4 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen: de motie-Van der Burg (33400-XVI, nr. 27) en de motie-Leijten (33400-XVI, nr. 58).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Ulenbelt voor een aantal rappels, mede namens mevrouw Karabulut.

De heer Ulenbelt (SP):

Voorzitter. Het is de eerste keer in zes jaar tijd dat ik hier sta om te rappelleren over vragen die door het ministerie van SZW niet zijn beantwoord. Ik heb het ministerie bij de begrotingsbehandeling nog complimenten gemaakt dat het de zaken zo goed op orde had. Misschien wil de voorzitter en passant informeren of er iets aan de hand is? Het is jammer dat dit gebeurt.

Het gaat om vier series vragen. Ten eerste gaat het om vragen van 13 februari over AOW'ers die bang zijn dat zij onbewust uitkeringsfraude hebben gepleegd. Ten tweede gaat het om drie vragen van 24 januari van mijn collega Karabulut over het arbeidsmarktbeleid van Albert Heijn in de distributiecentra. Ten derde gaat het om vragen aan de staatssecretaris van Sociale Zaken over werkloze Friezen die bij de sociale werkplaatsen direct aan het werk worden gezet. Ten vierde gaat het om vragen over jonggehandicapten die, ondanks goed functioneren, na drie tijdelijke contracten worden ontslagen.

De voorzitter:

Ik zal dit gedeelte van het stenogram, inclusief uw bezorgde vraag om nadere informatie en naar wellicht de gezondheidstoestand van de vraagbeantwoorders daar, doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Dijkhoff van de VVD.

De heer Dijkhoff (VVD):

Voorzitter. Vanochtend was er het bericht van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid dat het dreigingsbeeld voor terrorisme in Nederland helaas is verhoogd van beperkt naar substantieel. Daarmee zijn we terug op het niveau van 2008. Daaronder liggen twee hoofdredenen: de jihadreizigers – de Nederlanders die in landen als Syrië strijden – en het, helaas, nadelige effect van democratisering in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Dat is niet meteen reden voor blinde paniek, maar wel alle reden voor een debat met de minister van Veiligheid en Justitie.

De voorzitter:

U doet een verzoek om steun voor een debat met de minister van Veiligheid en Justitie. Wie wil hierover het woord? Ik denk dat de heer Bontes de eerste is.

De heer Bontes (PVV):

Een paar weken geleden vroeg ik op dezelfde plek een debat aan over dezelfde informatie: jihadgangers die in Syrië meevechten met moslimgroeperingen en die een gevaar zouden kunnen vormen bij terugkomst. De heer Dijkhoff steunde dat debat niet. Hij vond een brief wel genoeg. De situatie toen was precies hetzelfde als nu. Echter, nu schept de VVD-fractie de peultjes op en vraagt om een debat. Ik geef wel steun voor het debat. Er staat al een AO gepland, maar toch is een debat in deze situatie beter. Ik begrijp alleen niet dat je twee weken geleden om een brief vraagt en nu op basis van dezelfde informatie een debat aanvraagt.

De heer Oskam (CDA):

Steun voor een debat.

De heer Van Raak (SP):

Steun voor een debat. Wel heb ik daarbij twee opmerkingen. Er is een algemeen overleg gepland en het zou goed zijn om die discussie daar te voeren. Verder zullen de stukken waar de heer Dijkhoff naar verwijst, ook in de procedurevergadering in behandeling worden genomen. Ik wil er een beetje voor oppassen dat we straks niet drie debatten over hetzelfde onderwerp hebben.

De voorzitter:

Hoor ik u nu zeggen dat u, ondanks uw bezwaren, toch steun verleent, mijnheer Van Raak?

De heer Van Raak (SP):

Ik geef er de voorkeur aan om de discussie in het algemeen overleg te voeren.

De voorzitter:

Ik concludeer dat er geen steun is voor een debat.

De heer Recourt (PvdA):

Steun voor een debat, maar ik geef de heer Dijkhoff in overweging om de discussie in het AO te voeren als dat sneller kan. Dat heeft dan onze voorkeur en wat mij betreft debatteren we hier uiterlijk in april over.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

De heer Dijkhoff vraagt het aan omdat het dreigingsbeeld terrorisme er nu ligt. Dat is dus ook het moment om een debat aan te vragen. Dit zeg ik even tegen de heer Bontes. Het AO is inderdaad al gepland en zal ergens in april plaatsvinden. Ik denk dat dat sneller is dan hier een debat te laten plaatsvinden. Daarom voer ik de discussie liever in een AO.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Steun voor het verzoek, maar voor ons is het het belangrijkst dat we het zo snel mogelijk behandelen.

