4 Vragenuur

Vragen van het lid Van Gent aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het glazen plafond waar vrouwen keihard tegenaan botsen.

Devoorzitter:

We wachten nog even op de minister van OCW. Zij neemt waarschijnlijk nog deel aan andere festiviteiten. Daar is ook alle reden toe. Ik zag dat minister Donner al popelde om het over te nemen, maar de minister van OCW komt net binnen.

MevrouwVan Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Het is vandaag – ook minister Donner zal dat weten – meer dan 100 jaar geleden dat vrouwen in de Verenigde Staten staakten tegen de slechte arbeidsomstandigheden en opkwamen voor de achturige werkdag en het kiesrecht. Dat begon allemaal in de textielindustrie. Sinds die tijd is er veel veranderd, zeker in westerse landen. Vrouwen besturen, werken, zitten in de Tweede Kamer, zitten af en toe in vak-K en schitteren in de universiteiten, in het bedrijfsleven en in de politiek. Het aantal werkende vrouwen is in Nederland relatief hoog. Dat leidt ertoe dat veel mensen denken dat de emancipatie in Nederland voltooid zou zijn. Maar dat is een mythe. Veel vrouwen werken, maar minder dan de helft is economisch zelfstandig. Veel vrouwen werken, maar als zij dat fulltime doen, worden zij nog al te vaak gezien als slechte moeders. Veel vrouwen werken, maar als zij naar de top willen, stoten zij keihard kun hoofd tegen het glazen plafond. Dat glazen plafond, dat soms van beton is, wordt in Nederland nog weleens weggeredeneerd. Nederlandse vrouwen zouden te weinig pit hebben. Uit Belgisch onderzoek blijkt echter dat mannen drie keer zo veel kans hebben om promotie te maken dan vrouwen. Dat heeft te maken met de beelden die wij allemaal onbewust in ons hoofd hebben dat een goede leider zou een man zijn. Dat heeft te maken met selectieprocessen voor topfuncties. Old boys gaan bewust of onbewust op zoek naar andere old boys. Daarom heb ik een aantal vragen aan de minister van OCW, die verantwoordelijk is voor emancipatie, ook naar aanleiding van berichten vanmorgen over het proefschrift van Jessica de Jong: Vrouwen zijn gelijk aan mannen, behalve in de directiekamer.

Al vaak heb ik bepleit dat de overheid het goede voorbeeld moet geven. Dit kabinet doet het tegenovergestelde; het schaft het diversiteitsbeleid af. Kunnen we vandaag met de minister afspreken dat er voor alle rijksambtenaren goede regelingen komen voor thuiswerken en flexibel werken?

Devoorzitter:

Uw tijd is echt om. U kunt uw volgende vraag in de resterende tijd stellen. Het leven is hard, soms. Het woord is aan de minister.

MinisterVan Bijsterveldt-Vliegenthart:

Voorzitter. Dit is een gemiste kans, want het is vooral een punt voor de minister van Binnenlandse Zaken, de heer Donner, die "overall" de verantwoordelijkheid over het personeelsbeleid heeft. Laat een ding echter helder zijn: het is in het belang van het Rijk om ervoor te zorgen dat er flexibiliteit wordt geleverd voor de mensen die bij het Rijk werken, omdat wij weten dat vergrijzing en ontgroening er aankomen. Er is dus veel aan gelegen om mensen te behouden voor de rijksdienst. Ik zie ook de mogelijkheid van flexibiliteit op allerlei ministeries. Mijn antwoord is: ja, daar wordt zeker aan gewerkt op alle ministeries.

MevrouwVan Gent (GroenLinks):

Laat ik het iets concreter maken. Ik wil graag afspreken dat bij de benoeming van bijvoorbeeld commissarissen, burgemeesters of politiechefs eerder wordt gekozen voor een vrouw, want de verdeling is totaal onevenwichtig. Verder vraag ik of de minister, die bijna als enige vrouw in het kabinet zit, een pleidooi wil houden voor een soort emancipatieakkoord tussen sociale partners, zodat wij beter kunnen doorpakken dan nu het geval is. Goede voornemens hebben immers nog niet geleid tot betere mogelijkheden voor vrouwen in alle geledingen van onze samenleving.

