Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van volgende week:

  • - wetsvoorstellen tot samenvoeging van gemeenten in Utrecht, in Friesland en in Limburg (31840 en 32242 tot en met 32246);

  • - het voorstel van wet van het lid Jan Jacob van Dijk houdende wijziging van de Wet op het onderwijstoezicht inzake de aanscherping van het toezicht bij nieuw bekostigde scholen (32007);

  • - het wetsvoorstel Aanpassing van EZ-instellingswetten aan de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen (32151).

Voorts stel ik voor, toe te voegen aan de agenda van de week van 13, 14 en 15 april:

  • - wetsvoorstellen in het kader van de staatkundige vernieuwing (32017 tot en met 32020, 32026, 32041, 32178, 32213, 32179 en 32186);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten ter verbetering van de toepassing van de maatregel ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel (verruiming mogelijkheden voordeelontneming), de zogenaamde pluk-ze-wetgeving (32194).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

De fractie van de ChristenUnie wenst de voorstellen tot wijziging van de lijst van controversiële onderwerpen onder de nrs. 15, I, en 15, II, in te trekken. Ik stel vast dat daarmee wordt ingestemd.

Het woord is aan mevrouw Van Velzen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Mevrouw de voorzitter. Ik heb een aantal schriftelijke vragen gesteld die al lange tijd op beantwoording wachten. De eerste vragen gaan over jongeren die geen baan krijgen nadat ze een Halt-straf hebben gekregen, de tweede over eisen aan gevangenispersoneel en de derde over het op straat zetten van asielzoekers. De details zijn bij u bekend en ik hoop via deze regeling spoedig antwoord te mogen ontvangen.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar de regering.

Het woord is nogmaals aan mevrouw Van Velzen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Mevrouw de voorzitter. Ik heb twee weken geleden voor de tweede keer gevraagd of ik een brief kan ontvangen van de minister van Financiën over het uitvoeren van een aangenomen motie over een verbod op het investeren in clustermunitie. Ik heb twee weken geleden gevraagd of ik die brief binnen een week mocht ontvangen. Ik heb nog steeds geen brief ontvangen en het is vandaag woensdag. Ik vraag via u of die uiterlijk vrijdag rond 12.00 uur binnen kan zijn.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Bouwmeester.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Voorzitter. Enige tijd geleden heb ik vragen gesteld over de individuele trajectbegeleiding voor hardekernjongeren. Deze vragen zijn nog niet beantwoord, ondanks de uitstelbrief. Mijn verzoek is of deze vragen zo spoedig mogelijk worden beantwoord.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Jansen. Hij zal een debat aanvragen en terwijl hij hiernaartoe loopt, deel ik u mede dat ik op dit moment een werkvoorraad heb van acht debatten en zes spoeddebatten. Er ligt ook nog veel wetgeving. Ik wens u veel succes, mijnheer Jansen.

De heer Jansen (SP):

Ik u ook, voorzitter. Je zou bijna zeggen dat dit ene debatje er dan ook nog wel bij kan, want aan wetgeving hoeven wij de komende weken nog maar weinig te doen.

De voorzitter:

Dat onderschat u; ik wil graag die lijst opnoemen, maar die kunt u ook zelf bekijken. Gelukkig is er ook veel wetgeving.

De heer Jansen (SP):

Ik zal die lijst nog een keer met belangstelling bekijken.

Mijn verzoek gaat over een serieus onderwerp: de overname van Bouwfonds door ABN AMRO bijna tien jaar geleden. Gebleken is dat de gemeenten waarschijnlijk honderden miljoenen of misschien wel meer dan een miljard zijn misgelopen. De SP-fractie vraagt een debat aan met de minister van Justitie over de mogelijkheid om een vooronderzoek in te stellen naar mogelijk strafbare feiten.

De heer Van Bochove (CDA):

Voorzitter. Begrijp ik goed dat er een debat moet komen om aan de minister van Justitie te vragen om een vooronderzoek in te stellen via Justitie? Dat doet Justitie toch? Het is een private onderneming uit die periode. Gaan wij daar nou een debat over houden?

