5 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, het debat over de Voorjaarsnota 2013 te agenderen voor de week van 2 juli en spreektijden te hanteren van twaalf minuten voor VVD en PvdA, tien minuten voor PVV, SP, CDA en D66, zeven minuten voor ChristenUnie, GroenLinks, SGP, PvdD en 50PLUS. Voorts stel ik voor om een sprekerslijst in begrotingsvolgorde te hanteren. Tot slot stel ik voor, dinsdag aanstaande ook te stemmen over de ingediendemoties bij het wetgevingsoverleg van de vaste Commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het Jaarverslag en het Onderwijsverslag 2012 en over de brief van de voorzitter van de vaste Commissie voor Europese Zaken inzake de beëindiging van het parlementair behandelvoorbehoud bij het EU-voorstel Richtlijn maritieme ruimtelijke ordening (33 601, nr. 5).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda het VAO Luchtvaart naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 12 juni met als eerste spreker de heer Graus van de PVV.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Schouw van D66.

De heer Schouw (D66):

Voorzitter. Ik ben mijn inbox een beetje aan het opruimen en heb twee rappelletjes te geven. Een is gericht aan de minister voor Veiligheid en Justitie over schriftelijke vragen over een door het Internationaal Strafhof vrijgesproken verdachte. Het tweede rappelletje is gericht aan de minister van Binnenlandse Zaken en de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over intimidatie en beïnvloedingspraktijken van buitenlandse overheden bij asielzoekers.

De voorzitter:

U bedoelt waarschijnlijk dat u het juist niet in de inbox hebt gezien en daar had u het juist graag in gehad. Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan Mevrouw Thieme van de PvdD.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. Ik vraag de staatssecretaris van Economische Zaken, Infrastructuur en Milieu om zo spoedig mogelijk mijn vragen te beantwoorden die ik heb gesteld over het vergassen van ganzen in de wijde omgeving van Schiphol in 2013. Ik heb deze vragen op 3 juni ingezonden en zou de antwoorden graag voor woensdag 12.00 uur willen hebben, omdat wij op donderdag een algemeen overleg hebben over het ganzenbeleid.

De voorzitter:

Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Leijten van de SP.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. In deze ontzettend drukke tijden heeft onze staatssecretaris van VWS in mei de tijd gevonden om een congres in Zuid-Frankrijk toe te spreken. Dagelijks hoor ik van organisaties die door zijn beleid wegbezuinigd worden dat hij geen tijd heeft om daarlangs te gaan en hier heeft hij wel tijd voor.

Vervolgens lezen we in hetzelfde artikel dat ambtenaren van VWS maar ook van de toezichthouder NZa en van de mededingingsautoriteit ACM ook op congressen, in dit geval van farmaceuten, in Zuid-Frankrijk rondlopen. Als het om artsen gaat, mag het niet zo zijn dat congressen en bijscholing in het buitenland plaatsvinden, tenzij er sprake is van een internationaal belang. Maar waarom lopen onze ambtenaren en bewindspersonen daar dan wel rond? Dit is niet voor het eerst. Daarom lijkt het me logisch dat we hierover een debat voeren.

De voorzitter:

Verzoek om steun voor een debat.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Steun daarvoor. Ik zou ook graag opgehelderd willen zien wie de trip van staatssecretaris Van Rijn betaald heeft.

De voorzitter:

Dus u vraagt ook om een brief, voorafgaand aan het debat?

Mevrouw Agema (PVV):

Ja, maar dat is aan Van Rijn. Ik geef steun aan een debat en als hij voor die tijd een brief wil sturen, krijg ik daarin graag opheldering over wie de trip betaald heeft. Als er geen brief komt, is het zijn eigen verantwoordelijkheid.

De voorzitter:

Dan kunt u ook opheldering vragen in het debat, bedoelt u.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Mevrouw Leijten haalt terecht de regels aan die gelden voor artsen als het gaat om congressen van de farmaceutische industrie. Die moeten ook voor ambtenaren gelden. Dus steun voor het verzoek van GroenLinks.

