Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | nr. 102, item 33 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | nr. 102, item 33 |
Aan de orde is het debat over het verslag van de Europese top van 27 en 28 juni.
De voorzitter:
Wij houden dit debat in het kader van het experiment om niet alleen vooruit te kijken, maar ook terug te blikken. Ik heet de premier van harte welkom bij dit debat en ik wijs de leden er, wellicht ten overvloede, op dat er eerder een sprekerslijst rond is gegaan met verkeerde spreektijden. Wij hebben vier minuten spreektijd per fractie afgesproken. Ik geef allereerst het woord aan de heer Van Bommel, die nog bij zit te komen van deze mededeling.
De heer Van Bommel (SP):
Voorzitter. Ik laat de inleidende woorden weg. Het was weer een top en weer een flop, dat zou de samenvatting kunnen zijn in het verslag. Terwijl Eurostat gisteren weer een nieuw werkloosheidsrecord meldde voor de eurozone, ontbreekt bij de Europese regeringsleiders elke vorm van urgentie. De aanpak van de jeugdwerkloosheid stond centraal, maar men kwam niet verder dan wat geld bij elkaar schrapen, oud geld, om de jeugdwerkloosheid te bestrijden. Dat zal bij lange na niet genoeg zijn om tegenwicht te bieden aan de flinke bezuinigingen en de lastenverzwaringen die Europees worden doorgevoerd, ook in Nederland.
Een gotspe is de conclusie om meer te investeren in opleidingen van jongeren. Vertel dat maar aan al die werkloze afgestudeerden die er nu al zijn in de Europese Unie. Er is geen sprake van frictiewerkloosheid, maar er is structureel te weinig werk in de Europese Unie. Erkent het kabinet dit?
Morgen neemt het kabinet ook deel aan de door bondskanselier Merkel georganiseerde bijeenkomst over jeugdwerkloosheid. Wat is de inzet van de Nederlandse regering bij die bijeenkomst?
Verwelkomen, daar zijn de regeringsleiders wel goed in. Terwijl besluiten over de toekomst van de eurozone naar december werden verschoven, werd Letland verwelkomt in de eurozone. Hier hebben we weer een instabiel land, met een financieel waterhoofd, dat aanspraak kan maken op het noodfonds. Is dat nu een goed besluit?
Verwelkomd werd ook het nieuwe voorzitterschap. Het kleine Ierland werd afgewisseld door het nog kleinere en onervaren Litouwen. We zien ook dat besluiten over de toekomst van de EMU over de Duitse verkiezingen heen zijn getild. Het is in december maar afwachten of een halfjaar voor de verkiezingen de Europese instellingen nog een bijdrage kunnen leveren. Wat valt er in die omstandigheden nog aan daadkrachtige Europese besluitvorming te verwachten? Graag een reactie.
Daadkracht is namelijk nodig, willen we nog de puinhopen van het huidige beleid corrigeren en echt beginnen met het bestrijden van de crisis, door te stoppen met overheden in tijden van recessie te laten bezuinigen in plaats van met gerichte overheidsbestedingen de economie te stimuleren, zoals ook het IMF adviseert. Er wordt in de conclusies wel gesproken over de mogelijkheden om te investeren binnen de afgesproken begrotingsregels. Maar voor wie zijn die woorden bedoeld? Voor Duitsland? Anderhalve week geleden kondigde bondskanselier Merkel nog extra bezuinigingen aan om volgend jaar een begrotingsevenwicht te behalen. Hoe verhouden deze zaken zich tot elkaar?
In oktober is gesproken over voorstellen om de arbeidsmarkt en sociale omstandigheden beter te volgen. Gaan deze ook leiden tot andere afwegingen met betrekking tot de strenge begrotingsregels? Volgens president Hollande is een verdragswijziging noodzakelijk om het economisch beleid in de eurozone te harmoniseren en te coördineren. Hij wil deze zelfs verder harmoniseren, inclusief het minimumloon. Graag een reactie van het kabinet hierop. Volgens bondskanselier Merkel is een verdragswijziging noodzakelijk voor een Europees resolutiemechanisme. Is de komst daarvan voor het kabinet nog steeds noodzakelijk? Het kabinet wil immers geen verdragswijziging? Zo ja, dan zien we graag, met Merkel en Hollande, de opmaat naar een verdragswijziging. Gaat het kabinet daarbij aanhaken?
Interessant was dat Hollande ook de noodzaak onderschreef om de bevoegdheden beter af te bakenen. Hij was volstrekt niet geamuseerd over de aanbeveling van de Commissie om de pensioenleeftijd te verhogen. Gaat het kabinet mee in die oproep?
Verwelkomd werd ook het akkoord over de meerjarenbegroting. Hoe zeker is dat akkoord, aangezien het Europees Parlement er waarschijnlijk pas in september over stemt? In hoeverre is er nog sprake van daadwerkelijk minder uitgaven dan in de afgelopen periode? Toen was de omvang van de daadwerkelijke betalingen al een stuk lager dan de toegestane verplichtingen. De betalingen waren zelfs grofweg 100 miljoen lager dan initieel begroot. Nu mag ongebruikte ruimte worden meegenomen naar het jaar erop. De eerste jaren waren, naar we hebben begrepen, zelfs ongelimiteerd. Is nu de kans niet reëel dat aan het einde van de periode daadwerkelijk meer is uitgegeven dan in de afgelopen periode?
De heer Pechtold (D66):
Voorzitter. Het was de laatste keer Brussel voor de vakantie en er is veel besproken. Mijn fractie wil graag aandacht voor vier thema's: de jeugdwerkloosheid, het Europees semester en de deal over de begroting van 960 miljard, maar natuurlijk eerst de lijst van de bevoegdheden. Heeft het kabinet deze opgebracht tijdens de top? Werden er veel vragen gesteld? Waren ze jaloers? Wij willen graag een uitgebreide sfeerimpressie.
De conclusie vorige week was eigenlijk dat dit voor een deel gaat om lopende onderhandelingsinzet en voor een deel om toekomstige plannen. Minister Timmermans heeft toegezegd een helder onderscheid te maken. Ik hoop dat wij dit debat ook op die heldere manier zullen voeren. Het gaat om zaken die nu al op de agenda staan en zaken die mogelijk besproken worden. Was dat ook de insteek van het kabinet in Europa? Het gaat ook om de politieke vraag wat we wel en niet Europees willen.
Mijn fractie vindt het goed dat jeugdwerkloosheid topprioriteit is geworden. Miljoenen jonge Europeanen zitten thuis op de bank. Niets is zo schadelijk als een verloren generatie. De Raad zal 6 miljard naar voren halen. Dat is een prima plan, maar de premier heeft gelijk als hij zegt dat dit niet dé oplossing is. Dé oplossing moet zitten, zo zegt de premier, in hervormingen, in structurele maatregelen om de economie op gang te brengen en de arbeidsmarkt te moderniseren. Het is goed om te horen dat de premier in ieder geval anderen erop aanspreekt. Heeft hij zijn collega uitgelegd hoe hij dit zelf zal doen? Ook hierbij graag een uitgebreide impressie.
Het Europees semester is aangenomen en daar heb ik vragen over. Gaan we de aanbevelingen van Commissaris Rehn uitvoeren? Gaan andere landen dat ook doen? Het kabinet besteedt maar liefst twee zinnen hieraan. Ik wil graag meer informatie hierover. Hoe gingen die gesprekken? Werd het als hamerstuk aangenomen? Of waren er ook lidstaten met extra opmerkingen? Waar gingen die opmerkingen dan over?
De Europese begroting tussen 2014 en 2020 bedraagt 960 miljard euro. Mijn fractie is daar nog steeds niet tevreden over. Gelukkig is er meer flexibiliteit en komt er in 2016 een evaluatie. Er wordt echter vastgehouden aan de miljarden voor landbouw. Er gaat nog steeds te weinig naar kennis en innovatie. Vindt het kabinet dat ook?
Hoe zit het met de digitale agenda van Commissaris Kroes? Die ging van 11 miljard naar 9 miljard en werd toen 1 miljard. Klopt het dat er van de portefeuille van de Nederlandse Commissaris slechts 1 miljard over is? Mijn fractie hoopte dat het Europees Parlement de deal nog wat beter had kunnen maken, maar het motto blijft: status quo, we houden het zoals het is. Kennelijk heeft men liever slechte bestedingen in eigen land dan nuttige investeringen in Europa als geheel.
Het was een belangrijke top, zo voor de zomer. Ik hoor graag veel meer over de aanbevelingen die Commissaris Rehn heeft gedaan. Ik hoor graag veel meer over de prachtige lijst die Nederland daar tussen het menukaartje heeft gestoken. Iedereen gaat de zomer in en gaat aan de slag met begrotingen. Dan is meer helderheid toch wel noodzakelijk.
De heer Verheijen (VVD):
Voorzitter. Kalfsvlees met seizoensgroenten en rabarbertaart. Dat stond, naar ik heb begrepen, onder andere op het menu bij de Eurotop, maar volgens mij stond er nog veel meer op het menu. Het was misschien niet de top waar sommigen van gedroomd hebben, de junitop die alles goed zou maken, maar er zijn wel belangrijke stappen gezet. Op een aantal punten hebben we een aantal vragen.
Dat betreft in de eerste plaats de landenspecifieke aanbevelingen. Conclusie 4 van de Raadsconclusies geeft aan dat er na diepgravende discussie conclusies zijn getrokken en dat de Raad in algemene zin de conclusies van de Commissie heeft onderschreven. Frankrijk heeft bij het verschijnen van de aanbevelingen van de Commissie zich daartegen afgezet en heeft zich afgevraagd waar de Commissie zich mee bemoeide. Hoe ging de discussie en wat wil dit in algemene zin zeggen? Zijn de landenspecifieke aanbevelingen nu overgenomen? Hebben landen nog geprobeerd om deze af te zwakken of extra ruimte op te eisen? Graag krijg ik verduidelijking van het kabinet op dat punt.
Dan het Meerjarig Financieel Kader. Er is een akkoord over dit MFK, een akkoord over bijvoorbeeld meer flexibiliteit in de begroting, geen verhoging van het plafond, een midterm review en geen uitbreiding van de eigen middelen voor de EU. Een fragiel akkoord dat wij op een aantal punten verwelkomen, hetgeen echter nog niet wil zeggen dat wij uiteindelijk tevreden zijn over die begroting. Dat waren we niet en dat zijn we nog steeds niet. Kan het kabinet wellicht aangeven waar die flexibiliteit nu precies zit tussen jaren en verschillende begrotingscategorieën? Hoe wordt deze flexibiliteit straks daadwerkelijk ingezet? Het zou een goede zaak zijn om deze flexibiliteit alsnog in te zetten op fondsen die echt onze economie versterken, zoals innovatie en onderzoek. Dat is juist iets wat de Europese economie nodig heeft. Aangezien de onderuitputting vooral voorkomt bij bijvoorbeeld cohesiebeleid en landbouw ligt hier de komende jaren een mooie kans, mits het in ieder geval goed geïnterpreteerd wordt. Dus hoe wordt besloten over de inzet van deze flexibiliteit en de inzet vanuit de verschillende fondsen?
Dan heb ik nog een vraag over de midterm review. Ik denk dat die een goede zaak is. We hebben al vaker gezegd: over zeven jaar iets besluiten is zeer ingewikkeld. Recent hebben we een voorstel gedaan over de doorrekening van de begroting en het lijkt mij goed om die daarvoor in te zetten.
Ik heb nog een aantal opmerkingen over de EIB. In het verslag heeft het kabinet aangegeven dat het aandacht heeft gevraagd voor de soliditeit van de EIB, waarvoor dank, maar toch zien we in de conclusies dat er in oktober 2013 een alomvattend plan zal liggen met de uitbreiding van de mogelijkheden ten bate van kleine en middelgrote ondernemingen in het bijzonder in de programmalanden. Hoe werd er gereageerd op die zorg van Nederland over de soliditeit van de EIB en was er begrip voor onze terughoudendheid op dat punt?
