naar 2040 kijken, maar naar 2014. Wij hebben ons hier een aantal keren zorgen gemaakt over het kabinetsbeleid, vooral over de werkgeversopstelling ten aanzien van mensen met een arbeidsbeperking. Door dit akkoord gaan volgend jaar 2.500 mensen extra aan de slag. De werkgevers zijn daarop af te rekenen. En nu u weer!
De heer Roemer (SP):
Als u zit te vissen naar een nieuw complimentje, kunt u dat krijgen. Daar ben ik blij mee. Dat hebben ook al gezegd tijdens de algemene beschouwingen. Daar vinden wij elkaar op. Hoe eerder en hoe meer, hoe liever! Maar als daartegenover staat dat mensen in de Wajong dadelijk massaal een herkeuring krijgen, terwijl er voor het gros van deze mensen geen werk te vinden is en ze rechtstreeks de bijstand in gedumpt worden, dan is dat voor mij een heel groot probleem. Dan houdt het compliment in de richting van het kabinet op dat punt dus ook op. Ik kijk dus wat in 2014 de effecten zijn voor de mensen zelf. Het is heel mooi om hier dingen op papier te organiseren, maar het is veel belangrijker wat de mensen thuis ervan voelen. U en ik krijgen elke dag mailtjes van mensen die aangeven dat ze aan het eind van hun salaris nog een stuk maand overhouden. Mensen worden immers al zes jaar op een rij gepakt op het gebied van hun koopkracht. Daar kijk ik naar. Maatregelen waarmee dat wordt verbeterd, kunnen op onze steun blijven rekenen. Maatregelen waarmee dat wordt verslechterd, bijvoorbeeld 6 miljard bezuinigen, kunnen niet op onze steun rekenen. Helderder kan ik niet zijn.
De heer Pechtold (D66):
Het verhaal wordt eenzijdig. Het verhaal is zuur. De heer Roemer vertelt ook niet het hele verhaal. In het vorige debat heb ik al blootgelegd dat hij een miljard op onderwijs bezuinigt. Hij is niet geïnteresseerd in de korte termijn. Hij wijst op de lange termijn van 2040.
Inderdaad, mijnheer Roemer, in uw tegenbegroting of in uw verkiezingsprogramma had u een werkgelegenheidsverlies van 225.000 banen. U kwam er gisteravond niet helemaal uit. U vertelt vandaag het halve verhaal. Het begint inmiddels eentonig te worden.
De heer Roemer (SP):
Over "verzuurdheid" gesproken ...
De heer Pechtold (D66):
Nee, helderheid.
De heer Roemer (SP):
Ik ben begonnen met respect te tonen aan de partijen die er wel heil in zien. Ik heb aangegeven welke onderdelen van volgend jaar ik omarm en waar ik blij mee ben. Ik heb ook gezegd dat ik er geen heil in zie om mij nu druk te maken over wel of niet banen creëren in 2040, dus over 27 jaar. Alsof u in 1986 had kunnen voorzien wat er in de tussenliggende jaren zou gebeuren? Mensen zitten morgen op een baan te wachten, mijnheer Pechtold. Door het beleid dat de D66-fractie nu ondersteunt, komen er 70.000 werklozen in 2014 bij. U haakt af als het gaat om het daadwerkelijk stimuleren van de economie op korte termijn. U haakt af als het gaat over het koopkrachtherstel dat de meeste mensen nodig hebben. Dat is het eerlijke verhaal dat ik u wil meegeven. Het is mooi dat u 650 miljoen voor onderwijs binnenhaalt, maar zeg er dan ook bij dat u dit bedrag voor onderwijs wilt halen bij de studenten, met het afschaffen van de studiefinanciering en de ov-jaarkaart. Kom op nou!
De voorzitter:
Mijnheer Roemer, misschien moet u gewoon verdergaan met uw inbreng.
De heer Roemer (SP):
Ik ga verder met mijn inbreng.
De heer Pechtold (D66):
Voorzitter …
De voorzitter:
U voelt zich aangesproken.
De heer Pechtold (D66):
Ik denk dat de heer Roemer even een slokje water moet nemen. De Socialistische Partij …
De voorzitter:
Het is echt belangrijk om via mij te spreken, want de spanning loopt op.
De heer Pechtold (D66):
Maar niemand verdenkt u van lidmaatschap van de Socialistische Partij.
De voorzitter:
Gelukkig maar.
De heer Roemer (SP):
Dat geldt gelukkig ook voor u, mijnheer Pechtold.
De heer Pechtold (D66):
Dat klopt. Die helderheid hebben we dan samen weer geschapen.
De heer Roemer (SP):
Dat hebben we in ieder geval wel binnen.
De heer Pechtold (D66):
Het is helder, voorzitter.
De Socialistische Partij die zelf een miljard wil bezuinigen op onderwijs, kan kennelijk ook niet goed rekenen. De heer Roemer zei terecht — ik incasseer het — dat het geld dat de komende jaren naar het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs gaat, er netto bij komt. Dat is een extra ambitie. We gaan nog verder praten over studiefinanciering en wat daarmee samenhangt. De heer Roemer weet heel goed dat de investeringen op dit gebied in het hoger onderwijs terechtkomen. Ik raad de heer Roemer, oud-schoolmeester, aan om te bekijken wat er dadelijk in het primair en voortgezet onderwijs mogelijk is en wat er dadelijk, als we zover komen met de plannen voor de studiefinanciering, aan extra geld weer naar het onderwijs gaat.
De heer Roemer (SP):
Over mist creëren gesproken … Als iemand hiervan nog soep kan trekken, weet ik het niet meer.
De voorzitter:
Gaat u verder met uw betoog, mijnheer Roemer.
De heer Roemer (SP):
Voorzitter. Het blijven inzetten en hameren op forse bezuinigingen zet onze economie verder op slot en zet onze samenleving op achterstand. Het is nu harder dan ooit nodig om te investeren in ons land. Dit bezuinigingspakket, in combinatie met andere maatregelen uit de begroting, verhoogt de werkloosheid, breekt de zorg en de sociale zekerheid af, en dat alleen om het gezicht in Europa te redden. De nieuwe gedoogcoalitie tekent wel voor die 6 miljard. Dat mag. Daarmee zorgen deze vijf partijen misschien voor rust in de politiek, maar zorgen zij ook opnieuw voor onzekerheid onder de mensen. Politiek is meer dan akkoorden sluiten. Politiek gaat om de vraag waar we heen willen met het land. De gedachte dat, als de cijfertjes kloppen, het land ook wel in orde zal zijn, is een misplaatste gedachte. Want juist aan dat cijferfetisjisme hebben we nu geen behoefte. Mensen lezen in de krant hoe onderhandelaars aan wat knoppen draaien om optische veranderingen in de begroting te regelen. Mensen lezen hoe de onderhandelaars letterlijk afspreken om de magere effecten voor de werkgelegenheid onder het tapijt te vegen en te vervangen in banen op termijn.
De heer Klein (50PLUS):
Misschien kan de heer Roemer mij helpen, want ik raak een beetje de weg kwijt als hij zegt dat er goede en slechtere maatregelen zijn, maar dat hij in het parlement steun wil geven waar dat goed is. Dingen die slecht zijn, wijst zijn fractie af. Uiteraard, want dat doen wij allemaal. Ik begrijp het proces niet helemaal. De SP heeft de kans gehad om met andere partijen in dit parlement te onderhandelen en met elkaar te kijken naar wat de beste mogelijkheden voor het land zijn. Die kans heeft zijn fractie niet eens gegrepen. Zij is niet eens aan tafel gaan zitten. Waarom heeft de SP dat niet gedaan?
De heer Roemer (SP):
Dat is een terechte vraag. Wij hebben dat niet gedaan omdat zowel de premier als de minister van Financiën vanaf het begin duidelijk maakte dat over de 6 miljard niet te onderhandelen viel. Die moest en zou op tafel blijven. Dan houdt het voor ons op. Dat was niet onze inzet. Ik ga niet onderhandelen en met bezuinigingen schuiven als ik totaal iets anders wil om de economie te stimuleren. Vandaar dat wij ervoor kozen om niet mee te doen. De heer Klein zegt het terecht. Wij blijven een politieke partij die zijn verantwoordelijkheid in de Kamer neemt. Hier debatteren wij en hier controleren wij het kabinet, wat onze taak is. Als er goede wetten naar de Kamer komen, zullen wij die steunen, maar als die wetten naar ons idee niet goed zijn, zullen wij ze afwijzen. Volgens mij geldt hetzelfde voor 50PLUS.
