8 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, vanmiddag ook te stemmen over de aangehouden motie-Gesthuizen (32317, nr. 176), de aangehouden motie-Jasper van Dijk/Van Ojik (33625, nr. 23) en de moties zoals ingediend bij de wetgevingsoverleggen over de jaarverslagen van het ministerie van Veiligheid en Justitie en het ministerie van Economische Zaken over het jaar 2012.

Op verzoek van de leden stel ik voor, de motie-Thieme (29683, nr. 154) en de motie-Ouwehand (21501-20, nr. 734) opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor deze moties opnieuw gaat lopen.

Ook stel ik voor, de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren:

32461-2;30175-164;32813-52;29383-212;2013Z12620;33400-A-105;33561-2;33400-A-103;22026-408;22026-396;22026-425;22026-406;22026-407;22026-403;33400-XII-69;29862-23;33400-A-91;30523-76;30523-77;22026-424;32862-53;26956-166;26956-165;26956-154;22343-284;25834-77;26956-155;25834-78;26956-143;26956-137;30373-45;33612-2;33612-4;33612-1;32598-19;32598-17;27625-290;18106-217;18106-220;30080-64;18106-219;33400-J-19;32698-10;30195-32;31936-143;31936-142;31936-121;31936-134;31936-139;31936-135;31936-133;31936-141;31936-138;24804-83;31936-120;31936-119;31936-137;31936-129;29665-185;21501-33-417;22112-1631;22112-1620;21501-08-460;21501-08-463;31209-158;21501-08-467;22112-1627;21501-33-419;21501-33-412;21501-33-423;21501-33-425;22026-405;22026-404;2013Z09695;30080-65;32698-9;29665-183;21501-33-426;31936-140;31936-136;29665-186;31936-132;22112-1585;22112-1613;22112-1604;21501-33-408;31936-131;22112-1606;33601-3;32813-45;33193-7;21501-08-459;26956-156;32598-18;28694-110;30872-132;29984-413;30952-124;30952-122;33668-1;33400-A-106;33231-2;30523-78;2013Z11121;30977-55;29754-229;2013Z10723;27859-64;33400-VII-71;2013Z09653;33400-VII-69;30977-53;30977-54;29924-97;30977-51;30977-52;31734-11;30977-49;30977-47;22112-1603;33400-VII-66;28844-74;32280-15;33268-20;33400-VII-64;33605-IV-6;33605-IV-5;33577-2;2013Z06918;33400-IV-23;2013Z04177;33400-X-79;33400-X-83;33400-X-88;33400-X-87;33605-X-7;33605-X-1;28676-183;33605-X-5;33605-X-6;32733-124;33400-X-81;29362-214;33400-X-84;33400-X-80;33400-X-85;2013Z02649;33400-X-74;33400-X-76;32706-49;33400-X-77;28676-167;28676-175;28676-181;28676-180;33400-X-48;29628-376;29628-395;2013Z13270;29628-366;29628-399;2013Z13282;29628-369;2013Z13267;29628-374;2013Z13159;29628-391;29628-401;29628-400;29628-372;28741-22;28684-377;22112-1626;2013Z11297;30573-117;29911-80;32739-7;2013Z11576;24095-350;31051-13;33605-XIII-10;33605-XIII-8;33605-XIII-5;29446-85;28625-161;28625-162;33400-XIII-139;33605-F-1;33605-XIII-1;32412-19;32645-53;29048-53;32372-96;27858-140;27858-141;21501-32-675;2013Z12756;29675-152;32201-64;32201-62;29675-150;29675-149;29675-148;29664-107;28625-164;28625-163;32201-63;21501-32-720;29683-166;28807-158;21501-32-711;26991-354;21501-32-714;21501-32-715;21501-32-706;24095-344;32761-47;21501-33-402;24095-331;24095-342;24095-340;24095-338;21501-33-422;24095-345;24095-328;33634-1;33613-3;27428-241;27428-237;26407-82;22112-1508;26407-68;27428-234;27428-247;30196-197;32813-49;29023-145;28165-158;32813-47;32813-44;33605-XIII-6;33605-XIII-7;33605-XIII-9;30826-30;21501-33-424;33490-9;32637-56;33493-23;32615-7;32615-6;21501-30-310;29628-394;31574-27;31574-28;31574-29;31574-30;24095-343;33605-VI-5;33605-VI-1;33605-VI-6;32459-13;19637-1669;19637-1658;27062-88;19637-1645;19637-1667;19637-1659;19637-1606;19637-1671;19637-1657;32175-49;2013Z06775;30573-114;19637-1655;19637-1678;19637-1644;19637-1672;29628-385;33400-VI-99;32555-8;2013Z08098;29628-389;29628-390;29279-161;33400-VII-65;29668-38;33293-22;32740-14;29838-67;24587-504;30072-29;19637-1661;29344-118;22112-1609;29270-84;2013Z09870;22112-1610;31109-14;29911-77;29911-79;26643-268;26643-264;26643-272;33400-VI-108;26643-278;29628-393;31409-53;19637-1668;2013Z09733;32317-168;28684-383;30481-10;22112-1586;32317-173;32761-48;29838-66;22112-1594;22112-1621;22112-1588;22112-1615;32317-169;32317-177;19637-1647;32317-170;32317-172;33400-VI-107;33400-VI-91;33400-VI-86;29754-216;29754-217;29754-227;24587-490;24587-507;23235-99;30597-353;29282-177;29248-249;31016-42;31016-35;29689-451;29689-440;29689-449;31568-129;30597-278;29689-452;29689-441;29689-448;32620-84;25424-214;30371-26;32012-14;33400-XVI-151;32439-21;20454-108;32620-87;33400-XVI-150;22112-1630;33522-6;33522-5;22112-1589;21501-31-303.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Krimp in het onderwijs, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 27 juni, met als eerste spreker het lid Voordewind van de ChristenUnie;