Dan een aantal woorden over de bankenunie. We zijn blij dat er nieuwe stappen zijn gezet en dat er duidelijke stappen zijn gezet voor de implementatie en dat de sloten op de deur, waar wij zo vaak op hebben aangedrongen, in ieder geval klaar zijn gelegd voor die implementatie. De volgorde der dingen was voor ons belangrijk en blijft voor ons essentieel. Tijdens het AO over de Ecofin morgen zal er nader op worden ingegaan en diepgravender worden ingezoomd op die verschillende conclusies die getrokken zijn en op het vervolgtraject. Is de premier overigens van mening dat er op dit moment in die conclusies is voldaan aan de volgorde waar wij op hebben aangedrongen en dat er voldoende waarborgen zijn ingebouwd op dit moment?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ik ben blij dat de heer Verheijen toch nog drie zinnen heeft besteed aan de bankenunie, want dat was het grootste besluit van de top. Er wordt 60 miljard beschikbaar gesteld voor Zuid-Europese banken die door en door verrot zijn. 60 miljard van ons belastinggeld gaat ernaartoe; even tekenen bij het kruisje! Waarom is de VVD eigenlijk weer gedraaid? Vorig jaar om deze tijd was de VVD namelijk faliekant tegen het direct herkapitaliseren uit het ESM van banken.
De heer Verheijen (VVD):
De VVD heeft altijd haar aarzelingen gehad bij het instrument directe herkapitalisatie van banken vanuit het ESM en heeft daaraan altijd zeer strenge voorwaarden gekoppeld. Ik heb het net aan het kabinet gevraagd, maar wij lezen in de conclusies dat wordt voldaan aan de verschillende zorgvuldigheidseisen die wij eraan stellen. Ik denk dat met het akkoord dat nu is gesloten is, een belangrijke stap gezet, namelijk dat niet meer de belastingbetaler, maar in de eerste plaats de private partijen, de aandeelhouders, opdraaien voor banken in problemen. Dat is echt een enorme stap voorwaarts, niet alleen voor alle belastingbetalers maar zeker ook voor de Nederlandse belastingbetaler voor wie de heer Van Dijck en ik opkomen.
De heer Tony van Dijck (PVV):
De heer Verheijen denkt veel, maar hij moet de stukken eens een keer goed lezen en door alle rooskleurige verwachtingen heen kijken. Hij zegt dat de aandeelhouder als eerste aan de beurt is, maar een bank die op omvallen staat, heeft geen aandeelhouderswaarde meer. Met andere woorden: bij de aandeelhouders is niets te halen. Dat hebben we bij SNS gezien. Obligatiehouders krijgen tot 2018 de kans op een snelle exit, want niemand wil meer obligatiehouder zijn. Met andere woorden: de interventieladder die mooi gepresenteerd is, is een grote farce. De rekening komt gewoon bij de belastingbetaler terecht. Vorig jaar stond de VVD hier met een heel grote broek en zei: geen directe herkapitalisatie, alles moet via de hoofdstad. Ik hoor het de heer Rutte nog zeggen. Nu, een jaar later, tekent de VVD bij het kruisje en gaat er 60 miljard belastinggeld naar banken die het eigenlijk niet meer verdienen om überhaupt op deze wereld bankier te spelen.
De heer Verheijen (VVD):
De heer Van Dijck ziet het wat somber in. Het probleem dat hij aanduidt, namelijk dat de belastingbetaler opdraait voor banken in problemen, was er tot op heden inderdaad, omdat we dat systeem niet hebben ingeregeld. Als je het systeem van bankentoezicht vanaf 2015 bekijkt, alsmede de terecht door de heer Van Dijck genoemde interventieladder — aandeelhouders, seniorcrediteuren, de obligatiehouders, grote depositohouders en vervolgens ook het land zelf — wordt het nu goed ingeregeld. Ik heb dat ook gevraagd aan het kabinet. In 2013 worden de staatssteunregels juist voor dat doel zelfs al aangepast, om ervoor te zorgen dat landen zelf ook zo veel mogelijk bijdragen. Morgen in het AO Ecofin zal uitgebreid op de techniek worden ingegaan. Zitten er geen lekken? Zijn de sloten voldoende robuust? Is de sleutel van die sloten in goede handen? Hier speelt het thema unanimiteit. We moeten altijd unaniem besluiten tot directe herkapitalisatie vanuit het ESM. Ik denk dat al deze zaken goed op de plank liggen en nu klaarliggen voor implementatie. Natuurlijk is er de aarzeling of er geen foute bedoelingen achter zitten bij andere landen, maar volgens mij worden daarvoor voldoende instrumenten ingezet.
De voorzitter:
Dank u wel. Uw tijd is op, mijnheer Verheijen.
De heer Verheijen (VVD):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
De PVV-fractie is met twee woordvoerders aanwezig. De heer Madlener heeft gevraagd of hij als eerste mag spreken.
De heer Madlener (PVV):
Voorzitter. Sinds gisteren is de Europese Unie door de toetreding van Kroatië weer een stukje corrupter geworden. Kroatië is namelijk zeer corrupt. Kroatië scoort een 4,6 en de politiek wordt er gekenmerkt door nepotisme en corruptie. Ook de werkloosheid in Europa is sinds gisteren weer toegenomen. In Kroatië viert men feest, of beter gezegd: de politieke corrupte elite viert feest, inclusief haar familie en vriendjes. De gewone Kroaten zijn eerder sceptisch. De corrupte elite van Kroatië kan maar liefst 13,7 miljard euro aan Europese subsidies tegemoetzien. Er komen natuurlijk veel extra baantjes voor politici en hun families. Hebben we dan niets geleerd van Roemenië, Bulgarije en Slovenië? Miljarden steken in een corrupt systeem zorgt alleen maar voor meer corruptie. Maar dit kabinet vindt het allemaal goed. Kroatië heeft een zeer hoge werkloosheid en daarom zullen steeds meer Kroaten hun heil gaan zoeken in Nederland. Wij hebben die banen niet. Dat geeft mij weer de gelegenheid om dit kabinet opnieuw te waarschuwen voor de massale toestroom van Bulgaren en Roemenen, die vanaf 1 januari vrije toegang zullen krijgen tot onze arbeidsmarkt en onze uitkeringen. De criminelen hebben de weg naar Nederland allang gevonden, getuige de grote georganiseerde misdaad die de Nederlandse winkels en burgers teistert.
Heeft het kabinet dan niets geleerd? Nee, want de uitverkoop van Nederland aan het Europese project gaat gewoon door. Servië, Kosovo en de schurkenstaat Turkije moeten er natuurlijk ook nog bij. En de Nederlandse belastingbetaler maar bloeden. Steeds meer geld vloeit er van Noord naar Zuid. Europa is verworden tot een transferunie, waarin Nederlands belastinggeld met bakken in de richting van corrupte en failliete Zuid- en Oost-Europese landen vloeit. Via de Nederlandse bijdrage aan de Europese Unie, via het ESM, via de Europese Investeringsbank en via het monetaire beleid van de ECB vloeien er miljarden ons land uit. De laaggeschoolde werklozen uit Zuid- en Oost-Europa komen hier naartoe.
Voorzitter, dit is pas het begin van de crisis.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Voorzitter. Het is jammer dat wij maar zo weinig tijd hebben voor zo'n belangrijk debat. Maar goed, ik zal snel beginnen. Ik weet niet of de collega's het zich realiseren, maar Nederland zit al voor 10 miljard in de Europese Investeringsbank. Vorig jaar mochten wij 400 miljoen belastinggeld overmaken aan de Europese Investeringsbank. Nu roept deze premier dat dit geld moet worden uitgeleend aan het mkb, met name in Zuid-Europa. De banken in Zuid-Europa willen de mkb'ers daar namelijk niets meer lenen. Deze minister-president legt duidelijk de prioriteiten verkeerd. Vandaag mochten wij horen dat in de eerste zes maanden van dit jaar maar liefst 7.000 bedrijven in Nederland de deuren hebben gesloten. Daar moet de premier iets aan doen en daar moet de EIB iets aan doen, maar niet aan de bedrijven in Zuid-Europa.
Het is voor de PVV nog steeds onbegrijpelijk dat de rode loper wordt uitgerold voor een land als Letland. Hoe vaak moeten wij ons aan dezelfde steen stoten? De euro ligt in puin doordat wij landen hebben toegelaten als Griekenland en Italië. Deze landen hadden nooit mogen toetreden. Zij hebben de zaak belazerd. Nu wordt Letland met veel egards ontvangen. De PVV voorspelt u allen hier dat dit ons nog heel veel geld gaat kosten.
Dan kom ik nu op de bankenunie. Tegen alle afspraken in hebben wij eerste voor miljarden de Zuid-Europese landen mogen steunen. Nu mag het geld ook worden gebruikt om Zuid-Europese zombiebanken te redden. De premier zei eerst "geen cent naar Griekenland", maar maakte vervolgens 240 miljard naar dat land over. Vorig jaar rond deze tijd — ik zei het zojuist al tegen de heer Verheijen — was hij verklaard tegenstander van de directe herkapitalisatie van banken uit het ESM. Ik citeer een uitspraak van 23 mei: "Ik voel niets voor het invoeren van de mogelijkheid om rechtstreeks uit het ESM banken te herkapitaliseren. Dat moet altijd via de hoofdstad lopen." Nu tekent deze premier voor 60 miljard bij het kruisje en weer is de VVD gedraaid.
De heer Servaes (PvdA):
Voorzitter. Je zou de Europese Unie de afgelopen week zowaar van enige daadkracht en besluitvaardigheid kunnen beschuldigen. Ga maar na. Er is een akkoord over de meerjarenbegroting. Dit verdient bepaald geen schoonheidsprijs, maar er is in ieder geval duidelijkheid over de vraag waar wij staan. Verder is er een belangrijke stap gezet in de aanpak van de banken. Er is de komende maanden nog heel veel werk te doen, maar over een aantal essentiële bouwstenen bestaat nu overeenstemming. Verder noem ik een set maatregelen om de jeugdwerkloosheid te bestrijden. Dit is natuurlijk nooit genoeg om de enorme problemen op te lossen, maar via de Europese Investeringsbank komt er nu een belangrijke bijdrage uit de begroting, die nu ook spoedig moet worden gematerialiseerd.
Ten slotte is het besluit genomen om de sociale dimensie van de EMU te versterken. Dat is een bittere noodzaak voor een betere balans in de aanpak van de eurocrisis. Het is goed dat de versterking van de sociale dimensie luid en duidelijk in de conclusies staat.
De PvdA steunt het akkoord over de bankenunie dat de ministers van Financiën vorige week bereikten. Het akkoord betekent dat de kosten voortaan worden neergelegd bij de private sector zelf. Tegenover privaat genomen risico’s staat niet langer een publieke rekening. Dat is grote winst. De PvdA wil het belang van spoedige totstandkoming van de bankenunie blijven benadrukken en vraagt het kabinet, in Europees verband hetzelfde te doen.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ik word een beetje boos. De heer Samsom heeft het altijd over het eerlijke verhaal. Je moet het eerlijke verhaal vertellen. En nu wordt door deze PvdA-afgevaardigde gezegd: de belastingbetaler is niet aan de beurt. Nee, de belastingbetaler is als eerste aan de beurt. De heer Servaes weet niet eens hoe de banken ervoor staan. Hij neemt niet eens de moeite om de stresstesten die medio volgend jaar plaatsvinden af te wachten. Als de PvdA een beetje zou opkomen voor de belastingbetaler, dan zou zij zeggen: oké, wij hebben vragen, wij wachten de stresstest af, wij kijken eerst hoe de banken ervoor staan, voordat wij bij het kruisje tekenen dat belastinggeld gebruikt mag worden om banken te ondersteunen. In dat geval zou ik enig begrip hebben en een eerlijk verhaal horen. De heer Servaes vertelt geen eerlijk verhaal. Hij zegt: de belastingbetaler is het laatst aan de beurt. Maar hij weet dat de praktijk anders is.
