Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op:

  • vrijdag 15 januari en maandag 18 januari 2010:

  • - van 10.00 uur tot 18.00 uur van de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken over de wetsvoorstellen:

  • - Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (31954);

  • - Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (31958);

  • - Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (31959);

  • - Wijziging van de Kieswet in verband met de nieuwe staatsrechtelijke positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbaar lichaam binnen Nederland (31956);

  • - Goedkeuring van verdragen met het oog op het voornemen deze toe te passen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en van het voornemen tot opzegging van verdragen voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba (32047).

Op verzoek van het lid Van der Burg stel ik voor, haar moties op stuk 31490, nr. 15, en 31924-XVIII, nr. 8, opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, genoemde termijn van twee maanden voor deze moties opnieuw gaat lopen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Pechtold, maar ik constateer dat het mevrouw Koşer Kaya wordt.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Voorzitter. De vragen (2009/18635) over onnodig lange en onduidelijke aanwijzingen en accreditatietrajecten voor Een leven lang leren van 12 oktober zijn door de minister van OCW nog steeds niet beantwoord. Ik wens dat deze vragen in ieder geval worden beantwoord voor het overleg over Een leven lang leren van volgende week.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Uitslag.

Mevrouw Uitslag (CDA):

Voorzitter. Ik verzoek om het verslag van het algemeen overleg Gezonde levensstijl van 3 december op de plenaire agenda te plaatsen. Dat heeft niet zo heel veel haast.

De voorzitter:

Maar u wilt het nog wel voor de kerst of maakt dat niet eens uit?

Mevrouw Uitslag (CDA):

Zelfs dat maakt niet uit.

De voorzitter:

Wij zullen het toevoegen aan de agenda.

Het woord is aan mevrouw Joldersma.

Mevrouw Joldersma (CDA):

Namens de commissie voor Justitie verzoek ik om het verslag van het algemeen overleg over kansspelen op de plenaire agenda te plaatsen, en dat nog wel voor het kerstreces.

De voorzitter:

Het zal worden toegevoegd aan de agenda.

Het woord is aan mevrouw Verdonk.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Voorzitter. Op 12 november heb ik vragen gesteld aan de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken over de zogenaamde zegeningen van de massa-immigratie. Ik zal het antwoord daarop graag ontvangen, en dat nog in 2009.

Ik heb op 17 november vragen gesteld aan de minister van Verkeer en Waterstaat over allerlei misstanden bij het CBR. Ook die vragen zijn nog niet beantwoord.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Voorzitter. Ik wil vragen die ik al op 8 oktober heb ingediend, rappelleren. De vragen gaan over latente Nederlanders en zijn gesteld aan de staatssecretaris van Justitie. Ik wil ze graag voor aanstaande dinsdag beantwoord zien.

De voorzitter:

Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal worden doorgeleid naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Van Gerven.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Ik wil een vooraankondiging doen voor een spoed-VAO naar aanleiding van de commissievergadering over de Q-koorts. Wat mij betreft, hoeft er niet per se morgenavond over gestemd te worden. Ik heb begrepen dat een andere fractie daar anders over denkt, maar die moet dat dan maar toelichten.

De voorzitter:

Ik zal het VAO onder voorbehoud toevoegen aan de agenda.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. De fractie van de Partij voor de Dieren denkt dat het, gezien de onrust, wenselijk is als morgen duidelijk wordt wat eventuele Kameruitspraken zijn. Ik geef hierbij in overweging dat er morgen sowieso al stemmingen moeten plaatsen in verband met het VAO Landbouwraad. Ons verzoek is om morgen nog te stemmen over eventuele moties over zowel Q-koorts als de Landbouwraad.

De voorzitter:

De stemmingen over het VAO Landbouwraad wil ik meteen na de lunchpauze houden, zodat mensen dan weer andere dingen kunnen doen de rest van de dag. Dinsdag is voor ons de normale dag om te stemmen. In geval van JBZ-raden waarbij ministers besluiten nemen, wil ik er nog wel begrip voor hebben als dat per se moet, maar om nu weer op andere dagen te gaan stemmen, lijkt mij geen goede start.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Er zijn ook stemmingen in dit huis als het niet per se om een Europese raad gaat, waarvoor het mandaat duidelijk moet zijn. Bij grote maatschappelijke onderwerpen doet de Kamer dat wel eens. Ik kan nu nog niet zeggen hoe het AO morgen verloopt. Misschien is de uitkomst klip-en-klaar, maar ik sluit niet uit dat dit anders ligt en dat duidelijke uitspraken van de Kamer ten goede komen aan de discussie die op dit moment in de maatschappij woedt. Ons verzoek blijft dan ook in principe staan. Mocht het AO duidelijk genoeg zijn, dan kunnen wij altijd nog van stemmingen afzien. Ik wil wel graag aangekondigd hebben dat wij hierop aandringen.

De voorzitter:

Ik wil weten of een meerderheid de gedachte steunt om nu al de mogelijkheid van stemmingen onder ogen te zien.

De heer Blok (VVD):

Voorzitter. Als er een dringende reden is om extra te stemmen, wil de VVD-fractie daaraan meewerken. Eerlijk gezegd vinden wij dit echter geen dringend geval.

Mevrouw Roefs (PvdA):

Voorzitter. Ik ben het eens met uw redenering. Als er morgenavond stemmingen waren geweest, hadden ze eraan vastgeplakt kunnen worden. Als ze echter 's middags zijn, lijkt mij dat een VAO over Q-koorts ook op dinsdag kan worden gehouden.

De voorzitter:

Het AO is pas om 17.30 uur afgelopen, begrijp ik.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter. De SGP-fractie steunt uw redenering. Het zou ons allemaal tot de conclusie kunnen brengen dat wij er een zo scherp mogelijk AO van moeten maken, opdat wij aan het eind ervan heldere conclusies kunnen trekken.

De voorzitter:

Ik ben het helemaal met u eens. Mevrouw Ouwehand, op dit moment hebt u geen Kamermeerderheid voor een stemming. Er zijn altijd nieuwe kansen als de leden het erover eens zijn dat het moet, maar ik ga nu nog niemand informeren, laat ik het zo zeggen.

Naar boven