2 Vragenuur

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Kooiman aan de minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat een politiechef de verkeersboete te hoog vindt.

Mevrouw Kooiman (SP):

Voorzitter. De politiebonden, de politiechef van West-Brabant en Zeeland en de politiechef van Oost-Brabant geven terecht aan dat zij de boetes te hoog vinden. Dat is ook mijn mening. Zij zeggen dat agenten de hoge verkeersboetes, namelijk die van € 200 tot € 300, niet meer willen uitschrijven. Vorig jaar heeft de SP een onderzoek uitgevoerd onder 1.700 agenten. Daaruit bleek onder andere dat de meerderheid van de agenten aangaf dat zij de verhoging niet zagen zitten. Dat was in 2011. 78% van deze agenten gaven aan dat zij meer agressie verwachten door deze hoge boetes. 95% gaf aan dat zij eerder een waarschuwing zullen geven in plaats van een boete uit te schrijven. Dat was vorig jaar. Toen was er al een forse verhoging, en nu weer.

Een agent uit Culemborg schreef mij deze week nog: je kunt beter een winkeldiefstal plegen – de boete daarvoor is € 200 – dan een keertje per ongeluk een parkeerplaats van een invalide innemen, want de boete daarvoor is € 340. Die boete kostte in 2011 nog € 180.

Wat heeft dit voor nut? Wordt Nederland hier wel veilig van? Of wordt hiermee slechts de staatskas gespekt en is het een verkapte bonnenquota? De boetes zijn nu buitenproportioneel. De verhoudingen zijn totaal zoek. Een verlaging van de verkeersboetes is daarom wel op zijn plek. Als de minister niet naar mij wil luisteren, vraag ik hem om als baas van de politie ten minste naar de agenten en naar de politiechefs te luisteren en om in ieder geval in te zetten op die verlaging.

Minister Opstelten:

Voorzitter. Ik dank mevrouw Kooiman voor de gestelde vragen. Ik vind dat de politiechef van de regionale eenheid Zeeland en West-Brabant zich niet moet bemoeien met de sancties, maar dat hij zich als politieman vooral bezig moet houden met de uitvoering en de naleving van de sancties. Het bepalen van de sancties en de hoogte van de boetes ligt in handen van anderen. Dat is iets tussen het parlement en mij.

Is het nuttig geweest? Ja, dat is duidelijk gebleken. Wij hebben daar in de Kamer een aantal malen heel goed over kunnen spreken. Daar is onderzoek naar gedaan. De feiten wijzen dat ook uit. Het WODC heeft gezegd dat de boeteverhogingen wel degelijk een effect hebben op het nalevingsgedrag van een groep overtreders, namelijk recidivisten en meerplegers. Tot slot blijkt uit onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut dat overtreders vooral hogere boetes noemen als meest effectieve sanctie tegen te snel rijden.

Mevrouw Kooiman (SP):

Ik vind het jammer dat de minister de stem van de agenten en de politiechefs totaal overslaat. Ik ken het WODC-onderzoek uit 2011 ook. Dat is gedaan voor de forse verhoging van de verkeersboetes van 20%. Wat daar het effect van is, weten we helemaal niet. Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat het helemaal niet bekend is of we de verkeersveiligheid in Nederland daarmee vergroten. Laten we dat dan ook direct zeggen. Ook is niet gebleken dat we daarmee de staatskas spekken. Ik vraag mij af of dit een kwestie is van automobilisten pesten om de staatskas zo nodig te vullen. Dat laatste blijkt niet uit het WODC-onderzoek. Of gaat de minister nu eens goed luisteren naar de agenten? Zij zeggen ook dat zij bang zijn dat de agressie zal toenemen omdat zij enorm hoge boetes zullen uitschrijven. Ik zou het fijn vinden als de minister daarop ingaat. Zij zeggen: ik maak dan gebruik van mijn discretionaire bevoegdheid en geef een waarschuwing. Dat is al helemaal niet handig, als er fout is gehandeld en wij goed willen straffen. Dat werkt natuurlijk niet.

Minister Opstelten:

Ik heb geen indicaties dat datgene wat de korpschef van de regio-eenheid heeft gezegd, daadwerkelijk de feiten zijn. De cijfers wijzen wel uit dat de maatregelen als zodanig leiden tot een betere verkeersveiligheid.

De boetes zullen per 1 januari alleen met de indexering van 2% omhooggaan. Vorig jaar zijn ze wel met een fors bedrag omhooggegaan en daarvoor ook, in goed overleg met de Kamer. Ik heb in de Eerste Kamer toegezegd – mevrouw Kooiman zal daar tevreden mee zijn – dat, als ik een nieuwe boeteverhoging zou overwegen, ik die pas inzet nadat ik een impact assessment heb laten uitvoeren naar het effect dat het zal hebben op de verkeersveiligheid en op de handhaving door de politiemensen.

Mevrouw Kooiman (SP):

Dan hoop ik dat de minister dat impact assessment direct wil toezeggen, want de boetes zijn verhoogd. Ze zijn in 2011 ook al verhoogd met 20%. Het is tot daaraan toe als de minister niet naar mij luistert, maar laat hem dan in ieder geval luisteren naar de mensen op straat die zeggen: de agressie neemt toe, ik maak mij zorgen en ik ga geen boetes meer uitschrijven. Dat zijn heel essentiële zaken. Daarmee maken wij Nederland niet veiliger. De minister roept altijd: wij maken Nederland veiliger, ook verkeersveiliger. Laten wij dan ook goed kijken naar die agenten en dat vandaag goed onderzoeken. Kan de minister tenminste toezeggen dat wij de verhoging van 2013 ongedaan maken?

Minister Opstelten:

Dat kan ik niet en dat zal ik ook niet. Die verhoging met 2%, die hier en ook bij de Eerste Kamer heeft voorgehangen, is ingegaan. Ik heb alleen gezegd dat, als ik een nieuwe verhoging zou overwegen, ik eerst een impactanalyse laat uitvoeren.

Ik heb zelf geen enkele indicatie dat de zorgen van de heer Vissers, gezeten in Tilburg, terecht zijn.

De voorzitter:

Mevrouw Kooiman, u hebt nog zes seconden.

Mevrouw Kooiman (SP):

Ik vind het jammer dat de minister doof is voor agenten die zeggen: de agressie neemt toe, ik ga minder boetes uitschrijven. Hij wil momenteel niet eens een onderzoek starten. Ik ben diep teleurgesteld. Ik hoop dat de agenten de minister alsnog kunnen overtuigen.

Minister Opstelten:

Ik betreur de teleurstelling van mevrouw Kooiman, maar wat mij betreft is die niet gebaseerd op de feiten.

Naar boven