MinisterVan Bijsterveldt-Vliegenthart:

Het is goed om aan te geven dat het kabinet er niet voor kiest om van bovenaf quota of cijfers mee te geven aan actoren in de samenleving. Die keuze wordt niet gemaakt. Wij vinden dat dit soort ontwikkelingen van onderop moeten komen. In bedrijven en organisaties moet bewustwording van de kwaliteit van diversiteit, ook in de top, ertoe leiden dat men die keuzes maakt. Die verantwoordelijkheid ligt daar. Wij stimuleren dat wel, aan de hand van het charter Talent naar de Top. Wij moeten op veel zaken ombuigen, maar wat mij betreft gaan wij daar de komende jaren mee door. Ik vind het een goede beweging. Er worden afspraken gemaakt tussen het bedrijfsleven en de organisatie van het charter Talent naar de Top. Daarnaast wil ik een en ander extra monitoren om na te gaan of het ook daadwerkelijk gebeurt. Desnoods kan ik vanuit mijn verantwoordelijkheid als minister van emancipatie bedrijven, organisaties, banken et cetera aanspreken.

Een emancipatieakkoord vind ik echt een zaak voor de sociale partners. Als zij dat met elkaar willen doen, moeten zij dat oppakken. Daar ligt in eerste instantie de verantwoordelijkheid, doordenkend in deze redeneertrant.

Tot slot kom ik op de benoemingen. Er is in de afgelopen jaren hard gewerkt om meer vrouwen aan de top te krijgen. Ik zie dat toevallig bij mijn eigen ministerie. Daar ben ik buitengewoon trots op. Nogmaals: het kabinet kiest er niet voor om een zwaar diversiteitsbeleid te voeren. Het kabinet meent dat er diversiteit moet komen door te investeren in de kwaliteit van vrouwen – ik denk aan scholing en opleiding – op allerlei plekken in bijvoorbeeld de rijksdienst. Daar zijn veel mogelijkheden voor. Dat geeft uiteindelijk ruimte om door te stromen. Natuurlijk zal ik hierin stimulerend optreden en mensen aanspreken. Elke individuele minister heeft een afweging te maken: hoe zorg ik ervoor dat mijn top divers is? Daarmee bereik je namelijk uiteindelijk een beter resultaat.

MevrouwVan Gent (GroenLinks):

Ik hoor een paar keer de woorden "top" en "charter Talent naar de Top", maar ik stel vast dat het één grote flop is. Keer op keer, jaar in, jaar uit, praten wij hierover, maar er gebeurt heel weinig. De situatie blijft problematisch voor gelijke beloning, vrouwen aan de top en een goed diversiteitsbeleid. De kabinetsvoorzitter heeft dit beleid zelfs afgeschaft. Het zijn mooie praatjes en veel woorden, maar er is weinig inhoud. Wat gaat het kabinet concreet doen om de emancipatie in Nederland te bevorderen? Ik heb slechts goede voornemens gehoord die tot niets leiden. Sterker nog: het kabinet schaft juist het beleid af dat wij met elkaar hebben afgesproken om deze zaken te verbeteren. Wat gaat het kabinet concreet doen, behalve tien keer "top" zeggen? Dat levert immers niets op!

MinisterVan Bijsterveldt-Vliegenthart:

Dat is niet het geval. Het aardige is, dat niet alleen het bedrijfsleven afspraken maakt met het charter Talent naar de Top, maar ook het Rijk. Wij liggen op koers op dat vlak. Dat is het mooie effect van werken van onderaf. Ik vind het geen enkel probleem om mevrouw Van Gent daarover te laten informeren via de minister van Binnenlandse Zaken.

MevrouwVan Gent (GroenLinks):

De vraag is, wanneer u tevreden bent met wat er gebeurt. Ik heb gewezen op het onderzoek dat is uitgekomen: Vrouwen zijn gelijk aan mannen (behalve in de directiekamer). Wat gaat u als verantwoordelijk minister voor emancipatie, met de minister van Binnenlandse zaken als verantwoordelijke voor de ambtenaren, concreet doen? Wat zijn uw streefdoelen, of staan wij hier volgend jaar op 8 maart opnieuw? Dan is het allemaal top, maar ondertussen is er niks gebeurd. Hoe concreet kunt u mij dat toezeggen?

MinisterVan Bijsterveldt-Vliegenthart:

Ik heb het grote voordeel dat de minister van BZK direct achter mij zit. Daarom kan ik hier melden dat wij een afspraak met het charter hebben gemaakt en dat het Rijk dus volledig op koers ligt. Ik heb er geen enkel probleem mee om u daarover te informeren, zodat u weet wat de doelen zijn en wat de stand van zaken is.

MevrouwVan Gent (GroenLinks):

Ik zie dat graag per omgaande tegemoet. Ik zie het ook met belangstelling tegemoet, met name de concrete doelstellingen. Als die ontbreken zal ik u, misschien gezellig samen, terugroepen naar de Kamer.

Naar boven