De voorzitter:

Dat is het voorstel van de heer Jansen.

De heer Van Bochove (CDA):

Misschien kan hij het even toelichten, want ik begrijp het niet.

De voorzitter:

Ik vraag eerst het oordeel van de Kamer. Want u begrijpt het best, maar u bent het er niet mee eens.

De heer Depla (PvdA):

Ik deel de zorgen van de heer Jansen, want als waar is wat er staat geschreven, dan is dit in strijd met het mededingingsrecht en klopt het strafrechtelijk niet. Voordat wij een debat afspreken, ontvang ik graag een brief van de regering waarin wordt ingegaan op de vraag of een dienst zoals de NMa of het OM in actie zijn gekomen en, zo nee, waarom niet. Dan lijkt het mij dat zij aan het werk moeten.

De voorzitter:

U stelt een brief voor; dat is een Voorzitterander voorstel.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Ook wij maken ons hier zorgen over. Daarover zijn wij het dus eens met de heren Jansen en Depla. Ik zou de lijn van de heer Depla willen volgen. Wel lijkt het mij goed dat wij die brief op korte termijn ontvangen, zodat wij volgende week kunnen bezien hoe het verder moet.

De voorzitter:

Mijnheer Jansen, u hebt vooralsnog niet voldoende steun voor een debat, maar wel voor een brief.

De heer Jansen (SP):

Voorzitter. Dat is jammer, maar ik ga ervan uit dat de inhoud van die brief erop neerkomt dat de minister een onderzoek laat instellen. Wij zijn dan heel tevreden. Zo niet, dan zien wij elkaar hier volgende week weer.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Vos.

Mevrouw Vos (PvdA):

Voorzitter. Ik ben mij zeer bewust van de agendaproblemen, maar ik heb toch ook een spoedeisende zaak, en wel de postmarkt. Als er nu niets gebeurt, gaan al onze mooie plannen voor die markt niet door. Ik wil graag een spoeddebat aanvragen met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de minister van Economische Zaken over het bericht dat de kans op een arbeidscontract voor een postbezorger ongeveer nihil is. Ik wil graag dat dit debat spoedig wordt geagendeerd.

De voorzitter:

Ik kan uw verzoek toevoegen aan de lijst met aangemelde agendapunten, maar ik wil u zeer aanbevelen om een algemeen overleg over dit onderwerp te agenderen. Dat zal u namelijk sneller lukken dan een debat in deze zaal.

De heer Ten Hoopen (CDA):

Mevrouw de voorzitter. Ik wil vooropstellen dat wij geen behoefte hebben aan dat debat. Mocht mevrouw Vos daarin toch willen persisteren, dan merk ik op dat op 8 april aanstaande een algemeen overleg gepland is. Dit onderwerp kan daar zo aan toegevoegd worden. Ik neem uw suggestie dan ook graag over, voorzitter, mocht mevrouw Vos in haar verzoek persisteren.

De heer Elias (VVD):

Voorzitter. Procedureel hebben wij geen enkele behoefte aan een debat, mede gelet op uw suggestie, gevolgd door die van de heer Ten Hoopen van het CDA. Inhoudelijk hebben wij ook geen behoefte aan dat debat, omdat slechts 3% van alle postbestellers aan wie een contract is aangeboden, van dat aanbod gebruik heeft gemaakt. De mensen zelf willen dus niet! Dat gaan wij dus niet doen.

De voorzitter:

Dit gaat over de inhoud.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. De werkelijkheid is wel iets ingewikkelder dan de heer Elias schetst. Ik wil het verzoek van mevrouw Vos dus steunen.

De voorzitter:

Mevrouw Vos heeft al voldoende steun voor haar aanvraag voor een spoeddebat, omdat de fractie van de Partij van de Arbeid voldoende groot is, zelfs als ik mijzelf niet meetel. Het probleem blijft wel dat dit onderwerp wordt toegevoegd aan het lijstje met aangemelde onderwerpen.

Mevrouw Vos (PvdA):

Voorzitter. Dan heb ik een aanvullende wens. Het is erg belangrijk dat de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij het algemeen overleg aanwezig is. Volgens mijn informatie is hij er niet op 8 april aanstaande. Als de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid toch tijd wil vrijmaken voor dat algemeen overleg, zoals wij ook eerder gevraagd hebben, ben ik van harte bereid om dit onderwerp dan aan de agenda toe te voegen. Nogmaals, daartoe ben ik alleen bereid onder de voorwaarde dat de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid daarbij aanwezig is.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Verder gaat de procedurevergadering van de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid over deze afspraak.

Mevrouw Vos, wij voegen uw verzoek dus toe aan de lijst. Wij horen wel of u uw verzoek gestand doet.

Het woord is wederom aan mevrouw Vos.

Mevrouw Vos (PvdA):

Voorzitter. Ik wil nog rappelleren naar aanleiding van een aantal onbeantwoorde vragen. Ik zie op het lijstje dat mijn vragen aan de minister van Financiën over de schikkingsvoorstellen van beleggingsverzekeringen, ook wel woekerpolissen genoemd, al heel lang onbeantwoord zijn. Deze vragen heb ik 20 januari van dit jaar ingezonden en daarop heb ik nog steeds geen antwoord ontvangen. Ik zou dan ook graag volgende week, het liefst deze week, daarop antwoord ontvangen.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Verdonk.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Voorzitter. Op 12 februari jongstleden heb ik vragen gesteld aan de staatssecretaris van Justitie over het vertrek van Aziatische vrouwen uit het opvangcentrum in Eindhoven. Op 5 februari jongstleden heb ik vragen gesteld aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de beperkte zorg voor mevrouw Y.M.C. Ik zou graag zien dat die vragen toch een keer beantwoord worden.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Ook mijn fractie heeft een aantal setjes vragen gesteld waarop tot op heden nog geen antwoord is gekomen. Ik wil graag alsnog antwoord krijgen op mijn vragen over de aantasting van de biodiversiteit door de akkerbouw, ingezonden op 3 februari jongstleden. Ook wil ik graag antwoord krijgen op mijn vragen over de vernietiging door de Raad van State van reconstructieplannen in Brabant, ingezonden op 5 maart jongstleden. Hieraan voeg ik toe dat ik die antwoorden graag nog deze week wil ontvangen in verband met het VAO over het mestbeleid dat volgende week gepland is.

Verder heb ik ook op 5 maart jongstleden vragen gesteld over illegaal vissen door Europese vissers in de wateren rond West-Afrika. Op 29 januari is door mijn collega een set vragen ingediend over in beslag genomen honden.

Tot slot zijn door mijn collega mevrouw Thieme vragen gesteld over de bestrijding van de Q-koorts. Deze vragen zijn op 11 maart jongstleden ingezonden. Als het antwoord daarop morgen binnenkomt, is dat nog op tijd, maar ik dring op beantwoording aan, omdat volgende week een AO over Q-koorts op de agenda staat. De antwoorden moeten wat ons betreft dus deze week binnen zijn.

De voorzitter:

We zullen het stenogram doorgeleiden.

Het woord is aan de heer Koppejan.

De heer Koppejan (CDA):

Voorzitter. Op 3 februari heb ik schriftelijke vragen gesteld aan de toenmalige minister van VROM, mevrouw Cramer, over individuele watermeters en mogelijk machtsmisbruik van drinkwaterbedrijven. Op 8 maart heb ik van de huidige minister van VROM, mevrouw Huizinga, een uitstelbrief ontvangen, maar tot op dit moment ontbreken nog steeds de antwoorden. Graag een rappel.

De voorzitter:

We zullen het stenogram doorgeleiden.

Het woord is aan mevrouw Kraneveldt.

Mevrouw Kraneveldt-van der Veen (PvdA):

Voorzitter. Op 5 maart stelde ik vragen over de garantiecapaciteit van het Waarborgfonds Kinderopvang. Op 15 april houden wij daar een algemeen overleg over. Het zou mooi zijn als de vragen alsnog werden beantwoord, het liefst al volgende week, ruim voor het algemeen overleg.

De voorzitter:

We zullen het stenogram doorgeleiden.

Naar boven