Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Kant.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter. Vorige week is behoorlijk veel onrust ontstaan over de pensioenen voor onze ouderen. De minister van SZW is met een regeling gekomen voor een herstelperiode voor de pensioenfondsen, maar die zal er niet toe leiden dat de pensioenen niet bevroren zullen worden of misschien zelfs door sommige pensioenfondsen verlaagd moeten worden. De regels waar deze minister mee komt, zijn te rigide en dus ook onvoldoende. Ik wil graag dat de minister met nieuwe voorstellen komt. Om hem daartoe te bewegen, wil ik graag deze week een spoeddebat met de minister van SZW voeren over de pensioenen.

De voorzitter:

Wenst een van de leden het woord over dit voorstel? Dat is niet het geval.

Mevrouw Kant (SP):

Misschien kan ik de rest van de fracties wijzen op de onrust die onder ouderen in ons land is ontstaan over de mogelijkheid dat hun pensioenen worden bevroren en misschien worden verlaagd. Het lijkt mij toch wel een debat waard om de minister van SZW tot andere voorstellen te bewegen.

De heer Pechtold (D66):

Mijn fractie wil graag wachten tot het totaalpakket van het kabinet bekend is. Dat is binnen twee weken. Daar willen wij een debat over voeren.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter. Mag ik daar gelijk op reageren?

De voorzitter:

Nee.

Mevrouw Kant (SP):

Maar dat is praktisch en handig.

De voorzitter:

Ik bepaal of het praktisch is. Wij maken eerst even een rondje.

Mevrouw Kant (SP):

Dan doen wij het niet praktisch en handig.

De heer Blok (VVD):

Ik zie wel de urgentie die de SP-fractie ziet, dus ik steun het voorstel namens mijn fractie.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Ik sluit mij graag aan bij de woorden van de heer Pechtold.

De heer Omtzigt (CDA):

Ook ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Pechtold en zou in overweging willen geven om de minister eerst te laten aangeven wat hij precies wil voordat wij hier een spoeddebat over voeren.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Ik moet mij helaas ook bij de woorden van de heer Pechtold aansluiten.

De heer Tony van Dijck (PVV):

De PVV-fractie vindt de pensioenen ook urgent. Wij willen niet dat dit onderwerp ondersneeuwt in het grote pakket van maatregelen dat wij zo meteen krijgen. Ik denk dat het een spoeddebat verdient.

De voorzitter:

Ging dat nu niet efficiënt, mevrouw Kant? U hebt steun voor een spoeddebat.

Mevrouw Kant (SP):

Ja, heel efficiënt. Maar goed dat ik een tweede oproep heb gedaan, hè? Ik dacht dat iedereen nog een beetje zat te slapen, maar zij zijn nu wakker. Ik wil nog even inhoudelijk reageren op de opmerking van de heer Pechtold.

De voorzitter:

Mevrouw Kant, de essentie van een regeling van werkzaamheden is dat je afspreekt of je een debat gaat houden of niet en daarmee is het ook klaar. Wij gaan een spoeddebat organiseren.

Mevrouw Kant (SP):

Nee, voorzitter, ik wil nog reageren. De essentie van de regeling van werkzaamheden is ook dat je aangeeft waarom je een debat wilt. Het argument is naar voren gebracht waarom een debat ook op een andere manier kan. Ik wil even aangeven aan het adres van de heer Pechtold dat dat niet kan, omdat de minister van plan is zijn ministeriële regeling te publiceren in de Staatscourant. Dan zijn wij te laat. Dat wil ik in dit geval toch liever niet zijn.

De voorzitter:

Wij zullen het debat zo snel mogelijk plannen, met spreektijden van drie minuten per fractie.

Het woord is aan mevrouw Karabulut.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Ik wil u verzoeken het verslag van het algemeen overleg over inburgering op de agenda te zetten. Dit verzoek doe ik mede namens de fracties van de PVV en de VVD.

De voorzitter:

Wij zullen dit VAO toevoegen aan de agenda.

Het woord is aan de heer Roemer.

