Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 17 maart 2010 over de voortgangsrapportage ICT-agenda 2008-2011.

De voorzitter:

Ik heet de minister welkom.

Mevrouw Gerkens (SP):

Voorzitter. Ik zal een motie indienen over het probleem dat er over twee jaar geen internetadressen meer beschikbaar zullen zijn. De inhoud van de motie was eigenlijk al toegezegd door de minister. Het zal verbazen dat ik deze motie toch indien, want het is zeker niet gebruikelijk om een motie in te dienen over iets wat de minister al heeft toegezegd. Sterker nog, ik heb dit nog nooit gedaan. Waarom doe ik het nu toch? Ik denk dat het van groot belang is dat wij goed doordrongen zijn van de ernst van dit probleem. We zitten met een demissionair kabinet en met een Kamer die over enkele weken verdwenen is. Ik wil dit heel goed verankeren voor de toekomst. Ik hoop dat de toezegging van de minister er samen met deze motie voor kan zorgen dat we hier dit jaar nog een grote sprong in kunnen maken.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de verwachting is dat er binnen twee jaar geen internetadressen meer beschikbaar zullen zijn;

overwegende dat hiermee de voortvarende ontwikkeling van een digitaal Nederland zal vertragen;

overwegende dat dit voorkomen kan worden door de omschakeling naar IPv6 en dat deze omschakeling versneld kan worden door meer vraag naar IPv6 in de markt;

verzoekt de regering, te bezien welke mogelijkheden er zijn om de eis IPv6 verplichtend op te nemen in aanbestedingen van de overheid en hierover voor 15 mei te rapporteren aan de Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Gerkens, Algra en Van Dam. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 151(26643).

Minister Van der Hoeven:

Mevrouw de voorzitter. Het komt niet vaak voor dat mevrouw Gerkens en ik het met elkaar eens zijn, maar het mag wel een keertje gezegd worden als dat zo is. Zij heeft volkomen gelijk dat zij aandacht vraagt voor IPv6. Het is noodzakelijk dat dit op tijd in gebruik wordt genomen. Het is ook waar dat de verdere evolutie van het internet stokt, als wij dat niet hebben. Zo simpel is het. Het is van belang dat het internet zich blijft ontwikkelen, niet alleen voor onze economie, maar ook gewoon voor onze samenleving en voor onze burgers.

Ik vind het dus belangrijk dat de rijksoverheid zelf het goede voorbeeld geeft en tijdig overstapt op IPv6. Daarom heeft Economische Zaken in 2009 het initiatief genomen om IPv6 bij de rijksoverheid te stimuleren. Een van die onderdelen is het opnemen van IPv6 in de lijst met criteria voor aanbestedingen van de rijksoverheid. IPv6 wordt ook voorgedragen voor de "comply or explain"-lijst van het College Standaardisatie. Dat gebeurt gewoon. Wanneer IPv6 op deze lijst staat, is de rijksoverheid zonder nadere uitleg verplicht om deze standaard op te nemen bij aanbestedingen boven € 50.000. Dat betekent niet dat dit verplichtend is voor alle overheden, maar de andere overheden hebben zich via bestuurlijke afspraken wel gecommitteerd aan het beleid van open standaarden. In de uitvoeringsafspraken zijn hiervoor concrete acties benoemd waarbij het volgen van die "pas toe of leg uit"-lijst is opgenomen. Zo komt het toch weer bij elkaar.

Ik kan het dus niet verplichten, maar ik ben zeer zeker bereid om in bestuurlijk overleg met andere overheden nogmaals aandacht te vragen voor het beleid van open standaarden en het bijzondere het belang van IPv6. Ik vind de motie een ondersteuning van het beleid. Ik laat IPv6 voordragen voor de "pas toe of leg uit"-lijst van het College Standaardisatie. Ik zal de Kamer voor de gevraagde datum rapporteren over de stand van zaken bij dit proces.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Wij zullen aanstaande dinsdag over de motie stemmen.

De vergadering wordt van 12.40 uur tot 13.00 uur geschorst.

Naar boven