Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de PvdA-fractie benoem ik:

  • - in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken het lid Dijksma tot lid in plaats van het lid Kuiken en het lid Kuiken tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Dijksma;

  • - in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Albayrak tot lid in plaats van het lid Eijsink en het lid Eijsink tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Vermeij;

  • - in de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie de leden Dijksma, Samsom, Groot en Smeets tot lid en de leden Jacobi, Jadnanansing, Klijnsma en Van der Veen tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

  • - in de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie het lid Heijnen tot lid in plaats van het lid Albayrak;

  • - in de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties het lid Van Dam tot lid in plaats van het lid Dijsselbloem;

  • - in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Dijsselbloem tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Jacobi;

  • - in de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu de leden Monasch, Dijksma, Samsom en Van Dekken tot lid en de leden Plasterk, Groot, Vermeij en Jacobi tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

  • - in de algemene commissie voor Jeugdzorg de leden Bouwmeester, Heijnen, Dijsselbloem en Jadnanansing tot lid en de leden Arib, Wolbert, Hamer en Eijsink tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

  • - in de algemene commissie voor Immigratie en Asiel de leden Spekman, Dijsselbloem, Van Dam en Kuiken tot lid en de leden Van Dekken, Arib, Çelik en Jadnanansing tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures.

Op verzoek van de GroenLinksfractie benoem ik:

  • - in de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie de leden Braakhuis en Van Tongeren tot lid en de leden El Fassed en Klaver tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

  • - in de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu de leden Van Tongeren en Van Gent tot lid en de leden El Fassed en Braakhuis tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

  • - in de algemene commissie voor Jeugdzorg de leden Dibi en Voortman tot lid en de leden Peters en Klaver tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

  • - in de algemene commissie voor Immigratie en Asiel de leden Peters en Dibi tot lid en de leden Halsema en Sap tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

  • - in de themacommissie Dierhouderij de leden El Fassed en Van Tongeren tot lid en de leden Van Gent en Braakhuis tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures.

Aangezien voor de stukken gedrukt onder de nummers 32478; 32484; 32506; 32482 (R1916), nr. 1; 32510 (R1918); 32511 (R1919); 32485 (R1917) en 32509 de termijnen zijn verstreken, stel ik vast dat wat de Kamer betreft de daarbij ter stilzwijgende goedkeuring overgelegde stukken zijn goedgekeurd.

Ik stel voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.

Op verzoek van het lid Van Gerven stel ik voor, de motie op stuk 29683, nr. 50 opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Arib.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. Ik zie dat mevrouw Kooiman al bij de interruptiemicrofoon staat, terwijl ik nog niets gezegd heb.

Voor de zoveelste keer staan wij hier naar aanleiding van het rapport van het UMC over de babysterfte in Nederland. De babysterfte in Nederland is nog steeds heel hoog: jaarlijks komen 400 baby's te overlijden. Dat overlijden is vermijdbaar. Ik wil daarover graag een spoeddebat houden. Voorafgaand aan dat debat ontvang ik graag een brief van de minister van VWS waarin zij ingaat op dit rapport en de factoren en aanbevelingen daarin.

Mevrouw Kooiman (SP):

Keer op keer voeren wij hierover – terecht! – een debat, vaak met spoed. Wij komen echter geen stap verder, omdat wij nog geen reactie hebben van de minister of het kabinet op het rapport van de Stuurgroep zwangerschap en geboorte. In de procedurevergadering heeft de betrokken commissie gevraagd om een brief als reactie op dit onderzoek. Wij hebben hierover in de commissie gesproken. Wij willen geen half werk leveren, maar wij willen heel graag een keer een volwaardig debat voeren over de problemen en de babysterfte, zodat wij echt verder komen.

De voorzitter:

Steunt u het verzoek van mevrouw Arib?

Mevrouw Kooiman (SP):

Ik steun een volwaardig debat, maar pas als er een reactie is van het kabinet op het rapport van de stuurgroep en pas als er een brief is over het onderzoek.

Mevrouw Dille (PVV):

Ik sluit mij aan bij mijn voorganger van de SP-fractie, dus geen steun voor een spoeddebat, maar wel voor een algemeen debat en eerst een brief van de minister.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Ik sluit me aan bij de woorden van mevrouw Kooiman.

Mevrouw Dijkstra (D66):

Ik ook. Als wij dit echt snel willen behandelen, kunnen wij dit volgende week bij de begrotingshandeling eventueel aan de orde laten komen.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Het is natuurlijk wel belangrijk dat de informatie beschikbaar is, maar dat moet ook voor een spoeddebat kunnen. Het een hoeft het ander niet uit te sluiten. Ik geef dus steun.

Mevrouw Uitslag (CDA):

De CDA-fractie steunt het voorstel van mevrouw Kooiman. Wij willen geen spoeddebat, maar een volwaardig debat.

De heer Mulder (VVD):

De VVD-fractie steunt ook het voorstel van de SP-fractie.

Mevrouw Arib (PvdA):

Ik heb niet voor niets een reactie van de minister gevraagd, voorafgaand aan het spoeddebat. Er zijn verschillende debatten over dit onderwerp gevoerd en ik heb er meerdere keren schriftelijke vragen over gesteld. Ik houd vast aan mijn verzoek om een spoeddebat. Ik voel helemaal niets voor het voorstel van mevrouw Dijkstra. Als je een volwaardig debat wilt, moet je het zeker niet afraffelen bij de begrotingsbehandeling VWS, want daarbij wordt over alles gesproken. Reden temeer om aan het spoeddebat vast te houden.

De voorzitter:

U hebt voldoende steun voor een spoeddebat; de spreektijd zal drie minuten per fractie bedragen. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Dibi.

De heer Dibi (GroenLinks):

Mevrouw de voorzitter. Hoewel de Kamer gisteren een spoeddebat heeft gehouden over de dreigende uitzetting van Irakese asielzoekers, sta ik hier toch met een nieuw verzoek. Gisteren behandelde de Raad van State drie zaken van Irakese asielzoekers. Bij die behandeling verweet de raad de procesvertegenwoordiging van de IND misleiding. De brief van het EHRM zou te laat beschikbaar zijn gesteld. Dit zijn ernstige aantijgingen die verregaande consequenties hadden kunnen hebben voor betrokkenen, ware het niet dat inmiddels is afgezien van directe uitzetting. Reden voor opheldering. Daarom het verzoek om een spoeddebat met de minister voor Immigratie en Asiel over het achterhouden van de brief van het EHRM. Er is ook via de commissie al een brief gevraagd. Die kan volgens mij morgen voor 12.00 uur aankomen en dan kunnen we daarna het spoeddebat houden.

De heer Spekman (PvdA):

Voorzitter. Ik steun het verzoek van de heer Dibi. Ik heb nog wel een toevoeging aan de brief die ik van de minister zou willen hebben. Vannacht was de uitzending van "Nu al Wakker Nederland", een programma van Radio 1, waarin de heer Koppejan beweerde dat de nieuwe uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens al bekend was bij de CDA-fractie. Dan heeft óf de heer Koppejan het fout óf de minister heeft niet de waarheid gesproken. Ik geloof overigens in het eerste, maar dat moet boven tafel komen. Dat wil ik echt in de brief beantwoord zien.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Wij hebben als commissie gezamenlijk zo-even een brief gevraagd aan de minister waarin wij hem ook verzoeken opheldering te geven over de vraag waarom de brief van 22 oktober zo laat naar voren is gekomen. Mijn fractie wil graag wachten op die brief en dan kunnen wij morgen bij de regeling van werkzaamheden kijken hoe wij daarmee verder om moeten gaan. Dus geen steun op dit moment voor het spoeddebat maar wel zo snel mogelijk vóór de regeling de brief waar de commissie om heeft gevraagd.

De heer Schouw (D66):

Mevrouw de voorzitter. In dit dossier nemen de mysteries en de vraagtekens toe. Dus het is heel erg goed dat collega Voordewind ook de andere collega's betrokken heeft bij een gezamenlijke aanpak om echt duidelijkheid te krijgen van het kabinet. Dus ik steun ook zijn opmerkingen om het kabinet te manen om te komen met een brief voor morgenmiddag 12.00 uur en dan bij de regeling van werkzaamheden te bepalen of wij er al dan niet een spoeddebat over gaan houden.

Mevrouw Van Nieuwenhuizen (VVD):

Voorzitter. Kortheidshalve sluit de VVD zich aan bij de argumentatie zoals die zojuist door de heer Voordewind is ingebracht. Steun voor het voorstel om morgen bij de regeling verder te kijken als de brief binnen is.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Voordewind. Wat de SP betreft zullen wij morgen bezien of wij als Kamer een spoeddebat houden.

Mevrouw Sterk (CDA):

Dat geldt ook voor de CDA-fractie, voorzitter.

De heer Dibi (GroenLinks):

Ik snap de argumentatie van de overige partijen maar als ik het goed heb, steunt de heer Spekman het al inplannen van een spoeddebat morgen. Voor 12.00 uur morgen willen wij graag een brief met alle informatie van de minister.

De voorzitter:

U hebt voldoende steun voor een spoeddebat. De spreektijd is drie minuten per fractie. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

De vergadering wordt enige ogenblikken geschorst.

Voorzitter: Verburg

Naar boven