  • -het VAO Transitie jeugdzorg, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 27 juni, met als eerste spreker het lid Leijten van de SP;

  • -het VAO Waterkwaliteit, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 27 juni, met als eerste spreker het lid Ouwehand van de Partij voor de Dieren;

  • -het VAO Beëdigde tolken en vertalers, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 27 juni, met als eerste spreker het lid Gesthuizen van de SP;

  • -het VAO Bedrijfslevenbeleid, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 27 juni, met als eerste spreker het lid Lucas van de VVD;

  • -het VAO Invulling van de subsidietaakstelling onderwijs en onderzoek, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 27 juni, met als eerste spreker het lid Van Meenen van D66;

  • -het VSO Ontwerpbesluit houdende wijziging van het Besluit Zorgverzekering (29689, nr. 447) en de Uitkomsten van het onderzoeksprogramma risicoverevening en de voorgenomen vormgeving van het ex-anterisicovereveningsmodel 2014 (29689, nr. 450), met als eerste spreker het lid Leijten van de SP;

  • -het VSO over de voorhang aanpassing mbi-aanwijzing (macrobeheersingsinstrument) 2012 van 2013 naar 2014 (32620, nr. 83), met als eerste spreker het lid Leijten van de SP.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Meenen.

De heer Van Meenen (D66):

Voorzitter. Nadat twee weken geleden de AOb van de onderhandelingstafel over het nationaal onderwijsakkoord was weggelopen, zijn vorige week ook de andere vakbonden weggelopen. Daarmee is een situatie ontstaan waarin niet meer over dit belangrijke onderwerp wordt gesproken. Er liggen vele honderden miljoenen te wachten op het onderwijs. Die zijn dringend nodig, zoals ook blijkt uit het rapport van de Algemene Rekenkamer dat vandaag is verschenen. Ik kom daar nog op terug. Ik zou graag op korte termijn een debat voeren over de situatie die nu is ontstaan.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat over de gestaakte onderhandelingen over het onderwijsakkoord.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Steun.

De heer Beertema (PVV):

Steun, voorzitter.

De heer Duisenberg (VVD):

Geen steun voor een debat, wel voor een brief waarin de stand van zaken en de stappen die de minister zet, uiteen worden gezet.

De voorzitter:

U wilt graag een brief, maar u geeft geen steun aan de vraag om een debat.

De heer Rog (CDA):

Dit is een buitengewoon ernstige situatie. Daarom van harte steun voor dit verzoek om een debat.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

GroenLinks deelt de zorgen van de heer Van Meenen. Daarom steunt zij het verzoek.

De heer Mohandis (PvdA):

Steun voor het verzoek om een brief, maar nog niet voor een debat.

De voorzitter:

U wilt wel een brief, maar geen debat.

De heer Bisschop (SGP):

Een brief is uiterst nuttig, lijkt ons, maar ook een daaropvolgend debat. Dus steun voor het verzoek om een debat.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek om een brief. Ik hoop dat die brief komt voor het debat dat wij voor morgen 16.00 uur hebben gepland. Wij kunnen die brief dan meenemen tijdens dat algemeen overleg. Als er later nog een debat zou moeten komen, steun ik dat ook.

De voorzitter:

Waar gaat dat algemeen overleg over?

De heer Van Meenen (D66):

Dat is het volgende onderwerp, denk ik, passend onderwijs; dat komt zo.

De voorzitter:

Geen meerderheid voor het houden van een debat, wel voor een brief met een reactie van het kabinet.

De heer Van Meenen (D66):

Dat is fijn. Vorige keer was de situatie exact hetzelfde. PvdA en VVD steunden mijn verzoek om een brief toen de AOb van de onderhandelingstafel was weggelopen. Die brief hebben wij ook ontvangen. Het is een tweeregelige brief waarin staat dat er nog alle hoop is dat het goed komt. Een week later klapte het hele overleg. Wij krijgen nu weer een vergelijkbare brief, schat ik in. Zeer betreurenswaardig, maar een brief is altijd goed natuurlijk. Eerst een brief, dat heb ik hier wel geleerd.

(Hilariteit)

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Wellicht dat de inhoud van de brief aanleiding geeft tot een hernieuwde aanvraag voor het houden van een debat.

De heer Van Meenen (D66):

Misschien kan het kabinet in die brief ook ingaan op de eisen die het op tafel legt, opdat wij kunnen zien welke invloed die hebben gehad op het verloop van de onderhandelingen.

De voorzitter:

Ik zal ervoor zorgen dat ook dit gedeelte van het stenogram wordt doorgeleid naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Van Meenen voor zijn tweede verzoek.

