3 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de GroenLinksfractie benoem ik in het Strategisch Overleg Informatievoorziening het lid Braakhuis tot lid, en op verzoek van de PVV-fractie benoem ik in de contactgroep België het lid Beertema tot lid.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • - het verslag van het algemeen overleg HSA/HSL-Zuid van 1 februari 2011, met als eerste spreker het lid Van Gent van de fractie van GroenLinks.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Voorzitter. Gisteren maakte de NRC melding van een geheime agenda van oud-minister Gerda Verburg om de Europese gentechbesluitvorming vlot te trekken. De NRC baseert zich op Amerikaanse diplomatieke berichten. De ChristenUnie wil een spoeddebat om te achterhalen wat de inzet van de vorige minister van LNV de afgelopen jaren is geweest in Europa, maar ook richting de VS. Van de huidige staatssecretaris van ELI wil mijn fractie weten of de afspraken die met de Kamer zijn gemaakt over gentech in de landbouw onverkort van kracht zijn. Dit verzoek om een spoeddebat doe ik ook namens de PvdD.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Wij steunen het spoeddebat.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Wij hebben geen behoefte aan een spoeddebat, want we spreken regelmatig over dit onderwerp in een algemeen overleg. Absoluut geen spoeddebat dus.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Wij steunen het spoeddebat, maar ik zou het ook niet erg vinden als er een brief komt en wij ons daardoor laten overtuigen dat een spoeddebat niet nodig is.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Ik steun het spoeddebat. Misschien is nadere informatie interessant, maar ik hoor daar graag de mening van de initiatiefneemster over.

De heer Ormel (CDA):

Wat ons betreft, komt er een brief waarin uitleg wordt gegeven over de interpretatie van deze informatie. Eerst een brief dus.

De voorzitter:

Mevrouw Wiegman. U hebt steun voor een spoeddebat, maar er wordt ook voorgesteld om eerst een brief te vragen. Hebt u er behoefte aan om die eerst te krijgen?

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Natuurlijk zal ik het verkrijgen van extra informatie in een brief niet in de weg staan. Dat kan waardevol zijn, maar dat is voor mij geen reden om direct mijn verzoek om een spoeddebat in te trekken. Ik kan dat altijd nog nader bezien.

De voorzitter:

Wij gaan het spoeddebat plannen. We zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. De spreektijd bedraagt drie minuten per fractie.

Het woord is aan de heer Monasch.

De heer Monasch (PvdA):

Voorzitter. Gisteren heeft de minister van I en M in een spoeddebat terloops gemeld dat de privatisering van het openbaar vervoer in de G3 vooralsnog wordt uitgesteld. Het heeft ons hooglijk verbaasd dat dit terloops in een spoeddebat is gemeld. Er is ook geen brief van de minister over die kwestie. Er ligt niets voor, maar het onderwerp leidt tot heel veel beroering in de samenleving. Dus wij willen graag op zo kort mogelijke termijn een spoeddebat over die uitspraak van de minister.

De heer Aptroot (VVD):

Hoewel ik besef dat de PvdA met 30 zetels voldoende steun heeft voor een spoeddebat vraag ik me toch af of dit geen overdreven hijgerigheid van het parlement is. De minister heeft het gemeld, maar wij hebben niet gereageerd. We hebben wel uitgebreid over het principe gesproken, ook naar aanleiding van het onderwerp van dat overleg. De minister heeft aangegeven dat zij met de wethouders van de drie grote steden gaat praten en dat zij ons, als zij meer weet, zal informeren. Onder andere vandaag zou er een gesprek zijn. Ik vind een debat hierover dus onzin, al weet ik dat de PvdA daar met 30 zetels recht op heeft. Ik doe ook een beetje een beroep op de redelijkheid van de heer Monasch.

De heer Van Hijum (CDA):

Ik sluit mij aan bij het verzoek van de heer Aptroot. Er is gisteren gelegenheid geweest om hier uitgebreid over te discussiëren, maar daar is onvoldoende gebruik van gemaakt. Laten wij daar dan niet de plenaire agenda mee belasten.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

De minister heeft gisteren gemeld dat zij vandaag met de liberale wethouders uit Amsterdam, Rotterdam en Den Haag zal spreken over die aanbesteding. Ik ben benieuwd naar de uitkomsten van dat gesprek. Ik neem aan dat wij er volgende week dinsdag voor 12.00 uur schriftelijk over worden geïnformeerd. De minister kan dan ook ingaan op wat dat jaar uitstel precies betekent en op basis van welke criteria zij daartoe heeft besloten. Ik heb echt behoefte aan die informatie. Daarna wil ik er heel graag een debat over.

