4 Vragenuur

Vragen van het lid Koşer Kaya aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de berichtgeving omtrent asbest.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Voorzitter. Jaarlijks overlijden er, volgens een uitzending van ZEMBLA van zaterdag, 700 mensen aan de gevolgen van asbest. Dat is schrikbarend. Volwassenen en kinderen kunnen niet alleen kanker krijgen wanneer ze asbest verwijderen, maar ook wanneer ze in de buurt ervan wonen, werken, leren of spelen. De risico's zijn extra groot voor kinderen. Drie kwart van de basisscholen en de helft van de middelbare scholen weet niet of er asbest in het gebouw zit. Van de scholen die wel een onderzoek hebben gedaan, heeft een kwart asbest met direct gevaar. De overheid is verantwoordelijk voor veilige schoolgebouwen. Er moet dus snel een onderzoek komen naar asbest in schoolgebouwen. We moeten van alle scholen weten of er asbest aanwezig is. Kan de staatssecretaris mij dit toezeggen? We moeten namelijk voorkomen dat kinderen in aanraking komen met asbest.

Daarnaast is er het probleem van de asbestverwijderaars. Er zijn veel bedrijven die asbest verwijderen zonder certificaat. Ze sproeien wat water over het asbest heen en hopen dat daarmee de gevaren verdwijnen. Dat is niet alleen gevaarlijk voor de mensen zelf, maar ook voor anderen. Dit soort flauwekuloplossingen verwijdert het asbest niet. Er zijn zelfs bedrijven mét een certificaat die zich ook niet aan de regels houden. Zo kunnen zij zich namelijk goedkoper aanbieden. Wat gaat de staatssecretaris daartegen doen?

Het duurt acht weken voordat mensen een vergunning krijgen. Kan dat niet sneller? Veel mensen bellen daarom namelijk een beunhaas. Kunnen de mensen niet sneller worden geholpen?

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris. Hij heeft drie minuten voor zijn antwoord.

Staatssecretaris De Krom:

Voorzitter. Ik dank mevrouw Koşer Kaya voor de gestelde vragen. In de wet is vastgelegd de verantwoordelijkheidsverdeling bij asbestverwijdering en het toezicht daarop. We hebben het zo geregeld dat de eigenaren van gebouwen – bij scholen zijn dat in veel gevallen gemeenten – verantwoordelijk zijn voor de gezondheid en de veiligheid in de gebouwen. Daaronder valt dus ook de vraag of er risico's in de gebouwen aanwezig zijn in verband met asbest. In dat soort gevallen kunnen schoolbesturen natuurlijk altijd naar de eigenaren van die gebouwen toestappen met de vraag of er een risico-inventarisatie heeft plaatsgehad en zo niet, of die alsnog kan plaatsvinden. Dat is de manier waarop het zou moeten worden geregeld. Als er dus twijfels zijn, is dit de weg om te bewandelen.

Ik ben het met mevrouw Koşer Kaya eens over het toezicht. De Arbeidsinspectie voert al heel scherp toezicht uit bij saneringswerkzaamheden in het geval van asbest. Daar zit de Arbeidsinspectie bovenop – we hebben de Kamer daar uitvoerig over gerapporteerd – en de Arbeidsinspectie blijft dat ook in 2011 doen. Ik voeg daaraan toe dat wij onlangs nog het regime van de certificeringssystematiek hebben aangescherpt. We kunnen nu dus eerder ingrijpen, bijvoorbeeld door het afpakken van certificaten als zich onregelmatigheden voordoen.

Of het verlenen van een vergunning sneller kan, dat zal ik nagaan. Dat zeg ik mevrouw Koşer Kaya toe.