De heer Segers (ChristenUnie):

Wij hebben ook een voorkeur voor het behandelen hiervan in een AO, omdat daarbij ook de informatie die minister Asscher heeft toegezegd, namelijk het onderzoek naar de achtergronden van jihadgangers en de bronnen van die ideologie, daarbij betrokken kan worden. Hij heeft toegezegd daarover dan te berichten.

De voorzitter:

U geeft dus geen steun voor een debat?

De heer Segers (ChristenUnie):

Ik zal het zeker niet tegenhouden, maar ik heb wel een voorkeur voor behandeling in het algemeen overleg.

De voorzitter:

Dan concludeer ik dat u geen steun geeft voor het debat. Mijnheer Dijkhoff heeft echter wel de steun van de meerderheid, dus het debat komt op de lijst. Wel zeg ik tegen u, evenals tegen alle collega's, dat de snelste manier van behandeling een AO is. Het staat u altijd vrij om een debat dat is aangevraagd, maar nog niet gepland is, weer van de lijst af te halen.

De heer Dijkhoff (VVD):

Ik dank mijn collega's voor hun steun en u, voorzitter, voor het advies.

De voorzitter:

Dank. Per fractie geldt een spreektijd van vier minuten.

Het woord is aan mevrouw Van Toorenburg.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Vanochtend lazen wij in de krant dat de minister van Binnenlandse Zaken het fuseren van gemeenten ineens niet meer zo urgent vindt. Wij vragen ons af of de minister die fusieplannen nu echt op een laag pitje zet, of dat wij dit moeten zien als het een beetje behagen van 84% van de burgemeesters die zijn plannen helemaal niks vinden. Wij willen daar een debat over, want het wordt ons te onduidelijk. Wij vragen dit debat mede aan namens D66.

De heer Van Raak (SP):

Ja, dat steun ik van harte. De herindelingplannen van Plasterk zijn niet alleen dom, ze zijn ook ondemocratisch en bovendien onbetaalbaar, want herindeling kost geld. Die plannen moeten zo snel mogelijk van tafel. De heer Plasterk moet zo snel mogelijk terug in zijn hok. Van harte steun dus.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Van harte steun voor het verzoek. Wij zouden van te voren ook graag een brief willen over het kabinetstandpunt. Daarin moet worden aangegeven of het kabinet afstand neemt van het regeerakkoord over de grens van 100.000 inwoners.

De heer Segers (ChristenUnie):

Van harte steun voor het verzoek.

De heer Taverne (VVD):

Geen steun voor een debat, maar wel voor een brief.

De heer Bosma (PVV):

Steun voor een brief en een debat.

Mevrouw Fokke (PvdA):

Geen steun voor een debat. Wat ons betreft komt er zo snel mogelijk een brief. We hebben vorige week in de procedurevergadering ook al over de andere decentralisatiebrief gesproken. Na een brief die zo snel mogelijk moet komen, kunnen wij altijd nog beslissen of het een algemeen overleg of een plenair debat moet worden. Nu dus geen steun voor een debat, maar eerst een brief.

De voorzitter:

Mevrouw Van Toorenburg, u hebt geen steun voor een gewoon debat.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Dan wil ik dit graag omzetten in een dertigledendebat. Ik merk daarbij op dat wij geen behoefte hebben aan een brief, want wij krijgen alleen maar brieven waarin staat dat de minister zich houdt aan de grens van 100.000-plus. In de media en tegen de burgemeesters roept de minister echter dat dit niet zo is. Die brieven zijn dus niet zo veel waard. Ik wil gewoon een debat.

De voorzitter:

Dit dertigledendebat komt onderaan de lijst, met spreektijden van drie minuten per fractie. Een aantal andere fracties heeft nadrukkelijk wel om een brief gevraagd. Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Nijboer van de PvdA.

De heer Nijboer (PvdA):

Voorzitter. We hebben zojuist een brief van de minister van Financiën ontvangen over een extra eurogroep aanstaande vrijdag over de situatie in Cyprus. Wij stellen voor om deze brief te betrekken bij het debat over de Europese top hedenmiddag.

De voorzitter:

Als er geen bezwaar is, dan hoeft men niet … Hoop doet altijd leven. Mijnheer Van Hijum.

De heer Van Hijum (CDA):

Het gaat hier om een steunpakket van 17 miljard. Daarover hebben wij om 12.00 uur een brief gekregen, die wij vanmiddag al bij het debat moeten betrekken om de minister groen licht te geven voor komende vrijdag. Ik vind dat geen goede gang van zaken. Ik stel voor om er een apart debat aan te wijden dan wel een algemeen overleg voor aanstaande vrijdag. Het gaat niet aan deze kwestie even snel in te vlechten in onze toch al druk bezette agenda met een eurotopvergadering.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Wij maken vanavond in het debat graag ruimte voor het behandelen van deze brief.

