5 Integriteitsschendingen DMO

Aan de orde is het spoeddebat over integriteitsschendingen bij DMO.

Devoorzitter:

Ik zie dat we met net vijf leden zijn. Ik hoop dat er nog anderen komen. Ah, ik zie mevrouw Eijsink. Nu zijn er voldoende mensen in de zaal. Ik heb met de heer Jasper van Dijk en met andere leden besproken dat de motie in eerste termijn mag worden ingediend. Daar hebben we toestemming voor. Het woord is aan de heer Van Dijk.

De heerJasper van Dijk (SP):

Voorzitter. De minister heeft de Kamer onjuist geïnformeerd. Toen ik hem op 1 februari vroeg of er meer misstanden bekend waren dan de kwestie die speelde in Den Haag, zei hij dat er geen nieuwe feiten waren. Een maand later onthulde de Volkskrant dat er nog een zaak speelde, bij DMO in Den Helder. Tot aan vandaag, na twee debatten, houdt de minister vol dat hij de Kamer niet verkeerd heeft geïnformeerd. Hij zegt dat hij niet is geïnformeerd door zijn hoogste ambtenaar, de secretaris-generaal. Ook de directeur van DMO zou niets gezegd hebben: de informatie zou zijn weggezakt. Als dat waar is, schort het aan de politieke antenne van de hoogste ambtenaren van de minister. Dan zijn maatregelen nodig om dit soort fouten in de toekomst te voorkomen. De minister weigert echter om zijn ambtenaren te vervangen. Hij zou ze juist nu nodig hebben, vanwege de reorganisatie bij Defensie.

Alle partijen hebben zware woorden gebruikt voor dit voorval. Er zouden koppen moeten rollen, zegt de PVV. De minister is een deel van het probleem geworden, zegt GroenLinks. De minister heeft een te beperkte opvatting over de verantwoordelijkheid voor de Kamer, zegt de PvdA. Het ministerie staat onder curatele, zegt D66. De minister is aangeschoten wild geworden. Het verkeerd informeren van de Kamer is een doodzonde. De minister moet het geschonden vertrouwen herstellen. Dat gebeurt niet. De minister ontkent dat hij iets verkeerd heeft gedaan. Hij bagatelliseert het en noemt het een inschattingsfout van zijn ambtenaren. Ten slotte weigert hij om in te grijpen. Daardoor blijft het mogelijk dat wij onvolledige of onjuiste informatie ontvangen, die later alsnog in de media wordt onthuld.

Dat is geen manier van werken. De Kamer moet kunnen vertrouwen op de informatie van de minister. Daarvoor had de minister het probleem moeten erkennen en had hij moeten handelen om nieuwe problemen te voorkomen. Dat heeft hij, ondanks fors aandringen van de Kamer, nagelaten. Misschien wil de minister nog één keer uitleggen wat hij verstaat onder ministeriële verantwoordelijkheid. Dan dien ik nu mijn motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de minister van Defensie de Kamer onjuist heeft geïnformeerd inzake ernstige misstanden;

van mening dat de minister onvoldoende heeft gedaan om het geschonden vertrouwen te herstellen;

keurt de handelwijze van de minister af,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Jasper van Dijk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 7 (32678).

MinisterHillen:

Voorzitter. Toen ik minister werd, heb ik mij voorgenomen om met de Kamer zo goed mogelijk te communiceren. Dat was eigenlijk om twee redenen, los van het feit dat je dat altijd moet doen. In de eerste plaats was het vanwege de bijzondere positie van dit kabinet, en in de tweede plaats omdat ik zelf lid ben geweest van dit huis en weet hoe het spel moet worden gespeeld.

Toen de heer Jasper van Dijk in het vragenuur mondelinge vragen stelde over een zaak die ik, toen hij die vragen aankondigde, ook nog niet kende, heb ik geprobeerd om de Kamer die ochtend, dus voordat de vragen gesteld waren, al een brief te sturen om haar zo goed mogelijk te informeren. Die is er ook gekomen. Toen vervolgens de Volkskrant kwam met nog een verhaal heb ik de Kamer, opnieuw voordat de vragen konden worden gesteld, in een brief gedetailleerd op de hoogte gesteld, waarbij ik ook heb vermeld dat ik het niet aangenaam vond dat ik het de eerste keer niet had geweten.

Dat wil zeggen dat ik inderdaad de eerste keer niet volledig ben geweest. Althans, ik heb geprobeerd zo volledig mogelijk te zijn, maar ik heb een slag om de arm gehouden en gezegd: voor zover ik weet. Ik ben verantwoordelijk voor die beantwoording en ik ben verantwoordelijk voor de nieuwe beantwoording, want ik ben als minister altijd verantwoordelijk voor de beantwoording. U zou kunnen zeggen dat ik de eerste keer niet volledig was. Later bleek namelijk een nieuw geval, waarvan ik op dat moment niet wist. Juist dan moet je als minister voorzichtig zijn. Als de Kamer dan vraagt of dit echt alles is, zeg je als minister "voor zover ik weet, is dit echt alles". Dat is precies wat ik gedaan heb.

Toen het tweede geval bekend werd, heb ik maatregelen genomen. Ik heb in de eerste plaats nog eens naar het hele geval laten kijken en laten onderzoeken of wat er gebeurd is correct was. In de tweede plaats heb ik een commissie aangekondigd die zou gaan toezien op de integriteit bij de krijgsmacht. Ik kan het als minister niet hebben – en de krijgsmacht kan het ook niet hebben – dat deze organisatie bekend zou kunnen staan als niet integer. Incidenten zullen voorkomen, maar als die zich voordoen, moeten die direct worden gecorrigeerd en de kop worden ingedrukt. Met die instelling heb ik het gedaan. Ik heb geprobeerd dat zo goed mogelijk te doen. Dat een deel van de Kamer dat niet apprecieert, vind ik jammer, want mijn bedoeling is anders geweest. Dat een deel van de Kamer dit anders apprecieert, spijt mij ook voor mijzelf, omdat ik liever een goede verhouding met de Tweede Kamer heb.

Dan kom ik op de stappen die genomen zijn. Die commissie gaat straks aan het werk en zal daarover rapporteren. Dat rapport zal de Kamer integraal en open bereiken. Ook daarover kan een gedachtewisseling plaatsvinden.

Ik heb het gevoel dat ik gedaan heb wat van moment tot moment van een minister gevraagd kan worden. Ik ben vervolgens inderdaad voor mijn mensen gaan staan. Dat deed ik niet vanwege de reorganisatie, al heb ik die wel in beeld gebracht omdat het een van de vele problemen is waarmee Defensie te maken heeft. Dat deed ik omdat beide functionarissen in hun hele manier van doen en laten mijn vertrouwen hebben en hebben gehouden. Ik ben voor mijn mensen gaan staan en sta nog steeds voor mijn mensen.

De motie is wat mij betreft niet in overeenstemming met de wijze waarop ik tegen de zaak heb aangekeken en de aanvaarding ervan zou ik de Kamer ernstig willen ontraden.

De beraadslaging wordt gesloten.

Devoorzitter:

We zullen om 15.00 uur stemmen over de motie. Bij de regeling van werkzaamheden om 13.30 uur zal worden aangekondigd dat er wellicht nog andere stemmingen zijn naar aanleiding van een VAO over de Raad Buitenlandse Zaken.

De vergadering wordt van 12.40 uur tot 13.30 uur geschorst.

Devoorzitter:

Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

Naar boven