De voorzitter:

Mevrouw Koşer Kaya, uw tweede serie.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

De overheid is verantwoordelijk voor de veiligheid van kinderen. Ik vind het dus te kort door de bocht dat de staatssecretaris zegt: de eigenaren van de gebouwen zijn daarvoor verantwoordelijk, zij moeten dat maar doen en directeuren van scholen moeten maar naar de eigenaren gaan. Er sterven per jaar 700 mensen. Ook de staatssecretaris moet niet willen dat kinderen aan risico's worden blootgesteld. Ik wil van hem horen dat hij heel snel gaat bekijken of en wanneer er een onderzoek kan plaatsvinden, zodat de veiligheid van de kinderen niet in de knel komt.

Staatssecretaris De Krom:

Mevrouw Koşer Kaya zegt dat de overheid hierin een belangrijke rol te spelen heeft. Daar ben ik het zeer mee eens, maar we moeten goed in de gaten houden waar die verantwoordelijkheid dan ligt. Als het gaat over de eigenaren van gebouwen, dan ligt de verantwoordelijkheid in eerste instantie bij de gemeenten. Ik weet dat gemeenten, en zeker de milieudiensten, daar alert op zijn. Ik heb hier bijvoorbeeld een brief van 17 november 2010 voor me liggen van de GGD aan schoolbesturen, waarin voor deze problematiek specifiek aandacht wordt gevraagd en heel concrete adviezen worden gegeven. Als er dus aanleiding is voor schoolbesturen om te twijfelen over de aanwezigheid van gevaarlijk asbest in scholen, is dat de weg om te bewandelen. Die weg staat gewoon open.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

De urgentie is nog niet tot de staatssecretaris doorgedrongen, denk ik. Per kwartaal sterven bijna 200 mensen aan asbest. De gemeente is ook een deel van de overheid. De staatssecretaris dient daarom met de gemeenten in overleg te treden om zo snel mogelijk een onderzoek te starten. Ik wil weten wanneer dat gebeurt. Als de staatssecretaris dat niet kan toezeggen, zal ik een debat aanvragen om hierover een Kameruitspraak te krijgen.

Staatssecretaris De Krom:

Ik deel de urgentie met mevrouw Koşer Kaya. Laat daar geen misverstand over bestaan. Ik denk echter dat het toch belangrijk is dat we de bevoegdheids- en verantwoordelijkheidsverdeling goed in de gaten houden. Als we dat niet doen, nemen we verantwoordelijkheden op ons waarover we niet gaan. Overigens is de coördinerend bewindspersoon in dit soort gevallen de staatssecretaris van Milieu. Natuurlijk speelt ook de minister van Onderwijs hierin een rol. In dit specifieke geval gaat het in de eerste plaats om de verantwoordelijkheid van gemeenten. Wij doen er alles aan om die verantwoordelijkheden waar te kunnen maken. Ik garandeer mevrouw Koşer Kaya dat wij hier, voor zover het de verantwoordelijkheid van de Arbeidsinspectie betreft, bovenop zitten. We hebben dat gedaan en zullen dat blijven doen. De sanctieregimes zijn bovendien onlangs ook nog aangescherpt.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

De staatssecretaris kan niet uitsluiten dat op dit moment heel veel kinderen aan asbest worden blootgesteld. Ik zal daarom morgen hierover een debat aanvragen.

Staatssecretaris De Krom:

De inzet van het kabinet is volstrekt helder. Wij garanderen dat er een zorgvuldig en goed regime is met betrekking tot asbestverwijdering, risicobeheersing en het helpen van scholen bij het nemen van verantwoordelijkheden. Dat systeem staat. Als mevrouw Koşer Kaya vindt dat het systeem anders moet, dan wacht ik haar initiatieven af. Ik ben van mening dat dit grote zorgvuldigheid verdient. Vanuit de Arbeidsinspectie en het ministerie van SZW zullen wij er alles aan doen om dit te ondersteunen.

De voorzitter:

De volgende vragen, die van de heer Irrgang, zouden gesteld worden aan de minister van Buitenlandse Zaken. Die is echter nog onderweg vanuit de Eerste Kamer. Daarom behandelen we nu eerst de vragen van de heer Braakhuis, als dat voor hem geen probleem is, aan de staatssecretaris van Financiën. Die is er namelijk al wel.

Naar boven