16 Stemmingen

Aan de orde is de stemming in verband met het voorstel van het lid Elias om het amendement-Van der Ham (32134, nr. 11) ontoelaatbaar te verklaren als bedoeld in artikel 97 van het Reglement van Orde.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. In een democratie worden ideeën en argumenten door discussie gewogen. Na een debat en een stemming blijkt of er een meerderheid is voor een voorstel. Je kunt voor of tegen een amendement zijn, dat staat elke fractie vrij, maar er moeten wel heel goede argumenten voor zijn om iets ontoelaatbaar te verklaren.

Er wordt verwezen naar een proeve van wet waaraan de Kamer gebonden zou zijn. Dat is in het debat gewisseld. De Kamer is nooit gebonden aan een proeve van wet. De geschiedenis van het staatsrecht formuleert daarbij argumenten voor het ontoelaatbaar verklaren van amendementen. Amendementen zijn ontoelaatbaar als zij niets te maken hebben met het besproken voorstel of als zij haaks staan op de doelstelling van het wetsvoorstel. Van beide is in dit geval geen sprake. Met dit amendement zeggen wij dat in het openbaar en het bijzonder onderwijs meer ruimte geboden kan worden voor samenwerking, maar we houden het principe intact. Daar pleiten we al zeventien jaar voor. Ook dat kan dus geen verrassing zijn.

Of fracties het met ons eens zijn of niet kunnen zij volgende week laten blijken bij de stemmingen, maar ontneem ons het spreken niet. Daarmee zou het vrije en democratische debat worden verstoord.

In stemming komt het voorstel van het lid Elias.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, de SGP, de ChristenUnie en het CDA voor dit voorstel hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Voorzitter: Van Raak

Naar boven