Vragen van het lid Neppérus aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht dat België zijn deel van de afspraken over de Westerschelde en de Hedwigepolder niet nakomt.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Voorzitter. De Westerschelde en de Hedwigepolder zijn weer in het nieuws. In De Telegraaf van afgelopen zaterdag stond dat Vlaanderen treuzelt met het uitvoeren van zijn deel van de afspraken over de Westerschelde. Het blijft dus "dollen" in dit dossier, althans, het zou "dollen" zijn als het niet zo treurig was. Nederland gaat een polder onder water zetten om de Westerschelde voor de Belgen uit te diepen, terwijl de Belgen er minder geld voor over hebben. Er is minder uitgegeven dan gepland. Wat de VVD vond, vindt en blijft vinden, is bekend: we zetten de Hedwigepolder niet onder water!

Dat brengt mij tot de volgende vragen aan de minister. Vindt zij het niet vreemd dat de Vlamingen na al hun geduw en geroep dat die polder onder water moest, zo traag zijn? De Westerschelde moest immers verdiept worden. Zijn hier contacten over met de Belgische of de Vlaamse regering? Is de minister, nu er kennelijk wordt geaarzeld en getreuzeld aan Belgische/Vlaamse kant, bereid om het onder water zetten van de polder uit te stellen, of als het aan de VVD ligt, nog liever af te stellen?

Minister Verburg:

Voorzitter. Mevrouw Neppérus zou gelijk hebben als wat zij beweerde, waar was, namelijk dat de Vlamingen zouden aarzelen met het uitvoeren van dat deel van de Scheldeverdragen dat te maken heeft met natuur of natuurcompensatie. Zij vroeg of daarover contacten zijn met de regering van Vlaanderen. Het antwoord op die vraag is "ja". Ik heb hierover gesproken met de minister-president van Vlaanderen, de heer Peeters, en ook met de verantwoordelijke minister, Hilde Crevits. Beiden hebben mij verzekerd dat er geen sprake is van vertraging of zelfs bezuinigingen. Zij zeggen dat je moet zorgen voor zorgvuldig overleg, zodra je dat soort projecten uitvoert. Net zoals wij hebben zij daarom inspraakprocedures en inpassingsprocedures. Op dit moment zijn zij daarmee bezig, net zoals wij in het kader van de Hedwigepolder. Desgevraagd hebben de Vlamingen mij verzekerd dat zij zich, als een goede verdragspartner, aan het verdrag houden. Zij werken binnen de lijnen van het verdrag en zijn goed voor hun handtekening, ook wat betreft de natuurcompensatie. Er is dus geen sprake van vertragingen die buiten de termijnen van het verdrag vallen. De vraag of ik bereid ben om de procedures rond de Hedwigepolder uit te stellen, beantwoord ik als gevolg daarvan met "nee".

Mevrouw Neppérus (VVD):

Ik stel vast dat de berichten over de budgetten die verminderd worden, niet zijn uitgegeven of ook in de toekomst verder verminderd worden, afwijken van wat de minister zegt. Kennelijk zitten de Belgen in overlegrondes. Daarom wil ik precies weten hoe het proces verloopt. Hoe zit het met de budgetten? Hoelang gaat het allemaal nog duren aan de Belgische kant? Bovendien herhaal ik mijn tweede vraag. Is de minister, gegeven al dat overleg en die vertragingen, bereid tot uitstel, in de wetenschap dat ook het CDA bij monde van de heer Koppejan in dezelfde Telegraaf van afgelopen zaterdag daarover sprak?

Minister Verburg:

