3 Vragenuur

Vragen van het lid Dijsselbloem aan de minister-president, minister van Algemene Zaken over het financieel kader dat de coalitie hanteert bij de onderhandelingen in het Catshuis.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Voorzitter. Er zijn inmiddels acht dagen verstreken sinds de start van het Catshuisberaad. De Kamer – ik denk namelijk dat dit niet alleen voor mijn fractie geldt – is natuurlijk geïnteresseerd in de voortgang daarvan. Er zijn verschillende aanleidingen om daarnaar te vragen. Het eerste belangrijke thema is het financieel kader dat de coalitie en haar gedoogpartner hanteren bij hun onderhandelingen. Daarover verkeren wij nog in volstrekte onzekerheid en inmiddels zijn wij daar meer dan benieuwd naar. Worden er bij de financiële opgave wel of geen uitverdieneffecten betrokken en zo ja, welke? Welk structureel tekort hanteert het kabinet? Sorry, ik bedoel: welk structureel tekort hanteren de coalitie en haar gedoogpartner? Het gaat ook over de groeicijfers waarvan de coalitie uitgaat, zeker voor de periode na 2015. Is er na acht dagen praten ten minste enige overeenstemming over het financiële speelveld waarbinnen deze besprekingen plaatsvinden? Daar gaan wij wel van uit.

Minister Rutte:

Voorzitter. Wij voeren deze gesprekken omdat wij in het regeer- en gedoogakkoord afspraken hebben gemaakt over de vraag bij welke grenswaarden wij ons nader met elkaar moeten beraden op de teruggang van het overheidstekort. Op basis van de laatste cijfers van het Centraal Planbureau is er de noodzaak om die gesprekken te voeren. Over die gesprekken worden verder geen mededelingen gedaan, zoals ik ook vorige week in het vragenuur heb gezegd.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Er worden echter wel mededelingen gedaan. De gedoogpartner heeft aangekondigd dat ook immigratie en integratie onderdeel moeten zijn van de besprekingen. Ik stel vast dat er na acht dagen nog geen overeenstemming is over de vraag wat nu eigenlijk het financiële speelveld is. Wat zijn de financiële opgaven waarvoor het kabinet zich gesteld ziet? Er is blijkbaar wel gesproken over immigratie en integratie. Klopt het dat de eerste week van de onderhandelingen vooral is besteed aan het spreken over een geheel andere opgave dan de recessie waarin wij terechtkomen, de werkgelegenheid die onderuitzakt en de economische groei waar het niet goed mee gaat? Heeft de minister-president ook over deze onderwerpen gesproken? Laat hij zich opnieuw gijzelen door de PVV? Laat hij zich afleiden van de opgave waarvoor wij werkelijk staan?

Minister Rutte:

Ik laat de conclusies die de heer Dijsselbloem op basis van mijn korte antwoord meent te kunnen trekken over de stand van zaken van het financiële kader geheel aan hem. Ik meen dat die conclusie niet uit mijn antwoord te destilleren is. Verder doen wij geen mededelingen over de gesprekken die gaande zijn. Wij hopen de Kamer zo snel mogelijk te berichten over de uitkomsten.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

De eerste conclusie was dat er na acht dagen nog niet eens overeenstemming is over het financiële speelveld waarbinnen de onderhandelingen zich afspelen. De tweede conclusie is dat de tijd waarschijnlijk is verdaan met praten over aanscherping op het gebied van immigratie. De partner moet ook wat van tevoren hebben. Nu rest mij nog de volgende vraag. Begin februari meldde De Telegraaf dat er al een groslijst van bezuinigingen was ter waarde van 15 mld. Collega Slob heeft daar toen naar gevraagd en de minister-president heeft destijds gezegd dat dit allemaal prematuur was en dat de heer Slob die lijst niet kon krijgen. Ik herhaal het verzoek van toen. Mag de Kamer de gehele groslijst van bezuinigingsopties ook ontvangen? Verder stond vorige week in De Telegraaf dat er honderden vragen over gevolgen, opbrengsten en varianten van bezuinigingsopties zijn voorgelegd en door het ministerie van Financiën zijn beantwoord. Wat mij betreft geldt ook hiervoor dat de Kamer al die opties gewoon moet krijgen, zodat de Kamer weet wat de opgaven en de mogelijkheden zijn. Kunnen wij ook die lijst van antwoorden ontvangen?

Minister Rutte:

De heer Dijsselbloem ontwikkelt zich steeds meer tot een politiek commentator die op basis van antwoorden tot conclusies komt die niet uit die antwoorden zijn te destilleren. Ik laat de conclusies dus geheel voor zijn rekening. Bovendien adviseer ik hem om de rolverandering naar het politiek commentatorschap opnieuw te bekijken. Verder geldt dat wij de Kamer na de onderhandelingen zullen informeren.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Ik maak bezwaar hiertegen. Ik vroeg naar feitelijke informatie die beschikbaar is, tenzij die volgens de minister-president niet bestaat. Als die feitelijke informatie wel voorhanden is, vind ik dat de Kamer daar gewoon over moet kunnen beschikken. De andere fracties in de Kamer moeten namelijk ook hun werk kunnen verrichten en zich kunnen voorbereiden op de debatten die wij later zullen voeren.

Minister Rutte:

Het kabinet beraadt zich op basis van de ramingen van het Centraal Planbureau over de wijze waarop het zal omgaan met het verslechterde beeld van de overheidsfinanciën. De eventuele stukken die daarvoor als input worden gebruikt, worden niet tussentijds aan de Kamer aangeboden.

Mevrouw Sap (GroenLinks):

Allereerst steun ik het verzoek van de heer Dijsselbloem om de Kamer te voorzien van de feitelijke informatie, als die beschikbaar is. Dat is echter niet het punt waar het mij nu om gaat. De premier benadrukt nogmaals dat hij geen mededelingen doet over de onderhandelingen, maar anderen doen dit wel en dat zijn niet de minsten. Mevrouw Peetoom, de partijvoorzitter van het CDA, laat in een debat weten dat er niet gesproken kan worden over immateriële zaken. Zij neemt dat later weer terug en daardoor ontstaat een heleboel onrust. De premier is de enige die deze onrust kan wegnemen. Mijn vraag aan de premier is dus: wat wordt daar nu besproken? Gaat het bij die onderhandelingen puur om financiële zaken of wordt er ook over allerlei immateriële zaken gesproken?

Minister Rutte:

Zodra de onderhandelingen zijn afgerond, zullen wij de Kamer zo snel mogelijk informeren over de uitkomsten.

De heer Koolmees (D66):

Ik probeer het toch nog even. In het regeer- en gedoogakkoord staat een doelstelling van 0,9% voor het saldo in 2015. Vorige week hebben wij de cijfers van het Centraal Planbureau gekregen. Daaruit blijkt een tekort van 3,3%. Dat zou betekenen dat er voor 2015 15 mld. gevonden moet worden om te voldoen aan de afspraken in het regeer- en gedoogakkoord. Zit ik hiermee in de buurt?

Minister Rutte:

Het kabinet is geconfronteerd met cijfers van het Centraal Planbureau die een verslechtering laten zien van het saldopad langs hetwelk wij het overheidstekort willen terugdringen. Bij de start hebben de partijen afgesproken dat zij zich zullen beraden op een antwoord, als dit gebeurt. Wij zijn nu bezig met het formuleren van dat antwoord. Ik zal de Kamer zo snel mogelijk na afronding van deze gesprekken informeren.

Naar boven