Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, bij het verantwoordingsdebat, te houden op donderdag 28 mei 2009, de volgende spreektijden te hanteren:

  • 20 minuten voor de fracties van het CDA, de PvdA, de SP en de VVD;

  • 15 minuten voor de fracties van de PVV, de ChristenUnie en GroenLinks;

  • 10 minuten voor de fracties van D66, de PvdD en de SGP;

  • 5 minuten voor het lid Verdonk.

  • Tevens stel ik voor, bij dit debat de begrotingsvolgorde te hanteren.

Ik stel voor, dinsdag aanstaande te stemmen over de aangehouden motie-Van der Ham (31495, nr. 7).

Op verzoek van het lid Leijten stel ik voor, haar motie (31913, nr. 2) opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van een wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op:

  • maandag 8 juni 2009

  • - van 10.00 uur tot 16.00 uur van de commissie voor de Werkwijze der Kamer over het rapport Vertrouwen en zelfvertrouwen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is allereerst aan de heer De Nerée tot Babberich, omdat hij naar een briefing moet.

De heer De Nerée tot Babberich (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie heeft vanmorgen uit de kranten moeten oppikken dat ABN AMRO een nieuwe kapitaalinjectie nodig heeft. Veel gekker moet het niet worden. De belastingbetaler zit nu al voor 90 mld. in het bankwezen. Over de vraag of er nieuw geld in een bank wordt gestoken, gaan de Kamer en de minister van Financiën en niet het bestuur van een bank. Als nieuw geld nodig is, dan willen wij daarover door de minister van Financiën worden ingelicht en niet door de pers. De CDA-fractie wil daarom vandaag nog een spoeddebat hierover met de minister van Financiën.

De heer Weekers (VVD):

Ook de VVD was onaangenaam verrast door het krantenbericht. Maar vanmiddag om half drie spreken wij minister Bos over de kredietverlening, die samenhangt met kapitaalinjecties. De zeer pregnant levende vragen wil ik daar inbrengen. Ik nodig het CDA uit, hetzelfde te doen. Als wij vanmiddag onvoldoende opheldering krijgen, kunnen wij nog altijd besluiten om volgende week het debat in commissieverband voort te zetten. Misschien kan de minister worden gevraagd om voor 14.30 uur de Kamer een brief te sturen.

De voorzitter:

De bedoeling is altijd dat u kort aangeeft wat u wilt, niet dat u een heel verhaal vertelt en een ander voorstel doet.

De heer Tang (PvdA):

Ik deel de verbazing van de CDA-fractie en het lijkt mij goed om hierover meer informatie te krijgen. Ik vraag daarom een brief die voor bijvoorbeeld 16.00 uur bij de Kamer binnenkomt; ik weet namelijk niet of 14.30 uur haalbaar is. Wij kunnen dan bekijken of het debat nog aan de orde is, of dat onze verbazing in de brief goed wordt beantwoord.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik steun de boosheid van de heer De Nerée. De Kamer heeft namelijk al veel te veel het nakijken bij kapitaalinjecties. Ik vind dat dit onderwerp niets te maken heeft met het spoeddebat van vanmiddag. Het is een heel apart onderwerp. Daarom steun ik een spoeddebat vanmiddag.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Het is natuurlijk onacceptabel dat de Kamer voortdurend uit de krant allerlei berichten moet krijgen. De minister van Financiën behoort dat immers te doen. Eerst willen wij een brief en daarna een debat. Vandaag vindt echter ook een debat over kredietverstrekking plaats en daarop heeft dit punt wel degelijk betrekking. Ik zal in dat debat dus ook opmerkingen hierover maken.

De voorzitter:

U moet dan goed met elkaar bespreken wat vanmiddag binnen de orde is, want op dit moment staat alleen ING geagendeerd.

De heer De Nerée tot Babberich (CDA):

Ik steun het verzoek om een brief. Ik wil de brief voor vanmiddag 16.00 uur hebben. Aan de hand van de inhoud ervan behoudt de CDA-fractie zich voor om al dan niet vandaag een spoeddebat te houden. Wij kunnen eventueel volgende week een spoeddebat of een spoed-AO houden als de inhoud op zichzelf genomen duidelijk is.

De voorzitter:

Er wordt dus besloten om een brief te vragen. Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering geleiden wij door naar het kabinet. Nadat de brief is binnengekomen, laat de Kamer mij weten welke vervolgstappen worden gezet. Tegen de leden die zonet een ander voorstel deden, zeg ik heel duidelijk dat wij het niet betrekken bij het debat dat hedenmiddag staat geagendeerd. Anders lopen de zaken door elkaar en doen wij tweemaal hetzelfde. Aldus besloten.

Het woord is aan mevrouw Gesthuizen.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Op 15 april 2009 heb ik vragen gesteld naar aanleiding van berichten over misleidende praktijken bij bedrijven die via internet zaken doen met klanten. Die vragen zijn nog niet beantwoord; bij dezen verzoek ik om spoedige beantwoording.

De voorzitter:

Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal worden doorgeleid naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Ik wil allereerst de minister voor Jeugd en Gezin bedanken voor de beantwoording van de vragen een paar minuten geleden. Dat rappel hoeft niet meer. Ik hoop wel dat hij even contact opneemt met de wethouders van de desbetreffende steden om ervoor te zorgen dat het project doorgaat.

Ten tweede verzoek ik om toezending van informatie als antwoord op de vraag aan de minister van BZK en de minister van Financiën over crossborderleasing. Bij de regeling van werkzaamheden van 10 maart jongstleden hebben wij gevraagd om de informatie met spoed aan de Kamer te doen toekomen voor zover het energiebedrijven betreft. Die informatie is echter nog niet aan de Kamer toegestuurd. Wij willen die graag deze week ontvangen.

De vraag aan de minister van Financiën over de website van de Yapi Kredi Bank betreffende de omvang van het depositogarantiestelsel, uitgesplitst naar binnenlandse en buitenlandse tegoeden, zou ook zo spoedig mogelijk worden beantwoord. Dat is echter nog niet gebeurd. Wij willen graag deze week de gevraagde informatie ontvangen.

De voorzitter:

Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal worden doorgeleid naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Van Miltenburg.

Mevrouw Van Miltenburg (VVD):

Voorzitter. Op 18 maart jongstleden hebben mijn collega Aptroot en ik vragen aan de minister van Verkeer en Waterstaat gesteld over de A2 en de Maasbrug bij Zaltbommel. Hij heeft deze vragen nog niet beantwoord. Ik zou bij dezen graag willen rappelleren.

De voorzitter:

Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal worden doorgeleid naar het kabinet.

Mevrouw Van Miltenburg (VVD):

Op 20 april jongstleden hebben mijn collega mevrouw Dezentjé Hamming en ik vragen gesteld aan de minister voor Jeugd en Gezin, de staatssecretaris van OCW en de staatssecretaris van VWS over speciaal onderwijs en naschoolse opvang. Ook die vragen zijn nog niet beantwoord.

De voorzitter:

Ook het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal worden doorgeleid naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Ik verzoek u, het verslag van het algemeen overleg over de Landbouw- en Visserijraad toe te voegen aan de agenda van de plenaire vergadering, het VAO vandaag nog te houden en ook vandaag nog te stemmen, omdat de Landbouw- en Visserijraad volgende week plaatsvindt.

De voorzitter:

Ik stel voor, het VAO meteen na de regeling van werkzaamheden te houden en meteen daarna te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik heet welkom de minister van Onderwijs ... ach, van Landbouw. Al twee dagen zeg ik allemaal andere dingen dan ik wil zeggen!

Het woord is aan mevrouw Karabulut.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Ik heb twee maanden geleden vragen gesteld aan de minister voor Wonen, Wijken en Integratie over het inhuren door de gemeente Rotterdam van een gemeenteadviseur die homo- en vrouwonvriendelijke uitspraken heeft gedaan. Ik zou graag volgende week antwoord willen hebben op deze vragen.

De voorzitter:

Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal worden doorgeleid naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Koşer Kaya.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Voorzitter. Vorige week heeft de premier ons een brief gestuurd waarin hij een poging doet om verantwoording af te leggen over de kabinetsdoelen uit het beleidsprogramma. De brief is weliswaar een stap vooruit, maar de informatie laat nog veel te wensen over. Ik denk dat het verantwoordingsdebat van volgende week gebaat zou zijn bij een betere informatiepositie van de Kamer vooraf. Daarom heb ik een aantal vragen, en ik wil graag dat die voor 28 mei aanstaande worden beantwoord door de premier.

De vragen die beantwoord moeten worden, zijn: wat was het startpunt van elk van de kabinetsdoelen? Welk eindpunt is vastgesteld? Welke tussenstappen zijn geformuleerd? Hoe worden deze gemeten? Zonder deze informatie kan de Kamer haar controlerende taak niet goed vervullen. Mevrouw Stuiveling maakte daarover terecht een opmerking.

De heer Blok (VVD):

Met het oog op hetzelfde debat, maar op grond van het rapport van de Algemene Rekenkamer, dat wij zojuist hebben ontvangen, wil ik een aanvullende vraag stellen. De Algemene Rekenkamer wijst de Tweede Kamer in haar rapport "Staat van de Beleidsinformatie" er namelijk op dat niet te achterhalen is hoeveel ambtenaren er minder zijn per ministerie. Ik heb een heel concrete vraag. Ik wil graag voor het verantwoordingsdebat per ministerie een overzicht ontvangen waaruit blijkt hoeveel ambtenaren er in het afgelopen jaar minder waren. Dat wil ik graag uitgesplitst zien in beleid, uitvoering en ondersteuning.

De voorzitter:

Dit in een aanvullend verzoek op het verzoek van mevrouw Koşer Kaya. Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal worden doorgeleid naar het kabinet, met het verzoek dat overzicht uiterlijk één dag voor het verantwoordingsdebat aan te leveren.

Het woord is aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Vorige week stond ik hier om antwoorden te vragen op onze vragen over het uitblijven van zorg in Bergen op Zoom en over de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning, beide aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Die vragen zijn nog steeds niet beantwoord en ik herhaal dus mijn verzoek.

Vervolgens verzoek ik u om het verslag van het schriftelijk overleg over het stimuleren van kleinschalig wonen voor mensen met dementie op de plenaire agenda te plaatsen. Ik weet dat wij daar altijd twee minuten voor krijgen, maar ik wil u vragen of het in dit geval misschien drie minuten mogen zijn.

De voorzitter:

Daar begin ik niet aan, het spijt me. Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal worden doorgeleid naar het kabinet en ik zal het verslag van het schriftelijk overleg (VSO) op de agenda plaatsen.

Het woord is aan mevrouw Van Velzen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Hedenochtend heeft de vaste Kamercommissie voor Defensie een debat gehouden over het Actieplan diversiteit. Ik mocht daar als plaatsvervangend voorzitter fungeren en vraag in die hoedanigheid een VAO aan. Er waren veel mensen die een VAO wilden. Sommigen van hen staan nu al bij het inschrijfboekje klaar. Als ik als scheidsrechter mag optreden, kan ik wel aanwijzen wie de eerste was: de heer Brinkman.

De voorzitter:

Wat knap van u. En wat fijn dat u mij helpt. Wij zullen het VAO op de agenda plaatsen.

Naar boven