De heer Roemer (SP):

Voorzitter. Vorige week werd duidelijk dat er nog veel misstanden zijn bij het CBR. Vandaag is daarover een brief van de minister van Verkeer en Waterstaat gekomen. Die brief vormt een extra reden om zo snel mogelijk een interpellatiedebat met de minister aan te vragen over de misstanden bij het CBR.

De heer De Rouwe (CDA):

Ik misgun de heer Roemer zijn interpellatie niet, maar de vraag zou ook kunnen zijn waarom de Kamer niet in twee goede termijnen een uitgebreid debat kan voeren met het kabinet, omdat er inderdaad nogal wat aan de hand is. Wat mij betreft, heeft de heer Roemer op zichzelf steun voor een interpellatie. Ik stel echter voor dat hij verzoekt om een gewoon debat te mogen houden, zodat wij met elkaar goed de materie kunnen bespreken met de onderliggende stukken die aanstaande zijn.

De voorzitter:

U stelt dus een normaal debat voor.

De heer Aptroot (VVD):

De VVD steunt het verzoek om een interpellatie, maar een gewoon debat vinden wij ook prima.

Mevrouw Roefs (PvdA):

Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Aptroot. Het is een individueel recht van een Kamerlid om een interpellatie aan te vragen. Dit is een zaak die ons allemaal aangaat. Wat mij betreft, mag het.

De heer Roemer (SP):

Ik heb dus voldoende steun voor een interpellatie. Wellicht komen er daarna nog veel meer debatten over het CBR, wie zal het zeggen.

De voorzitter:

Dan gaan wij die interpellatie plannen. U weet dat dat pas volgende week kan.

Het woord is aan de heer Graus.

De heer Graus (PVV):

Voorzitter. Nederland staat in de uitverkoop, maar nog erger is het dat zelfs primaire levensbehoeften, zoals warmte en energie, in de uitverkoop staan. Na Essent staat ook Nuon een gedeeltelijke overname te wachten door het Zweedse Vattenfall. Daarom wil ik graag een spoeddebat aanvragen met de minister van Economische Zaken.

De heer Ten Hoopen (CDA):

Er is vanmiddag een AO over energie. Daar zou dit onderwerp goed aan kunnen worden toegevoegd. Dan zijn wij efficiënt.

De heer Jansen (SP):

Dat lijkt de SP-fractie een buitengewoon slecht idee. Daar is het onderwerp, waarbij het gaat om 8 mld., echt veel te groot voor. Wij steunen een spoeddebat maar wij stellen wel voor om het uit te breiden tot de verkoop van Nuon en Essent en om voor dat debat nog een brief te ontvangen van de minister over haar toezeggingen van vorige maand. Toen heeft zij een aantal beloften gedaan die zij volgens mij nog niet gestand heeft gedaan.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik sluit mij aan bij de heer Jansen. Wij zitten nog te wachten op post van de minister. Die zou er wat mij betreft binnen een week moeten zijn. Dan ben ik ervoor dat wij een normaal debat houden, want het gaat inderdaad om een megaverkoop. Om dat af te raffelen in twee of drie minuten per woordvoerder gaat mij eerlijk gezegd te ver. Ik zou vandaag willen afspreken dat wij volgende week een normaal debat houden met goede post van de minister.

De voorzitter:

Dit is een nieuw voorstel. Wij gaan eerst het voorstel van de heer Graus bespreken.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Mijn voorstel lijkt mij te prefereren boven een spoeddebat deze week.

De voorzitter:

Maar u steunt het voorstel van de heer Graus wel?

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ja, maar ik geef de heer Graus in overweging om hiervoor even de tijd te nemen. Liever volgende week goed dan deze week overhaast en zonder post van het kabinet.

De voorzitter:

Dit is echt een nieuw voorstel. Voordat u het weet, bezorgt u de heer Graus een probleem.

De heer Zijlstra (VVD):

De VVD zit niet op een spoeddebat te wachten. Als er een debat komt – ik zit op de lijn van de heer Vendrik – zouden wij er op een goede manier over willen spreken, in de volle breedte en met onderliggende documentatie. Dat duurt denk ik wel iets langer dan een week. Dat duurt nog wel twee of drie weken.

De voorzitter:

Mijnheer Graus, u hebt steun voor een spoeddebat.

