Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Roemer.

De heer Roemer (SP):

Voorzitter. Ik wil graag dat het verslag van het algemeen overleg over de binnenvaart op de agenda wordt gezet.

De voorzitter:

Het VAO zal worden toegevoegd aan de agenda.

Het woord is aan de heer Bashir.

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. Ik wil een spoeddebat aanvragen naar aanleiding van een uitzending van Zembla waaruit bleek dat in Nederland gevestigde internationale ondernemingen 16 mld. te weinig belasting betalen door goed gebruik te maken van fiscale trucjes.

De voorzitter:

Met wie wilt u dat spoeddebat voeren?

De heer Bashir (SP):

Met de staatssecretaris van Financiën.

De heer Tang (PvdA):

Mevrouw de voorzitter. Er ligt een brief van het kabinet, maar daaruit wordt niet duidelijk of er dit jaar nog een wetsvoorstel komt. Voordat wij dit debat voeren, wil ik graag weten van het kabinet of en, zo ja, wanneer het met een wetsvoorstel komt. Wat mijn fractie betreft is dat dit jaar.

De voorzitter:

Mijnheer Tang, er werd een voorstel gedaan en ik neem aan dat u dat niet steunt.

De heer De Nerée tot Babberich (CDA):

Om dezelfde reden komt er een wetsvoorstel. De Kamer heeft een uitgebreide brief van de staatssecretaris gekregen samen met de beantwoording van de vragen van het lid Van Dijk. Mijn fractie wacht de indiening van het wetsvoorstel af. Daarin kunnen al die zaken aan de orde komen. Een jaar geleden is over precies hetzelfde onderwerp ook al een spoeddebat gevoerd.

De heer Weekers (VVD):

Mijn fractie sluit zich aan bij de heer De Nerée.

Mevrouw Sap (GroenLinks):

Ik heb een ander voorstel. Ik stel voor dat dit punt voor degenen die er behoefte aan hebben gewoon meegenomen wordt bij de behandeling van het Belastingplan. Als dat niet bevredigend is, kunnen wij alsnog een debat voeren, maar laten wij eerst de behandeling van het Belastingplan van volgende week afwachten.

De voorzitter:

De GroenLinks-fractie steunt het verzoek niet. Dan hebt u geen steun, mijnheer Bashir.

De heer Bashir (SP):

Mag ik er een aantal argumenten aan toevoegen?

De voorzitter:

Nee. U hebt geen steun.

Het woord is aan de heer Teeven.

De heer Teeven (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie wil graag een spoeddebat voeren met de minister van Justitie over een groot aantal levensgevaarlijke Surinaamse criminelen. De plaatsvervangend hoofdcommissaris van Paramaribo stelt dat zij hier in Nederland rondlopen omdat de Nederlandse politie niets doet.

De heer De Roon (PVV):

Ik steun het verzoek om een spoeddebat.

Mevrouw Van Velzen (SP):

In de krant hebben al allerlei nuanceringen van dit bericht gestaan. Ik heb er behoefte aan om van de minister van Justitie te horen hoe het in elkaar zit. Wat mij betreft dus graag eerst een brief.

De voorzitter:

U hebt voldoende steun voor een spoeddebat, mijnheer Teeven. Ik zal dit op het lijstje plaatsen, maar u weet dat ik voorlopig geen kans zie om dit te organiseren.

De heer Teeven (VVD):

Dat weet ik, maar nu wij zo veel tegenstrijdige berichten krijgen in één week, denk ik dat het goed is om ook eens wat duidelijkheid te krijgen.

De voorzitter:

De spreektijd van het spoeddebat is drie minuten per fractie. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Griffith.

Mevrouw Griffith (VVD):

Voorzitter. De korpschef van het politiekorps Amsterdam Amstelland heeft een interview gegeven in NRC Handelsblad, waarin hij aangaf dat de politietop belemmerd wordt om te praten over de veiligheidssituatie in Nederland. Ik wil daarover graag een spoeddebat voeren met de minister van BZK.

De heer Van Raak (SP):

We moeten het er zeker over hebben hoe de minister van Binnenlandse Zaken minister van Politie kan worden. De voorzitter zucht vandaag steeds zo, hoe komt dat toch?

Ik heb begrepen dat hier binnenkort nog over gesproken zal worden in de Amsterdamse gemeenteraad. Ik stel voor om dat af te wachten en daarna te bezien of we nog een debat moeten houden. Ik vermoed dat dit wel nodig zal zijn.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Het is altijd goed om gemeentelijke informatie mee te nemen in een debat hier in de Kamer. Ik kan mij vinden in het voorstel van de heer Van Raak. Als mevrouw Griffith het anders wil, dan ga ik ook daarin mee.