Mevrouw Neppérus verwijst naar een artikel in De Telegraaf van afgelopen zaterdag. Als zij dat artikel helemaal had gelezen, had zij kunnen zien dat de journalist netjes hoor en wederhoor heeft toegepast. Zij had daarom ook kunnen lezen dat de Vlaamse overheid zegt keurig op schema te zijn. Bovendien lopen daar al projecten, in tegenstelling tot in Nederland. De Belgen werken ook hard aan het jaarprogramma. Precies deze mededeling en informatie kreeg ik vanmorgen ook bevestigd. Ik heb dan ook geen twijfel daaraan. In Vlaanderen doen ze het zorgvuldig. Wij in Nederland zijn ook zorgvuldig. Wij zitten immers volop in de inpassingstrajecten. Wij moeten elkaar houden aan de gemaakte afspraken in het belang van de Westerschelde en alle mensen die hun boterham daaromheen verdienen, maar ook in het belang van onze zorg voor de natuur.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Dit is typisch een gevalletje van een storm in een glas water veroorzaakt door mevrouw Neppérus en gebaseerd op krantenberichten die je heel verschillend kunt uitleggen. Ik heb zelf nog even gecheckt bij de milieuclub Natuurpunt die opgevoerd wordt in het krantenartikel. Die zegt dat het als een paal boven water staat dat het budget voor grensoverschrijdende projecten beschikbaar is. Ik vraag de minister dus om dit nog even te bevestigen. Mijn analyse is namelijk dat Nederland zelf vertraging heeft veroorzaakt. Degenen die tegen het onderlopen van de Hedwigepolder waren, proberen nu de Vlamingen de schuld te geven. Het moet echt niet gekker worden! De minister heeft dit toch al uit de wereld geholpen? Misschien kan zij nogmaals bevestigen dat de Belgen doen wat zij moeten doen en dat Nederland ook doet, wat het moet doen, zonder vertraging. Dat laatste is ook van groot belang.

Minister Verburg:

Op verzoek van mevrouw Van Gent herhaal ik – het is inderdaad een herhaling – graag dat de Vlaamse regering desgevraagd tegen mij heeft gezegd dat ze op schema ligt. Zij is goed voor haar handtekening onder het verdrag. Net als Nederland past de Vlaamse regering bepaalde procedures toe om het zorgvuldig en goed voor elkaar te krijgen. Er is geen sprake van bezuiniging, maar het is wel een kwestie van timing. De inspraak- en inpassingsprocedures zullen voltooid moeten zijn, voordat de schop de grond in kan.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Ik had ook gevraagd of Nederland op schema ligt. Op die vraag heb ik nog geen antwoord gekregen.

Minister Verburg:

Nederland ligt ook op schema.

De heer Van der Staaij (SGP):

Als je een schema maar genoeg bijstelt, lig je altijd op schema. Is dit alles ook conform de oorspronkelijke plannen en afspraken of is er wel degelijk een vertraging ontstaan, ook aan de Vlaamse kant?

Minister Verburg:

Wij opereren nog binnen de schema's die in het verdrag in 2005 zijn vastgesteld en de Vlamingen ook. Er is dus geen sprake van het bijstellen van een schema. De Vlamingen hebben ons de afgelopen maanden en jaren regelmatig gevraagd of wij nog op schema liggen. Daarom heb ik hen dat nadrukkelijk ook gevraagd en hun antwoord daarop is: ja, wij opereren binnen het tijdschema dat is afgesproken in het verdrag dat is ondertekend in 2005.

De voorzitter:

Ik denk dat de heer Van der Staaij goed is voor het citaat van deze week.

Het woord is aan de heer Koppejan.

De heer Koppejan (CDA):

De vraag is natuurlijk ook of de Vlamingen hetzelfde onder natuur verstaan als wij hier in Nederland. Misschien vinden zij het aanleggen van een dijk ook wel natuur. De vraag is ook of de Vlamingen eveneens geloven dat je op die plek, onder de rook van de kerncentrale van Doel, met uitzicht op het dok van Saeftinghe en de containertunnels, met succes recreatie en toerisme kunt ontwikkelen. De afsluitende vraag is wat Nederlanders en Vlamingen van elkaar kunnen leren.

Minister Verburg:

Voor de laatste vraag ben ik altijd gevoelig. Ik leer graag van de Vlamingen en de Vlamingen geven van tijd tot tijd aan dat ze heel graag leren van Nederland, bijvoorbeeld wat onze prachtige land- en tuinbouwontwikkelingen betreft of de vraag hoe je innovatie en verduurzaming hand in hand kunt laten gaan. Ik ben altijd graag bereid om te leren van de Vlamingen, maar als u het in dit verband vraagt, dan wijs ik erop dat de Vlamingen al wel een stukje verder zijn dan wij. Wij hebben namelijk in Nederland heel wat langer over de besluitvormingsprocedure gedaan dan oorspronkelijk was voorzien. Daar hebben we ook regelmatig in uw Kamer over gedebatteerd. De Vlamingen liggen ons een paar passen voor met het realiseren van de natuuronderdelen van het verdrag. Zij verstaan onder natuur hetzelfde als Nederland, namelijk hetgeen we in Europees verband hebben afgesproken in een tweetal richtlijnen, de Vogel- en Habitatrichtlijn. Daarover zijn afspraken gemaakt in Europees verband, zo zeg ik maar even tegen de heer Koppejan, omdat we naast het feit dat we een mooie land- en tuinbouw hebben ook de biodiversiteit en de natuur op orde willen hebben en houden. Dat garandeert immers ook duurzaamheid voor de toekomst.

De heer De Mos (PVV):

Ik was benieuwd of de minister inderdaad iets gaat doen wat de bevolking van Zeeland helemaal niet wil, namelijk ontpolderen. Er zijn nog steeds tal van acties gaande in Zeeland, aanstaande donderdag is er ook weer een en dat is geen 1 aprilgrap. De bevolking van Zeeland wil dat niet. Waarom gaat de minister het dan toch doen? Democratie, demos, de wil van het volk, en dat doet u niet, minister? Wilt u alsnog afzien van het ontpolderen van de Hedwigepolder?

Minister Verburg:

Wij weten allemaal dat dit een heel moeilijk besluit was voor iedereen. Ik heb gezegd dat dit besluit mij zwaar viel en dat het ook de regering zwaar is gevallen. Ik wijs er echter op dat dit besluit onderdeel is van een verdrag waar beide landen in 2005 een handtekening onder hebben gezet, waarmee zij zeiden: als wij de verbreding van de Westerschelde willen vanwege de economische ontwikkelingen en de werkgelegenheid, ook van heel veel mensen in Zeeland, dan moet er ook enige natuurherstel komen. Dan kan dus nu niet het één zonder het ander. Dat dit moeite kost, erken ik zonder meer. Het doet mij ook buitengewoon veel pijn, maar we moeten wel goed zijn voor onze handtekening en we moeten goed zijn voor de natuur.

Mevrouw Roefs (PvdA):

Heeft de minister enig idee waar dat verhaal nu eigenlijk vandaan komt? Als je door de Prosperpolder heen gaat, zie je dat daar ongelofelijk veel grond verzet wordt en dat men heel druk bezig is. Ik ben eigenlijk heel benieuwd of de minister enig idee heeft waar dat verhaal überhaupt vandaan komt.

Minister Verburg:

Ik ga af op wat in De Telegraaf staat en op wat ik ook vanmorgen heb gehoord van de minister in Vlaanderen. Hij zegt dat natuur- en milieuorganisaties in de gaten houden of er naast economische activiteiten ook wel voldoende aandacht wordt besteed aan de natuur, vanwege die balans. En die organisaties hebben nu hun ongerustheid geuit. Dat doen ze het liefst in de krant, want dan krijgen ze natuurlijk veel aandacht. Dat is mooi. Dat doen Nederlandse natuur- en milieuclubs ook wel eens, evenals economische organisaties overigens. Iedereen probeert aandacht te krijgen voor zijn of haar zaak. Dat is ook een kwestie van elkaar scherp houden en van elkaar aan gemaakte afspraken houden. Dat hebben wij vanmorgen nog eens nagevraagd en herbevestigd tegenover elkaar. Vlaanderen houdt zich aan de afspraak. Dat heeft zowel minister-president Peeters als minister Crevits mij verzekerd. Ik verzeker u dat dus ook.

De heer Zijlstra (VVD):

De minister zegt nogmaals dat de Vlamingen hebben aangegeven dat alle afspraken worden nagekomen en dat het dus goed gaat komen. Dat willen wij graag van de minister aannemen. Zij geeft aan dat dit besluit haar ook pijn doet. Kan deze CDA-minister de Kamer verzekeren dat zij het niet politiek zal meemaken dat de Hedwigepolder onder water is gezet, maar dat vervolgens blijkt dat de Belgen zich toch niet helemaal aan de afspraken hebben gehouden? Dat lijkt mij, gezien haar heldere bewoordingen, het minste wat zij de Kamer kan toezeggen.

Minister Verburg:

Ik zeg nu tegen de Kamer: Vlaanderen houdt zich aan de afspraken. Als je economische ontwikkelingen wilt, moet je ook zorgen voor herstel van de natuur. Dat geldt ook voor Nederland.

De voorzitter:

Ik dank de minister voor haar antwoorden. Wij zijn hiermee gekomen aan het eind van het mondelinge vragenuur.

Ik deel aan de Kamer mee dat de volgende leden zich hebben afgemeld:

Algra, Haverkamp, Van Leeuwen, Luijben, Remkes en Waalkens;

Atsma en Ferrier, de gehele week.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Op de tafel van de Griffier ligt een Voorzitterlijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

Naar boven