De heer Van Meenen (D66):

Vanmorgen is een rapport van de Algemene Rekenkamer verschenen over de toereikendheid van de bekostiging in het basisonderwijs. Daaruit komt feitelijk naar voren dat die bekostiging niet toereikend is. Dat heeft in eerste instantie met name gevolgen voor het passend onderwijs. Daar waar de diversiteit van de kinderen in de klas steeds groter wordt, en het voor docenten steeds moeilijker wordt om daaraan tegemoet te komen en daarop in te spelen, vinden door die verminderende financiering ontslagen plaats die juist daarop betrekking hebben. Dit geldt bijvoorbeeld voor klassenassistenten, intern begeleiders en remedial teachers. Zij gaan eruit en dat maakt de situatie buitengewoon zorgelijk. Ik zou daarover graag op zo kort mogelijke termijn een debat voeren.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat naar aanleiding van het aanstaande rapport van de Algemene Rekenkamer.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Had u al een brief gevraagd?

De heer Van Meenen (D66):

Nee, nog niet!

De heer Jasper van Dijk (SP):

Volgens mij hebben wij morgen van 16.00 uur tot 19.00 uur een algemeen overleg over het passend onderwijs dat hieraan direct is gelinkt. Ik steun het verzoek van de heer Van Meenen en ik deel zijn gevoel voor urgentie volledig, maar ik verwijs ook naar het algemeen overleg. Misschien kan hij daarop ingaan?

De heer Van Meenen (D66):

Dat heb ik me natuurlijk ook gerealiseerd. Er is uiteraard een relatie. Voor zover het een relatie heeft met passend onderwijs, moeten we dat er ook zeker bij betrekken, maar het rapport gaat over meer. Het gaat over de complete financiële situatie in het basisonderwijs. Daarover zou ik na de zomer dus graag spreken. Dat is mijn verzoek.

De voorzitter:

Mijnheer Van Dijk, steunt u het verzoek of steunt u het nog niet?

De heer Jasper van Dijk (SP):

Dat steun ik.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Excuses voor daarnet, maar die woorden gelden voor het vorige debat. Ik steun het verzoek voor dit debat, maar ik vraag het kabinet ook om een reactie op dat Rekenkamerrapport, omdat daarin belangrijke conclusies worden getrokken, die ook het debat over het passend onderwijs betreffen, dat morgen van 16.00 uur tot 19.00 uur plaatsvindt. Ik zou dat gedeelte graag alvast willen meenemen bij het debat morgen, inclusief een reactie van het kabinet.

De heer Beertema (PVV):

Eerst dat debat morgen maar eens afwachten, dus geen steun voor het verzoek.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

GroenLinks kan zich aansluiten bij het verzoek van de heer Voordewind om eerst die informatie over het passend onderwijs morgen al aan te leveren, en de rest voor het debat dat de heer Van Meenen bij dezen aanvraagt.

De voorzitter:

U steunt het verzoek van de heer Van Meenen dus wel, maar u wilt voor het debat van morgen ook al een brief.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ja.

De heer Rog (CDA):

Ik steun het verzoek van de heer Van Meenen om een debat te voeren na het reces en de aanvulling daarop van de heer Voordewind.

De heer Bisschop (SGP):

Ik sluit me daar graag bij aan.

Mevrouw Ypma (PvdA):

Het is een belangrijk onderwerp, waarover wij graag in gesprek gaan. Ik stel voor om eerst een brief te vragen over dit onderwerp en vervolgens een gesprek met de Rekenkamer, en om tijdens de procedurevergadering aanstaande donderdag te bespreken hoe we dit het slimst in procedure kunnen zetten, zodat we na de zomervakantie een AO dan wel een debat kunnen voeren hierover.

Mevrouw Straus (VVD):

Geen steun voor het debat, wel voor de brief inzake het deel over passend onderwijs voor het debat van morgen.

De voorzitter:

Mijnheer Van Meenen, ik constateer dat er een breed verlangen is om voor het AO morgen een brief te hebben, zodat het begin van het debat gevoerd kan worden, maar dat er geen steun is van een meerderheid voor het houden van een debat op dit moment.

De heer Van Meenen (D66):

Dat heb ik ook gezien. Met die brief ben ik uiteraard blij. Ik ben wel erg teleurgesteld in het feit dat twee buitengewoon belangrijke onderwerpen, het onderwijsakkoord en het rapport van de Rekenkamer, hier beide door de coalitie geblokkeerd worden. Dat is geen goede zaak, want dat is heel slecht voor het onderwijs, maar het is genoteerd.

De voorzitter:

Ik heb ook gehoord dat er partijen waren die zeiden dat zij in de procedurevergadering verder willen praten over wanneer er over deze dingen gesproken kan worden. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet, zodat u in ieder geval voor morgen een brief hebt.

Het woord is aan de heer Sjoerdsma.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Rutte I sloot zeven ambassades en dit kabinet besluit om daar een schepje bovenop te doen. Afgelopen vrijdag stuurde het een brief waaruit duidelijk blijkt dat de ambassades nog verder worden geraakt; onze ogen en oren in het buitenland en ons verdienvermogen. Over dat belangrijke onderwerp zou D66 graag een plenair debat voeren.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een plenair debat over de modernisering van de Nederlandse diplomatie.

