Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de stemmingslijst van aanstaande dinsdag de brief van het Presidium inzake het onderzoeksvoorstel van de tijdelijke commissie onderzoek financieel stelsel tot het houden van een parlementaire enquête naar de crisismaatregelen in de periode september 2008 tot en met januari 2009 (31980 nr. 15).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mee dat:

  • - de algemene commissie voor Immigratie en Asiel tot haar voorzitter heeft gekozen het lid Brinkman en tot haar ondervoorzitter het lid Kuiken;

  • - de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie tot haar voorzitter heeft gekozen het lid Van der Ham en tot haar ondervoorzitter het lid Jansen;

  • - de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken tot haar voorzitter heeft gekozen het lid Dijksma en tot haar ondervoorzitter het lid Aptroot;

  • - de vaste commissie voor Defensie tot haar voorzitter heeft gekozen het lid Van Beek en tot haar ondervoorzitter het lid De Rouwe;

  • - de vaste commissie voor Financiën tot haar voorzitter heeft gekozen het lid Dezentjé Hamming-Bluemink en tot haar ondervoorzitter het lid Heijnen;

  • - de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven tot haar voorzitter heeft gekozen het lid Neppérus en tot haar ondervoorzitter het lid Çörüz;

  • - de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap tot haar voorzitter heeft gekozen het lid Van Bochove en tot haar ondervoorzitter het lid Wolbert;

  • - de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken tot haar voorzitter heeft gekozen het lid Albayrak en tot haar ondervoorzitter het lid Pechtold.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer voor de volgende weken:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de implementatie van de richtlijn betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (32400);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de accijns in verband met de implementatie van de richtlijn betreffende de structuur en de tarieven van de accijns op tabaksfabrikaten (32532).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik:

  • - in de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie het lid Lodders tot lid in plaats van het lid Leegte en het lid Leegte tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Lodders;

  • - in de vaste commissie voor Financiën de leden Ziengs en Schaart tot plaatsvervangend lid in plaats van de leden Azmani en Van Beek;

  • - in de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie het lid Azmani tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Snijder-Hazelhoff.

Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik in het Presidium het lid Van Hijum tot lid in plaats van het lid Van Haersma Buma en het lid Koopmans tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature.

Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik in het Presidium het lid Neppérus tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Blok.

Op verzoek van de PvdA-fractie benoem ik:

  • - in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken het lid Monasch tot lid in plaats van het lid Çelik en het lid Van Dam tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Timmermans;

  • - in de vaste commissie voor Defensie het lid Timmermans tot lid in plaats van het lid Van Dam;

  • - in de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie het lid Jacobi tot lid in plaats van het lid Groot en het lid Groot tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Jacobi;

  • - in de commissie voor de Werkwijze der Kamer het lid Hamer tot lid in plaats van het lid Dijsselbloem;

  • - in de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven het lid Smeets tot lid in de bestaande vacature;

  • - in de commissie voor de emolumenten het lid Heijnen tot lid in de bestaande vacature.

Op verzoek van de PVV-fractie benoem ik in de contactgroep Duitsland het lid Elissen tot lid.

Ik stel voor, de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 22112-765; 31544-2; 32483-1; 32447-1; 32448-1; 32500-IXB-6; 28165-114; 21501-07-760; 2010Z15530; 21109-197; 28172-9; 32043-10; 32043-9; 32043-8; 30413-151 en 30413-140.

Voorts stel ik voor, toe te voegen aan de agenda het verslag van het op 10 november jongstleden gehouden algemeen overleg pensioenonderwerpen, met als eerste spreker het lid Ulenbelt.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van der Ham.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Het drugsbeleid blijft ons bezighouden. Nieuwe ontwikkelingen stapelen zich op. Er zijn ook al reacties van het nieuwe kabinet in de media. Nu kunnen we er allemaal spoeddebatjes over gaan houden, maar dat lijkt mij niet verstandig. Het lijkt mij verstandiger om een integraal debat te houden over de justitiële aspecten, maar ook over de volksgezondheidsaspecten en de veiligheidsaspecten. Wat hebben we daarvoor nodig? Een reactie van de regering op het rapport van de commissie-Van de Donk, een actualisering daarvan. Ook is nodig een uitwerking van de plannen die in het kabinetsakkoord zijn aangekondigd. Op basis daarvan kunnen we dan een integraal debat houden – dat hoeft van mij niet nog voor de kerstvakantie – zodat wij de regering daarop kunnen sturen, haar suggesties kunnen aanleveren of haar kunnen bemoedigen.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Voorzitter. De Partij van de Arbeid steunt het verzoek om een debat uiteraard van harte. Wij willen graag een hoofdlijnendebat, een groot debat hebben waarin alle onderwerpen samenkomen. Wij hebben nu te maken met het kabinet van de aanpak, dus zou ik ook graag willen dat wij voor het februarireces dat debat ook echt hebben gehouden.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Voorzitter. De ChristenUnie steunt het verzoek om een debat. Gelet op dit belangrijke onderwerp zijn wij voor een hoofdlijnendebat.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Steun voor het debat.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Steun voor het debat.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun, voorzitter.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Formeel gesproken is er volgens mij ooit zelfs een debat aangevraagd over drugs. Wellicht staat dat nog op de agenda. Ik weet niet hoe het zit met de overgang van de ene naar de andere periode ...

De voorzitter:

Ik zal er zo iets over zeggen.

De heer Van der Staaij (SGP):

Wij hebben toen al de gedachte gesteund om een keer afzonderlijk over het drugsbeleid te spreken, maar dan wel op basis van een goede notitie, nu van het nieuwe kabinet.

De heer Van der Steur (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie steunt het verzoek om een debat, maar wil benadrukken dat de regering de gelegenheid moet hebben om haar standpunten aan de Kamer te doen toekomen.

De heer Elissen (PVV):

De PVV steunt het verzoek ook en wil met name een terugblik op de aanbevelingen van de commissie-Van de Donk.

De voorzitter:

U hebt ruime steun, mijnheer Van der Ham. Wij gaan het debat dan ook plannen en wij zullen het stenogram doorgeleiden. Naar aanleiding van de opmerking van de heer Van der Staaij merk ik op dat dit punt controversieel was verklaard en dat het nu opnieuw in herinnering is gebracht door de heer Van der Ham. Wij gaan het debat dus plannen. Over de spreektijden zullen wij later een voorstel doen.

Het woord aan de heer Brinkman.

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. Defensie is van plan om een team van ambtenaren naar Afghanistan te sturen ter verkenning van een mogelijke toekomstige missie naar Afghanistan. In de wandelgangen hoor ik geluiden van een missie van ruim 300 man. Ik ben zeer benieuwd of de Kamer in de nieuwe samenstelling überhaupt een dergelijke missie van 300 man gaat steunen. Als dat niet het geval is, laten wij dat dan meteen aftikken, want dan hoeft dat team ook niet naar Afghanistan toe. Daarom verzoek ik om een spoeddebat met de minister van Defensie.

De voorzitter:

Ik heb begrepen dat wij morgen een zogenaamde notificatiebrief zullen krijgen en dat de Kamer vervolgens ook nog een artikel 100-brief zal ontvangen. Dat is de gebruikelijke procedure. Dat wilde ik even meegeven voor ik een ronde doe.

De heer Ormel (CDA):

Mevrouw de voorzitter. Dit is niet zonder belang, want als u nu in de plenaire zaal de mededeling doet dat wij morgen een notificatiebrief krijgen, is de notificatieprocedure dus in feite begonnen. Wij hebben via de commissie-Bakker onszelf de opdracht meegegeven om ons tussen de notificatiebrief en de artikel 100-brief die daaruit volgt, uiterst terughoudend op te stellen. Ik wil de heer Brinkman dan ook verzoeken om zijn verzoek – dat ik op zich begrijp – eventueel te bespreken, als hij dat al zou willen, tijdens het algemeen overleg over de voortgangsrapportage Afghanistan. Dat AO staat binnenkort gepland. Hij kan het punt ook in een procedurevergadering naar voren brengen. Er zijn diverse momenten waarop dat kan. Ik wil mijn collega's echter oproepen om de onszelf opgelegde terughoudendheid vast te houden.

De heer Pechtold (D66):

Mijn fractie steunt dat.

De heer Ten Broeke (VVD):

Voorzitter. Het aantal leunstoelgeneraals in deze Kamer neemt hand over hand toe. Wij hebben een heel heldere bepaling: de regering regeert en het parlement controleert. Als dat ergens het geval is, is dat wel bij een artikel 100-procedure. Met andere woorden, wij steunen het verzoek van de heer Brinkman niet. Wij denken dat wij genoeg mogelijkheden hebben om hier te zijner tijd op terug te komen.

De heer Van Bommel (SP):

Voorzitter. Wat zich hier voordoet, valt eigenlijk buiten de gewone procedure die wij kennen. De aankondiging van een notificatiebrief en een artikel 100-procedure is vanzelfsprekend, omdat die moeten volgen op het inmiddels in gang gezette traject. Dat proces wachten wij dus rustig af.

Nu komt daar tussendoor de suggestie dat er een verkenningsteam zou gaan. Dat zie ik als een opzichzelfstaand besluit, dat los staat van uitzending van politietrainers of wat dan ook. Daarvoor geldt een aparte procedure. Daarom denk ik dat het verzoek van de heer Brinkman gerechtvaardigd is. Dat kan met inachtneming van de aanbevelingen van de commissie-Bakker, waar ik zelf lid van was. Bovendien is het een noodzakelijke stap, omdat dit een apart besluit is van het kabinet – ik ga er in ieder geval van uit dat het morgen in de ministerraad een besluit wordt – waarmee een politiek voldongen feit wordt gecreëerd. Juist daarom denk ik dat dit apart besproken zou kunnen worden en dat wij dat met spoed zouden moeten doen.

De heer El Fassed (GroenLinks):

Volgende week woensdag hebben wij ook nog een AO over de voortgangsrapportage Afghanistan. Dat wil ik in overweging geven. Mijn fractie zal niet voor een debat gaan liggen.

De voorzitter:

U gaat er niet voor liggen.

De heer El Fassed (GroenLinks):

Wij zijn niet tegen een spoeddebat.

De voorzitter:

U steunt het dus. Dat is voor mij het meest duidelijke oordeel.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Zo'n verkenningsmissie kan een heel logisch onderdeel uitmaken van een notificatie. Het kabinet start nu een onderzoek. Voor de uitkomsten daarvan moeten wij de artikel 100-brief afwachten. Dat is de gewone gang van zaken. Dan zullen wij een voorstel hebben van het kabinet. Daarna moeten wij dan een debat gaan voeren. Wij steunen het verzoek om een spoeddebat dus niet.

De heer Timmermans (PvdA):

Voorzitter. Ik probeer de redenering van de heer Van Bommel te volgen. Als hij gelijk heeft, zouden wij het over twee verschillende dingen kunnen hebben. Dat blijkt echter pas als wij de notificatie hebben. Mijn suggestie aan de heer Brinkman is om zijn verzoek voor een spoeddebat te bezien in het licht van de notificatie. Als daaruit inderdaad blijkt dat het iets anders is dan, of verschilt van, een besluit om een missie uit te zenden, dan heeft hij de steun van mijn fractie voor een spoeddebat. Als uit de notificatie blijkt dat het daarvan integraal onderdeel is, dan hebben wij daarvoor vaststaande procedures in de Kamer. Op dit moment kan ik het verzoek dus niet steunen, tenzij de heer Brinkman zegt te wachten tot wij de notificatie hebben. Dan kom ik bij hem terug.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. De Partij voor de Dieren maakt zich zorgen dat hierover ruis bestaat. Ik kan mij vinden in de redenering van de Partij van de Arbeid. Ik voel veel voor een spoeddebat, maar ik zou zeggen: wacht de notificatiebrief van morgen af. Als wij dan volgende week moeten debatteren, krijgt de heer Brinkman zeker onze steun.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Ook de SGP-fractie steunt het verzoek op dit moment niet. Wij gaan er tot nu toe van uit dat wat naar buiten gekomen is, past binnen de voorbereidingen in het kader van de notificatiebrief van morgen. In dat kader moet bekeken worden welke bijdrage geleverd kan worden. Wij willen niet op voorhand in een debat de regering met handen en voeten binden over hoe het de voorbereiding gestalte geeft.

De voorzitter:

Mijnheer Brinkman, u hebt steun van 30 leden. Die discussie hoeven wij niet aan te gaan. De heer Timmermans deed het aanvullende voorstel om de brief af te wachten. Die komt morgen. Vandaag kunnen wij toch geen spoeddebat houden. Wellicht is het een oplossing dat u even aanziet wat de inhoud is van de brief. Volgende week dinsdag kunnen wij dan een definitieve beslissing nemen. Is dat niet praktisch?

De heer Brinkman (PVV):

Ik ben niet gewend om naar de PvdA te luisteren, maar het waren wel wijze woorden van de heer Timmermans. Ik denk inderdaad dat wij moeten wachten tot morgen, met dien verstande dat ik Defensie wil verzoeken om verder geen voorbereidingen te treffen voor de reis. Het is immers zeer onduidelijk of die überhaupt doorgaat.

De voorzitter:

Goed. Wij komen er volgende week dinsdag op terug. Het stenogram zal worden doorgeleid naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Pechtold.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. De plaatsvervangend secretaris-generaal van de OESO, bij ons goed bekend als voormalig minister De Geus, heeft vanochtend heel duidelijk gezegd dat de OESO problemen heeft met Nederland als het gaat om het vlot trekken van de economie. Het gaat om een breed aantal onderwerpen, zoals arbeidsmarkt, woningmarkt, onderwijs en files. Ik wil graag voor de behandeling van de begroting van Algemene Zaken van volgende week een schriftelijke reactie van de minister-president op deze constatering van de OESO hebben.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram van dit gedeelte van het debat doorgeleiden naar het kabinet.

Naar boven