De heer Graus (PVV):

Voorzitter. Twee weken wachten is echt te lang. Ik heb steun van de SP-fractie voor een spoeddebat. Dat zou ik dan ook graag door willen drukken, met de steun van de SP. Het zou op korte termijn moeten plaatsvinden. Dan moet de minister er maar voor zorgen dat wij de brief nog deze week ontvangen, voordat wij het spoeddebat houden.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Jansen (SP):

Met inbegrip van ons verzoek om voor die tijd de brief te ontvangen?

De voorzitter:

Ja, natuurlijk. Daarom luidt de formule dat het stenogram zal worden doorgeleid naar het kabinet. Wij zullen het debat gaan plannen.

De heer Graus (PVV):

Voorzitter. Ik steun de toevoeging van Essent van harte. Daarin gaan wij gelijk mee.

De voorzitter:

Het onderwerp wordt daarmee iets uitgebreid. De spreektijd zal drie minuten per fractie zijn.

Het woord is aan de heer Fritsma.

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. Ik wil graag een spoeddebat houden met de staatssecretaris van Justitie over een uitspraak van het Europese Hof die de deur wijd open zet voor Turkse migranten. Het Hof heeft bepaald dat Turkse dienstverleners zonder visum naar Nederland kunnen komen. Daarmee wordt Turkije eigenlijk al half EU-lid gemaakt. Dit betekent toenemende massa-immigratie en toenemende islamisering ...

De voorzitter:

Wat is uw vraag?

De heer Fritsma (PVV):

Ik zal afronden. Maar het betekent ook dat Nederlandse dienstverleners, zoals vrachtwagenchauffeurs, kappers en loodgieters, ongelimiteerde concurrentie van Turken te wachten staat. Dat moet worden tegengegaan. Vandaar dit verzoek.

De heer De Krom (VVD):

De VVD-fractie steunt het verzoek van de heer Fritsma. Ik stel wel voor dat wij voorafgaand aan het debat een brief van het kabinet over de stand van zaken ontvangen.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Ik steun het verzoek van de heer Fritsma graag. Ik wil nu alvast zeggen dat wij termen als "onderzoek" en "plan van aanpak" niet wensen te horen in de antwoorden van de staatssecretaris.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Wij ontvangen graag eerst een brief over deze belangrijke kwestie. Daarna kunnen wij dan beoordelen hoe wij over dit onderwerp zullen debatteren.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Ik sluit mij aan bij de fractie van het CDA.

De voorzitter:

U hebt steun voor het houden van een spoeddebat, mijnheer Fritsma. Het voorstel luidt om daaraan een brief te laten voorafgaan. In dat geval zal ik het besluit in tweeën knippen. Als u vindt dat het debat ook zonder deze brief kan worden gehouden, kunnen wij er nu over beslissen.

De heer Fritsma (PVV):

Ik ben blij met de steun voor het spoeddebat. Dat moet er dus komen. Ik kan leven met het voorstel van de heer De Krom en andere woordvoerders om eerst een brief te ontvangen. Maar het spoeddebat komt er in ieder geval. Als de brief bijvoorbeeld morgen wordt gestuurd, zouden wij donderdag het spoeddebat kunnen houden.

Ik wil nog een ander punt aan de orde stellen. Dit is een belangrijk en complex onderwerp. Daarom stel ik voor de spreektijd te bepalen op vijf, maar in ieder geval niet minder dan vier minuten.

De voorzitter:

Dan zal ik deze op vier minuten stellen, anders krijgen wij het deze week echt niet ingepland.

Het stenogram zal worden doorgeleid naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Depla.

De heer Depla (PvdA):

Voorzitter. Ik vraag een spoeddebat aan met de staatssecretaris van Onderwijs, mevrouw Van Bijsterveldt. Vorige week luidde de organisatie die stages in het beroepsonderwijs organiseert de noodklok, omdat er volgend jaar 150.000 stageplekken te weinig zullen zijn. Als er een tekort aan stageplekken bestaat, komt de opleiding van jongeren in het mbo in gevaar. Dat is slecht voor de toekomstkansen van deze jongeren en voor de toekomst van ons land. Wij hebben juist meer goed opgeleide vaklui nodig. Tegen deze achtergrond wil ik graag een spoeddebat met de staatssecretaris van Onderwijs voeren om te bespreken hoe wij dit kunnen voorkomen en hoe wij kunnen afwenden dat dit probleem zich volgend schooljaar zal gaan voordoen.