De heer Krol (50PLUS):

Het is ernstig genoeg om hierover te debatteren, dus steun voor het debat.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ook van harte steun voor dit debat!

Mevrouw Bergkamp (D66):

Geen steun van D66 voor het debat, maar wel voor een brief.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Steun voor een brief in elk geval, met uitleg over het hoe en wat.

De voorzitter:

Het verzoek is eigenlijk voor steun voor een debat.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Op dit moment geen steun voor een debat.

De heer Van 't Wout (VVD):

Een brief is prima, maar geen steun voor een debat.

De heer Kuzu (PvdA):

Dat geldt ook voor de PvdA-fractie: geen steun voor het debat, maar wel voor een brief.

De voorzitter:

Mevrouw Leijten, u hebt ten minste steun van 30 leden voor het houden van een dertigledendebat, maar niet van de meerderheid voor het houden van een meerderheidsdebat.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik stel in ieder geval vast dat we een dertigledendebat op de agenda kunnen zetten. Ik verzoek de voorzitter dan ook om dat te doen. Ik heb echter ook duidelijk gehoord dat er om opheldering wordt gevraagd. Mijn verzoek is om de brief voor dinsdag 12.00 uur aan de Kamer te sturen. Ik wil daarin dan graag een aantal vragen beantwoord zien. Wie waren er? Wie betaalde er? Waarom heeft het ministerie besloten daar aanwezig te zijn? Zijn er gespreksverslagen? Is er verslaglegging van de besluitvorming? Wie nam het initiatief tot het uitnodigen en het aanwezig zijn van ambtenaren en bewindspersonen?

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van het debat doorgeleiden naar het kabinet. Ik heb het dertigledendebat genoteerd, met spreektijden van drie minuten per fractie.

Ik geef het woord aan mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Dit jaar worden 24.875 plekken in verzorgingshuizen geschrapt. Op dit moment is er een uittocht uit de verzorgingshuizen gaande die zijn weerga niet kent. Het betreft hoogbejaarden die weer op zichzelf moeten gaan wonen, mensen die in een rolstoel zitten en veel zorg nodig hebben, en mensen die de ziekte van Alzheimer hebben en die niet alleen de sleutels kwijt zijn, maar die niet eens meer weten waarvoor een sleutel is. Ik zou daarom een debat willen aanvragen met de staatssecretaris van VWS, en dan graag een spoedig debat.

Mevrouw Leijten (SP):

We hebben hierover al heel vaak gesproken. Ik citeer de staatssecretaris die zegt: "Ik wil deze motie ontraden omdat zij overbodig is, maar ook omdat zij ten onrechte de indruk wekt dat mensen op straat worden gezet door deze maatregelen". De staatssecretaris zei dat nog geen halfjaar geleden hier in de Kamer en we weten nu dat dit wel plaatsvindt. Dat is dus alle reden voor een debat.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Afgelopen maandag heeft de staatssecretaris ongeveer hetzelfde gezegd als in het citaat dat net door mevrouw Leijten werd aangehaald. We hebben straks de tweede termijn van het debat langdurige zorg. Ik wil voorstellen dit onderwerp daarbij te betrekken. Als dat onbevredigend is, kunnen we alsnog een debat houden. Ik geef nu dus geen steun. Misschien moeten we het debat dan uitbreiden, maar ik doe het liefste eerst die tweede termijn en wil het daar aan de orde laten komen.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Geen steun nu voor het debat, maar eerst een brief. Ik hoor ook tegenstrijdige geluiden, namelijk dat er niets van waar is. Ik ontvang graag eerst een brief om die duidelijkheid te krijgen.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Dit heeft zulke vergaande consequenties voor mensen in verzorgingshuizen dat het gerechtvaardigd is om daarover een apart debat te voeren. Dat is met name gerechtvaardigd omdat de staatssecretaris in eerste instantie heeft gegarandeerd dat de mensen niet op straat zouden komen te staan.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik heb in het debat aan de staatssecretaris gevraagd of dit betekende dat mensen op straat terecht zouden komen. Hij zei toen: nee. We zien nu niet alleen berichten daarover in de krant, maar ook ActiZ geeft in de onderhandelingen aan dat er rare dingen gebeuren. Het lijkt mij dus van het grootste belang dat de staatssecretaris een en ander toelicht in een brief, gevolgd door een debat. Ik zou het onderwerp niet willen betrekken bij het debat van vanmiddag, want dat gaat over de hoofdlijnen van de langdurige zorg in de toekomst.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Dit is een belangrijk punt. Ik denk dat het goed is om dit mee te nemen in de tweede termijn van het plenaire debat van vanmiddag over de hoofdlijnen van de langdurige zorg. Als dat niet voldoende oplevert, ontvang ik graag een brief.

