2 Vragenuur

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Paulus Jansen aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over gezondheidsproblemen door ventilatieproblemen.

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van harte welkom.

De heer Paulus Jansen (SP):

Voorzitter. Mechanische ventilatiesystemen in woningen deugen voor geen meter. Veel mensen worden hier letterlijk en figuurlijk ziek van. Dat was afgelopen zondag de boodschap van Brandpunt. Dit was echter geen nieuws. Ruim drie jaar geleden, op 3 april 2008, debatteerde de Kamer naar aanleiding van een uitzending van ZEMBLA met toenmalig minister Vogelaar over precies hetzelfde onderwerp. Ook toen lag er al een praktijkonderzoek van een aantal adviesbureaus die concludeerden dat de ventilatiekwaliteit bij de meeste woningen, nieuwe en oude, niet voldoet aan de wettelijke eisen. Minister Vogelaar zei destijds toe dat de ramen van woningen met mechanische ventilatie weer open moeten kunnen, maar daar bleef het bij. Andere voorstellen van de SP-fractie werden destijds naar de prullenbak verwezen, omdat het toenmalige kabinet vond dat bouwbedrijven zelf verantwoordelijk zijn voor het verbeteren van de kwaliteit. Dat zijn ze ook, maar wat doen we als bouwbedrijven die verantwoordelijkheid ontduiken?

Als dit kabinet zijn publieke taak serieus neemt, is de oplossing van de slechte kwaliteit van woninginstallaties helemaal niet zo ingewikkeld. De SP-fractie heeft hier drie jaar geleden al drie voorstellen voor gedaan. Voer ten eerste een wettelijk verplichte opleveringskeuring in. Voer ten tweede een wettelijk verplichte verzekerde garantie in. Voer ten derde een apk in voor de installaties van bestaande woningen die vergelijkbaar is met de apk voor auto's. Dit kost slechts € 1,50 per woning per maand. Bovendien lost dit het probleem voor de bestaande woningen ook op.

Waarom volgt de staatssecretaris deze drie verstandige suggesties niet alsnog op? Waarom regelt de minister van Binnenlandse Zaken dit soort elementaire kwaliteitseisen niet bij de komende herziening van het Bouwbesluit? Waarom verbaast de staatssecretaris zich erover dat de ventilatiekwaliteit nog steeds belabberd is, terwijl het kabinet de afgelopen jaren niets gedaan heeft? Waarom vertrouwt hij er nog steeds op dat bouwbedrijven dit probleem zonder enige vorm van wetgeving en controle zelf gaan oplossen?

Staatssecretaris Atsma:

Voorzitter. Terecht snijdt de heer Jansen de ventilatieproblematiek in een groot aantal huizen aan die afgelopen zondag in een tv-uitzending naar voren werd gebracht. Ook ik heb daar kennis van genomen. Bovendien heb ik kennisgenomen van wat hier de voorgaande jaren over is gezegd, geschreven en gedaan. Ik ben erg blij dat door zowel het vorige als het huidige kabinet stappen zijn gezet die ertoe moeten leiden dat er concreet iets wordt gedaan aan de problemen die op een dusdanige schaal voorkomen dat het volstrekt onacceptabel is. Dat kan ik in alle helderheid zeggen. Ik ben dit met de heer Jansen eens. Je kunt de ogen niet sluiten als je spreekt over zulke grote contingenten woningen waarmee problemen zijn. Dat geldt voor iedereen die een verantwoordelijkheid heeft in de keten.

In die keten heeft de overheid ook een rol. De heer Jansen suggereert dat de overheid de afgelopen jaren te weinig heeft gedaan. Ik kan misschien zeggen dat er meer gedaan had kunnen worden, maar de stelling dat er niets is gedaan vind ik niet terecht. We hebben in de afgelopen jaren enkele onderzoeken laten verrichten, zowel naar de technische kant van de zaak als naar de gezondheidsklachten. We hebben bekeken of er een causaal verband is tussen het plaatsen van deze ventilatiesystemen en de gezondheidsklachten. Dat onderzoek is door het RIVM uitgevoerd. Op basis van dit RIVM-onderzoek en het BBA-onderzoek naar de ventilatiesystemen hebben we geconcludeerd dat er een verdieping van het onderzoek moet plaatsvinden. Daarover heb ik de Kamer ook gerapporteerd. Het geconstateerde heeft deels ook al tot acties geleid. Een van de belangrijke acties – de heer Jansen wees daar al op – is het voornemen om het Bouwbesluit aan te passen. Mijn voorgangster, mevrouw Vogelaar, heeft dat enkele jaren geleden aangekondigd en per 1 januari 2012 zal het daadwerkelijk effectief worden. Dat is een belangrijke stap.