De heer Servaes (PvdA):
Twee dingen. De belastingbetaler is juist niet meer als eerste aan de beurt. Dat was tot nu toe steeds het geval. Er zijn pijnlijke ingrepen geweest, waarbij inderdaad steeds de belastingbetaler op nationaal niveau aan de lat stond. Dat gaat nu veranderen. Dat is de winst van vorige week. Collega Verheijen heeft het daarnet netjes op een rijtje gezet. De volgorde verandert: pas in het uiterste geval, nadat aandeelhouders, obligatiehouders en grote spaarders aan bod zijn geweest, kan een beroep worden gedaan op publieke middelen. Dat is een enorm besluit. Wij zijn er nog niet, maar het is een enorm belangrijke bouwsteen voor deze bankenunie.
Het tweede punt is de stresstest. Terecht zegt de heer Van Dijck dat een goede stresstest moet plaatsvinden. Ik vind dat ook belangrijk en wilde er ook iets over zeggen, maar de heer Van Dijck stond snel bij de interruptiemicrofoon. Voordat wij volgend jaar van start gaan, moet dat gebeuren. Ik heb daar een aantal vragen over, die ik zo dadelijk zal stellen.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ik heb een heel concrete vraag. De heer Servaes zegt er niet bij dat pas vanaf 2018, als alle banken door de belastingbetaler gezond zijn gemaakt, die bail-in en die volgorde der dingen gelden. Stel dat dit al in werking was getreden. Hoe zou de steun aan Cyprus er dan hebben uitgezien? Hoe had de belastingbetaler dan voor die 3,7 miljard voor SNS moeten opdraaien? Wat was er dan anders geweest aan die 10 miljard die wij naar Cyprus hebben gestuurd en die 3,7 miljard die wij naar SNS hebben gestuurd? Volgens de redenering van de heer Servaes was het dan anders geweest. Ik wil weten wat.
De heer Servaes (PvdA):
Het klopt weer niet helemaal wat de heer Van Dijck hier zegt. De regels gaan niet per 2018 in. Dan treedt het volledige mechanisme in werking met het resolutiefonds dat door de banken wordt gevuld. Al vanaf volgend jaar zal de genoemde volgorde worden gehanteerd. Het gaat dus beduidend sneller dan de heer Van Dijck zegt. Hij vraagt ook wat er anders is dan bij SNS en Cyprus. Dat zijn nu juist twee concrete voorbeelden waarin minister Dijsselbloem een grote rol heeft gespeeld. Achteraf kunnen wij het zien als de omslag in de discussie. Vóór die tijd werd er helemaal geen rekening gehouden met deze volgorde. SNS en Cyprus waren op ad-hocbasis een voorloper van de volgorde. Nu ligt het vast in regels en zal het voortaan altijd gebeuren, zodat de belastingbetaler inderdaad buiten schot blijft, in elk geval zo lang mogelijk buiten schot. Dat is de grote winst die tijdens deze top geboekt is. Dat zal de heer Van Dijck ook moeten erkennen.
Voorzitter. Zoals ik al zei, heb ik nog een paar vragen. De vraag is natuurlijk hoe we precies verdergaan. Ik wil van de premier graag horen waar precies welke besluiten voorliggen en hoe hij het traject ziet tot aan de start hiervan in 2014. In het bijzonder vraag ik aandacht voor goede stresstests en asset checks, om de problemen bij de banken zo spoedig mogelijk bloot te leggen. Als laatste vraag ik aandacht voor de Europese autoriteit voor het afwikkelen van banken. In het Frans-Duitse paper dat we een tijd geleden zagen, was sprake van een college van resolutieautoriteiten. Dat lijkt ons een stap terug. De Partij van de Arbeid heeft twijfels bij de effectiviteit van zo'n lichtere aanpak. We horen graag hoe het kabinet dat ziet.
Dan door naar de toekomst van de EMU en in het bijzonder de sociale dimensie. Ik zei het al: uitermate heldere taal in de conclusies. Daarmee kan er in ieder geval geen twijfel meer over bestaan dat de Europese regeringsleiders, en ik neem aan ook de Nederlandse premier, de sociale dimensie van de EMU willen versterken. Concreet wordt een aantal elementen genoemd waar mijn partij al langer voor pleit: dat voortaan meer rekening wordt gehouden met de sociale ontwikkelingen en met ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in de eurolanden, dat daartoe sociale en werkgelegenheidsindicatoren worden geïntroduceerd in het Europees Semester en dat over de precieze vormgeving hiervan tijdens de toppen van oktober en december gesproken en besloten moet worden. We praten hier weleens over de vraag wat de sociale dimensie inhoudt. We zien nu concrete voortgang en ik heb vreemd genoeg geen van de andere partijen daarover gehoord.
Tot slot wil ik aandacht besteden aan drie landen. Ten eerste Kroatië. Kroatië is sinds gisteren het 28ste lid van de EU. Mijn partij heet de Kroaten welkom en feliciteert hen daarmee. Minister Timmermans heeft er vorige week mooie woorden over gezegd hoe dat land zich heeft ontwikkeld in de afgelopen twintig jaar, sinds die vreselijke oorlog daar. Maar ik ben het ook eens met hen die zeggen: we moeten op corruptiebestrijding blijven letten. Wij vinden dat de EU het land daarin moet ondersteunen.
Ten tweede Hongarije. Vandaag is de Hongaarse premier Orbán op het matje geroepen bij het Europees Parlement. Een goede zaak, zou ik zeggen. Ik herinner de minister van Buitenlandse Zaken eraan dat hij de Kamer nog zou informeren over hoe wij verder gaan met dit land in Europa, in de Raad van Europa. Ik hoor graag van hem wanneer we daarover een brief mogen ontvangen.
Ten derde Litouwen, vanaf gisteren voorzitter van de Europese Unie. Dat is op zich prachtig. Een klein land uit de voormalige Sovjet-Unie en nu voorzitter van de Europese Unie. Helaas heeft het land geen hagelwit blazoen als het gaat om onder andere homorechten en antisemitisme. Ik vroeg me af of daar nog aandacht aan besteed zal worden op de een of andere manier. In ieder geval onderstreept dit de noodzaak van een goed mechanisme voor rechtsstaatmonitoring.
De heer Madlener (PVV):
Wij horen een felicitatie met de toetreding van Kroatië. Ik denk dat een heleboel Kroaten dat helemaal niet zien zitten. De heer Servaes zegt echter terecht dat het land last heeft van enorme corruptie. In die zin lijkt het een beetje op Roemenië en Bulgarije. Ook daar was er enorme corruptie. Ook toen werd er gezegd: Europa moet ze helpen die corruptie te bestrijden. Is de heer Servaes het met mij eens dat dit niet is gelukt bij Roemenië en Bulgarije?
De heer Servaes (PvdA):
Eerst even een reactie op een van de dingen die de heer Madlener zegt en net ook in zijn bijdrage al zei, namelijk dat de meeste Kroaten hier niet blij mee zouden zijn. Er is een referendum gehouden. De heer Madlener is erg van de referenda. Dat is in Kroatië gebeurd. Twee derde van de Kroaten heeft ja gezegd tegen het lidmaatschap. Ik vind het eerlijk gezegd een tikkie arrogant om dan vanuit hier een oordeel te vellen over wat de mensen daar zouden willen. Ze hebben daar zelf een oordeel over mogen uitspreken en die uitspraak was, denk ik, heel erg duidelijk.
Ben ik het met de heer Madlener eens dat er zowel in Bulgarije en Roemenië, maar ook in Kroatië aandacht moet worden besteed aan de bestrijding van corruptie? Ja, daar ben ik het zeer mee eens.
De heer Madlener (PVV):
De heer Servaes is het met me eens dat het in Bulgarije en Roemenië mislukt is. Geld pompen in een corrupt systeem verergert vaak de corruptie in plaats van dat het corruptie tegengaat. Kan hij mij eens uitleggen waarom het nu anders zou zijn?
De heer Servaes (PvdA):
Ik geloof niet dat ik het gehad heb over "geld pompen". Ik heb gezegd dat we landen moeten helpen. Dat kan ook in immateriële zin. Er zijn overigens in de Europese begroting goede mogelijkheden om maatregelen te treffen tegen een land waar Europese middelen niet correct worden besteed. Het gaat mij er in eerste instantie om dat we problemen onderkennen en landen helpen, die aan te pakken.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Voorzitter. Op de top vorige week donderdag en vrijdag zijn belangrijke afspraken gemaakt over met name het vervolg van de bankenunie. Onderdeel daarvan is de mogelijke rechtstreekse inzet van het ESM voor banken. Toewerken naar een bankenunie is goed en noodzakelijk voor de toekomst van de Unie, maar wij moeten uiterste zorgvuldigheid betrachten bij de inzet van het ESM voor rechtstreekse steun aan banken.
Na het debat is een motie van mijn hand aangenomen waarin de regering is opgeroepen, niet akkoord te gaan met directe herkapitalisatie van banken uit het ESM als niet aan de strikte Nederlandse voorwaarden is voldaan. Het betreft de voorwaarden die het kabinet zelf stelde in de brief van 1 oktober 2012. Strikte voorwaarden zijn noodzakelijk omdat er een groot financieel risico is en omdat het nogal een wijziging is om van steun aan landen naar steun aan banken te gaan. Nederland heeft ruim 4 miljard in het ESM gestort en staat voor nog eens 35 miljard euro garant. In het debat oordeelde de minister-president namens het kabinet dat de motie werd aanbevolen.
Stevige grendels op de deur zijn een belangrijke voorwaarde voor directe steun uit het ESM. Dat wil zeggen dat het verplicht wordt om private partijen te betrekken bij een afwikkeling en vervolgens pas nationale lidstaten. Dit moet voorkomen dat lidstaten hun zwakke banken te gemakkelijk richting het ESM dirigeren. Deze spelregel moet worden verankerd in de resolutierichtlijn. De Raad heeft enkele dagen geleden overeenstemming bereikt over de resolutierichtlijn. Dat is op zich goed, maar mijn fractie begrijpt niet dat dat de strenge spelregels — die bevatten met name de harde garantie voor private betrokkenheid, de bail-in — pas in 2018 ingaan. Het toezicht van de ECB gaat al in 2014 van start mét de beoordeling van de bankbalansen en de mogelijke gevolgen als blijkt dat banken slechte voorzieningen op hun balansen hebben. In dat geval is de kans groot dat banken al in 2014 aankloppen bij het ESM, terwijl de harde garanties op de bail-in pas in 2018 van start gaan.
President Knot van de DNB waarschuwde er vorige week tijdens een hoorzitting in de Kamer al voor dat de resolutierichtlijn te laat ingaat. De oplossing moet beschikbaar zijn als de doorlichting van bankbalansen van start gaat. Die oplossing is er dus nog niet. Ook hebben bepaald niet alle landen een interventiewet zoals Nederland, om eerst private partijen voor te laten gaan. Kortom, waarom gaat de richtlijn niet nu in, maar pas in 2018? Waarom is de minister-president daarmee akkoord gegaan?
Knot zei al dat het plafond van 60 miljard niet ruim bemeten is. Dat is niet zo gek gelet op de risico's die je loopt als je het niet goed dicht regelt. Kan de minister-president garanderen dat die 60 miljard de bovengrens blijft? Toegegeven, in de tussentijd, tot 2018, kan de Europese Commissie regels stellen. De grote kernvraag is echter of dat wel zo stellig is als de resolutierichtlijn zou zijn. Het gaat dan waarschijnlijk om regels voor staatssteun. Je komt dan op zijn minst in een vaag discussietraject terecht. De Franse minister van Financiën was ook niet voor niets dolblij na de top. Hij zei: wij hebben gekregen wat wij wilden. Het zou niet consistent zijn geweest om directe herkapitalisatie mogelijk te maken en tegelijk — nu komt de kern — het EMS uit te zonderen van wat wel "the game of flexibility" wordt genoemd. Kortom, tussen 2014 en 2018 is er geen garantie, alleen maar de hoop dat het goed geregeld wordt. Dat is echter onvoldoende.
De heer Servaes (PvdA):
We lazen vanochtend grote woorden van de heer Buma in het Algemeen Dagblad: de premier moest terug naar de onderhandelingstafel. De heer Buma snapte het niet; er was niks geregeld. Ik constateer echter dat hij daar nu al een beetje op terugkomt. Feit is namelijk dat de regels gewoon per 2014 ingaan. Die bail-in geldt dan gewoon; de regels voor hiërarchie zullen lang voor 2018 gelden. Waarom gebruikte de heer Buma vanochtend die grote woorden in de krant? Neemt hij die nu terug?
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Ik zei net dat ik het onbegrijpelijk vind dat de richtlijn pas in 2018 ingaat, dus steunt u mij in het laten ingaan van de richtlijn in 2014. De Franse minister van Financiën zegt namelijk zelf al dat de regels die voor een deel nog moeten komen, flexibel zijn. Kortom, dat is zo hard niet! Kortom, Frankrijk kan wel degelijk aankloppen bij het ESM! Vergeet niet dat het gebruik van het ESM rechtstreeks naar banken een enorme stap is. De minister-president, toen nog VVD-leider Mark Rutte, was daar niet voor niets tegen. Wij zijn er niet tegen, maar het kan alleen onder de strikte voorwaarden die in 2012 zijn voorgesteld en door het toenmalige kabinet zijn overgenomen. Daaronder valt een resolutierichtlijn. Ik zou de heer Servaes dus willen vragen waarom hij mij niet steunt als ik voorstel om de resolutierichtlijn per 2014 in te laten gaan.
De heer Servaes (PvdA):
Ik ga niet zelf over de positiewisselingen die de VVD al dan niet gemaakt zou hebben. De VVD is niet mijn partij. Mijn partij is altijd voor de bankenunie en dat fonds geweest. Ik heb dat zojuist ook geprezen. De flexibiliteit waarover de heer Buma het heeft, draait om de vraag hoe je zaken onder bepaalde omstandigheden eventueel nationaal wat anders kunt regelen. Dat heeft geen betrekking op het ESM. De regels die bepalen wanneer je een beroep kunt doen op het ESM, gaan per 2014 in. De heer Buma zou de vraag dus wat opener moeten stellen aan de premier, of hij zou afstand moeten nemen van de grote woorden die hij vanochtend gebruikt heeft.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Nee, want de flexibiliteit is dat voor die tijd volstrekt onduidelijk is wanneer er voldoende private bail-in is. Mijn vraag aan de heer Servaes blijft dus: als u ook vindt dat het zo zeker moet zijn, steun ons dan in het streven om de richtlijn per 2014 te laten ingaan. Dat is blijkbaar te veel gevraagd van de PvdA, maar ik zie dat de heer Servaes door deze zin wel weer naar voren komt.
De voorzitter:
Tja. Ga uw gang, mijnheer Servaes, maar ik verzoek u allen om elkaar niet op deze manier uit te dagen. Anders komen wij het vergaderschema van deze week echt niet door.
De heer Servaes (PvdA):
Mij is iets heel concreets gevraagd. Ik heb mijn eigen inbreng gegeven. Ik vind inderdaad dat de regels vanaf 2014 moeten gelden. Wel zou ik het antwoord van de regering willen afwachten. Ik ben benieuwd of de heer Buma in tweede termijn wel bereid zal zijn om aan te geven dat hij zijn woorden van vanochtend terugneemt.
De voorzitter:
Wij horen het in tweede termijn. Tot zover de eerste termijn van de zijde van de Kamer.
De minister-president kan gelijk antwoorden.
Minister Rutte:
Voorzitter. Ik loop de verschillende besproken onderwerpen langs. Ik begin met de jeugdwerkloosheid. Daarover is morgen een conferentie in Berlijn. Wij zullen daar opnieuw naar voren brengen dat wij van mening zijn dat de jeugdwerkloosheid alleen structureel kan worden bestreden als belangrijke aanpassingen plaatsvinden in de arbeidsmarkt en het onderwijs, zoals Nederland in het verleden ook heeft gedaan. Nederland heeft bijvoorbeeld een bijzondere positie omdat wij een passend minimumloon hebben. Dat betekent dat het minimumloon relatief laag begint en vervolgens ingroeit. Dat is een belangrijke reden waarom jonge mensen in Nederland snel een kans krijgen op de arbeidsmarkt. Ook wij hebben een veel te hoge jeugdwerkloosheid, maar mede door een aantal specifieke arbeidsmarktomstandigheden behoort die nog steeds tot de drie laagste van Europa. Ik heb dit vorige week ook naar voren gebracht tijdens de top. Het bedrag van 6 miljard, oplopend tot 8 miljard, dat wordt uitgetrokken voor landen met meer dan 25% jeugdwerkloosheid en allerlei jeugdwerkgarantieplannen zal zeker enig effect hebben, maar het kan pas duurzaam tot iets leiden als ook de arbeidsmarkten worden hervormd.
De landenspecifieke aanbevelingen zijn bekrachtigd. Nederland zal zich houden aan de vier aanbevelingen. Zoals bekend is, zijn twee aanbevelingen aangepast. Dat betekent dat Nederland niet sneller hoeft te hervormen en geen nadere maatregelen hoeft te nemen in de sfeer van de hypotheekrenteaftrek. Nederland behoort tot de landen met de minste aanbevelingen. Dat is een groot compliment voor wat wij in Nederland aan het doen zijn. Ik meen zelfs te kunnen stellen dat Nederland het beste uit een vergelijking tussen alle 27 lidstaten komt. Frankrijk heeft geen bijzondere bijdrage aan de discussie geleverd en heeft dus ook niet gezegd zich niet aan de aanbevelingen te zullen houden.
Op deze top ten aanzien van verdere versterking van de EMU is ook gesproken over de voorstellen van Van Rompuy. Die zouden tijdens deze top voorliggen in een nadere uitwerking. Zoals bekend, is dat niet het geval. Wij hebben het dan over lidstaatcontracten, de gedachte van een fonds voor de eurozone en een ex-antebeleidscoördinatie. Op dat laatste punt verwachten wij binnenkort nadere voorstellen.
Wat de twee andere punten betreft heb ik naar voren gebracht dat Nederland, zeker ten aanzien van de lidstaatcontracten, wil meedenken. Wij hebben echter naast het Stabiliteits- en Groeipact nog het twopack, het sixpack, het Fiscal Compact, het Compact for Growth and Jobs en de landenspecifieke aanbevelingen uit het Europees semester. Wij zijn van mening dat die pas gaan werken als landen zich gaan houden aan al die afspraken. Als zij dat in onvoldoende mate doen, kunnen wij wel weer een nieuw instrument opzetten maar zal dat niet garanderen dat landen zich dan wel aan die afspraken gaan houden.
Die discussie hebben wij in alle openheid gevoerd. Ik heb laten weten dat Nederland de voorstellen inzake de lidstaatcontracten die later dit jaar komen met welwillendheid zal bekijken, maar wel in deze context. Ik heb ook gezegd dat wij niet kunnen leven met een verdere ophoging van de bijdrage van Nederland aan de Unie ten opzichte van de MFK-plafonds, als dat zo'n fondsje voor de eurozone betreft.
De heer Pechtold (D66):
Mijn vraag in eerste termijn was — ik had gehoopt dat de premier daar iets meer bij stil zou staan, want het was een heel serieuze vraag — hoe men met de landenspecifieke aanbevelingen is omgegaan. In Nederland waren hier heel veel vragen over, zoals de vraag of wij die 3% halen en de vraag of die 6 miljard voldoende is. Eurocommissaris Rehn heeft gezegd dat wij de huizenmarkt sneller moeten hervormen en dat wij niet op onderwijs moeten bezuinigen. Hij heeft heel veel gezegd. Ik zou toch wel graag iets meer willen horen over wat er nu is gebeurd. Het is immers voor Nederland — de premier en ik delen volgens mij het gevoel voor urgentie — van belang om te weten of wij die 3% met 6 miljard halen. Wat als de uiteindelijke cijfers tegenvallen? Moet er dan weer een nieuw pakket komen? Hoe taxeert de premier op dit moment de houding in Brussel ten opzichte Nederland? Ik neem daarbij niet alleen genoegen met de opmerking dat anderen het slechter doen.
Minister Rutte:
Er is geen aanbeveling om te versnellen ten aanzien van de hypotheekrenteaftrek. Die aanbeveling is aangepast. Er is ook geen aanbeveling om onze hervormingen in het algemeen te versnellen. Ook die is aangepast. De discussie hierover was nu beperkt, omdat die uitvoerig is gevoerd door de ministers van Financiën en van Sociale Zaken in eerdere vakraden. In die zin heeft de discussie relatief weinig tijd gekost. Ik heb zelf vooral de link gelegd met de jeugdwerkloosheid. Aanvankelijk stond er: wij nemen de aanbevelingen over. De tekst is veranderd in: wij nemen de aanbevelingen "generally" over. Dat is een tekst die er in eerdere jaren in stond. Ik had eigenlijk de hoop dat wij zo langzamerhand in een stadium zouden zijn waarin wij zouden beslissen om die aanbevelingen gewoon zonder dat afzwakkende "generally" over te nemen. Dat in algemene zin. Over de specifieke Nederlandse positie is in deze Europese Raad verder niet gesproken.
De heer Pechtold (D66):
Dat is een helder antwoord. Ik weet nu dat er niet officieel over is gesproken. Een andere aanbeveling was overigens om niet op onderwijs te bezuinigen. Ik hoor de premier niet zeggen dat die is aangepast. Heeft de premier zelf niet ter tafel gebracht of in de wandelgangen gezegd dat hij ervan uitgaat dat met wat Eurocommissaris Rehn hier nu heeft neergelegd en het plan waarmee het kabinet nu richting augustus gaat, er geen verrassingen meer komen uit Brussel?
Minister Rutte:
Die discussie hebben wij natuurlijk vorige week gevoerd in het debat over de aanbevelingen van Eurocommissaris Rehn in het Stabiliteits- en Groeipact. Toen heb ik verteld dat de aanbevelingen door Nederland zo worden gelezen, ook na zijn toelichting, dat als Nederland die 6 miljard structureel invult en de overheidsfinanciën toch verder verslechteren, Brussel ons zal houden aan die 6 miljard. Dan moeten die 6 miljard echter wel structureel zijn ingevuld.
Ik heb ten aanzien van de Europese Investeringsbank, met andere collega's, het belang van de triple-A naar voren gebracht. Er is overigens geen sprake van dat Nederland niet geïnteresseerd is in geld van de Europese Investeringsbank of dat wij gezegd zouden hebben dat het naar Zuid-Europa moet. Dat is pertinent onjuist. Ook Nederland wil het fair share hebben uit de EIB. Dan moeten wij overigens wel met projecten komen. De EIB heeft in 2012 voor 1,2 miljard aan financiering verstrekt in Nederland, waarvan 620 miljoen voor het mbk. Dat loopt in Nederland voornamelijk via de commerciële banken. Daarnaast werkt de EIB samen met Nederland op het terrein van innovatie mkb zoals bij het Innovatiefonds MKB+. Op dit punt is een duidelijke interesse te zien in financiering van de EIB. Het belangrijke punt van de triple-A is heel helder gemaakt, heel duidelijk. Het is ook in de conclusies verder aangescherpt ten opzichte van de versie die voorlag, de ambassadeursversie waarmee wij de raad ingingen. Die eerdere versies zijn inmiddels bekend dankzij de heer Omtzigt. Je kunt die discussie dus bijna helemaal met track changes volgen. Dan zie je dat de conclusies echt verder zijn aangescherpt, omdat er in de Europese Raad breed steun was voor de gedachte dat de EIB zijn triple-A-rating niet moet verliezen in de zoektocht naar een verdere optimalisatie van de inzet van het eigen vermogen. Dat steunen wij namelijk op zichzelf, als het maar niet ten koste gaat van die triple-A-rating. Dat zou de bank namelijk ook minder interessant maken voor landen als Nederland omdat Nederland een relatief lage rente betaalt op de kapitaalmarkten.
Wat de heer Servaes zegt over de bankenunie, kan ik bevestigen. De afspraak is gemaakt dat herkapitalisatie via het ESM, mocht daar voor 2018 sprake van zijn, zal gebeuren onder de voorwaarden die vorige week op de Ecofin zijn afgesproken inzake het Recovery and Resolution Directive (RRD). Wat de heer Buma daarover stelt in het Algemeen Dagblad vandaag, is dus onjuist. De regels voor directe ESM-steun gelden meteen zodra het instrument zal worden ingezet. Die zorgen er ook voor dat aandeelhouders, obligatiehouders en de bankensector als eerste aan de lat staan. De Kamer kent die hele interventiereeks. Dat is het compromis dat vorige week donderdag is bereikt op de Ecofin. Hij gaat pas in vanaf 2018 om allerlei redenen, maar dat raakt dus niet aan het directeherkapitalisatie-instrument.
Mocht het daarnaast in het kader van de asset quality review test, die op banken gaat plaatsvinden, noodzakelijk zijn bij landen om een beroep te doen op externe steun, dan geldt ook dat men pas toegang heeft tot het directeherkapitalisatie-instrument als aan al die voorwaarden is voldaan die in de opsomming staan van het concept-RRD. Bovendien moet dan in eerste instantie uiteraard een beroep worden gedaan op een normaal ESM-programma en niet op een directherkapitalisatieprogramma.
De voorzitter:
Mijnheer Buma, dank voor uw geduld. Gaat uw gang.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Wat is de reden dat de minister-president ermee akkoord is gegaan dat de richtlijn pas in 2018 ingaat, terwijl de richtlijn ook in 2014 zou kunnen ingaan?
Minister Rutte:
Die heeft niet zo veel functie in 2014, want wij zullen eerst een paar andere dingen moeten doen. Wij moeten het eerst eens worden over het Single Supervisory Mechanism (SSM). In oktober van dit jaar komt het voorstel van de Commissie over het Single Resolution Mechanism (SRM). Het RRD wordt pas later relevant, maar het is nu belangrijk omdat de conclusies van de eurozonetop van donderdag twee weken geleden verwezen naar de interventieladder die in het RRD zou komen te staan. Daarom is het heel goed dat er op de Ecofin een akkoord is bereikt, maar het eerder van start laten gaan van het RRD heeft geen enkel effect op het van toepassing laten verklaren van de directeherkapitalisatieregels via het ESM. Dus op dat punt moet ik het AD-artikel tegenspreken.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Maar de afspraken over die invulling moeten nog worden gemaakt, terwijl in de brief die het kabinet in 2012 aan de Kamer heeft gestuurd, als voorwaarde voor directe herkapitalisatie het ingaan van die richtlijn is opgenomen. Dus in 2012 — daar verwees ik ook naar in mijn motie vorige week — is gezegd: eerst de richtlijn, dan directe herkapitalisatie. Daar zei de minister-president woensdag nog van: dat is een goed idee. Ik weet niet meer precies welke woorden hij gebruikte. Maar nu zegt hij: dat heb ik nooit bedoeld, want die richtlijn kan helemaal niet ingaan. Dan had hij dat vorige week moeten zeggen.
Minister Rutte:
Ik weet niet precies wat de heer Buma wil. Hij wil volgens mij dat de afspraken die vorige week in de Ecofin zijn gemaakt over wanneer directe herkapitalisatie aan de orde kan zijn — dat kan overigens pas bij fase 3 van een interventie bij banken — meteen gelden. Het antwoord is: die gelden meteen. Dus ik weet niet wat de heer Buma nog meer wil.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Dat zeg ik net.
De voorzitter:
Vraag nummer drie is dit, hè?
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Ik wil mijn vraag wel even stellen, voorzitter.
De minister-president heeft in zijn brief van 2012 gesteld: eerst de richtlijn in laten gaan, dan herkapitalisatie. Nu moeten wij afwachten wat voor traject er in de tussentijd wordt ingegaan in de discussie tussen de landen en de Europese Commissie, terwijl het met die richtlijn helder is. En ik blijf zeggen: het ESM is niet zomaar iets. Daar zit 60 miljard in. Dat moet niet gaan naar banken die daarmee bestaande problemen alsnog proberen af te wentelen op de Europese belastingbetaler.
Minister Rutte:
Nogmaals, directe herkapitalisatie is direct geldig. In de hele opbouw naar de bankenunie met SSM, SRM en RRD zijn constant wijzigingen aan de gang. Dat vind ik ook helemaal niet erg. Dat is logisch, want wij doen het stap voor stap. Het is van belang dat Nederland bereid was om onder zeer strenge voorwaarden na te denken over directe herkapitalisatie van banken. Die voorwaarden zijn aanzienlijk aangescherpt sinds de eurozonetop van vorig jaar 28 en 29 juni. Die zijn ook aanzienlijk aangescherpt in het akkoord van de Ecofin. Ze voldoen ook aan alle randvoorwaarden die Nederland daaraan stelt. Het is buitengewoon moeilijk om dat instrument te bereiken. Die aanpak is meteen vanaf morgen geldig. Nogmaals, ik las het stuk in het Algemeen Dagblad vanmorgen ook, maar volgens mij is deze zorg niet gerechtvaardigd.
De heer Tony van Dijck (PVV):
De minister-president moet gewoon eerlijk zijn over zijn eerste aanvliegroute om banken uit het ESM direct te herkapitaliseren. Die was namelijk ingegeven door het feit dat banken een gelijke startpositie moeten hebben. De balansen moeten dus eerst opgeschoond en er mogen geen oude schulden op het bordje van de belastingbetaler worden geschoven. Dat was altijd het betoog van de minister-president. Nu blijkt een bank na de stresstesten gewoon 10 miljard nodig te hebben. Neem Cyprus. Natuurlijk kijk je dan naar de aandeelhouders, maar bij hen is niets te halen, en bij de obligatiehouders ook niet. Je komt dan uit bij het ESM. Cyprus is precies zo'n voorbeeld. Als we het traject van de minister-president na een stresstest doorlopen hadden, was het ESM voor 10 miljard aangesproken. Dat is dan 10 miljard aan belastinggeld. Dat is niet de afspraak. De minister-president zei namelijk: gelijke startpositie en geen oude schulden.
Minister Rutte:
Nee, het is precies andersom. Het goede nieuws bij alle ellende uit Cyprus is dat Cyprus inmiddels heeft geleid tot consensus in Europa over de noodzaak om eerst alle andere instrumenten in te zetten. Dat is echt een voortgang ten opzichte van de conclusies van de eurozonetop van vorig jaar juni waar wij voor het eerst spraken over de mogelijkheid van directe herkapitalisatie uit het ESM. Dat vind ik echt grote winst. Het betekent dat het directeherkapitalisatie-instrument buitengewoon lastig te bereiken is. Dat moet ook, want het moet echt een last resort zijn. Daarvoor geldt bovendien dat het met unanimiteit moet gebeuren. Als het ooit zover zou komen, kan Nederland de inzet van het instrument van directe recap altijd tegenhouden, als het meent dat niet aan alle eisen en afspraken is voldaan. Ik meen werkelijk dat wij de zaak nu veel zwaarder toetsen dan een jaar geleden nog leek. Dat vind ik echt de verdienste van de bijvangst van alle ellende van Cyprus in combinatie met de goede onderhandelingen in de Ecofin van vorige week woensdag.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Dat is niet waar, want in Cyprus hebben wij namelijk de maximale bail-in toegepast. De bail-in van Cyprus gaat nog veel verder dan nu wordt voorgesteld in de brief. Met andere woorden, als wij de bail-in van de brief zouden hanteren, was de belastingbetaler niet voor 10 miljard het haasje geweest, maar voor nog veel meer. Vindt de minister-president dat er 10 miljard belastinggeld uit het ESM moet worden overgemaakt rechtstreeks aan de banken, niet via de hoofdstad, zoals hij vorig jaar nog vond, maar rechtstreeks aan de banken? Is dat nu zijn nieuwe mening? Vindt hij het terecht dat de Nederlandse belastingbetaler opdraait voor ellende in Zuid-Europa?
Minister Rutte:
Ik heb geen voorstellen in die richting.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Voorzitter, ik stel een concrete vraag!
De voorzitter:
Nee, nee, nee, even rustig, mijnheer Van Dijck. U hebt een vraag gesteld en ik heb de premier een heel duidelijk antwoord horen geven. Hij zei dat hij dat niet van plan is. Volgens mij is dat een antwoord.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Nee, dat zei hij niet!
Minister Rutte:
Nee, voorzitter, in alle redelijkheid: mijn antwoord was dat ik geen voorstellen ken die de vraag van de heer Van Dijck substantiëren. Ik kan zijn vraag dus niet beantwoorden. Dat is mijn antwoord.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Maar mijn vraag is toch heel concreet? Ik vind het niet terecht dat er 10 miljard naar Cyprus is gegaan, niet via de hoofdstad, maar rechtstreeks vanuit het ESM. Dat is namelijk vanaf volgend jaar het geval. Vindt de premier dat terecht?
Minister Rutte:
Cyprus krijgt in het programma dat het krijgt volle beleidsconditionaliteiten. Ik weet dus echt niet waar de heer Van Dijck zich zo over opwindt.
De voorzitter:
Nee, mijnheer Van Dijck, u hebt gelukkig nog een tweede termijn.
Minister Rutte:
Naar ik meen de heer Van Bommel heeft een vraag gesteld over de verdere opbouw. Misschien hebben anderen die vraag ook gesteld. Wij zijn voor een stap-voor-stapbenadering bij de totstandkoming van de bankenunie. Het Europees toezichtsmechanisme staat nu in de steigers. Er is een akkoord over de resolutierichtlijn en over een instrument voor directe herkapitalisatie. Dat zijn voor Nederland belangrijke instrumenten. De belangrijke voorwaarden en randvoorwaarden zijn binnengehaald, inclusief een verzekering van de strikte bail-in en de unanimiteit bij de inzet van het instrument. Later dit jaar wordt verwacht dat de Commissie met voorstellen komt voor het Single Resolution Mechanism. Wij hebben natuurlijk het Single Supervisory Mechanism. Ik verwacht dat die zaken later dit jaar zullen leiden tot nadere besluitvorming in de Ecofin en de Europese Raad.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
De minister-president zegt dat de bail-in is geregeld. Kan hij concreet aangeven waar anders dan in de richtlijn alle vereisten staan die vanaf heden al zijn ingegaan?
Minister Rutte:
In het besluit van de eurogroep van vorige week donderdag. Toen is besloten dat de bail-involgorde die in de RRD in concept zou worden opgenomen, zal gelden mocht de direct recap nodig zijn voor 2018.
Morgen zal het Europees Parlement plenair stemmen over het Meerjarig Financieel Kader. Het is wel waar dat het formele besluit wordt genomen na de zomer. Dat heeft te maken met procedurele redenen. Het akkoord moet eerst nog worden omgezet in de juridische tekst en de benodigde vertalingen; ziedaar hoe we elkaar aan het werk houden.
Ik kom bij de vraag over flexibiliteit. Ik wijs erop dat de plafonds fors lager zijn, namelijk 34 miljard lager dan in de vorige periode. Het is waar, geef ik helaas toe aan de heer Pechtold, dat de digitale agenda van mevrouw Kroes op dit moment niet verder is opgehoogd. Dat lijkt mij ook een zaak tussen de parlementaire fracties. Het is misschien flauw om te zeggen, maar het is ook een beetje een zaak van parlementen onderling. Het Nederlandse parlement is er niet in geslaagd om het Europees Parlement daarvan te overtuigen. Daar zou het van moeten komen, want het zat niet in het aanvankelijke besluit van de Europese Raad, zoals de heer Pechtold toen al opmerkte en waarover de regering al zei dat als er voorstellen zouden komen, zij die welwillend zou bekijken. Uiteindelijk hebben de onderhandeling tussen Europees Parlement en Raad niet geleid tot de ophoging van het budget.
De heer Pechtold (D66):
Hierover hebben we in het debat gesproken en een motie ingediend. We waren het als regering en parlement eens. Wat heeft de Nederlandse regering gedaan? Het is dan wel niet "onze" Commissaris, maar het is wel belangrijk dat we daar iemand hebben op een heel belangrijke agenda en dat diegene ook wat te doen heeft. Het terugbrengen van een budget van 9 miljard naar 1 miljard betekent dat mevrouw Kroes eigenlijk niks meer te doen heeft.
Minister Rutte:
In het licht van de motie heb ik gezegd dat wij, als de onderhandelingen tussen het Europees Parlement en de Raad en vooral de tijdelijk voorzitter Ierland zouden leiden tot een ophoging van het budget, daarmee zonder meer zouden instemmen. Ik heb er ook bij gezegd dat het ook een zaak zal zijn van de Nederlandse fracties richting de Europese fracties. De Europese Raad had het ei gelegd. Daar zat het ene miljard in. Ik kon op dat moment, zoals ik in het debat heb gezegd naar aanleiding van die motie, niet zomaar afstand nemen van het Raadsbesluit. Ik heb dat immers zelf gesteund. Het is helaas zo dat het Europees Parlement zich kennelijk hier niet sterk voor heeft gemaakt. Zou het gebeurd zijn of zou het ingebracht zijn, dan was onze instructie aan onze Brusselse vertegenwoordigers om dat onmiddellijk welwillend te omarmen. Wij konden er echter niet actief voor gaan lobbyen. Dat heb ik ook vorige keer gezegd. Dan zou ik in strijd lobbyen met het ook door Nederland gesteunde besluit van de Europese Raad van februari.
De heer Pechtold (D66):
Dat is dan in alle communicatie wel een pijnlijke constatering. Ik zou graag van het kabinet — misschien nu niet van de minister-president maar op een later moment van de minister van Buitenlandse Zaken — willen horen hoe we aankijken tegen de belangrijke portefeuille van Commissaris Kroes. Het stelt mij zeer teleur. Ik kan mij niet voorstellen dat wanneer het de Fransen of de Duitsers was overkomen, zij hadden gezegd: nou ja, als de fracties het niet zelf inbrengen dan is het nu eenmaal zo. Volgens mij zijn zij voor, achter, boven en onder de schermen heel hard bezig om hun eigen belangen altijd te verdedigen. We kunnen op dit moment niks verder doen. Ziet de minister-president zeg maar halverwege de periode of wat dan ook nog een mogelijkheid om deze portefeuille op z'n minst weer in de belangstelling te krijgen?
Minister Rutte:
Ja, daar liggen mogelijkheden omdat er besloten is tot een tussentijdse review. Verder wijs ik er wel op dat de ophoging van het budget niet alleen zou leiden tot extra innovatie maar ook tot het aanleggen van allerlei zaken die we in Nederland al zelf hadden betaald. Daar hebben we het toen ook over gehad. Uiteraard is de ophoging, als die zou plaatsvinden, per saldo positief. Kroes is op dit moment bezig met een heel wetgevingspakket, dat naar verwachting in september of oktober in de Commissie komt en daarna snel in de Raad en het Parlement. Zij zet in haar portefeuille grote stappen die kunnen leiden tot extra economische groei en waarvoor op dit moment geen extra geld nodig is, althans waarbij het vooral van belang is dat de wetgeving er goed doorheen komt. Nederland steunt dat allemaal van harte omdat wij ook de extra economische groeimogelijkheden zien die samenhangen met deze portefeuille.
Voorzitter. Er is gevraagd waar de flexibiliteit uit bestaat. Daarop heb ik al geantwoord in mijn vorige antwoord. Daar laat ik het even bij.
De heer Servaes sprak over de sociale agenda van Europa. Daarover verwachten we in het najaar voorstellen van de Commissie. De EU heeft op werkgelegenheidsterrein en op sociaal terrein al een aantal indicatoren: de employment performance monitor en de social protection performance monitor. Het is prima als het scorebord vooral wordt gebaseerd op deze bestaande instrumenten in het kader van het Europees semester en als dat ertoe leidt dat het proces van coördinatie en uitwisseling van best practices wordt versterkt. Dit is een van de vier pijlers onder de versterking van de Europese Economische en Monetaire Unie. Reeds bestaande discussies over hervormingen op het niveau van de lidstaten kunnen dan leiden tot politieke en meer zichtbare conclusies op Europees niveau. Dat kan weer leiden tot sterkere prikkels voor lidstaten ter verbetering van hun sociaaleconomische beleid. In die zin wordt nu langs allerlei kanalen gewerkt om dit verder in te vullen.
Er zijn ook vragen gesteld over Kroatië. Als Europese lidstaat valt Kroatië onder het reguliere EU-anticorruptieregime. In juli 2011 is een periodiek monitoringssysteem op het terrein van corruptie opgezet. Daarmee wordt gemonitord hoe lidstaten de strijd tegen corruptie aanpakken. Ook zullen hierin aanbevelingen per lidstaat worden opgenomen. Deze zomer komt in dit kader het eerste EU-anticorruptierapport uit. Kroatië is daarin opgenomen. Er is al een aantal EU-instrumenten tegen corruptie. Kroatië heeft die allemaal moeten overnemen en implementeren in de nationale wetgeving, voorafgaand aan de toetreding.
De heer Van Bommel vroeg naar de investeringsclausule. Daar zijn nog geen voorstellen voor geweest. Nederland is bovendien terughoudend ten aanzien van dergelijke voorstellen. Wij menen dat uitzonderingen leiden tot verzwakking van de begrotingsdiscipline. Dat hebben we vorige week even aan snee gehad in het debat over de aanbevelingen van het Stabiliteits- en Groeipact. Begrotingsregels vormen ook in budgettair moeilijke tijden een anker. Daar willen wij graag aan vasthouden.
De heer Madlener (PVV):
Nog even over Kroatië: ik maakte een vergelijking met Bulgarije en Roemenië. Kroatië is zeer corrupt, veel corrupter dan het gemiddelde in Europa en véél corrupter dan Nederland. Er is dan bovendien sprake van een enorme werkloosheid en van economische krimp. Kroatië is ook veel armer dan het gemiddelde in Europa. Vindt u het nu werkelijk slim om Kroatië toch toe te laten?
Minister Rutte:
De EU is een vereniging die nieuwe leden toelaat als zij aan de eisen voldoen. Er geldt ook een zeer zorgvuldig proces, zeker na de toetreding van een aantal landen in het verleden waarvan we in ieder geval "anecdotal" met elkaar hebben gezegd dat die misschien te snel is gegaan. Ik meen ook dat we dit met betrekking tot Kroatië zeer zorgvuldig hebben gedaan. Dat betekent niet dat de convergentie helemaal is afgerond. Er zijn natuurlijk nog steeds zorgen. Daarom ben ik heel blij met het systeem dat wij in Europa hebben om die landen op dit punt veel te laten convergeren naar een acceptabel niveau.
De heer Madlener (PVV):
Laat ik de vraag dan anders formuleren. Bent u het met mij eens dat door de toetreding van Kroatië de EU gemiddeld corrupter is geworden, dat er meer werkloosheid is gekomen en dat de EU nog armer is geworden? Bent u het ermee eens dat de bijdrage van Kroatië in negatieve zin bijdraagt aan de gemiddelden?
Minister Rutte:
Ik denk dat Kroatië een van de landen in het voormalige Joegoslavië is die kansrijk zijn voor toekomstige economische groei. Ik ben het eerlijk gezegd dus niet eens met de algemene sfeer die de heer Madlener ten aanzien van Kroatië wil oproepen. Ik zie wel de zorgen die hij heeft ten aanzien van corruptie. Die zorgen poets ik ook niet weg. Ik ben daar uitvoerig op ingegaan. Nederland is een van de lidstaten die er zeer aan hecht dat er op dat vlak geen enkele vorm van largesse wordt vertoond.
De heer Pechtold vroeg mij om een uitvoerige sfeertekening te geven over de subsidiariteit. Ik moet hem helaas teleurstellen, want dat onderwerp stond niet op de agenda. Er is natuurlijk in de marge over gesproken, maar dit was geen Europese Raad, waar ik altijd met de nieuwste Nederlandse voorstellen aan het shoppen ben. Dit doen we iets gestructureerder en geordender. Ik kan wel zeggen dat er niettemin van een aantal lidstaten spontane reacties kwamen, onder andere van Denemarken, Duitsland en eerder al van Zweden en het Verenigd Koninkrijk. Ik heb er ook over gesproken met mijn Italiaanse collega, die hier zeer in geïnteresseerd is en met wie wij hier verder over gaan praten. Mensen zien namelijk dat het tiewrapprincipe — altijd maar aantrekken en het kan nooit losser, zoals de heer Timmermans dat in het vorige debat schetste — zijn langste tijd heeft gehad. Het is veel verstandiger om geregeld een heel nuchtere discussie te voeren over de vraag welke taken je op welk niveau uitvoert. Wij zien erg uit naar de discussie met andere Europese lidstaten.
De minister van Buitenlandse Zaken zal binnenkort bevallen van de brief over de stand van zaken Hongarije in het kader van de discussie die in de Raad van Europa en de OVSE, maar die ook door de Venice Commission in de OVSE en andere is gevoerd. Hij zal daarin ook ingaan op stappen die kunnen worden gezet. Die brief is dus in wording en komt eraan.
Ik meen hiermee alle vragen te hebben beantwoord.
De voorzitter:
Dank u wel. Aan de minister van Buitenlandse Zaken zijn geen vragen gesteld en hij hoeft dus ook niet te antwoorden. De heer Van Bommel heeft nog een vraag.
De heer Van Bommel (SP):
Ik dacht dat de minister van Buitenlandse Zaken misschien dit deel voor zijn rekening zou nemen. Ik heb expliciet gevraagd om een reactie op de veronderstelling van Bondskanselier Merkel dat voor een Europees resolutiemechanisme een verdragswijziging nodig is. President Hollande heeft een verdragswijziging gesuggereerd in verband met de harmonisering van economisch beleid. Hoe ziet de Nederlandse regering dit?
Minister Rutte:
Wij zijn daar niet van overtuigd. Die discussie is gaande. Wij zijn van mening dat ook binnen het bestaande verdrag op dit vlak heel veel mogelijk is. Die discussie is niet afgerond.
Het is goed dat de heer Van Bommel dit punt opbrengt, omdat dit mij de gelegenheid geeft, alsnog antwoord te geven op de vraag hoe onafhankelijk zo'n resolutieorgaan zou moeten zijn. Nederland is voorstander van een onafhankelijk orgaan, dus niet van een samenkomen van bestaande nationale organen, maar van een echt onafhankelijk orgaan. Daarmee willen wij voorkomen dat dit te veel in de politieke besluitvorming wordt getrokken. Nogmaals, wij achten het nog steeds denkbaar dat dit ook zonder verdragswijziging kan. Die discussie wordt echter nog gevoerd.
De heer Van Bommel (SP):
Bondskanselier Merkel is toch niet de eerste de beste op dit punt. Haar inschatting wordt in ieder geval door mijn fractie gedeeld, namelijk dat voor een nieuwe functie een verdragswijziging nodig is. De Franse president geeft uit een heel andere invalshoek aan dat hij een verdragswijziging wenselijk zou vinden. Waar komt de inschatting van de Nederlandse regering vandaan dat een verdragswijziging niet aan de orde is? Ik weet wel dat de minister-president geen verdragswijziging wil, maar als deze grote spelers dat wel willen, kan Nederland nog wel eens aan het kortste eind trekken.
Minister Rutte:
Het zou groot nieuws zijn in de Duitse pers als daar bekend wordt dat de links-socialistische partij in Nederland mevrouw Merkel steunt. Dat lijkt mij echt het einde van de kansen van de SPD in Duitsland bij de verkiezingen van 22 september. Maar goed, laten wij dit geheim houden.
Het gaat op dit punt ook om een inschatting van het Europees verdrag. Wat binnen het verdrag kan, is altijd een ingewikkelde discussie tussen juristen. Wij zijn het niet altijd op alle punten eens met de Duitse Bondskanselier. Vaak wel, maar niet altijd. Ons, mij en Frans Timmermans, zijn geen uitspraken van de heer Hollande op dit punt bekend. Het kan best zijn dat hij die gedaan heeft — ik geloof de heer Van Bommel — maar ik zou ze dan graag willen zien. Het zegt mij niets. Ik dacht dat mevrouw Merkel zich daarover heeft uitgelaten. Ik sluit niet uit dat zij gelijk krijgt, maar wij zijn het op dit moment nog niet eens over die noodzaak.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ik heb nog een vraag over de directe herkapitalisatie. Eén ding zit mij nog niet lekker. Als banken geherkapitaliseerd moeten worden, betekent dit dat banken een tekort hebben aan eigen vermogen. Met andere woorden, bij directe herkapitalisatie is er geen sprake van een lening van het ESM aan de betreffende bank. Kan de minister-president mij vertellen wat het dan wel is wat wij aan die bank geven als het geen lening is?
Minister Rutte:
Dit is heel theoretisch en komt pas aan de orde als alle andere bail-instrumenten, obligatiehouders en senior en junior bonds zijn gestript. Dan moet ook nog het land een skin in the game hebben. Het is dus niet zomaar toegankelijk. Het zou zo werken dat in dat geval de bank direct wordt geherkapitaliseerd, maar dat de lidstaat wel degelijk een programma opgelegd krijgt. Dan wordt er gehandeld alsof de lidstaat een programma krijgt van €1, waarbij dat geld rechtstreeks naar de bank gaat, maar de lidstaat wordt gedwongen om vergaande macro-economische aanpassingen te doen. Waarom is dat? Als het zo ver is dat de lidstaat blijkbaar failliet gaat of omvalt of in ernstige problemen komt wat betreft toegang tot de kapitaalmarkten, dan zou de geprefereerde route zijn om dat te doen via het ESM voor de lidstaat. Die lidstaat krijgt een heel zwaar programma en wil daar op een gegeven moment vanaf en heeft er alle belang bij dat het probleem wordt opgelost. Verder worden er strikte afspraken gemaakt met de banken over terugbetaling van die lening.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Het gaat om die laatste woorden: terugbetaling van die lening. Het is namelijk geen lening. De lidstaat krijgt misschien een lening van €1 maar aan de banken wordt geld verstrekt dat telt als eigen vermogen. Dat telt niet als een lening, dus de garantie op terugbetaling met herkapitalisatie is heel klein. Door het ESM word je mede-eigenaar van een bank die eigenlijk op omvallen staat. U speculeert dus met ons belastinggeld. U wordt met ons belastinggeld mede-eigenaar van banken die het eigenlijk verdienen om failliet te gaan. Dat is wat u doet met ons belastinggeld. U kunt nu lachen, maar dat is wat u doet en ik wil dat u dat nu bevestigt in alle huiskamers.
Minister Rutte:
Nee, want dat klopt niet. Ik vind de debattechniek van de heer Van Dijck altijd zo interessant. Hij komt met een of twee niet-gesubstantieerde feiten en bouwt er vervolgens tien zinnen retoriek omheen. Dat is wel een interessante manier van debatteren. Ik probeer toch dicht bij de feiten te blijven. Dicht bij de feiten blijvend, sterker nog, de feiten hanterend, dat land krijgt een programma opgelegd, als dat gebeurt, en die bank wordt rechtstreeks geherkapitaliseerd, deels vanuit het ESM, in die situatie. Dat gebeurt natuurlijk niet bij banken die morgen omvallen. Dan doen we dat niet. Daarom heeft Nederland ook bedongen dat er altijd unanimiteit geldt bij dit soort zaken, zodat regering en parlement in Nederland zich een oordeel kunnen vormen over de vraag of dit een verstandig instrument is om in te zetten.
De voorzitter:
Daarmee is een einde gekomen aan de eerste termijn van de zijde van de Kamer. Ik constateer dat we meteen door kunnen gaan met de tweede termijn. De spreektijd is twee minuten, inclusief het voorlezen van eventuele moties.
De heer Van Bommel (SP):
Voorzitter. Ik heb het er maar even bij gepakt. Het is een citaat van president Hollande, die in een bericht op de website EurActiv zegt dat herziening van het EU-verdrag noodzakelijk is om het economisch beleid te harmoniseren en de eurozone compleet te maken. Hij verwijst ook naar een budget voor de sociale dimensie. Bij de Franse president leeft dat dus wel degelijk. Het leeft ook in Duitsland, dus ik denk dat die verdragswijziging echt wel aanstaande is en ik denk dat dit ook beter is. Wanneer je zulke ingrijpende wijzigingen voor Europa voorstelt, moet je dat niet via allerlei kunstmatige constructies binnen de bestaande verdragen proberen te regelen. Een verdragswijziging impliceert natuurlijk ook dat er in sommige landen referenda kunnen worden gehouden. Dat is ook niet mis te verstaan. Referenda zijn wel degelijk zinvol in deze sfeer om steun en draagvlak onder de bevolking van sommige Europese landen te verkrijgen, maar in Nederland doen we dat helaas niet.
De jeugdwerkloosheid was het belangrijkste onderdeel. Als je de conclusies er goed op naleest, zie je dat daarin heel sterk de nadruk wordt gelegd op hervormen van de arbeidsmarkt, maar vooral ook investeren in opleidingen van jongeren. In de conclusies wordt concreet gesproken over het moderniseren van het beroepsonderwijs en de integratie van laagopgeleiden in de arbeidsmarkt. Dat zijn zaken waarop de nadruk moet worden gelegd. Ik vraag dan maar aan de minister-president wat Nederland met die conclusies doet. Investeringen in onderwijs, in stageplaatsen en in de aansluiting op de arbeidsmarkt hebben ook Nederlandse jongeren keihard nodig.
De heer Pechtold (D66):
Voorzitter. Als we dit systeem van vooruit- en terugkijken gaan evalueren, zou wat mij betreft ook op de agenda moeten staan in hoeverre zo'n debat aantrekkelijker wordt dan het verslag dat we op papier al hebben gekregen. Ik zit te wachten op het vertaalbureau, want de premier was vlot met allerlei terminologie, afkortingen en noem maar op, waarvan ik de helft niet begrijp, zeg ik maar eerlijk, en ik loop toch al aardig lang mee op dit terrein. Dat maakt de helderheid er niet groter op. Ik vind dat zo'n debat volgbaar moet zijn en dat een premier die een verslag stuurt van een top, ook gewoon de moeite moet nemen om de Kamer een inkijkje te geven in wat er allemaal nog meer speelde. Dan kan het zin hebben dat we vooruitkijken, dat we meedenken, dat we adviezen geven, dat we piketpalen slaan en die bij terugkomst nog eens bekijken. Het zal het reces wel zijn dat er aankomt, maar ik vond de houding van de premier — laat ik er maar geen doekjes om winden — verre van constructief.
Ik stel vast dat we op dit moment wat betreft die 960 miljard nog voortmodderen en dat we bij de volgende gelegenheid moeten kijken of we Nederlandse thema's in kunnen brengen. Ik ondersteun al datgene wat er is gezegd over jeugdwerkloosheid en het feit dat dit ook een echt hard punt moet worden op de Europese agenda, waarbij ik van harte hoop dat Nederland zijn steentje eraan bijdraagt. Het is echt noodzakelijk dat Europa laat zien dat het op dat punt zijn krachten bewijst.
Ten aanzien van de aanbevelingen van commissaris Rehn ben ik het met de minister-president eens dat we daarover vorige week al van gedachten hebben gewisseld. Ik hoop van harte dat alle aannames, met name de positieve aannames van het Nederlandse kabinet, in het najaar beantwoord worden, want anders hebben we er nog een probleem bij.
De voorzitter:
Ik constateer dat de heer Verheijen van de VVD van het woord afziet. Dan geef ik het woord aan de heer Tony van Dijck, die ook namens de heer Madleners de tweede termijn van de PVV zal benutten.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Voorzitter. Ik kreeg zo-even een beetje een déjà-vugevoel en dat slaat dan terug op de tijd dat we het hadden over het ESM. Toen werd namelijk de belastingbetaler ook van alle kanten misleid; dat is het enige woord dat mij te binnen schiet. De premier wil doen geloven dat de belastingbetaler als laatste aan de beurt is bij het redden van banken. Nou, belastingbetalers, niets is minder waar. Natuurlijk is het zo dat aandeelhouders en obligatiehouders als eerste aan de beurt zijn, maar tegen de tijd dat een bank in de problemen is, is er niet meer veel te halen. We hebben dat gezien bij SNS. We hebben toen precies de interventieladder gehanteerd en uiteindelijk kostte het de Nederlandse belastingbetaler 3,7 miljard om die bank te ondersteunen.
Ik heb verder gevraagd wat er was gebeurd met Cyprus als we de faillissementsladder precies gevolgd hadden zoals nu beschreven. Het is natuurlijk geen concreet voorbeeld maar feit is wel dat bij Cyprus de bail-in veel verderging dan nu wordt voorgesteld. Met andere woorden: ten opzichte van de 10 miljard die we nu kwijt zijn aan Cyprus was het bedrag waarschijnlijk veel hoger geweest als we deze bail-inladder hadden gevolgd.
Het ergste is nog dat de premier niet eerlijk durft te vertellen dat dit belastinggeld dat hij straks gaat gebruiken om bankiers te redden, niet eens leningen zijn. Hij wordt mede-eigenaar van banken in problemen, met ons belastinggeld. Van een lening aan de hoofdstad waar de minister-president vorig jaar voorstander van was, kun je nog zeggen dat het een schuld van land tot land is, waarbij we nog altijd de Club van Parijs hebben als we de heer De Jager mogen geloven. Dit is echter een gift van de belastingbetaler aan de bankiers in de vorm van aandelen. We krijgen er aandelen voor terug, waardoor we mede-eigenaar worden. Het is dan maar te hopen dat die bank niet alsnog omvalt.
De heer Servaes (PvdA):
Voorzitter. Ik dank de regering voor de buitengewoon duidelijke antwoorden. Als er nog een misverstand was over een bail-in en het meebetalen van de private sector, is dat nu uit de wereld. Laat iedereen daar zijn voordeel mee doen.
Dank voor de toezegging om spoedig met een brief over Hongarije te komen. Het onderwerp is de laatste periode wat op de achtergrond geraakt in dit parlement. We hebben er eerder collectief onze zorgen over uitgesproken. Dus ik hoop dat we op basis van die brief met elkaar verder kunnen praten over de manier waarop we met deze situatie maar ook met situaties in andere landen kunnen omgaan.
We hebben de laatste top voor de zomer gehad. Er is nog heel veel te doen. De Staat van de Europese Unie is bepaald niet om over naar huis te schrijven. Ik begrijp ook de zorgen en de boosheid die vele mensen hebben over de manier waarop het er in Europa aan toe gaat maar ik zie wel een paar lichtpuntjes. Ik zie lichtpuntjes waar het gaat om het aanpakken van de banken, het bestrijden van de jeugdwerkloosheid en, ook niet onbelangrijk, het bijstellen van de manier waarop wij de eurocrisis bestrijden. De duidelijke manier waarop nu in de conclusies staat dat we ook en meer naar sociale aspecten zullen kijken, zoals werkloosheid, armoede en grote inkomensverschillen, doet mij deugd. Ik ben blij dat de premier dat nu gewoon onderschrijft. Het zijn lichtpuntjes; we zijn er nog lang niet. Wordt vervolgd na de zomer, zou ik zeggen.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Voorzitter. Het duurde even, maar pas aan het einde van het debat kwam de aap uit de mouw. Er zijn niet sommige afspraken gemaakt door de staatshoofden en regeringsleiders, er zijn niet een paar afspraken gemaakt, maar er is gewoon geen enkele afspraak gemaakt voor de komende vier jaar. Er wordt alleen verwezen naar de conclusies van de eurogroep. Nu moet ik zeggen dat het verschil natuurlijk levensgroot is tussen een richtlijn, die juridisch hard is, en conclusies van de ministers van Financiën van de eurogroep, die gelden tot de volgende vergadering van de ministers van Financiën van de eurogroep. Het is dus nog veel erger dan ik van tevoren zei en van tevoren vreesde.
Laat ik daar maar bij optellen wat er in de conclusies van de eurogroep staat. Ik heb alleen de Engelse tekst. De minister-president zei dat er geen flexibiliteit was. De heer Servaes zei dat ook. Er staat echter: "The scheme also leaves flexibility to the Board of Governors" — dat zijn de ministers van Financiën — "to partially or fully suspend such contribution" — privaat, eigen landen — "by mutual agreement" in de gevallen dat de landen het zelf niet kunnen betalen. In de eerstvolgende eurogroep kan dus gewoon weer worden afgeweken van wat deze eurogroep heeft bepaald.
Dan de terugwerkende kracht, waartegen Nederland altijd zo'n bezwaar had en waarvan we afgelopen week nog zeiden dat we die niet wilden. Daarover staat: "The potential retroactive application of the instrument should be decided on a case-by-case basis and by mutual agreement". Ik begrijp waarom de minister van Financiën van Frankrijk zo ontzettend blij is. Bij de eerstvolgende eurogroep komt hij gewoon weer langs en krijgt hij alsnog zijn zin. Dat willen we niet, want het gaat om heel veel geld.
De bankenunie is goed, maar rechtstreekse herkapitalisatie van het ESM mag alleen onder voorwaarden. Daarom dien ik de volgende motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Nederland steeds stringente voorwaarden heeft gesteld aan directe herkapitalisatie van banken door het ESM om te voorkomen dat de belastingbetaler de rekening betaalt voor het afwikkelen van bestaande en toekomstige problemen bij banken;
verzoekt de regering, niet akkoord te gaan met directe herkapitalisatie van banken via het ESM, voordat de strenge spelregels van de Recovery and Resolution Directive met betrekking tot "bail-in" zijn ingegaan;
verzoekt de regering tevens, niet akkoord te gaan met een regeling die herkapitalisatie uit het ESM met terugwerkende kracht toestaat,
en gaat over tot de orde van de dag.
Minister Rutte:
Voorzitter. Tot de heer Pechtold zeg ik dat ik dacht dat we een mooi debat hadden. De heer Pechtold vond het niet inspirerend genoeg. Nu geven de uitkomsten van de top misschien ook niet direct aanleiding tot heel heftige discussies, omdat het een top was waarop een aantal reeds voorliggende besluiten voorlagen. Ik heb op geen enkele manier de bedoeling gehad om de vragen niet full-fledged te beantwoorden. Ik sta zeer open voor feedback en meestal herken ik die ook van de heer Pechtold, maar dit keer niet. Dat heeft echt niets te maken met de laatste week, want het is juist een heel leuke week. We zijn met mooie dingen bezig, hier in de Kamer en als kabinet. Daar gaat het kabinet de komende weken nog even mee door. Met de Kamer gaan we dan weer verder in augustus. Nogmaals, ik herken de feedback dit keer niet maar sta er altijd wel zeer voor open.
De heer Van Bommel heeft vragen gesteld over Frankrijk. Dat ging niet over de bankenunie, want Hollande zei meer in algemene zin dat je op enig moment waarschijnlijk zult moeten overgaan tot een vorm van verdragswijziging vanwege allerlei institutionele veranderingen in de Unie. Inzake de bankenunie hebben Timmermans en ik het nooit gehoord. De heer Van Bommel heeft echter gelijk dat hij er in algemene zin wel iets over heeft gezegd. Wat het onderwijs betreft is Nederland voorstander van de besluiten die zijn genomen, mits het geld terechtkomt bij landen die ook echt gedwongen worden om dit soort zaken te organiseren, of dat nu gebeurt via de landenspecifieke aanbevelingen of via andere instrumenten. Daarom hechten wij ook zo aan het beleid dat wij hier in Nederland voeren, een beleid van hervorming en van het structureel versterken van de positie van jongeren op de arbeidsmarkt. Wij geloven niet dat het creëren van een groot jeugdwerkgarantieplan de oplossing is voor Nederland, maar dat het van belang is dat wij structureel de economie versterken en dat wij in structurele zin de arbeidsmarkt verbeteren.
Ik ontraad de motie-Van Haersma Buma op stuk nr. 806, om twee redenen. In de eerste plaats is de RRD pas later gereed. Waarom is nu juist het voortschrijdend inzicht van kabinet en Kamer vorig jaar tot stand gekomen dat in heel bijzondere omstandigheden, aan het eind van de rit, de direct recap een instrument moet zijn dat je kunt gebruiken? Dat komt omdat je in een situatie kunt verkeren dat anders een land zodanig in de problemen komt dat dit de hele eurozone in gevaar kan brengen. De koppeling aan de invoeringsdatum van de RRD vind ik onverstandig. Het absoluut onmogelijk maken van retroactiviteit vind ik om dezelfde reden onverstandig. Ik zeg de heer Buma nogmaals het volgende toe. Als dit aan de orde is, is het altijd een besluit dat wij hier gezamenlijk nemen. Nederland zal altijd vasthouden aan de interventieladder die in de RRD staat. Dit betekent dat het moet gaan om levensvatbare banken. Dit zeg ik ook in reactie op een paar andere vragen die hierover in de vorige termijn zijn gesteld.
Tegen de heer Van Dijck zeg ik dat de legacy assets altijd door de lidstaten moeten worden opgelost. Aan alle kanten is dichtgespijkerd dat het direct recap instrument wordt gehanteerd op een manier die voor Nederland in lijn is met de discussie die wij hier vorige week hadden en die wij eerder hebben gevoerd.
De heer Buma en ik hebben hier oprecht geen verschil van mening over. De motie helpt niet, want deze kan ertoe leiden dat in heel bijzondere omstandigheden Nederland nee moet zeggen, terwijl dat voor het voortbestaan van de eurozone op dat specifieke moment buitengewoon gevaarlijk is.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Dan is het wel verbazingwekkend dat de minister-president eenzelfde motie vóór de top toejuicht, maar dat het niet meer mag als ik na de top dezelfde motie indien, waarbij ik meer precies naar de brief verwijs die ik in de vorige motie in zijn algemeenheid al noemde. Als het zo zeker is dat er niet wordt geherkapitaliseerd buiten de richtlijn om, moet de minister gewoon zeggen: die motie accepteer ik, want ik vrees dat het gewoon politieke conclusies per eurotop gaan worden, en dat wil ik niet.
Minister Rutte:
Dat kan niet, want dan moet ik terug naar het parlement. Ik zeg u toe dat Nederland bij het inzetten van het recap-instrument de volgorde hanteert die in de conclusies van de Ecofin over de RRD staan en die hier zijn geaccepteerd, zoals ik uit de eerste termijn van de Kamer begrijp. Wij komen niet met voorstellen om een en ander onder andere voorwaarden te doen.
Tegen de heer Pechtold zeg ik dat de Recovery and Resolution Directive en "bail-in" inhouden dat ook anderen meebetalen. Het gaat niet alleen om extern geld, maar ook om geld vanuit de bank. Anders krijg ik met de voorzitter ruzie over het Engels.
De conclusies van de eurogroep worden omgezet in richtsnoeren die worden voorgelegd aan de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. Ook dat wordt dus geregeld. Dit is zo met de Kamer afgesproken. Het is dus niet zo dat je in een volgende eurogroep kunt zeggen: we besluiten nu weer eens iets anders. Met elkaar besluiten wij er hier over. Wij hebben met elkaar ook de mogelijkheid om het tegen te houden. Laten wij voorkomen dat wij, waar wij met elkaar langs de lijn van voortschrijdend inzicht hebben gezegd dat het instrument in heel bijzondere omstandigheden noodzakelijk kan zijn, de zaak zo dichtsnoeren dat wij een eventueel laatste redmiddel om de eurozone in een heel bijzondere omstandigheid overeind te houden, onmogelijk maken.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Ik denk dat wij het hierover met elkaar oneens blijven. Ik constateer dat de minister van Financiën van Frankrijk heel blij is, want inderdaad staat in de afspraken die nu worden vastgelegd dat er gewoon per geval kan worden afgeweken. Per geval wordt bezien of er nog retroactiviteit zal zijn. Het komt niet eens bij de minister-president, want het blijft bij de eurogroep.
Minister Rutte:
Frankrijk krijgt geen toegang tot het direct recap instrument. Hoe zou dat nu ooit kunnen? Dat is toch helemaal ondenkbaar? Als Frankrijk het al niet meer zelf kan betalen, zal het land gebruik moeten maken van een gewoon ESM-programma. Dan heb je al heel grote problemen. Als Frankrijk als de op één na grootste eurozonelidstaat gebruik moet maken van een normaal ESM-programma, zijn wij al diep in de problemen. Als het zo erg zou zijn dat zelfs gebruikgemaakt moet worden van een direct recap instrument omdat Frankrijk anders richting faillissement zou worden gedreven, hebben wij hier een heel andere discussie met elkaar. Dan praat je fundamenteel over het voortbestaan van de eurozone. Dan praat je echt niet meer over de vraag of er sprake moet zijn van direct recap. Dus een land als Frankrijk krijgt daar helemaal geen toegang toe, tenzij de hele zaak omvalt, maar dan hebben wij echt een andere discussie.
De voorzitter:
Gaat u verder.
Minister Rutte:
Hiermee heb ik, dacht ik, eer gedaan aan de opmerkingen die in tweede termijn zijn gemaakt.
De voorzitter:
Zo te zien is iedereen het daarmee eens.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Over de ingediende motie zal komende donderdagmiddag worden gestemd.
De vergadering wordt van 17.53 uur tot 19.00 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20122013-102-33.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.