17 RRAAM

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 17 januari 2011 over RRAAM.

De voorzitter:

Wij spreken vandaag over het rijksregioprogramma Amsterdam-Almere-Markermeer (RRAAM). Ik heet de minister van Infrastructuur en Milieu welkom.

De heer Van Dekken (PvdA):

Voorzitter. Wij spreken vandaag over RRAAM en Almere. Juist daar zijn kansen voor groei. Daarom steunt de Partij van de Arbeid nog steeds de aanpak van Almere en het kabinet om hier stevig uit te breiden. Om te voorkomen dat deze enorme stap slechts uitmondt in huizen, spoor en wegen – de "hardware", zoals collega De Rouwe het noemt – en dat wij een gigantische slaapstad creëren, willen wij dat vanaf het begin aandacht wordt geschonken door zowel Almere als het Rijk aan scholen, natuur, recreatie en banen in de regio. Groei is enorm belangrijk. De "software" van de stad is van enorm belang voor het slagen van Almere 2.0. De gehele vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu heeft aangegeven dat zij hecht aan de sociaaleconomische agenda als integraal onderdeel van Almere 2.0. Met de "verdubbeling" van de stad moet deze opgave als een rijksverantwoordelijkheid worden gezien. Niet voor niets is een dergelijke gemeenschappelijke opgave gedefinieerd in het integraal afsprakenkader. De PvdA wenst dan ook vast te houden aan de omschrijving van de gemeenschappelijke opgave uit het IAK. De sociaaleconomische agenda moet integraal deel uitmaken van het groot project Almere 2.0 en het Rijk, met alle betrokken departementen, dient expliciet verantwoordelijkheid te nemen. Het is aan minister Schultz van Haegen om dit als coördinerend minister ter hand te nemen. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat een integrale gebiedsgerichte aanpak van de RRAAM-projecten de reden was om deze projecten de status van groot project te geven;

overwegende dat de behoefte om integraal geïnformeerd te worden, is vastgelegd in de uitgangsnotitie;

overwegende dat juist de "software" van de Schaalsprong essentieel is voor het slagen van het groot project;

constaterende dat in de paragrafen 5 tot en met 10 van het Integraal Afspraken Kader de precieze werkafspraken aangaande de sociaaleconomische agenda zijn vastgesteld;

verzoekt de regering, in de rapportages groot project Schaalsprong integraal te rapporteren over de sociaaleconomische agenda,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Dekken. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 79 (31089).

De heer De Rouwe (CDA):

Voorzitter. De Kamer heeft in het verleden al gesproken over het RRAAM. Dat is al een tijdje geleden en in de tussentijd hebben zich nieuwe ontwikkelingen voorgedaan. In onder andere De Pers, NRC Handelsblad en Het Financieele Dagblad heeft een aantal ontwikkelaars grote vraagtekens gezet bij de schaalsprong waarover wij spreken. Dat is op zichzelf niets nieuws. Wij weten dat na de val van de bank Lehman Brothers veel veranderd is op het gebied van ruimtelijke ordening, huizen en hypotheken. Het zet wel de lijn voort van mijn fractie, die kritisch is over de kwantitatieve opgave die het Rijk met de regio's heeft in het gebied waarover wij spreken. Vaak heeft mijn fractie aangegeven dat wij niet moeten inzetten op de kwantiteit, de hoeveelheid, en de Haagse tekentafelpolitiek van waaruit wij dan bepalen hoeveel woningen ergens moeten worden gebouwd, maar dat wij meer moeten uitgaan van de kwaliteit: de lokale behoeften, de dynamische groei, de groei van onderop.

Over dit dossier zullen wij nog vaker spreken, maar ik wil dit debatje aangrijpen om de minister te vragen om een reactie op de artikelen in Het Financieele Dagblad van 3 januari en in NRC Handelsblad van 5 november. In dit kader wil ik een aantal vragen uiten. Is de minister het bijvoorbeeld eens met de in die artikelen geciteerde ontwikkelaars die zien dat de schaalsprong eigenlijk bedreigd wordt nu de vraag enorm afneemt? Zij vragen zich af of hierop wel flexibel genoeg wordt ingespeeld. Houdt de werkmaatschappij die wij samen met de regio de opdracht hebben gegeven, wel voldoende rekening daarmee? Wat vindt de regering van de stellingname dat de doelstelling van de schaalsprong alleen wordt gehaald bij grotere schaarste en dat die tijd inmiddels wel achter ons ligt?

De voorzitter:

Mijnheer De Rouwe, u mag bijna afronden.

De heer De Rouwe (CDA):

Voorzitter, dit zal ik doen met het indienen van een motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het bestuursakkoord tussen Rijk, regio en Almere, mede op basis van de Nota Ruimte en overige kabinetsbesluiten, voorziet in de groeiopgave van Almere met 60.000 woningen;

overwegende dat de uitwerking van dit bestuursakkoord inmiddels ter hand is genomen middels de oprichting van een aantal werkmaatschappijen met rijksdeelname;

overwegende dat in dit bestuursakkoord ook een forse ambitie besloten lag op het gebied van duurzaamheid;

overwegende dat de Tweede Kamer bij motie-Koopmans de regering gevraagd heeft, de middelen te reserveren voor infrastructuur bij de uitbreiding van Almere;

overwegende dat sinds het verschijnen van de Nota Ruimte, de Noordvleugelbrief en de ondertekening van het bestuursakkoord de woningmarkt sterk veranderd is;

verzoekt de betrokken partijen in de noordvleugel van de Randstad, de houdbaarheid van de prognoses voor de langetermijnwoningbehoefte te evalueren en de uitkomsten van deze evaluatie in te brengen bij werkmaatschappijen ter uitvoering van het bestuursakkoord;

verzoekt de regering, de gelden voor de infrastructuur voor Almere op lange termijn in stand te houden en bij alle uitwerkingen van het bestuursakkoord maximaal in te zetten op duurzaamheid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid De Rouwe. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 80 (31089).

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Voorzitter. Er zijn vanmiddag twee moties ingediend naar aanleiding van het AO RRAAM.

Ik start met de motie-Van Dekken op stuk nr. 79. Tijdens het AO RRAAM hebben wij er in de discussie al over gesproken dat wat mij betreft hardware en software goed met elkaar gecombineerd moeten worden. Je bouwt niet 60.000 extra woningen in een stad als je niet weet dat de scholing goed georganiseerd is en er eventueel voldoende arbeidsplaatsen zijn. Dit hoeft nooit helemaal in verhouding te zijn, want je kunt ook kiezen voor een slaapstad en dus niet voor een werkstad. Je moet dit soort dingen echter wel zeker met elkaar in samenhang bekijken. Ik heb dit toen aangegeven. Bovendien heb ik gezegd de Kamer van informatie te willen voorzien. Dit geldt nog steeds. Ik snap het pleidooi van de heer Van Dekken dus en stel het ook op prijs.

Tegelijkertijd denk ik dat ik tijdens het AO duidelijk hierover ben geweest. Ik zend dan ook graag samen met onze rapportages de sociaaleconomische rapportages van de gemeente Almere mee. Ik doe dit bewust op deze manier, omdat ik denk dat je dit soort dingen niet dubbelop moet doen. De gemeente Almere komt immers ieder kwartaal en wij komen eens in het halfjaar met een rapportage. Ik wil ook expliciet niet de scope van het groot project in een keer verbreden naar sociaaleconomische activiteiten, maar wel ervoor zorgen dat het besluit en de informatie altijd in totaliteit gegeven worden. De scope is vastgelegd in de Kamer en is gericht op besluitvorming in 2012 over de woningbouw in Almere, het ov, wel of geen IJmeerlijn – daartoe is die toen ook beperkt – en over de natuur. Ik zal ervoor zorgen dat dit alles meegestuurd wordt. Wat mij betreft is de motie dus overbodig. Ik heb dit immers al gezegd. Ik vind daarom dat ik hier zo op moet reageren. Inhoudelijk kan ik mij echter vinden in de motie.

Ik kom op de motie van de heer De Rouwe op stuk nr. 80 en de vragen die daaraan voorafgaan en die misschien nog wel belangrijker zijn. Het is niet nieuw. In de sessie die ik met de commissie heb gehad, heb ik mijn twijfels al geuit. Hoe snel zal de woningbouwontwikkeling daar vorm krijgen? Hoe zal de vraag zich ontwikkelen? Wij zien dat de vraag op een aantal punten in Nederland is stilgevallen. De bouwers zijn heel voorzichtig met het meedoen aan plannen. Voorafgaand aan het algemeen overleg heb ik een discussie gehad met de wethouder en de burgemeester van Almere. Met de ambassadeur, de heer Van Woerkom, die met de omliggende partijen in gesprek zou gaan over het verdere traject, heb ik er ook over gesproken. Wij moeten een terugvaloptie hebben voor het geval de ontwikkelingen anders zijn dan wij een aantal jaren geleden aannamen. De ambassadeur moet de ruimte nemen om met alternatieven te komen; dat heb ik ook met hem besproken. De stad en de ontwikkelingsmaatschappijen moeten scenario's opstellen die over langere tijd uit te voeren zijn. De burgemeester en de wethouder hebben aangegeven dat dit mogelijk is. Voor de schaalsprong, als je alles in één keer zou willen doen, moet je aan de slag bij Oosterwold, Centrum Weerwater, Amsterdam-Almere en Markermeer-IJmeer. Je kunt echter ook heel goed eerst Oosterwold doen of eerst Centrum Weerwater en pas later een van de andere projecten. Dat heeft dan ook weer gevolgen voor de infrastructuur, het al dan niet ontsluiten van de IJmeerlijn, en voor alle zaken die in de motie van de heer Van Dekken aan de orde komen, zoals scholing en arbeidsplaatsen.

De heer De Rouwe vraagt om een beschouwing over het aantal te bouwen woningen. Dat past in de verdere uitwerking van het project tot 2012. De heer De Rouwe wil budgetten voor infrastructuur voor het project beschikbaar houden. De gelden voor infrastructuur tot 2020 voor OV SAAL en de weguitbreiding tussen Schiphol, Amsterdam en Almere blijven beschikbaar. Voor de periode na 2020 is er nog geen budget gereserveerd. De heer De Rouwe vraagt aandacht voor duurzaamheid in de projecten. Dat kan ik toezeggen. Er wordt door de regio en mijn ministerie gewerkt aan een duurzaamheidsagenda voor Almere. Het woningbouwdeel vindt plaats in het project. De vraag om instandhouding van de budgetten voor infrastructuur is nieuw, maar zie ik als ondersteuning van mijn beleid. In 2012 zal ik een voorstel doen over de reikwijdte waarbinnen dit project gestalte moet krijgen: de totale schaalsprong of een kleinere versie daarvan. De Kamer kan er dan haar oordeel over geven.

De heer De Rouwe (CDA):

Via u, voorzitter, dank ik de minister voor haar beantwoording. Zij heeft gezegd dat zij in 2012 zal aangeven of het een schaalsprong wordt of iets anders. Mijn fractie heeft haar twijfels ter zake al geuit. Mijn vraag is dan ook of dat dan zal zijn in het voorjaar of in het najaar van 2012. Wij zouden graag zien dat, zodra dat mogelijk is, het zo spoedig mogelijk aan de Kamer wordt gezonden, bij voorkeur in het voorjaar.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Je gaat je bijna afvragen wat er dan gaat gebeuren in het voorjaar van 2012. Ik weet nu niet precies uit mijn hoofd wat wij daarover afgesproken hebben. Ik heb in ieder geval uw signaal gehoord dat u er snel over wilt besluiten. Toen ik aantrad heb ik ook overwogen of je niet op basis van de huidige situatie het besluit zou moeten nemen om alles stop te zetten. Ik heb dat ook besproken met de bestuurders ter plekke. Toen heb ik gezegd: nee, dat doen wij niet. Wij hebben met elkaar een traject afgesproken om zaken met elkaar te onderzoeken. In de tussentijd kan de economie aantrekken, evenals de woningbouwvraag en het vertrouwen van de bouwmarkt. Dus ik wil nog graag even doorstuderen, ook op alternatieven voor de IJmeerlijn die goedkoper zijn dan de versie die er al lag. Dat is de reden waarom wij de tijd nemen tot 2012. Ik weet niet uit mijn hoofd wanneer de resultaten daarvan allemaal opgeleverd worden. Zodra die er zijn, zal ik er zo hard mogelijk aan werken om vrijwel direct daarna een brief aan de Kamer daarover te sturen.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de minister en de leden hartelijk voor hun inbreng.

Over de moties zal volgende week gestemd worden.

De vergadering wordt van 16.20 uur tot 16.30 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van harte welkom. Alvorens het debat over de Wet volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer BES (32473) te openen, geef ik mevrouw Van Gent van de fractie van GroenLinks gelegenheid het woord te voeren over een punt van orde.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Ook ik heet staatssecretaris Atsma van harte welkom in vak-K, maar het verbaast mij dat minister Donner niet bij dit debat aanwezig is. Hij gaat namelijk over wonen. Dat staat vandaag ook op de agenda bij deze BES-wetten. Ik zou een aantal dingen met hem willen bespreken en ik had verwacht dat hij hier zou zijn. Ik verzoek de voorzitter om alsnog te organiseren dat minister Donner hierbij aanwezig is. Ik wil hem vragen stellen over wonen, maar ook over een aantal coördinatiepuntjes.

De heer Van Bochove (CDA):

De discussie over coördinatiepuntjes hebben we al zo vaak gevoerd, daar wil ik niet nog een keer in verzeild raken. Wat het aspect wonen betreft, steun ik het voorstel van mevrouw Van Gent.

De heer Bosman (VVD):

Ook de VVD-fractie steunt het voorstel van mevrouw Van Gent.

De heer Lucassen (PVV):

Ook de PVV-fractie steunt het voorstel.

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie):

Ook de fractie van de ChristenUnie kan zich vinden in het voorstel.

De heer Recourt (PvdA):

Dan zal ik die lijn volgen, met uitzondering van de coördinatie.

De voorzitter:

Dan concludeer ik dat alle fracties die aan dit debat deelnemen er belang aan hechten dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij dit debat aanwezig is. Wij zullen zo snel mogelijk met de minister contact opnemen. Ik ga ervan uit dat hij snel hier kan zijn. In afwachting daarvan schors ik de vergadering.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik deel mede dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties helaas niet hier aanwezig kan zijn vanwege verplichtingen elders in de Kamer. Daarom stel ik voor om het debat over de Wet volkshuisvesting en ruimtelijke ordening en milieubeheer voor Bonaire, Sint-Eustatius en Saba niet vandaag te houden, maar op een ander tijdstip.

Daartoe wordt besloten.

Sluiting 16.50 uur.

Naar boven