De heer Klein (50PLUS):
Ja, met dien verstande — dat is het grote verschil — dat wij het uitgangspunt met betrekking tot de 6 miljard hebben geaccepteerd als een soort piketpaal die is geslagen. Vervolgens ga je proberen om er binnen die 6 miljard voor te zorgen dat de beste mogelijkheden worden gecreëerd voor de groepen waar de heer Roemer en ik voor strijden. Dat is een gemiste kans, want die kans heeft de SP laten lopen. De SP is überhaupt de discussie niet aangegaan. Uiteraard gaat de SP bij de uitwerking van een en ander kijken wat het beste is, maar de SP-fractie had wellicht in het begin van het traject zaken kunnen doen. Die kans heeft de SP gemist. Wij moeten het dan maar in ons eentje doen.
De heer Roemer (SP):
Twee dingen. Volgens mij is 50PLUS tot de conclusie gekomen dat dit geen weg is waar men heil in ziet. Dat kan. Dat is de keus van de fractie van de heer Klein, maar zo hebben wij ook een keus gemaakt. Wij hebben die piketpaal van te voren niet geslagen. Wij vinden het onacceptabel om nu met extra bezuinigingen te komen omdat die de economie en de samenleving in deze fase niet vooruit helpen. Als dat het uitgangspunt is, ga je ook niet mee praten over het schuiven binnen die 6 miljard. Dat heet gewoon consequente politiek bedrijven. Daar hebben wij inderdaad voor gekozen.
De heer Slob (ChristenUnie):
De heer Roemer zegt dat politiek meer is dan akkoorden sluiten. Ik ben dat met hem eens maar politiek is ook meer dan aan de kant blijven staan. Hij verwijt degenen die wel hebben meegesproken cijferfetisjisme. Ik vind dat een verschrikkelijk woord maar het kwam weer uit de mond van de heer Roemer. Ik kan niet anders dan constateren dat de heer Roemer zich heel eenzijdig op die 6 miljard heeft gefixeerd. Wie verwijt hij nu eigenlijk wat?
De heer Roemer (SP):
Ik stel voorop dat ik in ieder geval respect heb getoond voor het feit dat de ChristenUnie mee heeft gedaan en een akkoord heeft gesloten. Dat heb ik gedaan uit respect voor elkaar. Wij hebben die bezuinigingen inderdaad niet geaccepteerd omdat wij vinden dat al die jaren van bezuinigingen de economie geen goed hebben gedaan. Die waren alleen maar slecht voor de koopkracht en ze hebben de werkloosheid opgedreven. Wij vonden en vinden, om economisch vooruit te komen — en dat snapt elk bedrijf — dat er eerst moet worden geïnvesteerd in de samenleving en in de economie. Daar past geen 6 miljard bij. Mijn idee is dat het kabinet daar keihard aan blijft vasthouden omdat het niet meer terug kan vanwege Europa. Als je een en ander gewoon reëel bekijkt, zie je dat de economieën juist investeringen nodig hebben en dat de koopkracht een investering nodig heeft. Daar kiezen wij voor. Daar doen wij ook heel veel voorstellen voor, of het nu over de bouw gaat, of over de zorg. Wij hebben meer dan 30 concrete voorstellen voor het mkb. Het klopt dat wij niet in de regering zitten. Dat vind ik ook jammer, maar dat zijn de feiten.
De heer Slob (ChristenUnie):
Ik neem het de heer Roemer niet kwalijk dat de SP niet in de regering zit. Op een bepaald moment ontwikkelen de zaken zich zo. Volgens mij kun je echter vanuit de oppositie nog behoorlijk wat invloed uitoefenen, zeker met de omvang die de SP heeft. Door zich op de 6 miljard te fixeren, heeft de heer Roemer kansen laten lopen om, met de idealen die hij heeft en met het mandaat dat de kiezers hem hebben gegeven, maximaal voor zijn doelen te gaan. Hij noemde de bouw als voorbeeld. In het afsprakenlijstje staat dat de btw voor de bouw laag zal blijven. Dat levert op korte termijn zo'n 3.000 banen op. Op de afsprakenlijst staat ook dat in 2014 de lasten voor arbeid fors worden verlaagd: 1,8 miljard is daarmee gemoeid. Het zijn onvoorstelbaar hoge bedragen die niet in de plannen van het kabinet stonden. Wie weet wat we nog meer aan investeringen en maatregelen hadden kunnen realiseren, als de heer Roemer erbij had gezeten en had meegepraat. Hij koos er echter voor om hangmatpolitiek te bedrijven.
De heer Roemer (SP):
Mijn partij heeft er niet voor gekozen om VVD-beleid uit te voeren. Mijn kiezer heeft mij en mijn partij niet in de Kamer gezet om afbraakbeleid, zoals wij dat formuleren, op de zorg, de sociale zekerheid en de economie te ondersteunen. Volgens mijn visie is het funest om je neer te leggen bij de 6 miljard extra bezuinigingen bovenop de 48 miljard die er al stond. Het helpt de samenleving en de economie niet. Dat is de achterliggende visie die ertoe heeft geleid dat wij gezegd hebben: tot hier en niet verder. We zijn al veel te ver gegaan en je zult nu echt iets moeten doen aan koopkrachtherstel en forse investeringen in met name het midden- en kleinbedrijf. Dat gaat niet lukken als je Nederland nog een keer opzadelt met een enorm bezuinigingspakket. We zijn niet op het bedrag van 6 miljard gefixeerd, maar op de visie die erachter zit: de vraag waarom en wat je zou moeten doen om de economie uit het slop te trekken. De heer Slob mag zich eraan committeren, dat respecteer ik. Maar je schuift op die manier met posten, zodat je voor de achterban een aantal zaken kunt binnenhalen die voor de partij van belang zijn. De rekening komt echter bij een ander te liggen. Die ander is in dit geval bijvoorbeeld de zorg. Er wordt een half miljard extra bezuinigd op de zorg. Ze komt ook te liggen bij mensen met een uitkering. Zij gaan er nog harder op achteruit. Dat kan, daar mag je voor kiezen, maar het zijn niet mijn oplossingen.
De heer Slob (ChristenUnie):
Het is goed dat we dit eens even helder met elkaar wisselen in dit debat. Het is tenslotte ook een soort verantwoordingsdebat over wat we de afgelopen weken hebben gedaan. Ik constateer echter dat de heer Roemer kansen heeft gemist doordat hij aan de kant bleef staan, wat eigenlijk zijn eerste opzet al was. In het eerste uur van de Algemene Politieke Beschouwingen werd al gezegd dat het kabinet weg moest. Ik ben ervan overtuigd dat geen enkele burger in Nederland daarmee geholpen is. Als wij serieus menen dat we de schouders eronder moeten zetten om uit de crisis te komen, moeten we daar samen maximaal voor gaan. Dan probeer je werkgelegenheid te creëren en de gezinnen te ontlasten die hoge aanslagen op zich af zien komen. Dat doe je niet alleen voor je eigen achterban, maar voor alle Nederlanders.
De heer Roemer (SP):
Je doet het voor je achterban en je doet het voor heel Nederland door je niet neer te leggen bij de 70.000 werklozen die er volgend jaar bij komen. Je doet het voor je achterban en voor heel Nederland door je niet neer te leggen bij het feit dat de zieken de rekening gaan betalen en dat de armoede onder kinderen in 2014 verder oploopt. Daar heb je in mijn optiek andere maatregelen voor nodig. Daar past een extra bezuiniging van 6 miljard niet bij. Als dan ook nog blijkt dat de mensen met de hoogste inkomens er een half miljard bij krijgen, terwijl we bij de mensen met de laagste inkomens zo veel problemen zien, dan kan ik niet zeggen dat dit voor mijn achterban en de rest van Nederland een goed akkoord is geworden.