De heer Harbers (VVD):

Datzelfde geldt voor de fractie van de VVD. In reactie op de heer Van Hijum merk ik op dat het hier niet hoeft te eindigen. Ik lees in de brief dat het steunprogramma, dat er nog niet is, ook nog wordt voorgelegd aan het parlement. Dus na het debat van vandaag kunnen er nog meer debatten volgen. Ik wil graag beginnen met het betrekken van de brief bij het debat van vanavond en volledigheidshalve vraag ik daarbij de aanwezigheid van de minister van Financiën.

De voorzitter:

De staatssecretaris.

De heer Harbers (VVD):

Minister.

De voorzitter:

Ik zeg dat, omdat u in het debat in de Kamer hierover heeft gezegd dat u vindt dat de staatssecretaris van Financiën over de eurogroep moet praten, omdat de voorzitter en de minister dezelfde persoon zijn. Dat vond u en met u de meerderheid van de Kamer. Ik zeg dit even om misverstanden te voorkomen.

De heer Harbers (VVD):

Dat klopt, dus de minister en de staatssecretaris.

De voorzitter:

De staatssecretaris is momenteel in een ver land. Dan wordt het toch de minister. Dan was dit helemaal overbodig. Excuses daarvoor.

Het woord is aan de heer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks):

Op zich steun voor het debat. Ik heb de brief heel snel gescand. Mij bleek daaruit niet dat er vandaag om instemming wordt gevraagd voor de inzet van Nederland. Mocht dat op enigerlei wijze wel het geval zijn, dan steun ik het verzoek van de heer Van Hijum om daar nog apart over te spreken.

De voorzitter:

Vooralsnog vindt u het in ieder geval prima om het te betrekken bij het debat.

De heer Klaver (GroenLinks):

Inderdaad.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ook de PVV zou graag een apart debat over dit onderwerp willen. Het gaat over 17 miljard voor een land als Cyprus. Weer gaat het om ons belastinggeld. De heer Nijboer mag er vanavond iets over zeggen, maar ik weet niet welke informatie hij heeft, want in de brief waaraan hij refereert, staat helemaal niets.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Geen bezwaar als fracties dit onderwerp vanavond willen opbrengen. Maar ik denk dat het goed is om alvast rekening te houden met een AO, zoals de heer Van Hijum heeft voorgesteld, zodat de Kamer er wat uitgebreider over kan spreken.

De heer Dijkgraaf (SGP):

De minister heeft zelf in zijn brief aangegeven met een parlementair voorbehoud te werken. Er wordt helemaal niet gevraagd om instemming te geven. Het is prima om het te betrekken bij het debat over de eurotop.

De heer Van Raak (SP):

Vanavond kan er natuurlijk een voorbespreking plaatsvinden, maar ook de SP heeft liever dat het daarna nog apart besproken wordt.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik heb nog een nabrander. Ik heb de brief er nog even op nagelezen. Volgens mij kan het goed betrokken worden bij het debat van vanavond. Aangezien de minister van Financiën aanschuift, heb ik wel iets meer spreektijd nodig om ook dit onderwerp te kunnen aansnijden.

De voorzitter:

Mijnheer Nijboer, u hebt steun voor uw verzoek. Wij gaan proberen om dit te organiseren. Ik snap het verzoek van de heer Klaver. Ik geef iedereen voor het debat van vanavond twee minuten extra spreektijd. Misschien is het overbodig om te zeggen, maar er blijft natuurlijk altijd ruimte voor de commissie bestaan om te besluiten, de brief ook nog op een andere manier te behandelen. Maar dit is wel een heel efficiënte oplossing!

De heer Nijboer (PvdA):

Tot uw dienst, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Nijboer.

Het woord is aan de heer Van Vliet.

De heer Van Vliet (PVV):

Voorzitter. Op 6 maart hadden wij een belangrijk algemeen overleg over staatsdeelnemingen. In dat overleg zei de minister dat wat hem betreft, de staatsdeelneming NS mag doen en laten wat zij wil wat de overname van anderen betreft. Nu verneem ik uit de pers dat het zover is. Het gaat dan om HTM en QBuzz. Grote delen van de Kamer hebben in het AO echter aangegeven dat ze liever willen dat geen onomkeerbare stappen worden gezet. Ik heb dan ook een VAO aangevraagd. Ik wil dat dit zo spoedig mogelijk wordt ingepland, inclusief stemmingen. Wij willen deze schimmige deal namelijk blokkeren. Wat mij betreft houden wij dit VAO uiterlijk volgende week.

De voorzitter:

Ik ga mijn uiterste best doen om dat te realiseren voor u.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven