3 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, dinsdag aanstaande ook te stemmen over de aangehouden motie-De Jong (32710-XII, nr. 9) en de brief van de vaste commissie voor Europese Zaken inzake het Evaluatie- en toezichtmechanisme Schengen (COM(2011)559) en het Noodmechanisme herinvoering binnengrenstoezicht Schengen (COM(2011)560) (33031, nr. 2).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Voortman.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb een rappel voor twee vragen aangemeld maar ik hoef er uiteindelijk toch maar één te doen, want de andere vraag is vanochtend beantwoord. Ik vraag u om een rappel te doen uitgaan op mijn schriftelijke vraag over het bericht "Groot artsentekort in verpleeghuis", ingezonden op 22 augustus.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Recourt.

De heer Recourt (PvdA):

Voorzitter. Namens mevrouw Dikkers, die ziek is en daarom niet hier kan staan, vraag ik een dertigledendebat aan met de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken over de uitlatingen van eurocommissaris Andries Piebalgs van Ontwikkelingssamenwerking dat de EU in ontwikkelingslanden ongeloofwaardig is. Dat is een dermate serieuze uitspraak van een serieuze partij dat een dertigledendebat gerechtvaardigd is.

Mevrouw Ferrier (CDA):

Voorzitter. Wij kunnen zoveel dertigledendebatten aanvragen als wij willen, maar wij weten uit ervaring dat het nogal lang duurt voordat zij daadwerkelijk op de agenda komen te staan. Ik ben het eens met de stelling dat het over een belangrijk onderwerp gaat. Ik vraag de regering om een reactie hierop naar de Kamer te sturen. In de procedurevergadering kunnen wij dan bepalen of wij die toevoegen aan het wetgevingsoverleg dat voor 21 november gepland staat of daarover een apart algemeen overleg voeren.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. De GroenLinks-fractie steunt het verzoek van de PvdA-fractie.

De heer Driessen (PVV):

Voorzitter. Steun voor het verzoek maar wel graag eerst een brief.

De heer Irrgang (SP):

Voorzitter. Ik kan mij weliets voorstellen bij dit verzoek. Ik wil dat ook best steunen. Ik zie echter ook geen enkel bezwaar tegen behandeling in de commissie. Daarvoor is niet eens een verzoek gedaan, maar daarvoor is volgens mij voldoende steun.

De voorzitter:

Mijnheer Recourt, ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet dus er komt een brief. Iedereen wil graag weten wat het standpunt van de regering is. U hebt voldoende steun voor een dertigledendebat, maar wilt u het besprokene toch overbrengen aan mevrouw Dikkers? Ik zeg heel eerlijk dat ik dan hoop dat zij verstandig is. De komende weken moet in feite alles kunnen weglopen in begrotingsbehandelingen. In een wetgevingsoverleg is er de hele dag de tijd om met de minister te spreken. Daar kunnen wij hier nooit tegenop.

De heer Recourt (PvdA):

Het doel van mijn fractie is om hierover zo snel mogelijk te debatteren. Ik hoor dat de collega's daarmee instemmen. Over de wijze waarop zal mevrouw Dikkers nader komen te spreken.

De voorzitter:

Zullen we dan eerst de brief afwachten? Dan nemen wij nog niets op de lijst op.

Het woord is aan mevrouw Smits. En voor haar geldt hetzelfde.

Mevrouw Smits (SP):

Voorzitter. Natuurlijk. En ik zou hier ook niet staan om een dertigledendebat aan te vragen als niet de Onderwijsraad de noodklok had geluid over de bezuinigingen in het basisonderwijs en de kwaliteit die onder druk staat. Gelet op de grote nood denk ik dat een dertigledendebat op zijn plaats is. Ik doe dit verzoek mede namens de heer Çelik van de PvdA-fractie.

De heer Elias (VVD):

Voorzitter. Mag ik ook een vraag stellen?

De voorzitter:

Als het maar niet over de inhoud gaat.

De heer Elias (VVD):

Nee. Heeft mevrouw Smits het rapport al gelezen?

Mevrouw Smits (SP):

Nee. Ik heb de Onderwijsraad op de radio gehoord en daar schrok ik zo van dat het verzoek om een debat op zijn plek is.

De heer Elias (VVD):

Mijn voorstel is om het rapport eerst te lezen. Er valt bovendien nog zo ongelooflijk veel aan het onderwijs te verbeteren dat geen geld kost dat wij hierover in elk geval geen spoeddebat hoeven te voeren. Dat kan bij de behandeling van de OCW-begroting of op een ander moment in alle rust besproken worden.

De voorzitter:

Spoeddebatten hebben wij ook niet meer.

De heer Elias (VVD):

Een dertigledendebat is dus niet nodig op dit moment.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. De GroenLinks-fractie vertrouwt erop dat de Onderwijsraad niet zo maar de noodklok luidt, dus zij steunt het verzoek van de fracties van de SP en de Partij van de Arbeid.

De heer Beertema (PVV):

Voorzitter. Mijn fractie steunt het verzoek niet. Zij wil eerst eens rustig kennisnemen van het rapport en dan kijken welke acties wij daaraan moeten verbinden.

Mevrouw Ferrier (CDA):

Voorzitter. Het lijkt mij dat daarbij allereerst een kabinetsreactie op het rapport zou horen.

De voorzitter:

Mevrouw Smits, u hebt voldoende steun. U hebt wijze adviezen gekregen van uw collega's.

Mevrouw Smits (SP):

In meer of mindere mate wijs, ja. Het was inderdaad advies. Ik handhaaf echter mijn verzoek om een dertigledendebat.

De voorzitter:

Prima, maar u weet wat ik heb gezegd over de planning.

Mevrouw Smits (SP):

Wij zullen dus kijken of wij dit op een ander moment sneller ter sprake kunnen brengen, maar als dat niet lukt dan praten wij er gewoon hier over.

De voorzitter:

Dan sluit ik niet uit dat het januari wordt; zo eerlijk ben ik ook. Voor die tijd behandelen wij de begroting, dus u zou ook ... Mijnheer Elias, ik zie u bij de interruptiemicrofoon staan. Ik kwam er echter al helemaal uit; ik had al een besluit genomen. Echt waar!

De heer Elias (VVD):

Ik mag u toch ook wat vragen?

De voorzitter:

Natuurlijk. Dat vind ik hartstikke gezellig.

De heer Elias (VVD):

Ik hoor toch goed dat het volgens de planning die er nu ligt, ergens in januari wordt? Dan wordt het sowieso bij de Onderwijsbegroting.

De voorzitter:

Als u dat plenair wilt constateren dan kan dat.

Het woord is aan de heer Harbers.

De heer Harbers (VVD):

Voorzitter. Mede namens de aanwezige financieel woordvoerders doe ik het verzoek om morgen aan het einde van de algemene financiële beschouwingen te stemmen over de voorliggende incidentele suppletoire begrotingswet over het Europees noodfonds. Dan zal de Eerste Kamer in de gelegenheid zijn om deze volgende week te bespreken zodat Nederland niet de hekkensluiter van Europa wordt. De suggestie die ik daarbij doe, is dat het wat ons betreft mogelijk is om de AFB morgen eerder te beginnen, zodat onze 140 collega's niet tot laat in de avond hoeven te blijven.

De voorzitter:

Ik ben van plan om beide verzoeken te honoreren. Dat betekent wel dat ik de financieel woordvoerders allemaal diep in de ogen kijk en zeg dat wij de collega's moeten helpen zodat zij op een redelijke tijd andere verplichtingen kunnen nakomen. Laat ik het zo formuleren. Wij gaan dus ons best doen. Het is goed dat u het meldt, mijnheer Harbers, want het is niet gebruikelijk dat wij stemmen op donderdag. Bij dezen is dat nu aangekondigd, dus alle fracties kunnen er rekening mee houden.

Naar boven