De heer Ten Broeke (VVD):

Er zal ongetwijfeld een keer een debat komen, maar de heer Sjoerdsma heeft zelf aan de Kamer gevraagd om eerst een hoorzitting te organiseren. Die hebben we gepland voor na het reces, dus dan zou dat debat logischerwijs daarna moeten plaatsvinden.

De voorzitter:

Dat betekent dat u steun uitspreekt voor het houden van een debat nadat de hoorzitting is geweest.

De heer Ten Broeke (VVD):

We kunnen altijd een debat houden, maar in ieder geval niet deze week.

De voorzitter:

Dat was ook niet het verzoek. Ik hoor steun voor het houden van een debat.

Mevrouw Maij (PvdA):

Ook steun voor het houden van een debat, bij voorkeur na die hoorzitting.

De voorzitter:

Dat gaat wel lukken, denk ik.

De heer Van Bommel (SP):

Ja, in die volgorde, zoals wij eigenlijk al hadden afgesproken: eerst een hoorzitting en dan een debat. Ik ben blij dat D66 dat nu ook wil.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Ook GroenLinks steunt het voorstel volgens die lijn.

De voorzitter:

Mijnheer Sjoerdsma, u hebt ruime steun voor het houden van een debat nadat de hoorzitting is geweest. De spreektijd is vier minuten per fractie. Ik ga het inplannen in het najaar.

Het woord is aan de heer De Graaf.

De heer De Graaf (PVV):

Voorzitter. Gisteren konden we in het Algemeen Dagblad lezen dat buitenlanders het werk stelen van Nederlandse beroepschauffeurs, Nederlandse professionals op de weg. Zojuist hebben we er in het mondelinge vragenuur ook aandacht aan kunnen besteden, maar uit de beantwoording van de minister bleek dat we zo weer een halfjaar verder zijn voordat we de handhaving strenger ter hand kunnen nemen. Dat vinden we te lang duren. Daarom wil ik bij dezen alsnog en toch een debat aanvragen om te praten over het snel aanscherpen van de handhaving. Dit willen we graag zo snel mogelijk na het zomerreces doen.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat over verdringing van de Nederlandse truckers van de arbeidsmarkt.

De heer Bashir (SP):

Steun voor het debat. Ik wil aanvullend ook graag een brief hebben, met een reactie op ons rapport De chauffeur aan het woord. Dan kunnen we die ook betrekken bij het debat.

De voorzitter:

Steun voor een debat dus.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Geen steun voor een plenair debat.

De voorzitter:

De heer Bashir verzocht ook om een brief met daarin een reactie op een rapport van de SP. Kunt u dat wel steunen? Ik neem aan van wel.

De heer Bisschop (SGP):

Ik dank de minister voor haar adequate beantwoording van de mondelinge vraag van zojuist. Dat neemt bij ons de dringende behoefte aan een debat weg. Er is toegezegd dat de controle geïntensiveerd zal worden. Het lijkt ons de geëigende weg om aan het einde van het jaar een debat te voeren naar aanleiding van een onderzoek. Wij hopen en verwachten van de minister dat ze er ondertussen alles aan zal doen om de handhaving zo goed mogelijk ter hand te nemen. Prima dus dat de collega dit zojuist heeft gevraagd, maar nu geen steun voor een debat.

De voorzitter:

Steun voor de brief zoals de heer Bashir dit heeft geformuleerd.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Over dit onderwerp moet zeker gesproken worden, zeker ook naar aanleiding van de brief. Dat steun ik van harte. Ik zou daarin ook graag opgenomen zien wat de mogelijkheden zijn om in Europees verband hier verder aandacht voor te vragen en om de regels verder aan te scherpen om toe te kunnen zien op de handhaving. Als die brief er is, met de eventuele mogelijkheden, kunnen we in de procedurevergadering bekijken wanneer we dit onderwerp, dat zeker besproken moet worden, het beste kunnen bespreken.

De voorzitter:

Op dit moment dus geen steun voor het houden van een debat.

De heer Elias (VVD):

Ik ben het eens met de collega van de SGP, gecombineerd met de collega van D66. Eerst een brief, dan kijken en dan verder.

De voorzitter:

Mijnheer De Graaf, u hebt geen steun voor het houden van een debat, maar wel voor een uitgebreide brief. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Voordewind.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. De Kamer heeft gisteren het langverwachte rapport ontvangen van de ACVZ, de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken. Ik ben blij dat dit deze week nog is gekomen. Veel mensen in het land hebben namelijk reikhalzend uitgekeken naar dit rapport. Als het kabinet de aanbevelingen opvolgt, kan dit echt een impact hebben voor de mensen die zo lang in onzekerheid hebben gezeten, de uitgeprocedeerde asielzoekers. Daarom stel ik voor om nog deze week een debat te voeren met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, voorafgegaan door een brief met een reactie van het kabinet op dit rapport.

De voorzitter:

Een verzoek om nog deze week een debat te houden over het ACVZ-rapport.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Van harte steun voor dat verzoek. Ik vraag me wel af wat de volgende etappe is. Begrijp ik het goed dat de heer Voordewind nog een reactie wil op een ander punt?