Mevrouw Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD):

Ik steun het verzoek van de heer Depla. Wij hebben morgen al een debat met staatssecretaris Van Bijsterveldt over het mbo. Wij kunnen deze kwestie dan ook agenderen.

De heer Van der Vlies (SGP):

Dat is ook ons idee. Morgenochtend hebben wij een uitvoerig verzamel-AO, zoals dat in ons vakjargon heet, over het mbo. Daar past dit uitmuntend in. Wat is sneller dan morgenochtend?

De voorzitter:

Vanavond.

De heer Van der Vlies (SGP):

Dat is waar, maar er staat voor vanavond al iets op de agenda. Vandaar.

De heer Bosma (PVV):

Kan het straks niet?

Onze nestor haalt mij overigens de woorden uit de mond. Morgenochtend hebben wij een groot verzamel-AO. Daar kan het prima in mee.

De heer Dibi (GroenLinks):

Dit is zo belangrijk dat het een apart debat rechtvaardigt. Mijn fractie voelt dezelfde urgentie als de PvdA-fractie. Ik wil nog wel graag een brief van de staatssecretaris waarin zij ingaat op de effecten van de maatschappelijke stages, want die dreigen de beroepsgerichte stages in het mbo te verdringen. Ik hoor ook graag of de staatssecretaris eventueel een beleidswijziging voorstaat.

De heer Biskop (CDA):

Mijn fractie vindt stages ook heel erg belangrijk. Ik stel ook voor om deze kwestie toe te voegen aan het AO van morgen. Dan kunnen wij daarna bezien of het voldoende is besproken en naar bevind van zaken handelen.

De heer Van der Ham (D66):

De heer Dibi heeft gevraagd om een brief van de regering. Wellicht kunnen wij die vanavond ontvangen, zodat wij die morgen bij het AO kunnen betrekken. Dat is misschien de beste opdracht aan de regering.

De voorzitter:

Mijnheer Depla, er is u gewezen op de mogelijkheid om deze kwestie te betrekken bij het AO morgenochtend.

De heer Depla (PvdA):

Dat is een goede suggestie, maar de kwestie is nogal urgent. U gaat over de agenda, voorzitter. Als ik dit aan u overlaat, dan is de kans klein, heb ik begrepen, dat het spoeddebat deze week kan worden gehouden.

De voorzitter:

U hebt ook gehoord wat er aan andere wensen ligt. Ik zie het deze week dus niet gebeuren.

De heer Depla (PvdA):

Dan vrees ik dat ik met de adviezen van de collega's moet meegaan en de kwestie morgen in het uitgebreide AO aan de orde moet stellen. Ik zou het erg waarderen als wij uitgebreid over deze kwestie kunnen spreken. Het is in ieder geval zo spoedeisend dat wij er geen week op kunnen wachten.

De heer Van der Ham (D66):

En het verzoek om de brief, voorzitter?

De voorzitter:

Het stenogram wordt vanzelfsprekend doorgeleid naar het kabinet. Wat denkt u allemaal mee vandaag!

Het woord is aan de heer Koopmans. Hij heeft maar liefst twee verzoeken.

De heer Koopmans (CDA):

Voorzitter. Na de financiële gaten bij het Stedelijk Museum, het debacle rondom het Rijksmuseum en de geur van fraude rondom de Zuidas, heeft het alom geroemde gemeentebestuur van Amsterdam weer een nieuw bestuurlijk hoogstandje afgeleverd, namelijk de Noord-Zuidlijn. Wij zouden graag met de minister van Verkeer en Waterstaat een spoeddebat voeren over de bijdrage die de Nederlandse belastingbetaler tot nu toe heeft geleverd aan dat project en over de leveringsplicht die wat ons betreft voor Amsterdam aan de orde is.