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. Ik heb een brief in mijn handen van de vakbonden waarin een ultimatum staat en waarin ook acties aangekondigd worden. In dezelfde brief waar mevrouw Van Gent zo-even om vroeg, zou ik graag ook een reactie willen hebben op dit ultimatum dat door de vakbonden is gesteld. Overigens wil ik mijn steun uitspreken voor het spoeddebat waar collega Monasch om vraagt. Er moet immers niet sprake zijn van uitstel, maar van afstel.

De voorzitter:

U gaat alweer naar de inhoud, mijnheer Bashir.

De heer De Jong (PVV):

Voorzitter. De PVV-fractie heeft geen behoefte aan een spoeddebat. De minister is gisteren uitgebreid door ons ondervraagd. Er was gisteren ook genoeg ruimte om dit naar voren te brengen. Als rondom dit verhaal aanvulling nodig is in de vorm van een brief, gaan wij dat natuurlijk niet tegenhouden, maar een spoeddebat is wat ons betreft niet nodig.

Mevrouw Hachchi (D66):

Voorzitter. Voor de D66-fractie geldt ook: geen steun voor een debat omdat het onderwerp gisteren uitvoerig aan de orde is geweest.

De voorzitter:

Mijnheer Monasch, zoals de heer Aptroot terecht vaststelde, hebt u 30 leden. Ik kan het spoeddebat dus plannen. Er is behoefte aan meer informatie. Kunt u instemmen met het voorstel om eerst te wachten tot de brief er is?

De heer Monasch (PvdA):

Nee, voorzitter, wij willen gewoon een spoeddebat agenderen. Ik begrijp dat een aantal partijen met de staart tussen de benen weg wil lopen, nu hun eigen voorlieden in Amsterdam bijvoorbeeld ...

De voorzitter:

Nee, u gaat nu al politiseren, het is echt niet de bedoeling dat u dit in de regeling doet.

De heer Monasch (PvdA):

De Kamer bepaalt haar eigen agendering.

De voorzitter:

Zeker.

De heer Monasch (PvdA):

Als de minister tijdens een spoeddebat opeens een ander onderwerp te berde brengt, lijkt dat ons niet de goede gang van zaken. Wij gaan hier gewoon een apart debat over voeren. Op basis daarvan verzoeken wij dus om een spoeddebat. Dit onderwerp brengt de maatschappij immers in grote beroering.

De voorzitter:

Ik zal het opnemen in de lijst. Mocht de brief u alsnog overtuigen, dan kunt u zich altijd weer melden.

Het stenogram wordt doorgeleid naar het kabinet.

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. Ik wil hier nog een verzoek aan toevoegen, namelijk om het spoeddebat op korte termijn te houden, het liefst nog volgende week. Dit is namelijk van groot maatschappelijk belang. Het besluit om te bezuinigen berust bovendien op misverstanden die snel uit de weg geruimd moeten worden.

De voorzitter:

Het heet een spoeddebat. De spreektijd is drie minuten per fractie.

Het woord is aan de heer Bosman.

De heer Bosman (VVD):

Voorzitter. Deze Kamer had al besloten tot een debat over de waarborgfunctie. Hierover zou een brief van de minister komen. De waarborgfunctiediscussie zou gaan over de ministersbenoemingen op Curaçao en de begroting van Sint-Maarten. Nu blijkt dat de begroting van Sint-Maarten is afgekeurd, is er een sense of urgency om de zaken te versnellen. Het verzoek van zowel de VVD-fractie als de SP-fractie, bij monde van de heer Van Raak, is om het debat zo spoedig mogelijk te houden en het naar voren te halen, maar wel met voldoende spreektijd. De brief van de minister moet dan vroegtijdig beschikbaar zijn. Er is haast bij.

De heer Van Bochove (CDA):

Voorzitter. Het is ordentelijk gegaan. In de wet die wij hier behandeld hebben, is ook vastgelegd wat de rijksministerraad moet doen als de begroting wordt afgekeurd. Ik zou de heer Bosman dus willen adviseren om op zijn minst de rijksministerraad te vragen hoe de raad in dezen handelt en wat hij gaat doen. Dat is volgens mij de correcte gang van zaken. Ik wil de heer Bosman ook voorstellen om, gezien de spoed die hij eraan geeft, de mogelijkheid te bezien of dit niet in een algemeen overleg kan.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Ik steun de heer Bosma in zijn intenties om dit spoedig op tafel te krijgen. Als wij het dan toch gaan hebben over de waarborgfunctie van Nederland, zou ik het op prijs stellen als wij in dat debat ook over de Islaraffinaderij kunnen spreken. Dat onderwerp hoort hier immers wel degelijk bij. Ik hoop dat de heer Bosma dat met mij eens is.

De heer Bosman (VVD):

Het is "Bosman".

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

"Bosman"? Wat een enorme fout, neemt u mij niet kwalijk, mijnheer Bosman.