De voorzitter:

Het gaat erom dat dit voorafgegaan wordt door een brief.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Ook steun voor de brief.

De voorzitter:

Het gaat er vooral om of u ook vindt dat dit debat nog deze week gehouden moet worden.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Ook daarvoor steun.

De heer Fritsma (PVV):

De PVV-fractie is juist heel blij met dit rapport omdat daaruit blijkt dat er helemaal geen noodzaak is om het buitenschuldbeleid te versoepelen. In dat licht wil ik wel graag snel, als het kan, een kabinetsreactie, zodat het kabinet kan aangeven dat dit beleid niet wordt versoepeld. Het kabinet kan niet anders, lijkt me. Dan kan het kabinet ook werk maken van het terugsturen van al die illegalen die tot nu toe ten onrechte door de linkse partijen een verblijfsvergunning in het vooruitzicht is gesteld op grond van een versoepeld buitenschuldbeleid, dat nu dus niet versoepeld gaat worden.

De voorzitter:

Naar ik aanneem, moet deze vraag ook beantwoord worden in de brief, waarvoor u zojuist steun uitsprak?

De heer Fritsma (PVV):

Steun voor de brief. Het kabinet kan nu inderdaad mooi aangeven dat er geen versoepeling komt.

De voorzitter:

Dus geen steun voor een debat.

De heer Van Hijum (CDA):

Ik zou ook willen voorstellen om eerst een snelle reactie van de staatssecretaris te ontvangen. Hoewel ik begrip heb voor het verzoek om een snel debat, vind ik wel dat dit een klein beetje is ingegeven door de verwachtingen die zelf zijn gecreëerd in de richting van vluchtelingen, in afwachting van de behandeling van dit onderwerp. Dus liever een zorgvuldig proces.

De voorzitter:

Geen steun voor het houden van debat. Wel steun voor de brief met de kabinetsreactie.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Het klopt dat er verwachtingen zijn gewekt door fracties, door grote fracties in deze Kamer. Daarom denken wij ook dat het belangrijk is dat die duidelijkheid snel verschaft wordt. Dus steun van GroenLinks voor het verzoek van de heer Voordewind.

Mevrouw Maij (PvdA):

Graag een brief met een reactie van de regering op dit verslag van de AZVC en de daarin opgenomen aanbevelingen. Ik heb een voorkeur voor zorgvuldigheid. Dus eerst de brief; daarna bekijken we of we een debat kunnen hebben. Dat hoeft niet deze week.

De voorzitter:

Wel steun voor de brief en ook steun voor het debat, zo hoor ik, maar geen steun om dat debat nog deze week te houden.

De heer Schouw (D66):

Ik vind het een goed voorstel van de heer Voordewind. Als het logistiek nog in te passen is deze week, dan graag. Lukt dat niet, dan lukt het niet.

De voorzitter:

Als een meerderheid van de Kamer het wil, kan het altijd, maar dat heeft dan wel grote gevolgen voor de agenda van iedereen.

De heer Azmani (VVD):

Een zorgvuldige reactie op dit rapport lijkt mij op haar plaats. Aan de hand daarvan bepalen we wanneer we het debat kunnen voeren. Dus geen steun voor een debat deze week, tenzij er een reactie ligt.

De voorzitter:

Wel steun voor het houden van een debat.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ook steun vanuit de fractie van de Partij voor de Dieren voor het debat, en nog wel te houden deze week.

De heer Van der Staaij (SGP):

Steun voor een brief van het kabinet en voor een debat. Het lijkt mij praktisch wel heel lastig om dat debat nog deze week te houden. Ik neem namelijk aan dat het kabinet ook wel even de tijd wil hebben om er fatsoenlijk en zorgvuldig op te reageren. Dus wij verwachten dat het deze week niet meer lukt, maar wij vinden wel dat het dan zo snel mogelijk na het reces moet worden gehouden.

De voorzitter:

Mijnheer Voordewind, u hebt brede steun voor het houden van een plenair debat maar, zoals ik het heb gehoord, hebt u geen steun voor het houden van een debat nog deze week. Er is ook brede steun voor en een grote behoefte aan een reactie van het kabinet.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Dank voor de steun van de collega's als het gaat om, in eerste instantie, de brief. Misschien mogen we dan wel vragen aan het kabinet om die brief voor morgenavond naar de Kamer te sturen, zodat we, aangezien de plenaire agenda vol is, mogelijk in commissieverband donderdag met elkaar hierover kunnen spreken. Dat zou dan een mooie route zijn.

De voorzitter:

Dan zullen we aan het kabinet vragen of het morgen voor 17.00 uur die brief naar de Kamer wil sturen. Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Het debat zal na het zomerreces gepland worden, met een spreektijd van vier minuten per fractie.

Het woord is aan mevrouw Ouwehand van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Morgenochtend staat een VAO over dierproeven gepland. Ik zou u willen vragen om dat te verzetten tot na het reces. Ik wil graag antwoorden op Kamervragen daarbij betrekken en die gaan niet meer binnenkomen voor morgenochtend. Dat kan dus na het reces.

De voorzitter:

Ik neem aan dat … Mijnheer Graus.

De heer Graus (PVV):

Steun voor het verzoek van mevrouw Ouwehand.