De premier is drie jaar lang aan het bijsturen geweest, maar heeft de juiste weg nog niet gevonden. Ook deze nieuwe gedoogcoalitie schuift met geld, zoals net in het interruptiedebat duidelijk werd. Van een fundamentele aanpassing van het beleid, zoals wij dat graag zouden zien, is geen sprake. Er wordt geschoven met maatregelen, maar de rekening belandt uiteindelijk op hetzelfde bordje. Schoolboeken worden gratis. Dat is prima, maar het is verstandig om te weten dat je die rekening betaalt onder de douche of bij de afwas. Er komt geld voor conciërges op scholen, waar ik heel blij mee ben. Ze worden echter betaald door het geld bij de ouderen- en gehandicaptenzorg weg te halen. Er is extra geld voor kinderbijslag. Dat is uitstekend, maar op andere plekken wordt er weer geld weggehaald. Zo blijven wij geld rondpompen. Er wordt wat geschoven, maar de klappen zullen blijven vallen bij de mensen die ze niet meer kunnen opvangen. Naar nu blijkt, zijn de maatregelen ook nog eens boterzacht. De extra bezuiniging van 480 miljoen op ministeries blijkt onhaalbaar. De aanname om belastinggeld uit box 2 naar voren te halen, blijkt onzeker. Mijn vraag aan de minister van Financiën is dan ook: accepteert hij dit of moet er opnieuw worden onderhandeld?
Er gaat bijna een half miljard naar de mensen met de hoogste inkomens en salarissen, terwijl zo veel gezinnen niet meer rondkomen en de armoede in Nederland maar blijft stijgen.
Het is deze gedoogcoalitie gelukt om een in mijn ogen onzeker en onhoudbaar kabinet wat langer in stand te houden. Het kabinet is voorlopig uit de brand. Het moment om echt fundamentele veranderingen door te voeren wordt met dit akkoord onnodig lang uitgesteld. Wij blijven doormodderen en bijsturen op de verkeerde weg.
De heer Samsom (PvdA):
Voorzitter. De Partij van de Arbeid is verheugd over het feit dat D66, ChristenUnie en SGP samen met de Partij van de Arbeid en de VVD afspraken hebben kunnen maken over de begroting voor het komende jaar. Bijna twee weken van intensieve onderhandelingen hebben geleid tot een goed pakket. Ik ben de drie genoemde oppositiepartijen dan ook erkentelijk voor hun zeer constructieve houding. Politici zijn echter nergens zonder de denkkracht en de toewijding van al die geweldige ambtenaren, fractiemedewerkers en ondersteunende medewerkers die hen bijstaan. Zo ook nu. Langs deze weg wil ik hen heel hartelijk bedanken voor hun tomeloze inzet en werk van de afgelopen dagen en nachten. Het is een voorrecht om met zulke mensen te mogen werken.
De begrotingsafspraken die voorliggen brengen een aantal veranderingen aan in de begroting die gepresenteerd is op Prinsjesdag. Dat ligt ook voor de hand, want met het aanschuiven van andere partijen kwamen er ook andere wensen op tafel. Om dan tot een akkoord te komen, moet iedereen een beetje inschikken. Dat is gebeurd: extra investeren in onderwijs en in kinderen? Dat betekent elders op de begroting extra ombuigen. Extra lastenverlichting op arbeid leidt dus tot extra lastenverzwaring op milieuvervuiling. Er is sprake van een ambitieuzere uitvoering van de agenda van het sociaal akkoord, met respect voor de afspraken die gemaakt zijn met werkgevers en werknemers. Op deze manier kon worden voldaan aan de specifieke wensen van diverse oppositiepartijen. Ook kon worden voldaan aan een gezamenlijke en met de dag groeiende wens om alles op alles te zetten om werkgelegenheid te stimuleren, op de korte en op de lange termijn. En vooral: met dit pakket kon worden voldaan aan de brede wens hier in Den Haag en buiten op straat tot enige rust en zekerheid in de komende tijd.
Een nieuwe samenstelling leidt tot nieuwe mogelijkheden. Met creativiteit en overtuiging is de afgelopen dagen de zoektocht naar manieren om de economie verder te stimuleren voortgezet. Met resultaat.
De heer Roemer (SP):
Na de JSF, de ontwikkelingssamenwerking, de strafbaarstelling van illegaliteit en de marktwerking in de zorg had de Partij van de Arbeid eigenlijk nog één echt ijzer in het vuur, namelijk eerlijk delen. Als wij nu merken dat er een half miljard naar de hoogste inkomens gaat, terwijl de mensen met de allerlaagste inkomens en uitkeringen gepakt worden, wat is dan nog de reden voor de Partij van de Arbeid om in zo'n kabinet te blijven zitten?
De heer Samsom (PvdA):
De mensen met de allerlaagste uitkeringen en de allerlaagste inkomens gaan er het komende jaar op vooruit. De mensen met een minimumuitkering gaan er het komende jaar zelfs iets meer op vooruit dan andere mensen, dankzij een verlaging van de belasting in de eerste schijf. Op de lange termijn gaan mensen met een lager inkomen er net zo veel op vooruit als we al hadden afgesproken in het regeerakkoord. En ja, we hebben de mensen die in de vierde schijf geld verdienen, een kleine lastenverlichting gegeven, maar die wordt niet betaald met het geld van de lage inkomens. Dat zouden wij nooit toestaan. Het wordt betaald uit een belasting op bijvoorbeeld milieuvervuiling, zoals we dat ook in ons verkiezingsprogramma hadden voorgesteld. Meer vergroening, minder belasting op arbeid, dat is goed voor de economie.
De heer Roemer (SP):
We hebben één belastingpot hier. Uiteindelijk is het allemaal één portemonnee. Er gaat een half miljard extra naar mensen met een salaris van boven de €95.000, terwijl de groep van de mensen in armoede stijgt; het aantal kinderen dat moet opgroeien in armoede, stijgt; de onzekerheid van mensen zonder baan of die op de wip zitten, stijgt. Kan de heer Samsom het goedpraten dat het verschil tussen arm en rijk in Nederland onder leiding van de Partij van de Arbeid blijft groeien? Ik vraag het nogmaals: wat doet een sociaaldemocratische partij in zo'n kabinet?
De heer Samsom (PvdA):
Die onderhandelt, die staat voor haar idealen, en die zorgt er bijvoorbeeld voor dat het komende jaar mensen met een minimuminkomen, een paar met kinderen, 1% erop vooruitgaat, dankzij dit pakket dat gemaakt is. Mensen met drie keer modaal gaan er 0,5% op vooruit. Op de langere termijn — ik heb het al gezegd — is er 500 miljoen voor mensen niet boven de €95.000, maar boven de €55.000. Dat wordt betaald niet vanuit de lage inkomens, niet door mensen die hard werken voor een laag salaris, maar bijvoorbeeld uit een belasting voor grootverbruikers, op afvalstort en dergelijke. Zo hadden we het ons voorgesteld in ons verkiezingsprogramma en zo is het uiteindelijk ook gekomen in dit pakket, met medewerking van de andere partijen. En daar ben ik trots op.
De heer Roemer (SP):
De Partij van de Arbeid kiest er niet voor, het halve miljard dat nu naar de rijkeren gaat, te besteden aan armoedebestrijding. Dat is een politieke keuze waar de Partij van de Arbeid voor staat, maar het staat haaks op het prachtige verkiezingsprogramma dat zij geschreven heeft. Na al die andere blamages — ik noem de JSF, ontwikkelingssamenwerking, de strafbaarstelling van illegaliteit, asielbeleid — is er toch maar weinig over waar de Partij van de Arbeid trots op kan zijn.
De heer Samsom (PvdA):
Die eerlijke inkomensverdeling staat en die blijft ook staan, dus is er alles over van waar wij onze inzet op pleegden toen we aan deze coalitie begonnen, en nog steeds op plegen, ook na dit pakket. Daar kan ik heel tevreden over zijn.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Ik begrijp natuurlijk heel goed dat de fractievoorzitter van de Partij van de Arbeid zegt: als er meer partijen aanschuiven, dan heb je ook met meer wensen rekening te houden en dan komt er iets uit wat misschien afweek van wat ik zou willen. Ik wil nog even doorgaan op de inkomensverdeling. De heer Samsom spreekt over 2014. Dan is er eigenlijk voor iedereen wat extra, door een verlaging in de eerste schijf. Als je echter op wat langere termijn kijkt, zie je dat mensen op een sociaal minimum en alleenstaanden met een minimumloon er aanmerkelijk minder gunstig uitspringen en zelfs slechter dan in de plannen die er lagen in de Miljoenennota. De cijfers in de tabel uit de brief van minister Dijsselbloem spreken wat dat betreft boekdelen. Dan kan ik mij toch niet voorstellen dat de heer Samsom zegt: dat is iets wat ik graag voor mijn rekening neem.