Ik steun ook de heer Van Bochove, want hij heeft wel een punt.

De heer Lucassen (PVV):

Voorzitter. De PVV steunt het verzoek van de heer Bosman. Wij wachten ook met smart op de brief over de waarborgfunctie die ons is toegezegd.

Mevrouw Hachchi (D66):

Voorzitter. Ik sluit mij aan bij de woorden van mevrouw Van Gent: de waarborgfunctie graag als breder onderwerp, en niet alleen beperkt tot de screening van de ministers van Curaçao.

De voorzitter:

Er is een debat gepland. Er is al eerder een verzoek hiertoe gedaan. Ik moet dit zo snel mogelijk plannen. Het gaat om een gewoon debat, geen spoeddebat. Ik zal proberen om dit zo snel mogelijk te plannen. De spreektijd is vier minuten per fractie.

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Ik neem aan dat er een brief komt conform het verzoek van de heer Van Bochove. Aldus besloten.

Het woord is aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Gisteren ondervroeg ik de minister in het mondelinge vragenuur over contracten tussen orthopeden en de industrie. Op mijn vragen kwamen ontwijkende antwoorden. Nu blijkt dat er niet 10 of 20 contracten zijn, maar 40. Daarom zou ik het recht op interpellatie, het recht op bevragen van de minister, willen inzetten om hier verder op in te gaan.

Mevrouw Gerbrands (PVV):

Hoe vreselijk het ook allemaal is, laten we eerst de onderzoeken die lopen, even afwachten. De minister heeft toegezegd dat zij het uit gaat zoeken. Laten we daarop wachten en daarna pas kijken of er nog verdere informatie nodig is. Dan lijkt een AO mij meer op zijn plek dan een interpellatiedebat.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Ik deel de mening van mevrouw Gerbrands.

Mevrouw Hachchi (D66):

De D66-fractie steunt het verzoek om een interpellatiedebat niet. Het is beter om via de commissie te bekijken op welke wijze dit het beste kan. Misschien moet eerst nog een schriftelijke vragenronde gehouden worden.

De heer Van der Veen (PvdA):

Ook wij voelen meer voor een algemeen overleg, zo snel mogelijk. Wij willen graag van de minister weten wanneer de onderzoeken zijn afgerond en wanneer we het resultaat tegemoet mogen zien, ook gelet op de ernst van de situatie.

Mevrouw Leijten (SP):

Daar wil ik nu precies de interpellatie over houden.

Mevrouw Smilde (CDA):

Ik sluit mij aan bij de woorden van mevrouw Gerbrands en de heer Van der Veen. Ik zou eerst de onderzoeken willen zien, want dit is waarschijnlijk een onderwerp dat breder is dan alleen deze 40 contracten. We kunnen daar met de minister over spreken in een algemeen overleg. Daarin hebben we ook meer tijd en ruimte dan in een interpellatiedebat.

Mevrouw Leijten (SP):

Gisteren betwijfelde de minister of er wel contracten waren. Zij gaf dat letterlijk als antwoord. Die contracten zijn er. Ik vind het eigenlijk gek. In 2009 waren er in dit huis twaalf interpellaties. Twaalf keer had een fractie van de andere fracties het recht gekregen op het bevragen van een bewindspersoon. Dat is een recht. In 2010 waren er nul. Ik zou het goed vinden als ook een oppositiepartij het recht wordt gegund op verdere ondervraging. Gisteren heb ik niet het antwoord gekregen dat gisteren wel op internet is gekomen. Dat vind ik een kwalijke zaak. Ik zal schriftelijke vragen stellen.

De voorzitter:

Zeker. De informatie wordt u hopelijk niet onthouden. Het stenogram zullen we doorgeleiden. Ik begrijp dat men in een procedurevergadering zal kijken of binnenkort een algemeen overleg gepland wordt.

Mevrouw Leijten, u hebt ook nog een aantal rappels.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Het recht op informatie is een groot goed voor een fractie. Wanneer daar via schriftelijke vragen om wordt gevraagd, hoeft dat niet te worden gesteund door 30 leden. We maken daar dan ook veel gebruik van in deze Kamer. Vorig jaar heb ik vragen gesteld over de reclames van zorgverzekeraars en over het medisch letselschadefonds. Daarnaast heb ik vorig jaar vragen gesteld over het voortbestaan van Fokusprojecten. Het is nu 2 februari 2011. Het lijkt mij heel erg logisch dat hier nu antwoorden op komen, mede omdat ik er vorige week ook al om heb gevraagd. Verder heb ik op 10 januari dit jaar vragen gesteld over de inzet van alfahulpen en over de lotto-inkomsten voor de sport. Ik zou daar ook graag antwoord op willen.

De voorzitter:

We zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Hiermee zijn we gekomen aan het eind van de regeling van werkzaamheden.

Naar boven