De heer Aptroot (VVD):

Ik vind dat de regeringsfracties hard bezig zijn met het aanvragen van spoeddebatten, zojuist de PvdA, nu het CDA, maar wij gunnen dit de heer Koopmans. Wij vinden wel, omdat wij alleen berichten horen van het Amsterdamse gemeentebestuur, dat wij dit debat pas kunnen hebben als er ook een brief van de minister van Verkeer en Waterstaat ligt met zijn standpunt.

De heer Madlener (PVV):

Ik steun het voorstel. Ook wij stellen een brief op prijs.

De heer Van der Ham (D66):

Wij willen ook eerst die brief en pas dan het spoeddebat.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Het lijkt mij heel goed als de minister van Verkeer en Waterstaat ons een brief stuurt over hoe hij mee gaat helpen om de problemen in Amsterdam op te lossen. Wij zien uit naar die brief.

De voorzitter:

Mijnheer Koopmans, u hebt al steun van uw eigen fractie, maar het lijkt mij toch goed dat wij dit zo doen. Ik meld wel dat de minister er deze week niet is.

De heer Koopmans (CDA):

De minister moet toch eerst een brief aan de Kamer sturen, op wens van het overgrote deel van de Kamer en ook van mij.

Mevrouw Roefs (PvdA):

Ik maak bezwaar tegen het feit dat de heer Koopmans steeds opnieuw, niet alleen nu, maar ook in AO's, aan Amsterdam-bashing doet. Dat vind ik echt heel vervelend.

De heer Koopmans (CDA):

De een heeft het liever over € 500 voor de zwemclub in Echt-Susteren en de ander spreekt over 500 mln. die het gemeentebestuur van Amsterdam in een bodemloze put gooit.

De voorzitter:

Ik zou zeggen: deuce.

De heer Van der Ham (D66):

Mogen wij een brief ontvangen over de verhoudingen binnen de coalitie?

De heer Koopmans (CDA):

Maakt u zich daarover geen zorgen, mijnheer Van der Ham.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Koopmans heeft nog een tweede voorstel.

De heer Koopmans (CDA):

Om de feestvreugde nog wat te vergroten wil ik het voorstel doen om een debat te houden met de minister van Financiën en de minister van LNV over de vraag of zij bereid zijn om gelden ter beschikking te stellen voor het saneren van de nertshouderijen. Ik heb het dan over het initiatiefwetsvoorstel-Van Velzen/Waalkens.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Ik snap dit verzoek niet. Wij zitten midden in de behandeling van het initiatiefwetsvoorstel van mij en mijn collega Waalkens. Wij wachten op een juridisch advies. Er zijn nu geen financiële implicaties. Het gaat om een wettelijk verbod dat pas over tien jaar ingaat, als de Kamer het voorstel al aanneemt. Misschien kan de heer Koopmans uitleggen waar hij mee bezig is? Wij steunen zijn verzoek in ieder geval niet.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Ik ben ook wat verbaasd. Het lijkt wel een politieke truc. Ik zeg precies wat ik vind. Wij hebben onlangs in het Presidium op voorstel van de Kamercommissie een onderzoek naar de kosten van dit initiatiefwetsvoorstel voor sanering geëntameerd. Mijns inziens moeten wij dat eerst afwachten. Het lijkt erop dat de heer Koopmans nu al wil horen dat hiervoor geen geld komt. Daar ga ik niet aan meewerken.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Voorzitter. Mevrouw Van Gent zegt dat wij zitten te wachten op een aantal onderzoeken. Wat ons betreft hadden deze onderzoeken niet zo uitgebreid gehoeven. De behandeling van dit wetsvoorstel moet immers voortvarend verlopen. Het lijkt mij dan ook zinvol om van het kabinet een brief te vragen en vervolgens te bezien of er nog een debat moet komen.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter. De desbetreffende ondernemers verkeren al heel lang in onzekerheid. Zo langzamerhand is het stadium wel bereikt dat wij ons dit moeten aantrekken. Daarom is duidelijkheid op alle fronten nodig. Ik wil de heer Koopmans wel in overweging geven om eerst een brief te vragen aan de regering.