De voorzitter:

Mevrouw Dik, een brief is niet het probleem. De vraag is of u het verzoek om een debat steunt. Of wilt u later bepalen of u dat wilt?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Nee, ik steun het verzoek om een extra debat niet.

De heer Van 't Wout (VVD):

Het lijkt me goed dat er een brief komt waarin klip-en-klaar staat dat er helemaal niemand op straat komt te staan. Dergelijke beelden maken mensen onnodig bang. Ik geef geen steun aan het verzoek om een debat.

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Ik sluit me daarbij aan. Ik krijg wel graag een brief waarin helder wordt gemaakt hoe het zit. Ik krijg daarover ook tegenstrijdige signalen. Ik steun het verzoek om een debat niet.

De heer Krol (50PLUS):

Er is veel onduidelijkheid, dus ik wil graag snel een brief zien. Daarna wil ik pas een besluit nemen, maar nu dus nog niet.

De voorzitter:

Op dit moment is er geen steun voor een debat. Mevrouw Agema heeft wel voldoende steun voor het houden van een dertigledendebat, maar nog geen steun voor het houden van een meerderheidsdebat. Veel leden hebben wel behoefte aan een toelichtende brief.

Mevrouw Agema (PVV):

Dat is ook duidelijk, want het waren de fracties van GroenLinks, D66, de ChristenUnie, de VVD en het CDA die het Kunduzakkoord sloten. Daar ligt de bron van dit probleem, want daar werd besloten om 600 verzorgingshuizen te sluiten. Ze willen hier nu niet met de billen bloot. Dat valt nu nog te begrijpen, maar ik hoop dat de mensen thuis en de hoogbejaarden die nu op straat komen te staan op een later moment wel op enige sympathie kunnen rekenen.

De voorzitter:

Mevrouw Agema, wilt u een dertigledendebat op de lijst?

Mevrouw Agema (PVV):

Dat is tenminste iets.

De voorzitter:

Dan zal ik een dertigledendebat op de lijst plaatsen met spreektijden van drie minuten per fractie.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Het is goed dat mevrouw Agema wel bij de feiten blijft. Ik heb net steun voor een debat uitgesproken.

De voorzitter:

Daarmee is er nog steeds geen meerderheid voor het houden van een debat.

De heer Van 't Wout (VVD):

Dit wordt weer live op de televisie uitgezonden. Ik verzet mij zeer tegen het beeld dat mensen op straat zouden komen te staan. Ik hoop dat die brief snel komt.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van het debat, inclusief de laatste opmerking, doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Sjoerdsma.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Gisteren voerden wij hier een belangrijk debat over de Israëlische muur. Het debat werd gevoerd op initiatief van oud-premier Van Agt, die dit met 65.000 handtekeningen afdwong. Er zijn in het debat belangrijke zaken aan bod gekomen. Het is belangrijk dat wij ook helderheid krijgen over de positie van de Kamer. Minister Timmermans gaat aanstaande maandag en dinsdag op reis naar Israël. Er ligt een aantal moties voor, waaronder die van de D66-fractie, die richtinggevend kunnen zijn voor het eerste contact met zijn Israëlische counterpart. Daarom vraag ik, mede namens de SP-fractie, om de stemming over deze moties toe te voegen aan de stemmingen van vandaag.

