Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Kuiken aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het onderzoek van Abvakabo FNV naar het imago van werken in de zorg "Veel werknemers in de zorg overwegen ander werk".

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter. Het aantal vacatures in de zorg is groot en neemt de komende jaren door de vergrijzing en de veranderende zorg alleen maar toe. In de komende jaren moeten er 450.000 extra vacatures worden vervuld. Het is daarom onze gezamenlijke opdracht om enerzijds medewerkers vast te houden en anderzijds heel veel nieuwe mensen enthousiast te maken voor een carrière in de zorg.

In dit licht is het zorgelijk dat uit een recent onderzoek van Abvakabo FNV is gebleken dat steeds meer mensen in de zorg overwegen een baan buiten de zorg te zoeken. De urgentie is groot en daarom stel ik de volgende vragen aan de minister.

Hoe zorgt zij ervoor dat er voldoende handen aan het bed blijven in plaats van dat deze handen verdwijnen door de hoge werkdruk en de slechte arbeidsomstandigheden? Hoe verhoudt de behoefte aan medewerkers in de zorg zich met de plannen van het kabinet om te bezuinigen op de mbo-opleidingen van mensen ouder dan 30 jaar? Welke acties zal de minister ondernemen om specifiek jongeren voor de zorg te interesseren? Kunnen wij van haar een concreet integraal actieplan verwachten met daarin meetbare doelen, acties, kosten en een tijdpad?

Minister Schippers:

Voorzitter. Wij hebben de komende jaren inderdaad heel veel mensen nodig in de zorg. Dit betekent dat wij veel nieuwe mensen moeten opleiden. Mijn beeld is wat optimistischer dan dat wat mevrouw Kuiken net schetste, want er is aanzienlijk meer vraag naar een opleiding in de zorg. Het aantal aanmeldingen bij roc's en hoge scholen neemt echt toe en dit gebeurt niet als het imago van het zorgberoep werkelijk zo slecht is.

Voldoende aanwas is niet genoeg, het is minstens zo belangrijk om mensen in de zorg vast te houden, maar ik wil wel enige nuancering aanbrengen bij de enquête waarnaar mevrouw Kuiken verwijst. De vragen in de enquête lijken sturend. Zo wordt gevraagd: "Betekent werken in de zorg een hoge werkdruk?" of "Denkt u eigenlijk wel eens over ander werk?" Ik zou zeggen: wie denkt er niet eens na over ander werk. Bovendien zijn de vragen gesteld door de vakbond die op dat moment met werkgevers moeizame onderhandelingen voerde over de cao van verzorgenden, verplegenden en thuiszorgmedewerkers. Als zodanig lijken de uitkomsten een te verwachten en wenselijke steun in de rug van Abvakabo FNV.

Nu de feiten. In 2008 verliet 4,3% van het verplegend, opvoedkundig en verzorgend personeel de zorgsector, inclusief de gepensioneerden. De uitstroom in de zorg is dus laag. Opmerkelijk is dat de beeldvorming in de media veelal suggereert dat werknemers de zorgsector massaal de rug toekeren. Gelukkig voor ons allemaal en voor de patiënten is dit niet het geval. Wel is het beeld in de enquête herkenbaar dat werknemers werkdruk en bureaucratie als een belangrijk knelpunt ervaren.

De kern van de verantwoordelijkheidsverdeling is dat zorginstellingen primair verantwoordelijk zijn voor het personeelsbeleid. Zij worden ondersteund door sociale partners, maar uiteindelijk heeft ook de overheid een verantwoordelijkheid. Ieder doet zijn deel, ook wij. Het regeerakkoord stelt dan ook: geef de zorgprofessional zijn of haar vak terug. Daarop zullen wij inderdaad fors inzetten. Wij zullen ook fors inzetten op het hardnekkige punt waarop vele kabinetten voor ons ook hun tanden hebben stukgebeten, namelijk de regeldruk, de administratieve lasten. Er ligt een aantal wetsvoorstellen klaar dat verplichtingen afschaft of vereenvoudigt en dat zal bevorderen dat niet steeds opnieuw wordt gevraagd om de registratie van gegevens.

Tijdens de algemene politieke beschouwingen is al toegezegd dat de Kamer voor de kerst nader zal worden geïnformeerd over de mbo-opleidingen.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

De minister duikt in de nuance en ik wil graag de vlucht naar voren maken. In de toekomst hebben wij immers 450.000 extra vacatures. In het debat over de begroting heeft de minister al een toezegging gedaan over de administratievelastendruk. Kunnen wij van haar dan ook een integraal plan verwachten waarin wordt gekeken naar salaris, doorstroming en enthousiast maken van nieuwe mensen, met andere woorden: een veelomvattend plan met duidelijke acties en meetbare doelen, waarover wij in de Kamer kunnen spreken? Het gaat hierbij overigens niet alleen over de toestroom van mensen, maar met name ook over de uitstroom. Ik formuleer het heel concreet: komt er een plan, en indien ja, wanneer kunnen wij dat tegemoet zien en wordt dat plan ook samen met de sociale partners opgesteld?

Minister Schippers:

Het vorige kabinet heeft het probleem in de zorg en op de arbeidsmarkt goed onderkend en heeft ook een plan gemaakt met voorstellen om het tij te keren. Uiteraard ben ik bereid om dat plan te actualiseren. Dat is ook nodig, want het betreft een groot probleem. Tot actualisatie ben ik dus zeker bereid, maar dan wel met dat plan als basis. Het lijkt mij namelijk onnodig om steeds opnieuw het wiel uit te vinden. Het vorige kabinet heeft die urgentie opgepakt en ik zet die urgentie door.

Mevrouw Leijten (SP):

Mensen die kiezen voor werk in de zorg willen zorgen voor mensen; zij kunnen dat echter niet meer. Het is geen nieuwe klacht die in dit onderzoek naar voren komt; dit is zeer bekend. De mensen die werken in de zorg, zuchten onder de bureaucratie. Ik heb hier een map van een willekeurige zorginstelling. Daarin zitten 14 formulieren die dag in, dag uit ingevuld moeten worden omdat het werk "gescoord" moet worden. Anders kan men niet weten of men wel "productie" draait. Mijn vraag aan de minister is heel simpel: wanneer is deze map weg?

Minister Schippers:

Er moet drastisch in de regels in de zorg gesneden worden. Ik zal mij er vol voor inzetten – dat staat ook in het regeerakkoord – dat ook dit kabinet dat als hoogste prioriteit heeft. Ik weerspreek echter wel het beeld dat u hier schetst. Dat doet geen recht aan de dagelijkse praktijk in de zorg. Zo is bijvoorbeeld te zien dat zorgwerknemers positief scoren op arbeidsbeleving. In 2009 vond 90% het werk inhoudelijk leuk en vond 84% het werk sfeervol, volgens Prismant. Er is dus echt sprake van heel hoge scores. Ik vind dat wij ook het werken in de zorg recht moeten doen en ook het imago niet steeds moeten besmetten, zodat die verpleegkundigen en die verzorgenden zich bij al die verjaardagen steeds tegen het door u geschetste beeld moeten verweren.

De voorzitter:

Ik verzoek u via de voorzitter te spreken!

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Ik ben het natuurlijk helemaal eens met de woorden van de minister en sta ook pal voor minder bureaucratie. Het is natuurlijk fantastisch dat er 12.000 banen en 1 mld. extra bijkomen, maar wat mij verbaast, is dat ik nog steeds mails binnenkrijg vanuit zorginstellingen die zeggen: help, wij moeten bezuinigen en wij moeten steeds weer banen schrappen. Hoe verhoudt zich dat tot elkaar? Enerzijds is er dus de inzet van het kabinet om meer en extra te investeren en anderzijds zijn er de geluiden die ik binnenkrijg uit de praktijk over bezuinigingen en banen die opgezegd worden.

Minister Schippers:

Ik heb het niet precies geteld, maar ik geloof dat dit kabinet zesenhalve week bezig is. Wij hebben gezegd dat wij 1 mld. extra in de ouderenzorg investeren. Wij hebben gezegd dat wij er 12.000 banen bij willen. Wij hebben hoge ambities ten aanzien van de afname van de administratieve druk, maar u kunt niet van ons verwachten dat wij in zeseenhalve week de wereld zo hebben omgegooid dat uw instellingen niets meer van de huidige praktijk merken. Het is gewoon te kort.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Wij hebben over dit onderwerp ook uitgebreid gesproken bij de begrotingsbehandeling. Ik wil even ingaan op wat de minister eerder aangaf. Mevrouw Kuiken vroeg wanneer de minister met een plan komt en de minister gaf toen aan dat dit voor het kerstreces zou zijn. Ik wil graag nog even heel nadrukkelijk van haar horen dat zij inderdaad voor het kerstreces met een plan van aanpak komt.

Minister Schippers:

Ik kan mij niet herinneren dat ik voor het kerstreces een plan van aanpak heb aangekondigd. Wat ik heb gezegd, is dit: er is een actieplan om het tij te keren op de arbeidsmarkt in de zorg, dat door het vorige kabinet is opgesteld. Dat plan zal ik steeds actualiseren, afhankelijk van wat er in het jaar daarop weer aan de orde is.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Wanneer kunnen wij de eerste actualisering verwachten?

Minister Schippers:

Ik denk zo tegen de zomer.

Mevrouw Agema (PVV):

Wij zijn heel erg blij met de plannen in het gedoogakkoord om bijna 1 mld. extra vrij te maken, vooral voor de langdurige zorg. Daarmee komen er zo'n 12.000 extra paar handen aan het bed. Juist dat geeft veel meer werkplezier. Dat geld komt vrij in 2012, dus niet in 2011. Wij hebben in het gedoogakkoord ook een proef afgesproken met regelarme instellingen. Kan de minister een indicatie geven wanneer wij daarmee gaan beginnen? Ook de regeldruk irriteert heel veel mensen in de zorg immers mateloos.

Minister Schippers:

Ik ben dat helemaal eens met mevrouw Agema. Ik denk dat wij twee dingen moeten doen, namelijk het aantal algemene regels verminderen, voor iedereen in alle instellingen en ziekenhuizen, en proeven doen met regelarme of regelvrije instellingen. Dat moeten wij wel heel goed in elkaar zetten. Ik spreek nu niet over mijn terrein, maar over dat van de staatssecretaris. Ik vind het een beetje moeilijk om hier beloftes te doen die haar portefeuille betreffen. Ik denk wel dat wij hier vaart mee moeten maken, maar ik durf er geen directe termijn aan te verbinden.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Voorzitter. Het is goed om te horen dat de minister er echt werk van wil maken om meer handen aan het bed te krijgen, dus meer mensen. Het grote probleem blijft dat er weinig mensen zijn die nog in de zorg willen werken. Er is een groep mensen die graag in de zorg wil werken en die na hun 30ste daarvoor een mbo-opleiding wil volgen. Die mensen moeten deze opleiding nu helemaal zelf gaan betalen. De zorgsector zegt dat dit een heel belangrijke reden is dat er nog minder mensen in de zorg willen gaan werken. Is de minister, nu zij weet dat dit een belemmering is om mensen op de arbeidsmarkt te krijgen, bereid om deze mensen te steunen zodat haar plannen niet alleen woord blijven, maar ook daad worden?

Minister Schippers:

Ik wil beginnen met het tegenspreken van de stelling waarmee mevrouw Bouwmeester begon, namelijk dat er steeds minder mensen in de zorg willen werken. In de praktijk blijkt namelijk het tegenovergestelde, dat steeds meer mensen in de zorg willen werken. Steeds meer mensen melden zich aan bij zorgopleidingen van alle niveaus. Daaruit blijkt dat steeds meer mensen in deze sector willen werken.

Het kabinet heeft gezegd dat het de Kamer voor de Kerst nader informeert over de wijze waarop de 30-plusregeling voor het mbo zal worden vormgegeven en of het daarmee wil doorgaan.

Mevrouw Uitslag (CDA):

Voorzitter. Volgens mij klopt wat de minister zegt. Heel veel mensen melden zich aan bij de opleidingen en willen graag verpleegkundige worden. Het is een beroep waar je ontzettend trots op kan zijn, zo weet ik uit eigen ervaring. Als zij opgeleid zijn, gaan deze mensen in de praktijk aan het werk. Daar maak ik mij een beetje ongerust over. Heel veel initiatieven die op de werkvloer ontstaan, worden de kop ingedrukt door regelgeving of door het bestuur dat andere plannen heeft of op andere parameters wordt afgerekend. Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat initiatieven van mensen aan het bed, verpleegkundigen en verzorgenden, daadwerkelijk worden gehoord? Is de minister het met de CDA-fractie eens dat de VAR, de Verpleegkundige en/of Verzorgende Adviesraad, een heel goed middel is om initiatieven van de werkvloer in het beleid op te nemen?

Minister Schippers:

Wat wij kunnen doen, is de belemmeringen wegnemen. Ik heb bij de begrotingsbehandeling al gezegd dat juist nieuwe initiatieven vrijwel altijd van de werkvloer komen. Vaak zijn dergelijke nieuwe initiatieven al ergens genekt voordat zij tot bloei hebben kunnen komen. Als wij de zorg beter willen maken, moeten wij ervoor zorgen dat wij kunnen zien waar dat gebeurt. Het ministerie van VWS subsidieert het project Excellente Zorg, waarmee de vinger aan de pols wordt gehouden en in kaart wordt gebracht waar verpleegkundigen en verzorgenden op stuklopen. Dat wordt precies bijgehouden op lijsten. Daarop moeten wij sturen om ervoor te zorgen dat initiatieven die op de werkvloer in gang worden gezet de ruimte krijgen.

Naar boven