De voorzitter:

Ik zie mevrouw Snijder instemmend knikken.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Het lijkt mij helemaal niet verstandig om hierover nu al advies aan de regering te vragen. Immers, dan worden wellicht bedragen genoemd en dat is mogelijk nadelig voor de onderhandelingspositie. Het lijkt mij heel onverstandig om de regering te vragen hoeveel geld er is, terwijl wij helemaal nog niet weten om hoeveel geld het gaat.

De heer Cramer (ChristenUnie):

Voorzitter. De vraag van de heer Koopmans verbaast mij een beetje. Ik denk dat wij om deze brief hadden kunnen vragen via de procedurevergadering, in aanvulling op andere vragen die dit wetsvoorstel heeft losgemaakt. Ik steun het verzoek dan ook niet.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. De Partij voor de Dieren steunt het verzoek ook niet. Ik wil hierbij opmerken dat het een bijzonder vreemde gang van zaken is. Wij hebben vragen over nota bene de financiën neergelegd bij de parlementaire advocaat. Ik zou zeggen: laten wij de antwoorden rustig afwachten. Als het de heer Koopmans niet zint dat hij binnen de procedurevergadering zijn zin niet krijgt, dan moet hij daaraan maar zijn eigen conclusies verbinden.

De heer Waalkens (PvdA):

Voorzitter. Het verzoek van collega Koopmans verrast mij, als mede-indiener, ook. Wij hebben afspraken gemaakt over de voortgang van de behandeling van het wetsvoorstel. Met instemming van de Kamer is de parlementaire advocaat ingeschakeld. Laten wij alles in de volgordelijkheid doen die wij hebben afgesproken. Ik vind dit niet collegiaal.

De heer Koopmans (CDA):

Er zijn twee dingen aan de hand. Enerzijds kennen wij een separate behandeling van het wetsvoorstel. Vlak voor het reces is door de Kamer, met instemming van de CDA-fractie, besloten om advies te vragen aan de parlementaire advocaat. Anderzijds doet de vraag zich voor – dit is van even groot belang – of het kabinet ten principale de bereidheid heeft om zijn portemonnee te trekken, zeker in deze tijd, om een gezonde bedrijfstak de nek om te draaien. Het is van belang om dat ook te weten, niet alleen voor de behandeling van het wetsvoorstel, maar ook voor de sector zelf. Het lijkt mij heel verstandig dat wij hierover met elkaar een debat houden. De suggestie om eerst een brief te vragen, lijkt mij heel verstandig.

De voorzitter:

Daar wilde ik naartoe. Laten wij eerst een brief vragen aan het kabinet over het door u gesignaleerde probleem. Daar hebt u ook steun voor. Het stenogram geleiden wij door. Na ontvangst van de brief komt u hierop terug. U hebt op dit moment ook geen meerderheid.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Het gaat hier natuurlijk niet om een financiële implicatie die iets met het heden te maken heeft.

De voorzitter:

U gaat naar de inhoud.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Ik krijg de indruk dat er nu een beetje gebruik wordt gemaakt van de huidige kredietcrisis, maar die is hierbij helemaal niet aan de orde.

De voorzitter:

Dat zou zomaar kunnen, maar daar gaan wij nu niet op in.

Het woord is aan mevrouw Halsema.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. In het laatste debat over de economische crisis is de Kamer door het kabinet indringend gemaand om rustig te wachten tot het komt met een pakket maatregelen. Ondertussen laten ministers het ene na het andere proefballonnetje op. Gisteren stond in de Volkskrant een deel van het advies-Gerritse, dat systematisch aan de Kamer wordt geweigerd. Dit is het oude liedje. Ministers lekken hun plannen en informatie naar de pers, zetten het parlement in de wacht en buitenspel, en deze keer, zo zeg ik er nadrukkelijk bij, in moeilijke en onrustige economische omstandigheden. Dat is niet alleen weinig democratisch, maar het is ook maatschappelijk niet verantwoord, omdat het kabinet juist brede maatschappelijke en parlementaire steun nodig heeft.

Ik heb er, eerlijk gezegd, zo langzamerhand schoon genoeg van. Voorzitter. Ik vraag u om in overleg met het Presidium het kabinet een brief te sturen waarin u laat weten dat de Kamer deze chaotische en weinig democratische gang van zaken niet acceptabel vindt.