De voorzitter:

Mijnheer de staatssecretaris, uw twee minuten zijn om.

De heer Paulus Jansen (SP):

Ik hoop dat de staatssecretaris in zijn tweede termijn wel antwoord zal geven op de drie suggesties die ik nog een keer heb gedaan. Die suggesties heb ik de afgelopen jaren overigens misschien al wel vijf keer gedaan bij zijn voorgangers; maar goed, deze staatssecretaris zit er pas een halfjaar.

Ik heb een nadere vraag. Het afgelopen halfjaar heb ik regelmatig discussie gevoerd met de staatssecretaris over de inspectievakantie. Dat heeft ook met dit probleem te maken. Het is nog veel erger: de staatssecretaris stuurt de inspectie niet op vakantie, maar hij ontneemt haar de instrumenten om fatsoenlijk te kunnen handhaven. Als er immers geen goede wetgeving is, kan de inspectie nooit ingrijpen. Mijn vraag is: komt dit nu binnen de wetgeving, of blijft de staatssecretaris vertrouwen op de blauwe ogen van de aannemers?

Staatssecretaris Atsma:

Ik kom eerst op dit laatste terug. In eerste termijn heb ik al gewezen op de ketenverantwoordelijkheid. Niet alleen de aannemers zijn verantwoordelijk, maar ook de installateurs. Verder ligt er een verantwoordelijkheid bij de verhuurders van woningen, de woningbouwcorporaties; deze hebben een zorgplicht voor de bewoners. De huizenbewoners hebben ook een eigen verantwoordelijkheid. Als het systeem niet goed wordt onderhouden – dat is wellicht een van de belangrijkste oorzaken – moet je kijken wie daarvoor verantwoordelijk is en wie je daarop kunt aanspreken. In een aantal gevallen zou dat heel goed de eigenaar van het complex kunnen zijn. Dat ligt, denk ik, voor de hand. Naast de bouwers moet je dus ook de verhuurder hierop aanspreken. Daarom zijn wij vorige maand het gesprek aangegaan. Alle partijen die bij de keten betrokken zijn, hebben wij uitgenodigd om met ons over deze problematiek te spreken. Dat hebben zij gedaan. Nu voeren wij separaat vervolggesprekken. Wij zijn voornemens om kort na de zomerperiode conclusies te trekken; over deze conclusies zullen wij onverwijld aan de Kamer rapporteren. Ik ben het met de heer Jansen eens dat afspraken maken een is en het toezicht daarop twee.

De heer Paulus Jansen (SP):

De staatssecretaris zegt dat de hele keten verantwoordelijk is. Dat is hetzelfde als zeggen dat niemand verantwoordelijk is. Ik heb nog steeds geen antwoord gekregen op onze drie simpele suggesties. Wij willen dat wettelijk wordt geregeld dat de verantwoordelijkheid uiteindelijk bij het bouwbedrijf ligt: met een verzekerde garantie, met een apk, met een aantal concrete voorschriften waardoor dit wordt veiliggesteld. Wij willen ervoor zorgen dat de staatssecretaris niet op basis van vrijwillige afspraken en de blauwe ogen van de aannemers probeert om een en ander te verbeteren, maar dat hij ervoor zorgt dat er een slot op de deur zit. Staatssecretaris, waar blijft dat slot?

Staatssecretaris Atsma:

Er moet worden gekeken of hetgeen wordt geïnstalleerd, is gecertificeerd: deugt het? Daarover zijn wij met de sector in gesprek. Wij vinden echt dat er veel meer druk op de sector in brede zin moet worden uitgeoefend om tot certificering te komen. Natuurlijk is er ook een zorgplicht. Ik heb dat in tweede termijn al gezegd. Deze raakt niet alleen de aannemers, maar ook de verhuurders van panden. Meerdere partijen hebben een zorgplicht. Daarom zijn wij het gesprek aangegaan. Wij vinden dat alle partijen in de keten samen sluitende afspraken moeten maken. Meer kan en wil ik op dit moment niet toezeggen, maar ik vind wel dat het moet gebeuren. Dat vervolgens controle moet worden uitgeoefend, is evident.