De heer Anker (ChristenUnie):

Ik ben het niet dagelijks met de heer Van Raak eens, maar vandaag wel.

Mevrouw Griffith (VVD):

Voorzitter. De signalen zijn een beetje onduidelijk. Amsterdam praat over de relatie tussen de heer Cohen en de heer Welten zelf. Ik wil hier met de minister van Binnenlandse Zaken praten over het beletten en belemmeren van de politietop om te praten over de veiligheidssituatie in Nederland. Dat is landelijke politiek. Ik begrijp dus niet helemaal of de heer Van Raak mijn verzoek om daar een debat over te voeren, steunt. De agenda van de Tweede Kamer is op dit moment bomvol, zodat dit debat waarschijnlijk pas over drie weken wordt gepland. Als hij mijn verzoek steunt, dan geeft hij zijn steun. Ik proef nu halve steun.

De voorzitter:

Dat hebt u heel goed geproefd.

De heer Çörüz (CDA):

Over drie weken hebben wij een vijf uur durend wetgevingsoverleg politie op de agenda staan. Dan hebben wij alle tijd om precies dit punt te markeren.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Precies. Mevrouw Griffith kan alle tijd die zij in dat WGO heeft, gebruiken om dit aan de orde te stellen.

De heer Brinkman (PVV):

Over vijf weken vindt er inderdaad een WGO plaats. Ik heb begrepen dat de korpschef zijn woorden ook al teruggenomen heeft. Er is dus alle reden om de gemeenteraad en de rest af te wachten. Dan kunnen wij het er daarna goed over hebben.

Mevrouw Griffith (VVD):

Voorzitter ...

De voorzitter:

Nee, mevrouw Griffith, we hebben besloten.

Mevrouw Griffith (VVD):

Wat hebt u besloten?

De voorzitter:

We hebben besloten dat er geen spoeddebat komt, want u hebt onvoldoende steun.

Het woord is aan mevrouw Halsema.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Na een halfjaar onderhandelen, gedoe en uiteindelijk ruzie tussen de sociale partners ligt er een nogal ondoorgrondelijk compromis van de regeringspartijen over de AOW. Ik verzoek u daarover een gewoon debat in te plannen met de premier, de minister van Financiën en de minister en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dit verzoek doe ik mede namens de fracties van de SP, D66 en de VVD.

De voorzitter:

Dat debat komt in de plaats van het spoeddebat dat mevrouw Sap al had aangevraagd?

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Dat klopt.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. Ik zou dat verzoek van harte willen steunen. Het is een belangrijk debat en de minister-president hoort daar absoluut bij te zijn.

De heer Omtzigt (CDA):

Wij steunen de aanvraag van een debat over dit belangrijke onderwerp.

Mevrouw Kraneveldt-van der Veen (PvdA):

De PvdA-fractie is ook voor een debat.

De voorzitter:

Dan hebt u steun voor een debat, mevrouw Halsema. Omdat u allen ook televisie kijkt, weet u volgens mij dat de minister-president deze week niet in het land is. Dat betekent dat mijn aanvankelijke gedachte om dat debat vanavond te houden, niet realiseerbaar is. Ik zal dan ook volgende week een ander moment zoeken.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Akkoord.

De voorzitter:

Daarbij gelden spreektijden van vijf minuten per fractie. Aldus besloten.

Het woord is aan mevrouw Agema.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Ho, ho, ho!

De voorzitter:

U was nog te dichtbij.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Dat dreigde er even door te glippen. Ik heb gevraagd om een gewoon debat en daar heb ik zo goed als Kamerbrede steun voor. Voor zo'n groot onderwerp vind ik vijf minuten echt te krap.

De voorzitter:

Zullen we zeven doen dan? Dat is heel lang, hoor.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Laat ik maar eens tien minuten als uitgangspositie nemen.

De voorzitter:

Wij komen hierop terug. Als u het debat nog dit jaar wilt houden, dan moeten wij echt een beetje aan de spreektijden werken.

Het woord is aan mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Ik wil de Kamer verzoeken om het debat rondom de viroloog Ab Osterhaus te verbreden en om ook de ontwikkelingen met betrekking tot de Mexicaanse griep erbij te betrekken. Ik wil de minister ook verzoeken om te komen met een extra brief waarin hij ingaat op de nieuwe dwarsverbanden van de heer Osterhaus die aan het licht zijn gekomen. Ik doel met name op zijn rol in ESWI en IscoNova en op de relatie met onze immuunversterkers. Ik wil u ook verzoeken om de spreektijd uit te breiden.

De voorzitter:

Ja, maar ik zit wel met een beperkte tijd voor dit onderwerp op de agenda van donderdagavond, dus als ik de spreektijden moet verruimen, dan moet ik wat aan de agenda gaan doen en dat zal u ook weer niet bevallen.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. Ik steun het verzoek van mevrouw Agema. Elke week bereiken ons nieuwe berichten. Het is daarom van belang om hierover een goed debat te voeren. Wellicht kunnen wij dat volgende week wel doen.

De voorzitter:

U hebt zojuist gehoord dat er volgende week een debat over de AOW bij komt.

De heer Jan de Vries (CDA):

Als er behoefte is aan een meer integraal debat over de Mexicaanse griep, lijkt mij dat dit besproken moet worden in de procedurevergadering van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Dat kan morgenochtend gebeuren. Op die manier kunnen wij hierover misschien sneller een algemeen overleg houden.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Ik wilde precies hetzelfde zeggen als de heer De Vries.

De heer Zijlstra (VVD):

Mijn fractie steunt het verzoek van mevrouw Agema.

De voorzitter:

Mevrouw Agema, u hebt steun voor uw verzoek. Ik ga er mijn best voor doen om het zo te plannen. Ik wil best wat meer tijd geven, maar de vijf minuten waar u om vroeg, zal – gezien de agenda – onmogelijk zijn.

Mevrouw Agema (PVV):

Aan hoeveel minuten denkt u dan?

De voorzitter:

Ik moet dat bezien. Misschien gaat het om vier minuten, misschien kan ik het omdraaien. De Successiewet moet deze week ook worden behandeld.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik kijk ernaar uit.

De voorzitter:

Aldus besloten.

Het woord is aan de heer Vendrik.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Het kabinet heeft zojuist bij monde van de minister van VROM gesteld dat het het liefst nieuwe kolencentrales in Nederland wil tegenhouden. Het kabinet weet echter niet hoe het dat moet doen. Deze week behandelen wij de begroting van Economische Zaken. Ik vraag het kabinet om voor morgenochtend 12.00 uur een brief naar de Kamer te sturen namens de minister van Economische Zaken en namens de minister van VROM, waarin het concreet aangeeft hoe het zo snel mogelijk de bouw van nieuwe kolencentrales in Nederland gaat tegenhouden.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer De Roon.

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. De burgemeester van Eindhoven had een gebiedsverbod ingesteld voor een pedofiel. Die beslissing is vandaag door een rechter vernietigd. Naar aanleiding daarvan wil ik graag een spoeddebat houden met de minister van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Ik wil u graag helpen. Wij behandelen volgende week de begroting van Justitie. Volgens mij moeten wij dan dit onderwerp bij de kladden pakken.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. Ik heb hierover schriftelijke vragen gesteld. Volgende week wordt de begroting van Justitie behandeld. Dat lijkt mij echt het meest aangewezen moment om dit onderwerp aan de orde te stellen.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Voorzitter. Ik sluit mij daarbij aan.

De heer Teeven (VVD):

Voorzitter. Mijn fractie steunt het verzoek om een spoeddebat.

De heer Anker (ChristenUnie):

Mijn fractie steunt het verzoek niet.

De voorzitter:

Mijnheer De Roon, u hebt voldoende steun voor het houden van een spoeddebat. Ik denk echter dat het pas zal plaatsvinden na de behandeling van de begroting van Justitie.

De heer De Roon (PVV):

Ik verzoek u om de mogelijkheid te onderzoeken om het debat voor de behandeling van de begroting van Justitie te laten plaatsvinden.

De voorzitter:

Ik zal dat zeker onderzoeken; ik doe niets anders.

Het woord is aan de heer Pechtold.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Wij mogen binnenkort met het kabinet debatteren over die mooie brede heroverwegingsoperatie. Ik had van de premier begrepen dat er bij deze operatie werd gewerkt met werkgroepen en dat daarvoor afspraken waren gemaakt over gebieden. Er was sprake van een stuk of negentien terreinen. Vervolgens hoor ik een minister zeggen: niet mijn ding, niet cultuur en media. Ik hoor een fractievoorzitter vanuit Suriname zeggen: ook daarover gaan wij juist wél praten. Een andere fractievoorzitter hoor ik zeggen: maar wij gaan ook de hypotheekrenteaftrek bespreken.

De voorzitter:

Wat is uw voorstel?

De heer Pechtold (D66):

Ik wil van de premier weten hoe het staat met de voorbereidingen. Door al deze rook ben ik het zicht daarop een beetje kwijt. Voordat wij aan het debat hierover beginnen, wil ik precies weten hoe de premier de regierol hierbij gaat invullen en welke terreinen nu wel en niet in samenhang besproken worden. Ik wil het verhaal van de premier hierover horen en ik wil niet mist zien van ministers en collega's.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Hiermee zijn wij gekomen aan het eind van de regeling van werkzaamheden. Wij gaan nu stemmen.

Naar boven