De heer Samsom (PvdA):
Dat klopt, en dat doe ik dan ook niet. De cijfers uit de brief die minister Dijsselbloem ook namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de premier heeft gestuurd, spreken inderdaad boekdelen. De sociale minima gaan er op de korte termijn iets op vooruit en op de lange termijn maakt het ten opzichte van de Miljoenennota niets uit. Op de lange termijn wordt de marginale druk iets verzacht voor mensen die iets meer verdienen. Het debat daarover hebben we hier gevoerd bij de algemene politieke beschouwingen. Toen was dat een brede wens van een aantal partijen, ook partijen die zoals het CDA uiteindelijk niet aan tafel aanschoven. Dat is dan ook gebeurd, maar het is niet ten koste gegaan van de sociale minima. Een paar met kinderen op het sociale minimum merkt er niets van, nul. Een alleenstaande ouder op het sociale minimum merkt er niets van, helemaal niets. En iemand met een laag inkomen die werkt, gaat er zelfs procenten op vooruit. Dat was al geregeld in het regeerakkoord tussen de twee partijen, en dat blijft gelukkig zo in dit akkoord met vijf partijen.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Ik wil niet met cijfers gaan goochelen, maar ik heb de tabel uit de brief er toch maar even bij gepakt. Uit het verschil tussen enerzijds de koopkracht in 2017 bij dit nieuwe akkoord, en anderzijds wat er lag in de Miljoenennota, blijkt dat er heel duidelijke politieke keuzes zijn gemaakt. Een alleenverdiener met kinderen en met een modaal inkomen gaat er 0,75% op vooruit. Een alleenstaande met een minimumloon gaat er 0,25% op achteruit. Iemand op het sociaal minimum gaat er ook 0,25% op achteruit. Een alleenstaande met alleen AOW gaat er 0,25% op achteruit ten opzichte van het pakket dat voorlag. Dat zijn de cijfers die in de tabel staan die te vinden is in de brief die we van het kabinet hebben gekregen. Je kunt dus toch niet zeggen dat er geen sprake is van een verslechtering ten opzichte van wat er lag? Natuurlijk zijn er ook mensen die er beter van zijn geworden. De algemene heffingskorting levert 500 miljoen op voor mensen die meer dan €55.000 verdienen. Natuurlijk gaan die erop vooruit. Mensen met een gezin krijgen heel veel extra kinderbijslag, ook als ze het niet nodig hebben. Natuurlijk gaan die mensen erop vooruit. Dat is een politieke keuze. Dat moet je niet verdoezelen door te zeggen dat het voor mensen aan de onderkant niets uitmaakt. Er is wel degelijk een keuze gemaakt. Die leidt ertoe dat een aantal groepen erop achteruitgaat. Andere groepen gaan erop vooruit.
De heer Samsom (PvdA):
We hebben dezelfde tabel voor ons liggen. Daarin staat bij de sociale minima vooral een nul. Voor de sociale minima maken de nieuwe plannen dus geen verschil ten opzichte van wat er in de Miljoenennota voorlag. Daarvoor hebben we gezorgd. Ja, de nieuwe plannen maken wel een verschil voor mensen met een hoog inkomen en voor mensen met veel kinderen. Er schoven namelijk partijen aan tafel die voor die inkomensgroepen expliciete wensen hadden. Aan die wensen zijn we tegemoetgekomen. Dat is niet ten koste gegaan van de laagste inkomens, bijvoorbeeld door de belasting op milieuvervuiling te verhogen. Dat laatste is iets wat GroenLinks na aan het hart gaat. Die belasting op milieuvervuiling wordt zelfs fors verhoogd. Op die manier konden we deze wensen betalen van de partijen die aanschoven. Op die manier zoek je met elkaar, in dit geval met vijf partijen, naar een nieuw evenwicht. Het moest een evenwicht zijn waarin aan de wensen van alle partijen recht wordt gedaan, dus ook aan de wensen van de Partij van de Arbeid. Je kunt gewoon zien dat op korte termijn mensen erop vooruitgaan. In het moeilijke jaar 2014 gaan juist de mensen met een laag inkomen en mensen op het sociale minimum er het meest op vooruit. Op de lange termijn maken de nieuwe afspraken ten opzichte van het regeerakkoord niets uit voor de mensen met een laag inkomen. Mensen met veel kinderen krijgen inderdaad een extraatje. Er schoven namelijk partijen aan tafel die dat erg belangrijk vinden.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Het gaat daarbij om de mensen met veel kinderen én om de mensen met veel geld. Zij krijgen een extraatje. Daarvoor kiezen, is een politieke keuze. De mensen die aan de onderkant zitten, hebben in 2017 op z'n best 0% inkomensgroei en in een groot aantal gevallen staat er een minnetje voor hun koopkrachtpercentage. Iedereen kan dat nalezen. Wij hoeven daarover volgens mij geen discussie te voeren. De vraag is alleen of de Partij van de Arbeid dat ziet als een concessie die ze aan de ChristenUnie, de SGP of D66 heeft moeten doen. Of vindt de PvdA dit iets wat zij zelf graag voor haar rekening neemt? Dat was de vraag waarop ik probeerde een antwoord te krijgen.
De heer Samsom (PvdA):
Die vraag hoor ik nu voor het eerst. Het antwoord daarop is helder. Als er meer partijen aan tafel schuiven, partijen die expliciete wensen hebben, dan moet je daarvoor allemaal een beetje inschikken. Dat klopt. Deze keuzes hadden we niet gemaakt toen we nog met twee partijen aan tafel zaten. We maken ze wel nu we met vijf partijen aan tafel zitten. Dat doen we omdat we rust, stabiliteit en een breed draagvlak wensen. We hebben er daarbij voor gezorgd dat de mensen waar de PvdA zo voor staat, bijvoorbeeld mensen met lage inkomens, er op de korte termijn op vooruitgaan en er niets van merken op de lange termijn.
De heer Klein (50PLUS):
Dat klopt voor de sociale minima. Dat blijkt ook uit het staatje waarover de heer Van Ojik het zojuist had. Maar ik kijk naar de regeltjes daaronder. Daarover staat in nóg kleiner dan kleine lettertjes — dat is toepasselijk — dat mensen met een AOW-uitkering en een aanvullend pensioen er 1,4% op achteruitgaan ten opzichte van de oude plannen. Deze groep gaat er het meest van allemaal op achteruit. Deze mensen gaan er in de periode van 2014 tot 2020 4,25% op achteruit. Hoe kan de heer Samsom het in dat verband hebben over eerlijk delen en verantwoord bezuinigen? Juist de groepen die niets kunnen herstellen, worden extra belast. Dat zij niets kunnen herstellen, is mijn belangrijkste punt.
De heer Samsom (PvdA):
Dit debat gaat over het verschil dat dit nieuwe pakket maakt. Daarvoor moet de heer Klein naar de laatste kolom kijken. Daarin ziet hij de kleine verschillen die door het pakket ontstaan. Over wat er de komende jaren voor gepensioneerden gebeurt, hebben we al veel debatten gevoerd. Wij willen ervoor zorgen — en dat lukt ons gelukkig ook — dat mensen met alleen AOW of met AOW en een heel klein aanvullend pensioentje van een paar honderd euro in de maand, er niets van merken. Mensen met een groot aanvullend pensioen merken helaas de buitenwereld, namelijk het feit dat pensioenfondsen in problemen verkeren en dus de pensioenen niet indexeren of zelfs soms moeten afstempelen. Mensen met een aanvullend pensioen gaan, zoals u in de tabel ziet, er soms percentages op achteruit. Dat staat los van dit pakket, dat is de buitenwereld. Wij hebben daar al veel debatten over gevoerd. Dit pakket doet daar niets aan af, maar voegt er ook niets aan toe. Ik kan mij voorstellen dat u dat had gewild en dat u van tafel bent gegaan toen dat niet gebeurde. Aan die wens kon echter niet worden voldaan. Om de problemen van de pensioenfondsen op te lossen, moeten wij andere maatregelen nemen dan bijvoorbeeld gaten dichten met belastinggeld.
De heer Klein (50PLUS):
Het is weer appels en peren vergelijken. Hier hebben wij de staatjes. Als u kijkt naar de koopkrachteffecten cumulatief en het verschil tussen de groepen, kunt u niets anders concluderen dan dat degenen die er het meest op achteruitgaan, juist de AOW'ers met een klein aanvullend pensioen zijn. Ze gaan er 1,25% op achteruit volgens het staatje. U kunt dan wel zeggen dat er nog andere redenen zijn, maar dit verhaal gaat over uw begrotingsakkoord, het akkoord dat u gesloten hebt met een aantal partijen. U hebt deze groepen duidelijk het hardst gepakt. U kunt dan wel zeggen dat sociale minima het doel zijn, maar het gaat om deze groepen. U bent hier niet evenwichtig bezig geweest. Ik begrijp niet waarom u dit zo kunt vertalen.
De heer Samsom (PvdA):
Ik begrijp het wel. Wij hebben ervoor gezorgd dat mensen die op het sociale minimum zitten of een zeer laag inkomen hebben, of ze nu jonger of ouder dan 65 jaar zijn, niets of vrijwel niets merken van dit pakket. Mensen met een wat hoger inkomen merken het wel. Dat geldt dus ook voor mensen die 65-plus zijn. Als je een hoger pensioen hebt, heb je meer last van de pensioenkortingen. Daar kunnen en daar willen wij in dit huis niets aan doen met belastinggeld. Daarvoor zijn andere maatregelen nodig. Ik weet dat u dat wel wilt. Wij denken anders over de inkomenspositie van gepensioneerden met grote aanvullende pensioenen. Dit zijn de keuzes die wij maken. Mensen met een laag inkomen of alleen AOW willen wij ontzien. Dat is ons gelukt. Mensen met een aanvullend pensioen konden wij niet op alle punten ontzien, daar zijn wij het over eens. Althans, wij zij het erover eens dat u dat erg vindt, maar dat wij ermee kunnen leven.
De heer Klein (50PLUS):
Ik ben blij dat wij uiteindelijk overeenstemming hebben over de ellende. Daarmee lossen wij echter niets op voor de mensen, integendeel. Kijk naar de effecten zoals die in het plaatje verwerkt zijn. Vervolgens krijgen wij nog de CPB-cijfers met wellicht pensioenkortingen. Die komen er nog bovenop.
De heer Samsom (PvdA):
Die pensioenkortingen zijn al in dit staatje verwerkt. Dat is precies de discussie die wij net met elkaar hadden. In de eerste twee kolommen zijn de pensioenkortingen al verwerkt.
De voorzitter:
Mijnheer Samsom, gaat u verder.
De heer Samsom (PvdA):
Ik had het over de creativiteit die de vijf partijen op de mat hebben gelegd om ervoor te zorgen dat de economie verder gestimuleerd kan worden, op korte en op lange termijn.
De heer Wilders (PVV):
Voorzitter.
De voorzitter:
Ik wilde de heer Samsom zijn zin laten afmaken. Ga uw gang, mijnheer Wilders.
De heer Wilders (PVV):
Ik wil de heer Klein van de ouderenpartij toch even bijvallen. De heer Samsom komt hier iets te gemakkelijk mee weg. Als wij verder kijken dan 2014, namelijk tot en met 2017, dan zien wij dat dit crematoriumpakket dat u met de oppositie hebt afgesproken, ervoor zorgt dat de ouderen, ook de mensen met alleen AOW, er met 0,25% extra en de mensen met AOW plus €10.000 — dat zijn heel veel Nederlanders, het gros van de AOW'ers — met 1,25% extra op achteruitgaan. Ze gingen er al 3% op achteruit en nu gaan ze er, door het crematoriumakkoord, 4,25% op achteruit. Dat kan de Partij van de Arbeid toch niet voor haar rekening nemen? Hoe kunt u nu net doen alsof het allemaal koek en ei is, terwijl u de ouderen en met name de ouderen met een klein aanvullend pensioen keihard in hun portemonnee pakt?
De heer Samsom (PvdA):
Dat kunnen wij doordat wij ook bij ouderen staan voor eerlijk delen. In dezelfde kolom ziet u dat een AOW-paar — mensen die alleen AOW hebben — niets of bijna niets merkt van dit pakket of van de buitenwereld. Daar hebben wij voor gezorgd en daar ben ik trots op. En ja, hoe meer aanvullend pensioen je hebt, hoe meer je daarvan merkt. Ik vind dat niet leuk. U vindt dat waarschijnlijk ook niet leuk. Ik heb u daarover namelijk wel eens gehoord. Op dit moment is daar in dit pakket niets aan te doen. U zegt dat er in de hele tabel één geval staat waarbij men er 1,25% meer op achteruitgaat. Dat klopt, omdat we een aantal dingen in de toeslagen moeten doen. Daarover valt overigens nog wel een keer te praten, maar de keuzes die we nu hebben gemaakt, leiden ertoe dat daar iets meer koopkrachtachteruitgang is. Bijvoorbeeld omdat wij ervoor willen zorgen, met andere partijen aan tafel, dat gezinnen met kinderen minder koopachteruitgang zullen hebben. Dat zijn politieke keuzes die worden gemaakt en daar sta ik voor.
De heer Wilders (PVV):
De politieke keuze is dat de Partij van de Arbeid de ouderen keihard in hun hemd zet en de ouderen in hun portemonnee pakt. Het is niet waar wat u zegt, dat alle ouderen in de plus staan. Alleenstaande ouderen met alleen AOW gingen er al 1% op achteruit en gaan er nu nog 0,25% extra op achteruit. Dit zijn ook de AOW'ers zonder aanvullend pensioen en de AOW'ers met een klein aanvullend pensioen. Nogmaals, dat is niet veel geld. Voor die AOW, voor die €10.000 zijn mensen hun hele leven lang naar de fabriek, het kantoor of hun bedrijf gegaan. Deze mensen worden met meer dan 4% gepakt. Wat doet u voor de ouderen? Niets, helemaal niets! U pakt ze en komt er te makkelijk mee weg. Ik vind dat u dat moet herstellen.
De heer Samsom (PvdA):
Ik weet wat de heer Wilders vindt, maar ik weet ook welke keuzes wij hebben gemaakt. Die keuzes leiden ertoe dat ouderen met alleen AOW — dat zijn er nog steeds heel veel, mijnheer Wilders — of €100 extra in de maand aan aanvullend pensioen, er niets van merken. Daarvoor hebben we gezorgd. Om die keuze te kunnen maken, moet je van anderen iets meer vragen. Zoals het in deze coalitie gebruikelijk is — dat is met de vijf partijen zo gebleven — vraag je iets meer naarmate het inkomen of het aanvullend pensioen wat hoger is. Ik sta voor die keuze en leg hem graag uit.
De heer Wilders (PVV):
Ik wil het niet te technisch maken voor de mensen thuis, maar er zijn vier categorieën ouderen in de koopkrachtplaatjes — dat zijn ingewikkelde technische plaatjes die wij van het CPB hebben gekregen — en één van die vier plaatjes laat een nul zien. De andere drie tonen volgens deze cijfers een vette min, van meer dan 4%. De ouderen zonder aanvullend pensioen of een klein aanvullend pensioen zullen dit gaan betalen, omdat de heer Samsom aan de macht is. Ik zeg tegen alle mensen thuis — ik richt me niet tot de heer Samsom, want ik krijg toch geen goed antwoord — dat je als het om de ouderen gaat niet bij de Partij van de Arbeid moet zijn, want zij pakt je keihard in je portemonnee.
De heer Samsom (PvdA):
Ik heb al uitgelegd dat in deze tijd van iedereen naar draagkracht iets wordt gevraagd en dat is precies wat in deze tabel is terug te vinden. Dit geldt inderdaad ook voor ouderen, zeg ik tegen de ouderen thuis.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Het stelt me toch teleur. Ik kan me voorstellen dat je zegt: ik maak bepaalde keuzes en daar sta ik voor. Ik sluit compromissen, ik vind dat jammer, maar ik sta er wel voor. Wat ik nu echter hoor, is het verhaal dat er meer geld gaat naar mensen met een modaal inkomen, met twee keer modaal en zelfs met een inkomen daarboven. Dat blijkt uit de tekst uit de brief. Mensen die op het sociaal minimum zitten en op alleen een AOW-uitkering zijn aangewezen, gaan er simpelweg op achteruit in vergelijking met wat in de Miljoenennota was opgenomen. Er kan gezegd worden dat ze er weinig op achteruitgaan, maar er zijn keuzes gemaakt om mensen die meer verdienen dan €55.000 en mensen met het traditionele gezin meer geld te geven. Daar kun je voor kiezen, maar je kunt dan niet tegelijk zeggen dat je het weghaalt bij mensen die het zich kunnen permitteren of, zoals de Partij van de Arbeid altijd zegt, dat je ervoor staat dat de mensen met de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. De uitkomst van dit akkoord is hier op geen enkele wijze een bevestiging van.
De heer Samsom (PvdA):
Ik ken de heer Van Ojik inmiddels als een zorgvuldig man. Ik vind niet dat hij op deze manier de feiten moet verdraaien. We waren het al eens. Er zijn keuzes gemaakt die leiden tot extra koopkracht voor gezinnen met kinderen. Er zijn keuzes gemaakt die leiden tot een iets lagere marginale druk voor mensen die relatief veel verdienen. Dat klopt. Die keuzes hadden we niet zelf gemaakt, maar die maken we nu om met elkaar tot een nieuw akkoord te kunnen komen. Die keuzes zijn niet ten koste gegaan van de lage inkomens. Daarvoor hebben we nu net gezorgd. De keuzes zijn gemaakt omdat we in staat waren de belastingen te vergroenen. Met GroenLinks aan tafel en zonder GroenLinks aan tafel hebben we een forse belastingvergroening doorgevoerd en daarmee kunnen we bijvoorbeeld de marginale drukverlaging die andere partijen zo graag wensten, gewoon voor onze rekening nemen zonder dat dit ten koste gaat van de lage inkomens. Uit die hele puntenwolk pakt u één keukentafel waar misschien een kleine achteruitgang is. We kunnen allemaal de discussie over puntenwolken en koopkrachttabellen voeren. Er is ook vooruitgang bij de laagste inkomens. Kijkt u maar eens naar iemand met een minimumloon, iemand die vanuit de bijstand gaat werken. Een van de belangrijke pijlers van het regeerakkoord — dat is zo gebleven — is dat werken moet lonen. Diegene gaat er 7,5% op vooruit. Dat zijn vooruitgangen voor lage inkomens. Mensen die hard werken voor een laag inkomen worden bij ons beloond met een flinke koopkrachtimpuls. Zo hoort het ook; daar ben ik nog trots op ook.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Alle cijfers doen niets af aan het feit dat er een keuze is gemaakt om meer geld te brengen naar mensen met hoge inkomens, die van boven €55.000, en om over de mensen die het het allerslechtst hebben te zeggen dat zij er niet op achteruitgaan. Dat kun je betwisten met de tabellen in de hand, maar het is een keuze. Je had het ook kunnen omdraaien. Je had ook kunnen zeggen: het gaat slecht in Nederland, we zitten in een recessie, de ongelijkheid in Nederland is de afgelopen 20, 30 jaar alleen maar toegenomen; daarom kiezen we ervoor om het geld te brengen naar degenen die dat het hardst nodig hebben. Die keuze is niet gemaakt. Dat is niet mijn keuze, maar de uwe. Ik vraag u om voor die keuze te staan en niet te doen alsof de mensen met de lage inkomens worden ontzien. Er is een keuze gemaakt om de mensen met de hoge inkomens meer geld te geven.
De heer Samsom (PvdA):
De heer Van Ojik zei net iets heel belangrijks. Hij zei dat je juist in een recessie de lage inkomens wat meer koopkracht moet geven. Dat is precies wat we doen. In 2014, nog steeds het moeilijke jaar van recessie of kleine groei, zorgen we ervoor dat de laagste inkomens, in dit geval de sociale minima, er het meest op vooruitgaan. Op de langere termijn maken we de keuze waarover we al eerder debatteerden en waarover we het eens zijn. Ja, er schoven partijen aan tafel aan die een aantal koopkrachtwensen hadden voor specifieke groepen. Daaraan hebben we voldaan zonder de koopkracht van de kwetsbare groepen te raken. Voor die keuze kan ik staan.
Voorzitter. Ik had het over de creativiteit die vijf partijen op de mat legden om de economie verder te kunnen stimuleren. Dat heeft resultaat opgeleverd. De tijdelijke tariefsverlaging voor vermogen uit bv's zorgt voor een extra impuls in onze economie. Zij creëert bovendien ruimte voor de koopkrachtondersteuning in 2014, waar we het al over hadden, juist voor mensen met een lager inkomen die deze zo hard nodig hebben. Er komen meer banen in de regio, meer banen in de bouw en meer banen voor mensen met een arbeidshandicap. Dat gebeurt allemaal al op zeer korte termijn. Op langere termijn wordt de werkgelegenheid geholpen met een lastenverlaging op arbeid en met een ambitieuze invulling van het sociaal akkoord, aangevuld met enkele extra hervormingen. Zo wordt het bijvoorbeeld makkelijker om langer door te werken voor wie dat wil.
De economische structuur wordt verder versterkt door vergroening van belastingen. Mijn fractie was bereid om de extra investeringswensen die werden ingebracht door de oppositiepartijen mogelijk te maken. De hervorming van de kindregeling vindt plaats op een andere manier dan Partij van de Arbeid en VVD hadden bedacht, maar de extra ondersteuning van gezinnen met kinderen is ook voor de Partij van de Arbeid een zeer te verdedigen keuze. Dat geldt zeker voor het terugdraaien van de bezuiniging op de Algemene nabestaandenwet. Het extra geld voor onderwijs kan ook op onze instemming rekenen. Met extra investeringen in de kwaliteit van leraren, in technisch praktijkonderwijs en in onderzoek en innovatie investeren we in de motor van onze economie en maken we Nederland klaar voor de toekomst.
Uiteraard moeten al deze zaken ergens van betaald worden. Dat gaat niet zonder pijn of moeite. Bezuinigingen op uitgaven van ministeries, op zorg of op sociale zekerheid, het waren keuzes die mijn fractie misschien graag had vermeden, maar die nu wel noodzakelijk werden. De extra bezuinigingen op zorg, sociale zekerheid en rijksbegroting die in de afspraken zijn vastgelegd zijn voor mijn fractie zeker goed te dragen. In de zorg wordt het geld namelijk niet weggehaald bij patiënten, maar gebeurt het zo veel mogelijk door extra verspilling tegen te gaan, bijvoorbeeld van medicijnen. In de sociale zekerheid wordt gezocht naar manieren om mensen vanuit een uitkering aan het werk te krijgen en worden extra inspanningen gevraagd om de verwekkers van kinderen die weigeren zich als vader te gedragen, achter de broek te zitten om alimentatie te betalen, zoals dat hoort.
Tot onze tevredenheid stellen we vast dat ook de nieuw gevonden balans in de begroting volledig recht blijft doen aan de kernwaarden die de Partij van de Arbeid meenam toen we aan deze coalitie begonnen: een evenwichtige inkomensverdeling en eerlijke, voor iedereen te dragen hervormingen van de arbeidsmarkt. Die andere kernwaarde, investeren in de toekomst en zo vooruitgang mogelijk blijven maken, wordt met deze samenwerking zelfs iets versterkt. De Partij van de Arbeid is dus blij dat in gezamenlijkheid verantwoordelijkheid is genomen. Nederland zat te wachten op duidelijkheid, Nederland had rust en stabiliteit nodig en met deze afspraken is daaraan een forse bijdrage geleverd. Nederland kan dus verder.
Dank u wel.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Ik heb nog een vraag over de aard van de gemaakte afspraken. De heer Samsom zei zojuist dat er afspraken zijn gemaakt over verdergaande bezuinigingen of het terugdraaien ervan. Neem bijvoorbeeld Defensie, daar komt iets geld bij. Is nu de afspraak: er komt iets geld bij, of hoort daar ook de afspraak bij: dan teken je voor de rest van de bezuiniging? Wat is nu precies de afspraak?
De heer Samsom (PvdA):
Wij hebben afspraken gemaakt over de begroting voor 2014. Die zal door deze afspraken worden aangenomen. Dat geldt dus ook voor het Belastingplan, een belangrijk onderdeel van de begroting voor 2014. Die afspraken zijn gemaakt.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Er zijn meer afspraken gemaakt. Bijvoorbeeld voor Defensie loopt het bedrag op dat erbij komt. Maar wat erbij komt, staat ten opzichte van de bezuiniging die was vastgesteld.
De heer Samsom (PvdA):
Ja.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Dus mijn vraag is: wat is nu de afspraak. Komt er 90 miljoen bij het basisbedrag of komt er 90 miljoen bij het gekorte bedrag? Dat is natuurlijk afhankelijk van de vraag of er ook is getekend voor de bezuiniging op Defensie.
De heer Samsom (PvdA):
Afspraken zijn altijd ten opzichte van dat zogenaamde technisch verwoorde basispad. Daar zitten alle voornemens van de regering al in. Ten opzichte daarvan zijn deze afspraken met de vijf partijen gemaakt. Ik heb al gezegd dat ze vooral directe politieke relevantie en staatsrechtelijke relevantie hebben voor het aannemen van de begroting 2014. De heer Buma heeft inderdaad gezien dat ze ook langer doorwerken. Wij gaan ervan uit — of mag ik zeggen: wij hopen — dat deze partijen ook de volgende begrotingen mee blijven steunen, opdat de wensen die zij hebben verwoord, ook overeind blijven. Dan creëren wij echt de rust en stabiliteit die zo nodig zijn.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Dat is helder. Dit betekent dus voor de langdurige zorg dat daar waar in het, zoals u het noemt, basispad van het kabinet al forse bezuinigingen zijn opgenomen, deze afspraken over het totaal gaan, het extra bedrag daarbij?
De heer Samsom (PvdA):
Over individuele maatregelen, en zelfs een grote bezuiniging op de zorg of een grote hervorming in de zorg is een individuele maatregel, zijn geen specifieke afspraken gemaakt. Ik ga ervan uit dat politieke partijen, ook als zij aanschoven bij deze afspraken, nog steeds hun wensen zullen hebben op elke individuele afspraak die nog staat en die nog moet worden uitgevoerd. Er is wel met elkaar afgesproken dat het in de rede ligt om dekking te zoeken als je daarvoor iets anders wilt, opdat het geheel overeind blijft. De heer Zijlstra zei dat ook al.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Die laatste zin is natuurlijk bepalend, want dit betekent dat diegenen die hiervoor tekenen, ook werkelijk voor de financiële gevolgen van het kabinetsbeleid voor bijvoorbeeld de langdurige zorg hebben getekend. Willen zij dat niet, dan zullen zij zelf met een dekking moeten komen. Dit betekent dat nu een afspraak is gemaakt over de totale bezuinigingen op de zorg. Wil je het anders, dan moet je weer naar de vijf toe en worden er andere afspraken gemaakt. Dan staat het totaal op zijn kop. Feit is dat het totale bedrag voor de zorg daarmee is geaccordeerd.
De heer Samsom (PvdA):
Ik formuleer het liever iets meer op samenwerking gericht. Wij zorgen dan samen voor een dekking. Misschien willen andere partijen daar nog steeds aan bijdragen. Dit is geen gesloten afsprakensetje. Als het CDA volgend jaar of misschien al dit jaar bijvoorbeeld wensen heeft voor de zorg waarvoor gezamenlijk met andere partijen dekking kan worden gevonden, dan blijft dat nog steeds een mogelijkheid. Dat blijft voor uw partij een mogelijkheid, dat blijft voor mij partij een mogelijkheid, dat blijft voor de partijen die nu meedoen aan deze afspraken een mogelijkheid. Als er dus veranderingen plaatsvinden, zorgen wij samen voor een dekking. Zo gaat het volgens mij al jaren.
De voorzitter:
Dit wordt de vijfde keer en drie is eigenlijk de norm.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Laat ik dan in ieder geval tot slot zeggen dat als dit zo is, het voor het CDA alleen maar moeilijker wordt om akkoord te kunnen gaan met bezuinigen op de langdurige zorg. Het basispad vonden wij al ingewikkeld en nu doet het kabinet er nog eens 100 of 400 miljoen bij.
De heer Samsom (PvdA):
Ik had de indruk dat er ook in uw programma nog wel iets stond over de zorg, bijvoorbeeld de nullijn die in één keer één miljard uit de zorg slaat. Daarbij valt die 400 miljoen nog wel mee.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
De heer Samsom zei het al: zo gaat het al jaren. Ik doel dan op het proces dat hij schetst dat partijen met alternatieven kunnen komen en voor dekking kunnen zorgen, en dat je dan probeert meerderheden te krijgen. De politieke vraag is natuurlijk wat dit akkoord aan die situatie heeft veranderd. Met andere woorden, als de minister van Financiën zegt dat hiermee drie kwart van het regeerakkoord is veiliggesteld, gaat het toch niet alleen over de cijfertjes in dat regeerakkoord maar ook over de beleidsvoornemens? Wij hebben hierover zojuist ook met de heer Zijlstra gedebatteerd. Is de heer Samsom ook van mening dat drie kwart van het regeerakkoord met dit akkoord is veiliggesteld?
De heer Samsom (PvdA):
Over precieze percentages is het lastig twisten. Ik neem het de minister van Financiën ook niet kwalijk dat hij het financiële deel beschouwt als het belangrijkste deel van het regeerakkoord. In het regeerakkoord staat natuurlijk veel meer en daarover is geen enkele afspraak gemaakt. Maar over het financiële deel van het regeerakkoord, de begroting, zijn er voor 2014 afspraken gemaakt die leiden tot het aannemen van de begroting en het Belastingplan. Dat is een belangrijke stap. Doordat die afspraken een langjarige doorwerking hebben, leiden ze ook tot voornemens om in verdere jaren met deze afspraken voort te gaan. Er is echter geen verbod of onmogelijkheid. Sterker nog, en laat ik het anders formuleren, ik zou elke partij die wensen heeft, willen aanmoedigen om die wensen in te brengen voor latere jaren en misschien ook wel voor nu. De begrotingsbehandelingen vinden immers gewoon plaats. Het kabinet kon hier weliswaar rekenen op een meerderheid, maar die meerderheid was niet breed genoeg. Nu heeft het kabinet een bredere meerderheid gevonden om de begroting voor 2014 en het Belastingplan aan te nemen en dat lijkt me voor Nederland zeer belangrijk.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
De heer Samsom zegt dat de begrotingsbehandelingen gewoon plaatsvinden. Dat is in ieder geval een hele geruststelling.
De heer Samsom (PvdA):
Ja, ik benadruk het nog maar even ten overvloede.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Het is goed dat we dat punt in ieder geval weer zeker hebben gesteld. De heer Samsom draait echter om de vraag van het regeerakkoord heen. Het gaat mij niet om die 75%, maar wel om de vraag in hoeverre datgene wat uiteindelijk tussen de vijf partijen is afgesproken, van invloed is op de realisatie van het regeerakkoord. Natuurlijk kijkt de minister van Financiën speciaal naar de cijfertjes, maar ik vraag het nu aan de fractievoorzitter van de Partij van de Arbeid. Wat betekent dit voor het al dan niet zeker stellen van grote delen van het regeerakkoord? Is daarover iets of helemaal niets afgesproken? En gaat het over het Belastingplan en de begroting, zoals de heer Samsom zegt? Het moet toch heel simpel zijn om daar een antwoord op te geven?
De heer Samsom (PvdA):
Ja. In de brief staat wat daarover is afgesproken. Die afspraken hebben vervolgens grote betekenis voor de begroting. Dat zegt zelfs de minister van Financiën die alleen maar naar de cijfers heeft gekeken. Het heeft ook grote betekenis voor de rest van de beleidshervormingen. In bijlage 2 van de brief staat namelijk dat er ook afspraken zijn gemaakt over de hervormingen op de arbeidsmarkt. Deze hervormingen zijn belangrijk voor de toekomst, ze zijn belangrijk voor de Partij van de Arbeid en voor de andere deelnemende partijen. Dat betreft een belangrijk deel van het regeerakkoord en ook daarover is overeenstemming bereikt met deze vijf partijen. Ook hebben deze partijen elkaar gevonden met betrekking tot andere afspraken die financiële gevolgen hebben. De afspraken sec gaan over de begroting en over het Belastingplan 2014, en over een aantal hervormingen op de arbeidsmarkt. Zij hebben echter wel grote betekenis voor het kabinetsbeleid in volgende jaren. Hoe groot die betekenis precies zal zijn, moet nog blijken. De minister van Financiën zei over de toekomst tijdens een persconferentie of ergens anders gisteren al dat het zo zou kunnen zijn dat de economie in 2014 weer een andere wending neemt. Niemand weet precies wat er in de komende tijd gaat gebeuren. Als er sprake is van een andere wending, ligt het voor de hand dat je eerst met deze partijen kijkt naar een oplossing. De minister van Financiën heeft dat al aangegeven en ik zeg hem dat na. Of dat lukt, zal de toekomst moeten leren. Ik hoop overigens dat dit niet nodig is en dat Nederland in rustiger en economisch voorspoediger vaarwater terechtkomt, zodat de begrotingen de komende jaren geen grote bijstellingen meer nodig hebben. Misschien komt dat dan wel mede hierdoor.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Ik hoor de heer Samsom zeggen dat dan in feite deze constructie, de gedoogconstructie die nu voor 2014 is afgesproken, ook voor de jaren daarna van toepassing is, al was het maar omdat de afspraken, noch in financiële zin, noch als het bijvoorbeeld gaat over het sociaal akkoord, niet alleen 2014 betreffen, maar ook de jaren daarna.
De heer Samsom (PvdA):
Ik zeg daar ten overvloede dan nog bij dat het voor de hand ligt dat je dan met deze partijen om tafel gaat. Het is echter geen gesloten tafel. Als er in het voorjaar van 2014 begrotingsproblemen ontstaan, is er de open uitnodiging aan alle andere partijen om bij te dragen aan het oplossen van de problemen van Nederland. Het ligt voor de hand dat je begint met de partijen die daar nu al aan bijdrage aan hebben geleverd, maar daar hoeft het niet bij te blijven, zo zeg ik tegen GroenLinks en misschien ook wel tegen andere partijen.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik geef nu het woord aan de heer Buma van het CDA. Terwijl hij naar voren loopt, kan ik vast vertellen dat ik na de inbreng van de heer Buma wil schorsen voor de lunchpauze.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Voorzitter, mag ik dan iedereen aansporen om niet nu al die lunchpauze te houden, maar dat inderdaad na afloop te doen?
Voorzitter. Wat Nederland in deze crisistijd nodig heeft, is een beleid gericht op meer banen en het structureel versterken van de economie, zonder belastingverhoging, zonder de rekening vooral bij middeninkomens neer te leggen en met een werkelijk kleinere overheid. Om dat te bereiken, heeft het CDA in september een alternatief neergelegd voor de begroting die door het kabinet was gepresenteerd. De opdracht waar Nederland zich voor gesteld ziet, is groot. Terwijl in de landen om ons heen de economie aantrekt, loopt Nederland achter. Ook volgend jaar stijgt de werkloosheid en blijven de economische vooruitzichten onzeker. Juist daarom is een andere koers van het kabinet noodzakelijk, een koers die niet de makkelijkste weg is, zeker niet op de korte termijn, maar wel de meest houdbare op de lange termijn, voor de toekomst van onze kinderen.
Vanuit dit uitgangspunt heeft mijn fractie met het kabinet gesproken na het presenteren van de begroting. Wij hebben echter moeten vaststellen dat over de grondslagen van de koers niet kon worden gesproken. Het zou uiteindelijk gaan om een beperkt bijsturen van verkeerd beleid. Maar het CDA wil een fundamenteel andere keuze dan die welke het kabinet maakt. Het kabinet kiest voor een grotere overheid en voor belastingverhoging. Het CDA wil een kleinere overheid en belastingverlaging, en gerichte steun voor degenen die het echt niet kunnen: chronisch zieken en gehandicapten.
D66, ChristenUnie en SGP hebben wel een akkoord gesloten met het kabinet. Ik respecteer die keuze, want iedere partij maakt zijn eigen afwegingen. De wijzigingen die deze drie partijen voor elkaar hebben gekregen, zijn over het algemeen wijzigingen in de goede richting. Ik noem de gratis schoolboeken, ik noem het ontzien van zzp'ers, ik noem het handhaven van de kinderbijslag. De prijs daarvoor is echter hoog. Er is een gedoogconstructie ontstaan. Het grote motorblok van het kabinet zullen ze steunen. Minister Dijsselbloem zei het zondag en het is hier herhaald door de collega's Samsom en Zijlstra. Wat dat motorblok dan inhoudt? Drie kwart van het regeerakkoord. En zoals wij net zagen, betreft het niet alleen 2014. De gesprekken beginnen al snel over 2015. De afspraken met D66, ChristenUnie en SGP gaan ook na 2015 verder, tot het eind van deze regeerperiode. Inmiddels heeft minister Dijsselbloem de drie uitgenodigd voor de volgende ronde: een lenteakkoord in 2015.
Het herfstakkoord dat wij vandaag bespreken, is precies dat akkoord geworden dat het CDA niet wilde tekenen, omdat het een richting bevestigt waar het CDA niet in gelooft. Met dit akkoord blijft de werkloosheid in 2014 immers stijgen. De belastingverhoging blijft voor 2014 2,2 miljard euro. De banen verslindende accijnsverhoging op diesel, lpg en drank gaat door, terwijl de ondernemers in de grensstreek nu al failliet gaan en de opbrengst nu al, in 2013, daardoor niet wordt gehaald. Ook het nivelleren gaat door, nu vooral ten koste van de mensen met een inkomen vanaf €40.000, want zij blijven nog steeds bijna de helft van hun extra verdiende euro aan de overheid afdragen. De overheid groeit tot 2017 nog steeds met zo'n 24 miljard euro. In 2015 komen er zelfs nieuwe belastingen bij. De belasting op drinkwater gaat omhoog. In Nederland wordt straks meer belasting geheven op drinkwater dan op gokken.
De CPB-cijfers die wij vanmorgen hebben gekregen, laten nog veel duidelijker zien dat het akkoord dat nu is afgesproken, eigenlijk maar minimale wijzigingen aanbrengt; een aantal kleinere ombuigingen in het regeerakkoord en in het begrotingsakkoord van het kabinet zelf. Het is een druppel op de gloeiende plaat. Uit de CPB-cijfers blijkt dat er wordt uitgegaan van heel onzekere aannames. Ik denk daarbij aan de belastingmaatregel in box 2, maar ook aan de onzekere besparingen in de zorg. De uitgaven voor onderwijs zijn gewoon een ongedekte cheque. Hoe belangrijk onderwijs ook is, in een tijd dat er geen geld is, kun je geld dat je niet hebt ook niet uitgeven. Nee, de kern van het kabinetsbeleid is overeind gebleven. Met een paar aanpassingen heeft het kabinet zich voorzien — en dat is in ieder geval de grote winst voor het kabinet — van hechte steun van D66, ChristenUnie en de SGP.
Het kabinet gaat nu met gedoogsteun door op de ingeslagen weg. De inspanningen van het CDA blijven erop gericht om de koers werkelijk te veranderen naar structureel lagere belastingen, naar een structureel kleinere overheid en naar het structureel beschermen van mensen met een middeninkomen. Waar het kabinet keuzes maakt die verantwoord zijn, zal het CDA het steunen. Waar de koers echt kan worden bijgesteld, zullen wij dat doen. Maar waar het kabinet doorgaat op het verkeerde pad, vindt het het CDA tegenover zich. Voorzitter, dank u wel.
De beraadslaging wordt geschorst.
De voorzitter:
Ik dank u wel voor uw bijdrage.
Ik heb een paar mededelingen. Ten eerste schors ik de vergadering tot 13.05 uur. Dan zal de regeling van werkzaamheden plaatshebben. Dit debat zal om 13.20 uur worden hervat.
Ik wil ook nog even een algemene opmerking maken. Ik vind het passend bij een parlementair debat dat Kamerleden elkaar aanspreken met hun naam. Dat is helaas niet altijd gebeurd. Ik hoop dat we dat in het tweede deel van het debat weer wel gaan doen.
De vergadering wordt van 12.33 uur tot 13.05 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20132014-14-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.