De voorzitter:

Omdat die stemmingen zo dadelijk al worden gehouden, heb ik daarvoor de steun nodig van de meerderheid van de Kamer. Het verzoek luidt om vandaag al, dus zo dadelijk al, te stemmen over de moties, ingediend bij het debat over het burgerinitiatief dat gisteren is behandeld.

De heer Ten Broeke (VVD):

Ik heb geen bezwaar tegen stemmingen zo meteen.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

De fractie van de ChristenUnie steunt het verzoek.

De heer Van Bommel (SP):

Wij steunen het verzoek.

De heer Van Dam (PvdA):

Wij hebben geen bezwaar.

De voorzitter:

Daarmee is er een meerderheid. Wij zullen deze moties toevoegen aan de stemmingslijst en zullen er na de regeling van werkzaamheden over stemmen.

Het woord is aan de heer Van Hijum.

De heer Van Hijum (CDA):

Voorzitter. Vandaag viel in een aantal kranten te lezen dat de Europese Unie extra inspectieteams gaat inzetten om te voorkomen dat lidstaten illegale grenscontroles houden. De CDA-fractie vindt het onbegrijpelijk dat extra geld en menskracht worden ingezet om nu lidstaten op de vingers te kijken, zeker aangezien er zo veel tekortkomingen bestaan in de controle aan de buitengrenzen op illegale immigratie en grensoverschrijdende criminaliteit en lidstaten eerder te weinig dan te veel ruimte hebben om problemen op te lossen. Het onderwerp is ook niet aan de orde geweest tijdens het AO JBZ-Raad in de aanloop naar de Europese discussie. Het besluit komt voor ons als een volkomen verrassing. Daarom willen wij een brief van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over dit punt en een debat.

De voorzitter:

Er is een verzoek voor het steunen van het houden van een debat met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Wij hebben zeker behoefte aan verduidelijking. Tijdens het AO JBZ-Raad hebben wij wel nadrukkelijk over de controles van de binnengrenzen gesproken, maar dit specifieke punt is daar inderdaad niet aan de orde geweest. Ik steun het verzoek van de heer Van Hijum om een debat.

De voorzitter:

Steun voor het houden van een debat.

De heer Schouw (D66):

Ik sluit mij daarbij aan.

De heer Van Klaveren (PVV):

Ik steun het verzoek om een debat.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Dit geldt ook voor de GroenLinks-fractie.

De heer Azmani (VVD):

Wat mij betreft voeren wij daarover overleg met de staatssecretaris, maar ik wil allereerst een brief. Misschien is het een suggestie om die brief te vragen vóór aanstaande woensdag. Dan kunnen wij die meenemen in het algemeen overleg dat wij al met de staatssecretaris zullen hebben. En anders is er ook nog een eerstvolgend algemeen overleg JBZ. Ik steun dus niet een plenair debat, maar wel een overleg met de staatssecretaris. Dat kunnen wij ook via de procedurevergadering doen.

De voorzitter:

Mijnheer van Hijum, ik zie geen meerderheid voor het houden van een plenair debat. Er is wel steun van ten minste dertig leden voor het houden van een dertigledendebat en er is steun voor een snelle brief met nadere informatie.

De heer Van Hijum (CDA):

Laat ik dan het voorstel van de heer Azmani omarmen. Dat voorstel houdt in dat wij voor woensdag een brief krijgen. Na afloop van het AO kunnen wij dan bezien of wij opnieuw een verzoek om een debat doen.

De voorzitter:

U wilt dus een brief voor woensdag 12.00 uur. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van het debat voorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Dikkers. Zij loopt nu naar de microfoon en ik zie dat het met haar al een stuk beter gaat dan van de week.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Ik doe dit om u de verbetering van de gesteldheid van mijn rug te kunnen laten zien!

De stemming kan wat ons betreft gewoon doorgaan, want op de valreep, tien minuten geleden, is de brief van de staatssecretaris binnengekomen.

De voorzitter:

Prima. Dan zal haar verzoek om uitstel van de stemming van de agenda worden gehaald.

Naar boven