De voorzitter:

Mijnheer Jansen, wat is uw slotvraag?

De heer Paulus Jansen (SP):

Het is eerder een slotconstatering. Ik constateer dat de staatssecretaris nog steeds zegt: wij mikken op certificering. Dat is zelfregulering: de bedrijven moeten het zelf uitzoeken. De SP-fractie wil, net als de mensen in Nederland die duur geld betaald hebben voor een koophuis, dat de installatie voldoet aan elementaire gezondheidseisen. Dat is toch niet zo ingewikkeld?

Staatssecretaris Atsma:

Wij zijn het er volstrekt over eens dat een huis moet voldoen aan de elementaire eisen die worden gesteld aan het binnenmilieu. Dat is geen punt van discussie. Het is echter ook zo dat wie een huis laat bouwen, ook een eigen verantwoordelijkheid en een eigen keuzemogelijkheid heeft; vandaar de aanvulling op het Bouwbesluit, die meerdere opties openlaat. De heer Jansen zegt: wij willen een verplichting om problemen te voorkomen. In het Bouwbesluit worden onder andere maatregelen getroffen om geluidshinder van de betreffende apparatuur maximaal te beperken. Op een aantal terreinen wordt dus wel degelijk het nodige gedaan; kijk maar naar de regelgeving. Ik vind – daar houd ik mezelf aan – dat je alle partijen hieraan moet binden: het maken van sluitende afspraken die kunnen voorkomen dat deze problemen zich in de toekomst opnieuw voordoen.

De voorzitter:

Ik geef de fracties nu gelegenheid tot het stellen van aanvullende vragen. Zowel de fractiewoordvoerder als de bewindspersoon krijgt een halve minuut de tijd.

De heer Lucassen (PVV):

De staatssecretaris sprak net over een zorgplicht. Wij zijn ons een bult geschrokken toen wij een directeur van een woningcorporatie in de uitzending van Brandpunt zagen. Hij zei dat zijn corporatie eigenaar is, maar niet gaat over de gezondheid van de mensen. Begrijp ik uit de woorden van de staatssecretaris dat hij het daarmee niet eens en dat de eigenaar wel degelijk verantwoordelijk is, vooral voor het onderhoud? Wordt ervoor gezorgd dat die verantwoordelijkheid ook wordt genomen door de eigenaren, de corporaties?

Er zijn nog steeds een heleboel mensen die in een huis zitten waarvan de ramen niet open kunnen en waarvan het ventilatiesysteem niet onderhouden wordt.

De voorzitter:

Mijnheer Lucassen, uw halve minuut is echt om.

Staatssecretaris Atsma:

Ik deel de mening van de heer Lucassen. Ik schrok namelijk ook toen ik die uitlating hoorde. Ik zeg dit ook richting de heer Jansen, want dat is precies wat ik probeerde verwoorden. De eigenaar heeft een verantwoordelijkheid en dus ook een zorgplicht. Als je zoveel huizen verhuurt, kan het niet zo zijn dat je tegen mensen die de huizen huren, zegt dat zij het zelf maar moeten uitzoeken. Dat kan niet aan de orde zijn. Ik ben het dus volstrekt ermee eens dat datgene dat werd getoond, leidt tot zorgen.

De heer Van Gerven (SP):

Wij hebben het hier over heel ernstige, ziekmakende factoren. Dit doet in alles denken aan het bekende sickbuildingsyndroom waarvan wij al twintig jaar weet hebben. De staatssecretaris regelt in het Bouwbesluit allerlei dingen met betrekking tot geluid, maar bij gezondheidmakende factoren geeft hij niet thuis. Kan de staatssecretaris toezeggen dat er een oplossing komt, ook met betrekking tot de gezondheidmakende factoren, en dat dit binnen pakweg drie maanden echt wordt geregeld in het Bouwbesluit?

Staatssecretaris Atsma:

In het Bouwbesluit dat per 1 januari 2012 ingaat, staat dat er niet alleen wordt gekeken naar de maximering van de geluidsbelasting, maar ook naar de mogelijkheden om een betere kans te geven aan natuurlijke ventilatie. Dat is voor een belangrijk deel de adequate oplossing voor een groot aantal panden. De heer Van Gerven vraagt mij om een handreiking. Dit is absoluut een handreiking. Het Bouwbesluit had wat mij betreft ook al eerder in kunnen gaan, maar wij weten helaas op welke wijze het werkt. Het gaat dus per 1 januari 2012 in.

Naar boven