De voorzitter:

Ik wilde net gaan zeggen dat ik aanneem dat de Kamer er geen bezwaar tegen heeft. Het gaat van de agenda af en het wordt later gepland.

Het woord is aan de heer Omtzigt van het CDA.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Dank aan de minister van Buitenlandse Zaken dat hij de brief over Sudan zojuist naar de Kamer heeft gestuurd. Er blijft dus nog één verzoek over. Dat is het verzoek om de Kamervragen van de CDA-fractie over Mali en een eventuele deelname aan de missie zo mogelijk nog vandaag naar de Kamer te sturen met het oog op het AO morgen, zeker nu de regering overweegt om een bijdrage te leveren aan een VN-missie naar aanleiding van resolutie 2100 van de Veiligheidsraad.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Van Veldhoven.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Er is onduidelijkheid ontstaan over gevoelige informatie die minister Schultz al dan niet zou hebben gemeld voor haar aantreden. Deze casus geeft voor mijn fractie aanleiding tot een debat over transparantie over belangen van bewindspersonen. Het lijkt mijn fractie voor alle betrokkenen van belang dat we dat debat snel voeren, dus nog deze week.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat, nog deze week, over de berichtgeving omtrent het naleven van het Handboek voor aantredende bewindspersonen door de minister van I en M.

De heer Bashir (SP):

De SP-fractie wil eerst graag een uitgebreide brief van zowel de premier als de bewuste minister met daarin antwoorden op de volgende vragen. Heeft de minister van Infrastructuur en Milieu in haar gesprek met de formateur in 2010 gemeld dat haar man als adviseur betrokken was bij Kiwa? Heeft de minister in haar gesprek met de formateur gemeld dat haar man aandeelhouder was van Kiwa? Wanneer precies zijn de Kiwa-activiteiten van de heer Schultz beëindigd? Wanneer precies zijn de aandelen van Kiwa verkocht? Wat is de invloed van de minister geweest op de tarieven van Kiwa? Wanneer zijn deze voor het laatst gewijzigd? Voorts willen wij een chronologisch overzicht van beslissingen, bemoeienissen en gesprekken van de minister inzake Kiwa. We ontvangen deze brief graag morgen, uiterlijk om 10.00 uur. Afhankelijk van de inhoud van de brief zeggen we of we nog een debat willen.

De voorzitter:

Nog geen steun voor het houden van het debat, wel een verzoek om een brief met veel aanvullende vragen.

De heer Elias (VVD):

Juist omdat er niets aan de hand is, moeten we het debat maar snel voeren. Dan is het zo snel mogelijk van tafel.

De voorzitter:

Steun voor het houden van een debat dus.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Steun voor het debat.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ook steun voor het debat. Ook wij hebben nog wel een paar aanvullende vragen als er besloten wordt tot een brief. Een daarvan is welke beleidsbeslissingen minister Schultz …

De voorzitter:

De minister van I en M.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

… de minister van I en M in die periode heeft gemaakt die Kiwa betreffen.

De heer De Rouwe (CDA):

Steun voor het debat en een brief.

De heer Bisschop (SGP):

Ik zou op dit moment voldoende hebben aan een brief. Ik vind dat er in eerste instantie adequaat op de berichten is gereageerd. Als een debat moet dienen om de minister de gelegenheid te geven om het nog een keer mondeling uit te leggen, zal ik me daar niet tegen verzetten. Ik zou echter de voorkeur geven aan een brief. In dit stadium dus geen steun voor een debat.

De voorzitter:

Geen steun voor het debat dus.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het debat, maar ook voor de brief waarin alvast wat vragen kunnen worden beantwoord. Ik stel dan wel voor dat de brief vandaag komt en dat we het debat morgen of overmorgen houden, zodat we hier niet in afwachting zitten van de brief en van de beslissing of het debat vandaag wordt gehouden.

De heer De Graaf (PVV):

Steun voor het debat en ook voor de brief.

De heer Klein (50PLUS):

We hebben afgelopen zaterdag al een reactie van de minister gekregen. Dat is wat mij betreft al een brief, die onderdeel kan uitmaken van het debat. Wat mij betreft dus gewoon een debat en dan klaar.

De voorzitter:

Mevrouw Van Veldhoven, u hebt brede steun voor het houden van een debat. Velen hebben ook gezegd dat dit wat hen betreft snel kan. Er is ook verzocht om een brief. We hebben deze week een beetje een gecompliceerde agenda. Ik laat het schema even zien. Het is gedrukt in een heel klein lettertype en er staat veel op. Het lettertype kan overigens nog kleiner worden en dat zal ook nog wel gebeuren in de loop van de week! Met het oog op de agenda is het mijn voornemen om het debat voor vanavond in te plannen. Agendatechnisch is dat het beste te realiseren. Dat zou betekenen dat de brief voor die tijd in de Kamer aanwezig moet zijn. Ik weet dat de betrokken commissie vandaag van 17.00 uur tot 19.00 uur een hoorzitting heeft, dus het debat zal niet voor 19.00 uur vanavond aanvangen.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Hartelijk dank voor het zo snel inplannen in deze moeilijke week. Het zou wel heel prettig zijn als er nog een kleine dinerpauze mogelijk is voor de leden, zodat we bijvoorbeeld tegen 20.00 uur zouden beginnen. Waarschijnlijk hebt u in de plenaire zaal nog een heel debat daarvoor. Dat heb ik inmiddels al vernomen.

