Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, hedenmiddag te stemmen over de amendementen, artikelen en de moties in verband met de Crisis- en herstelwet en morgenochtend om 10.15 uur over het wetsvoorstel.

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op maandag 14 december 2009:

  • - van 10.00 uur tot 14.00 uur van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken over de rol van de Tweede Kamer bij het uitzenden van militairen (30162, nr. 9);

  • - van 14.30 uur tot 18.30 uur van de vaste commissie voor Financiën over de initiatiefnota "Een nieuwe Nationale Investeringsbank" (32050);

  • - van 19.30 uur tot 22.30 uur van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene wet gelijke behandeling, het Burgerlijk Wetboek, de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte, de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid en de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen (aanpassing definities van direct en indirect onderscheid aan richtlijnterminologie) (31832).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Justitie het lid Smilde tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature.

Het woord is aan de heer Van Gerven.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Ik wil een spoeddebat aanvragen met de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat academische medische centra in Amsterdam tientallen ok-assistenten uit India werven of hebben geworven. Wij vinden dat deze personeelsroof onmiddellijk moet stoppen. Daarom dit verzoek om een spoeddebat.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Ik vind dit ook een urgent probleem. Morgen voeren wij echter een debat in een algemeen overleg over de Wet arbeid vreemdelingen. Ik was van plan om dit punt daarbij te betrekken. Ik vind het ook goed als er nog informatie komt over deze specifieke zaak. Ik zou het morgen gewoon bij het algemeen overleg aankaarten.

Mevrouw Timmer (PvdA):

Voorzitter. Ik begrijp uit het genoemde artikel dat ook minister Klink buitengewoon ongelukkig is met deze gang van zaken. Ik wil dan ook graag eerst weten wat hij heeft ondernomen, voordat wij besluiten om er een debat over te voeren.

De voorzitter:

Mijnheer Van Gerven, u weet hoe het werkt. U hebt geen steun voor een spoeddebat, maar wel voor het vragen van nadere informatie.

De heer Van Gerven (SP):

Ik wil graag een brief van het kabinet, in het bijzonder van minister Klink, van de minister van Justitie en van de bewindslieden van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, nog vóór het algemeen overleg van morgen. Het kan dan bij dat algemeen overleg behandeld worden. Er is immers sprake van een spoedeisend karakter, omdat nog verschillende medische centra hiermee bezig zijn. Wij vinden dat het moet stoppen.

De voorzitter:

Dank u wel. Aldus besloten.

Mijnheer Van Gerven, u hebt nog een tweede verzoek.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Mijn tweede verzoek betreft een onderzoek dat vorige week is verschenen en dat aantoont dat er nog steeds sprake is van 1700 doden door medische missers en meer dan 70.000 patiënten die te maken hebben met complicaties in ziekenhuizen. De cijfers zijn hetzelfde als twee jaar geleden. Toen leek in Nederland de wereld te klein en is er een groot debat gehouden over die medische missers. Ik stel een debat voor met minister Klink, omdat er dus kennelijk geen enkele vooruitgang is geboekt.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. In de begroting die wij vorige week hebben behandeld, was duidelijk omschreven dat er in plaats van de voorgenomen 50% reductie slechts 5% reductie is bereikt. Het lijkt mij beter om minister Klink nog eens te vragen om een en ander duidelijk op papier te zetten. Dan kunnen wij daar later op terugkomen.

De voorzitter:

Dat zou u vanmiddag bij interruptie kunnen doen. Mijnheer Van Gerven, u hebt geen steun voor een debat.

De heer Van Gerven (SP):

Goed. Dan zullen wij de minister om nadere informatie vragen en kijken wat ons te doen staat.

De voorzitter:

Aldus besloten.

Het woord is aan mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. De regering heeft besloten tot de invoering van rekeningrijden. Daarvoor moeten 8 miljoen spionagekastjes ingebouwd worden in al onze auto's. Het is een ordinaire belastingverhoging en waarschijnlijk zullen de files er geen millimeter korter door worden. Wij willen graag een spoeddebat aanvragen met minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat, omdat dit waarschijnlijk de grootste fout in zijn geschiedenis is.

De voorzitter:

Voordat we hierover gaan praten, wil ik u meegeven dat er een wetsvoorstel over de kilometerheffing is ingediend bij de Kamer.

De heer Koopmans (CDA):

Voorzitter. Het is belangrijk om te praten over feiten en niet over waanbeelden. Daarom willen wij de suggestie doen om conform het Reglement van Orde, ik meen artikel 91, een hoofdlijnendebat te organiseren. Dat past in onze ogen beter. Dat moet denk ik via de commissie, maar misschien zou het hier ook kunnen. Het lijkt ons veel beter om over de kilometerheffing een hoofdlijnendebat te voeren.

De voorzitter:

Zoals u weet, beslist de commissie over een hoofdlijnendebat.

Mevrouw Roefs (PvdA):

Ik doe hetzelfde voorstel.

De heer Aptroot (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie wil daar graag met spoed over spreken, maar wat ons betreft zou dat volgende week kunnen tijdens de begrotingsbehandeling. Dan krijgen we ook niet een spoeddebat dat pas in de tweede helft van december plaatsvindt en waarin we maar twee à drie minuten spreektijd hebben.

De heer Roemer (SP):

Ook de SP-fractie wil graag over deze ordinaire filebelasting gaan praten, maar mij lijkt de begrotingsbehandeling een uitstekend moment om dat te doen.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Voorzitter. Ik steun het verzoek om een spoeddebat van mevrouw Agema.

De heer Koopmans (CDA):

Voorzitter.

De voorzitter:

Nee, mijnheer Koopmans.

De heer Koopmans (CDA):

Het gaat om een wetsvoorstel dat ingediend is.

De voorzitter:

Nee, mijnheer Koopmans. Ik kom er echt uit zonder uw hulp. Dat gaat mij lukken. Ik voel het. Mevrouw Agema, u hebt onvoldoende steun voor een spoeddebat, maar u hebt wel steun om in commissieverband te kijken of er een hoofdlijnendebat moet komen. En u hebt de begrotingsbehandeling.

Het woord is aan mevrouw Arib.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. Gisteren heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek een rapport uitgebracht over de babysterfte in Nederland. Daarin scoren wij nog steeds heel slecht. Nog opmerkelijker is dat de babysterfte onder allochtone kinderen twee keer hoger is dan onder autochtone kinderen. Ik wil daar graag een debat over voeren.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Voorzitter. De ChristenUnie steunt dit verzoek niet. Volgende week vindt er een AO plaats over de ketenzorg verloskunde. Volgens mij kan dit uitstekend op dat moment besproken worden.

Mevrouw Schermers (CDA):

Het CDA is dezelfde mening toegedaan. Het is een belangrijk onderwerp, maar we hebben ook nog een debat over sociaaleconomische gezondheidsverschillen en we hebben een debat over verloskunde, dus wij steunen dit verzoek niet.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Voorzitter. Ik steun het verzoek namens D66.

Mevrouw Langkamp (SP):

Als wij een spoeddebat hierover willen, wat ik mij best kan voorstellen, zal het in de praktijk nog een tijdje duren voordat wij dat debat kunnen voeren. Ik stel ook voor om dit punt volgende week donderdag bij het algemeen overleg over verloskunde te bespreken. Ik doe wel het voorstel om dat overleg dan uit te breiden met een uur, omdat we al heel veel onderwerpen op de agenda hebben staan.

Mevrouw Sap (GroenLinks):

Ik steun het verzoek. Als het op die manier de aandacht krijgt die het verdient, vind ik dat heel goed. Het lijkt mij ook goed als wij voor het debat een brief van de minister krijgen over wat hij nu precies aan het doen is en waarom het kennelijk niet werkt.

De voorzitter:

Mevrouw Arib, u hebt om een debat gevraagd, niet om een spoeddebat. Voor een debat hebt u op dit moment geen meerderheid.

Mevrouw Arib (PvdA):

Dan wil ik mijn verzoek om een debat graag omzetten in een verzoek om een spoeddebat. In het algemeen overleg van volgende week behandelen wij namelijk een aantal stukken. Het gaat niet alleen hierover; het gaat onder andere over babysterfte. Ik wil niet dat dit onderwerp op deze manier in een algemeen overleg wordt afgeraffeld. Ik maak er dus een verzoek om een spoeddebat van.

De voorzitter:

Dank u wel, dan komt dat op het lijstje.

Het woord is aan de heer Jan Jacob van Dijk.

De heer Jan Jacob van Dijk (CDA):

Voorzitter. Ik zou u willen vragen om de stemmingen over de moties die zijn ingediend tijdens de begrotingsbehandeling van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met een week uit te stellen. We hebben vandaag naar aanleiding van een herziene motie een brief gekregen. Die willen wij goed bestuderen. Daarom willen wij graag volgende week dinsdag over dit onderwerp stemmen.

De voorzitter:

Wij zullen de stemmingen over de moties uitstellen.

Het woord is aan de heer Pechtold.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Het debat over de Staat van de Unie is bedoeld om de Tweede Kamer en het Europees Parlement dichter bij elkaar te brengen. Om daar echt invulling aan te geven, zouden de Tweede Kamer en het Parlement in goed overleg daarvoor een geschikt moment moeten vinden. Dat is voor het vierde jaar op rij niet gebeurd. Het debat over de Staat van de Unie staat dit jaar gepland op het moment dat men in Brussel al gepland heeft om de beoogde eurocommissarissen te horen. Daarom denk ik niet dat europarlementariërs hier in groten getale aanwezig kunnen zijn. Ik vraag u dan ook om in overleg met het Europees Parlement naar een nieuwe datum te zoeken, opdat dit debat, dat wij zeer belangrijk vinden, volwaardig kan plaatsvinden.

De voorzitter:

Ik wil hier wel zeggen dat wij ontzettend ons best gedaan hebben om een moment te vinden. Wij doen dat niet met het losse vingertje. Het was echt niet mogelijk om een moment te vinden waarop iedereen kan. We gaan het opnieuw proberen. U hoort van mij wanneer het kan. Het kan zijn dat het niet lukt om het nog dit jaar te doen.

Hiermee zijn wij gekomen aan het eind van de regeling van werkzaamheden. Wij gaan nu stemmen. Wat ik ga doen, doe ik niet zo vaak, maar nu toevallig wel twee keer kort na elkaar: ik verzoek de leden om buitengewoon rustig te zijn, want de stemmingen zijn heel gecompliceerd. Ik verzoek de leden dus om goed op te letten.

Naar boven