De heer Rutte (VVD):

Ik steun het verzoek van mevrouw Halsema volledig. Dit is niet fraai. Er staan allerlei plannen in de krant en mensen reageren daarop. Het zou goed zijn als het Presidium, een hoog orgaan van de Kamer, het voortouw neemt om van het kabinet klare wijn te krijgen.

De heer Pechtold (D66):

Wederom verleen ik mijn volledige steun aan een voorstel van mevrouw Halsema. Ik verzoek daarbij om, als de brief door het Presidium wordt gestuurd, het kabinet de mogelijkheid te geven om te beargumenteren waarom het stukken niet aan ons wil zenden. Ik ben zo langzamerhand erg benieuwd naar de motieven van het kabinet.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Voorzitter. Ik sluit mij graag aan bij dit goede voorstel van mevrouw Halsema.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ook mijn fractie sluit zich hierbij aan. Wij vinden al die proefballonnetjes die steeds weer worden opgelaten zeer gevaarlijk.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Ik neem aan dat u het voorstel in behandeling neemt, aangezien ik hier Kamerbrede steun heb gekregen, want niemand heeft zich ertegen verzet.

De voorzitter:

Zo doen wij het altijd, dus ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het Presidium.

Het woord is aan mevrouw Van Velzen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Ik vraag u om twee voor vandaag geplande VAO's van de agenda af te halen. Het betreft het VAO materieel en het VAO over zogenaamde vertrouwelijke stukken inzake de vervanging van de F-16. Het laatste VAO heb ik op verzoek van de staatssecretaris over het reces heen laten tillen, omdat hij nog moest nagaan of hij stukken openbaar kon maken. Ik heb een brief gekregen waarin staat dat wij bepaalde stukken wel in mogen zien, maar pas vanaf morgen. Dat is een beetje lastig debatteren. Dat is een van de redenen om te vragen om uitstel. Mijn verzoek is om het VAO bijvoorbeeld voor donderdag te agenderen.

De voorzitter:

Wij zullen deze VAO's op een nader moment plannen.

Het woord is aan mevrouw Thieme.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. Ik wil graag uitstel van het VAO antibioticaresistentie in de veehouderij, dat deze week op de agenda staat. Ik wil dat het weer op de agenda wordt geplaatst nadat wij een brief hebben ontvangen van de minister van Landbouw over antibioticaresistentie in de veehouderij.

De voorzitter:

Wij zullen het VAO afvoeren van de agenda van deze week. U kunt zelf aangeven wanneer u het weer wilt opvoeren.

Het woord is aan de heer Van der Ham.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Afgelopen vrijdag presenteerde het Innovatieplatform de kennisinvesteringsagenda met een foto. De vraag was hoe het ermee staat. Het blijkt dat de investeringen op dat punt volgens het platform tekortschieten. Ik wil graag een debat met de minister-president, de voorzitter van het Innovatieplatform, over de investeringen. Ik vraag om een normaal debat. Ik hoop dat ik daarvoor een meerderheid krijg.

Mevrouw Blanksma-van den Heuvel (CDA):

Het is absoluut een belangrijk onderwerp. De CDA-fractie heeft behoefte aan een schriftelijke reactie op deze kennisinvesteringsagenda en de foto. Pas daarna zullen wij besluiten hoe wij erover debatteren.

De voorzitter:

Dus u steunt voorlopig een verzoek om een brief en nog niet het verzoek om een debat?

Mevrouw Blanksma-van den Heuvel (CDA):

Exact.

Mevrouw Besselink (PvdA):

Ik sluit mij aan bij de woorden van mevrouw Blanksma. Het is een belangrijk onderwerp, maar graag eerst een reactie van het kabinet. Op basis daarvan kunnen wij dan bekijken of wij een debat moeten voeren en hoe.

De heer Vendrik (GroenLinks):

De heer Van der Ham maakt een goed punt en de fractie van GroenLinks steunt hem. Laten wij het debat maar voeren.

De heer Elias (VVD):

De VVD-fractie sluit zich aan bij de woorden van mevrouw Blanksma, eerst een brief.

De voorzitter:

Mijnheer Van der Ham, zullen wij eerst een brief vragen?

De heer Van der Ham (D66):

Ik vind post altijd leuk. Dus eerst een brief lijkt mij prima. Dan hoop ik daarna op steun van de andere partijen.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Rutte.

De heer Rutte (VVD):

Voorzitter. Ik heb er behoefte aan om de minister-president en de minister van Buitenlandse Zaken te interpelleren. Wij hebben hier voor het reces gedebatteerd over het feit dat een collega van ons de toegang tot het Verenigd Koninkrijk geweigerd is. Er is toen een motie aangenomen, gesteund door alle aanwezige partijen behalve het CDA, met het verzoek aan de regering om deze kwestie aanhangig te maken binnen de Europese Unie bij een van de eerstvolgende mogelijkheden, het liefst de eerstvolgende mogelijkheid.

Het kabinet heeft inmiddels een brief gestuurd, geschreven door de minister van Buitenlandse Zaken, waarin deze aangeeft dat hij de motie niet zal uitvoeren. Ik vind dat onbestaanbaar. De motie heeft de steun van ruim twee derde van de Kamer. Nogmaals, ik heb er behoefte aan om daarover beide bewindslieden te interpelleren.

De heer De Roon (PVV):

Ik steun graag het verzoek om een interpellatiedebat.

De heer Pechtold (D66):

Moties moeten worden uitgevoerd, dus een interpellatie.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Als medeondertekenaar van de motie vanzelfsprekend steun.

De heer Van Dam (PvdA):

Als moties niet worden uitgevoerd, is het terecht als de Kamer daarop wil terugkomen. Wat dat betreft dus steun. Ik heb wel een verzoek. In de brief van de regering staat dat het wel in de JBZ-Raad aan de orde zou worden gesteld. Die is inmiddels geweest. Ik zou graag het verslag van die bijeenkomst en het verslag van de inzet van de regering krijgen voordat wij er verder over spreken.

De voorzitter:

Wij zullen in ieder geval het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. U hebt steun voor uw interpellatie, mijnheer Rutte. Wellicht kunnen wij die donderdagavond plannen.

De heer Rutte (VVD):

Dat lijkt mij prima, voorzitter.

De voorzitter:

Volgens mij zijn wij klaar met de regeling van werkzaamheden.

Wij zouden nu kunnen gaan stemmen, maar zoals u allen hebt kunnen waarnemen, zit er geen lid van het kabinet in vak-K. Toch vraag ik u verlof om wel te stemmen.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Er zal u vast een reden verteld zijn waarom een ploeg van 27 man sterk niet in staat is om hier iemand te laten zitten.

De voorzitter:

Er zijn er 25 gebeld en zij konden niet. Zullen wij toch maar gewoon gaan stemmen?

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Nee, voorzitter, ik vind dat wij het niet moeten doen. Dit zijn gewoon fatsoensnormen in de Kamer. Vanmiddag heeft hier een aantal bewindspersonen gezeten. Die hadden gewoon een uurtje kunnen blijven.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

De CDA-fractie sluit zich hierbij aan.

De voorzitter:

Dus wij gaan niet stemmen?

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Niet als namens het kabinet niemand op de normale manier in vak-K zit.

De voorzitter:

Dat lukte ons niet. U weet hoe zorgvuldig wij dit alles doen. Het is blijkbaar niet gelukt.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Ik mag hopen dat de bewindslieden op dit moment heel druk zijn om eindelijk met dat steunpakket voor de economische crisis te komen. Ik zou zeggen: laten wij niet moeilijk doen en even stemmen!

De voorzitter:

Als er leden zijn die zich verzetten tegen een stemming, vind ik dat wij dat niet moeten doen. Dan stemmen wij volgende week.

Ik schors zo de vergadering om u allen de gelegenheid te geven om onze nieuwe collega te feliciteren. En dat doen wij niet even snel in het gangetje, mevrouw Van Gent. De heer Heemelaar heeft recht op zijn plek voor het rostrum en gaat daar de felicitaties in ontvangst nemen.

De vergadering wordt van 16.00 uur tot 16.30 uur geschorst.

Voorzitter: Kraneveldt-van der Veen

Naar boven