De voorzitter:

Ik ga mijn best doen. Het is de bedoeling om het na de dinerpauze te doen, maar het is een beetje gecompliceerd. Aldus besloten. De spreektijd bedraagt vier minuten per fractie. Ik zal het kabinet vragen of de brief hier om 17.00 uur kan zijn, zodat de leden de tijd hebben om de inhoud ervan tot zich te nemen en hun tekst daarop aan te passen.

Het woord is aan mevrouw Van Veldhoven voor een volgend verzoek.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. In het debat over de toegenomen aardbevingen als gevolg van gaswinning in Groningen is door minister Kamp een aantal onderzoeken toegezegd. Die onderzoeken zouden eind juni worden opgeleverd. Het betreft onderzoeken naar de gevolgen voor de vitale infrastructuur, naar de mogelijke waardedaling van woningen en naar preventieve maatregelen. Wij hebben daarnet een petitie aangenomen. Dit leeft echt heel erg in Groningen. Inmiddels hebben wij vernomen dat de minister van plan zou zijn om dit soort rapporten aanstaande woensdag in Groningen te presenteren. Het kan natuurlijk niet zo zijn dat de informatie eerder in het land is dan in de Kamer. Ik doe een dringend rappel om de rapporten zo snel mogelijk naar de Kamer te sturen.

De voorzitter:

Uit uw woorden begrijp ik dat ze in ieder geval hierheen moeten komen voordat de minister er in het land over spreekt.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik zou zeggen: uiterlijk vandaag.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Daar is de CDA-fractie het van harte mee eens.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

GroenLinks had het keurig op de agenda voor de procedurevergadering van de commissie voor Economische Zaken vanmiddag gezet. Ook wij willen graag die onderzoeken naar de Kamer voordat ze het land ingaan. Het is juli, dus ze hadden al bij de Kamer moeten zijn.

De heer Paulus Jansen (SP):

Ik zou het in dit geval juist wel chic vinden als de rapporten tegelijkertijd in Groningen worden gepresenteerd en naar de Kamer worden gestuurd.

De heer Leegte (VVD):

Ik verzet me tegen de suggestie dat de minister van Economische Zaken niet van tevoren een brief naar de Kamer zou sturen. Die brief zal er vast komen.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Jasper van Dijk.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Ik vraag om uitstel van de stemmingen over het wetsvoorstel Wijziging van de Mediawet 2008 in verband met de verspreiding van televisie- en radioprogrammakanalen door middel van omroepnetwerken en omroepzenders en over de daarbij ingediende moties.

De voorzitter:

Ik neem aan dat dit verband houdt met het VAO dat voor donderdagochtend staat gepland?

De heer Jasper van Dijk (SP):

Nee, daar houdt het geen verband mee.

De voorzitter:

Ik ben van plan om deze punten voor donderdagmiddag op de stemmingslijst te zetten.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Dat is ook precies mijn bedoeling.

De voorzitter:

Ik haal de punten van de stemmingslijst van vandaag en zet ze op die van donderdagmiddag.

Het woord is aan mevrouw Dik-Faber. Ik zie dat het de heer Voordewind wordt.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Namens collega Dik-Faber doe ik een rappel voor de beantwoording van schriftelijke vragen. Voor morgenochtend staat een VAO gepland. Mevrouw Dik-Faber had schriftelijke vragen over het onderwerp ingediend en zou daarop graag antwoord krijgen vóór de dinerpauze van hedenavond. Dan kunnen die antwoorden betrokken worden bij het VAO van morgenochtend. Het gaat over ganzenafschot.

De voorzitter:

Het betreft het VAO Ganzenbeleid en vragen die ingezonden zijn op 21 juni 2013. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Hachchi.

Mevrouw Hachchi (D66):

Voorzitter. De Kamer heeft vorige week een brief ontvangen waarin staat dat de visie op de krijgsmacht binnenkort naar de Kamer komt. De fractie van D66 wil hierover graag een plenair debat houden. Ik vraag dat nu al, zodat u daarmee rekening kunt houden.

De voorzitter:

Het gaat om een verzoek om steun voor het houden van een debat over de aangekondigde visie op de krijgsmacht.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik snap niet helemaal waarom dit verzoek wordt gedaan. Die visie komt er en dan voeren wij er vanzelfsprekend een debat over.

De voorzitter:

Dus geen steun voor het inplannen van een debat op dit moment.

De heer De Roon (PVV):

Het voorstel voor een debat over de JSF en wat andere aangelegenheden steun ik graag.

De heer Knops (CDA):

Wij vragen al heel lang om die visie. Het antwoord was telkens: vóór de begroting, ergens in de zomer. Als die visie er is, lijkt het mij een mooi moment om erover te debatteren.

De voorzitter:

Dat betekent dat u op dit moment geen steun verleent?

De heer Knops (CDA):

Dat is correct.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Wij wachten op de echte visie die beloofd is. Als wij nu gaan debatteren, hebben wij straks meer debatten dan vliegtuigen.

De heer Segers (ChristenUnie):

Wij wachten op de overall-visie. Daarna voeren wij graag een debat.

Mevrouw Eijsink (PvdA):

Ik begrijp het verzoek om een plenair debat. Ik zou dat ook wel willen ondersteunen, maar ik ga ervan uit dat mevrouw Hachchi ook bedoelt dat wij voordien een notaoverleg of iets dergelijks hebben. In een plenair debat zouden wij ons beperken tot een aantal minuten spreektijd. Een plenair debat steun ik zeker, maar ik sluit me aan bij de collega's die willen wachten totdat de visie er ligt.

De voorzitter:

U geeft dus steun aan het verzoek om een debat in te plannen, zodra de visie er is.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

De fractie van GroenLinks steunt het verzoek van mevrouw Hachchi van D66.

De heer Vuijk (VVD):

Dat geldt ook voor de VVD. In de volgorde der dingen zou het goed zijn om eerst de nota af te wachten en dan pas een plenair debat te voeren. In de tussentijd kan er dan ook gekeken worden of er ruimte is voor vragen, voor een hoorzitting en dat soort zaken. Voorwaardelijk steun dus voor het debat, met oog voor de goede volgorde der dingen.

De voorzitter:

We gaan het debat op de lijst zetten; dat is ook wat u zegt. Dan hebt u genoeg tijd om, voordat de nota komt, nog heel veel andere dingen te organiseren.

De heer Krol (50PLUS):

Ook steun voor het debat.

De voorzitter:

Mevrouw Hachchi, u hebt brede steun voor het houden van een debat te zijner tijd, met spreektijden van vier minuten per fractie.

Mevrouw Hachchi (D66):

Dat is goed. Dank u wel.

Ik blijf staan, omdat ik nog een verzoek heb. Het betreft een vooraankondiging van twee VAO's. Een AO hebben we morgen, over de Europese Defensiesamenwerking. Het tweede AO hebben we donderdag, over de Vessel Protection Detachments. Ik verzoek u om daarmee rekening te houden.

De voorzitter:

Dank u wel voor deze vooraankondiging.

Ik geef het woord aan mevrouw Thieme.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. Morgen is de Kamer in de gelegenheid om moties in te dienen naar aanleiding van het algemeen overleg over de afschot van ganzen. Mij is een brief beloofd door de staatssecretaris van Economische Zaken over het regime rondom de vos in de Flora- en faunawet. Die brief is nog niet gekomen. Ik zou hem graag voor de dinerpauze vanavond ontvangen, met het oog op morgen in te dienen moties.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Gesthuizen.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Ik had hier eigenlijk bij de regeling van werkzaamheden willen staan om namens een aantal fracties in de Kamer een debat over fraude aan te vragen, maar ik heb van het ministerie begrepen dat de brief nog even op zich laat wachten. Voor wat dat punt betreft, mag u dus morgen op mij rekenen.

Ik wil van deze gelegenheid wel gebruikmaken om mede namens de fracties van D66, GroenLinks en de ChristenUnie te vragen om een brief van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en van de minister van Buitenlandse Zaken, dit naar aanleiding van het bericht van Human Rights Watch dat de grenzen van de buurlanden van Syrië dichtgaan voor vluchtelingen. Sinds mei gonst het al van de geruchten wat betreft Jordanië. Nu blijkt dat ook andere landen hun grenzen langzamerhand dicht doen, en dat terwijl er 1,7 miljoen mensen vanuit Syrië op zoek zijn naar een veilig heenkomen. Graag ontvang ik een brief over dit punt voor morgen 17.00 uur.

Ik verzoek u bij dezen ook direct om de stemming over de motie-Gesthuizen/Schouw (32317, nr. 176) uit te stellen tot donderdagmiddag. Die motie handelt over het opnemen van vluchtelingen uit Syrië in Nederland.

De voorzitter:

Ik zie de heer Schouw instemmend knikken. Dat laatste ga ik doen. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet, zodat u morgen voor 12.00 uur een brief krijgt.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Morgen voor 17.00 uur had ik gezegd. Dat is in orde. Dank u wel.

De voorzitter:

Ik heb zelf nog een punt in de regeling van werkzaamheden, omdat u allen hier verzameld bent. Wij hebben deze week een stuk of 24 VAO's en VSO's op de agenda staan en er komen er nog meer aan. Dat betekent dat we streng gaan toezien op het Reglement van Orde. Er geldt een spreektijd van twee minuten per fractie, inclusief het indienen van moties. Als u dus meer moties hebt, kan dat niet, tenzij u de indiening ervan opdeelt met anderen. U kunt ook gewoon besluiten om de motie niet in te dienen. Dat is veruit te prefereren, want dan is de stemming ook weer korter donderdagmiddag of -avond. Ik en mijn collega's zullen daar streng op toezien.

Mijnheer Van Meenen heeft nog een paar verzoeken over de stemmingslijst.

De heer Van Meenen (D66):

Ik wil de motie op stuk 31289, nr. 156 intrekken vanwege een toezegging van de staatssecretaris.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Van Meenen/Agnes Mulder (31289, nr. 156) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van behandeling meer uit.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik wil graag de motie op stuk 33605-XIII, nr. 18 aanhouden.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Ouwehand stel ik voor, haar motie (33605-XIII, nr. 18) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven