Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, hedenmiddag ook te stemmen over de motie van het lid De Roon, ingediend bij het wetgevingsoverleg van donderdag 30 oktober jongstleden over de begroting van Justitie.

Op verzoek van het lid Weekers stel ik voor, zijn motie op stuk 31093, nr. 19 opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Koşer Kaya.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Voorzitter. Ik verzoek u om het verslag van het algemeen overleg over staatsdeelnemingen op de plenaire agenda te plaatsen. Het mag ook voor volgende week.

De voorzitter:

Ik zal het VAO toevoegen aan de agenda van een van de volgende weken.

De heer Aptroot (VVD):

Voorzitter. Ik heb twee punten. Ik verzoek u allereerst om het verslag van het algemeen overleg over microfinanciering op de agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Wij voegen het VAO toe aan de agenda van een van de volgende weken. Wat is uw tweede punt?

De heer Aptroot (VVD):

U merkt misschien dat er opvallend veel blije gezichten zijn bij de SP-fractie. Dat komt omdat volgens de lijst van de regeling van werkzaamheden ik lid zou zijn van de SP-fractie. Ik weet echter nog donders goed van welke partij ik al heel lang lid ben. Ik moet de SP-fractie teleurstellen en ik vraag u om mij voortaan te laten indelen bij de enige liberale partij van Nederland, de VVD.

De voorzitter:

Wij zullen deze vergissing hopelijk niet meer maken.

Het woord is aan de heer De Krom.

De heer De Krom (VVD):

Voorzitter. Ik verzoek u om het verslag van het algemeen overleg over piraterij op de plenaire agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Ik zal het VAO toevoegen aan de agenda van een van de volgende weken.

Het woord is aan de heer Brinkman.

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. Ik wil graag voor volgende week een brief ontvangen van de minister-president, de minister van Algemene Zaken, over de stijging van de ministerssalarissen in combinatie met de kredietcrisis, en de uitlatingen van de PvdA hierover.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Van der Ham. Hij heeft een aantal rappels.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Mijn eerste rappel betreft de schriftelijke vragen over het onderzoek naar cannabis dat in naam van de Verenigde Naties uitgevoerd wordt.

Mijn tweede rappel betreft de schriftelijke vragen die ik heb gesteld over het feit dat de meerderheid van de rechters softdrugs uit het strafrecht wil halen.

Mijn derde rappel betreft de spoedige beantwoording van de vragen over woningveiling en een vraag over de aanpak van misbruik en criminaliteit rond vastgoed. De regering heeft een brief gestuurd voor uitstel, maar in de media is al ingegaan op de voorstellen die daarin worden gedaan. Dat vind ik een rare gang van zaken.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

U hebt nog een verzoek?

De heer Van der Ham (D66):

Ik verzoek de ministers van Financiën en voor Wonen, Wijken en Integratie en de staatssecretaris van Economische Zaken om een brief over de problemen op de huizenmarkt als gevolg van de financiële crisis. Daarin wil ik graag aandacht voor wat de heer Heemskerk van de Rabobank hierover heeft gezegd. Er is veel over gezegd in de media, maar ik wil dat graag op schrift.

De voorzitter:

Dat is bij uitstek een brief waarom ook in de commissie gevraagd had kunnen worden, maar wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Kant.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter. De kredietcrisis heeft helaas ook gevolgen voor de rest van de economie, voor de werkgelegenheid en ook voor de koopkracht van de mensen. Ik wil daarom graag mede namens D66 en GroenLinks een brief vragen van het kabinet met een reactie op deze gevolgen en uiteraard ook een reactie op de gevolgen van het kabinetsbeleid.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Kant (SP):

Uiteraard met het doel er een debat over te voeren!

De voorzitter:

Dat doen wij dan stap voor stap.

Het woord is aan de heer Koopmans.

De heer Koopmans (CDA):

Voorzitter. Twee jaar geleden is onder grote druk van de Kamer 53 mln. beschikbaar gesteld voor het project Hart van Dieren. Tot onze verwondering hoorden wij de afgelopen dagen geluiden dat het kabinet, in de persoon van de minister van VROM en de minister van Verkeer en Waterstaat, aan het nadenken is of voornemens is – wij zijn er nog niet duidelijk over geïnformeerd – om die centen te stoppen in het grote gat van het tekort bij het station in Arnhem. Wij zouden graag van het kabinet een brief willen ontvangen waarin het duidelijkheid geeft over deze zaak.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Bouwmeester.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Voorzitter. De PvdA-fractie heeft in september voor de tweede keer vragen gesteld over de hulp voor kinderen van gedetineerde ouders. Deze vragen zijn nog steeds niet beantwoord. De beantwoording is wel noodzakelijk, eigenlijk al voor de behandeling van de begroting van Justitie, maar in ieder geval voor de behandeling van de begroting voor Jeugd en Gezin. Wij zouden dan ook graag snel antwoord willen hebben.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Van Velzen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Ik heb op 7 oktober jongstleden hier plenair aan de minister van Landbouw een brief gevraagd naar aanleiding van de aangenomen motie op stuk 28286, nr. 240. Ik zou die brief toch echt deze week willen ontvangen.

De voorzitter:

Wij zullen een rappel sturen naar het kabinet.

Uw tweede voorstel.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Vanochtend ontvingen wij een brief van de staatssecretaris van Defensie waarin hij poogt uit te leggen waarom uitstel van het besluit om JSF-testtoestellen aan te schaffen niet zou kunnen. Deze brief wijkt af van datgene wat Lockheed Martin zelf meldt. Dit roept veel vragen op. Ik stel daarom voor om de beantwoording van de vragenronde van de vaste commissie voor Defensie af te wachten en de stemmingen op dit punt tot dat moment uit te stellen.

De voorzitter:

Het van de lijst afvoeren van stemmingen is een besluit van uw Kamer bij meerderheid. Ik stel voor, in te stemmen met het verzoek van mevrouw Van Velzen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Haverkamp.

De heer Haverkamp (CDA):

Voorzitter. Morgen hebben wij een procedurevergadering van de vaste commissie voor Financiën. Graag zouden wij voor deze procedurevergadering van de minister van Financiën, de minister van Verkeer en Waterstaat en de staatssecretaris van Defensie de uitkomsten willen vernemen van het overleg dat afgelopen vrijdag heeft plaatsgevonden. Verder vraag ik hen, in de brief specifiek in te gaan op de kostenberekening van het openhouden versus het niet openhouden van Twente.

De heer Ten Broeke (VVD):

Voorzitter. Wij steunen het verzoek van het CDA, maar vragen u wel, rekening te houden in de agenda met de mogelijkheid van nog een debat dat daarop volgt.

De voorzitter:

U bedoelt een VAO?

De heer Ten Broeke (VVD):

Ja.

De voorzitter:

Dat is duidelijk, maar u hebt allemaal de agenda gezien. Wij komen nu al zevenenhalf uur tekort, dus dat zullen heel korte VAO's worden.

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer De Nerée tot Babberich.

De heer De Nerée tot Babberich (CDA):

Voorzitter. Ik heb vorige week gevraagd om heropening van het debat over de Europese Top. Wij hebben inmiddels een brief van de minister van Financiën gekregen waarin buitengewoon goed nieuws staat, maar dat moet blijkens de brief allemaal geformaliseerd worden in de ministerraad. Vandaar dat ik vraag om de heropening met een week uit te stellen en de daarbij behorende stemmingen over de motie ook.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Voorzitter. Ik begrijp niet waarom de heropening weer uitgesteld moet worden. Vorige week zou het debat zijn. Toen heb ik gevraagd om het toe te voegen aan het debat over de AEGON-kapitaalinjectie. Nu zou het deze week zijn, maar nu is het weer volgende week. Ik weet niet waar wij op wachten. Ik wil de heer De Nerée vragen waarom hij uitstel wil.

De voorzitter:

Mijnheer De Nerée, u zei het net wel, maar geeft u nog een korte extra toelichting.

De heer De Nerée tot Babberich (CDA):

Voorzitter. Ik zal dadelijk aan de heer Van Dijck de brief geven die wij van de minister van Financiën hebben gekregen. Daaruit zal blijken waarom ik uitstel vraag.

De voorzitter:

Wij zullen de heropening en de stemming van de agenda afvoeren.

Het woord is aan mevrouw Ouwehand. U hebt twee rappels.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Ik heb vijf weken geleden aan het kabinet gevraagd om te reageren op de uitlatingen van de hoofdofficier van justitie over de milieucriminaliteit in Nederland. Wij voeren donderdag een overleg waarbij dit op de agenda staat. Ik wil de brief vandaag hebben, want ik vind het nu wel welletjes.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Ik heb verder een rappel over de uitwerking van de plannen van het kabinet omtrent de natuurwetgeving. BNR Nieuwsradio heeft daar vorige week al de hand op weten te leggen. Wij spreken aanstaande donderdag over die uitwerking. Ik vind dat het kabinet die vandaag met een reactie naar de Kamer moet sturen.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Gerkens.

Mevrouw Gerkens (SP):

Voorzitter. Dit weekend ontstond er veel commotie over een brief die minister Klink naar de huishoudens heeft gestuurd. Mede namens de PVV-fractie wil ik een spoeddebat aanvragen over de start van de campagne voor het elektronisch patiëntendossier.

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Het spoedgehalte van dit debat ontgaat mij enigszins. Het gaat om een brief die inmiddels al op de deurmat ligt. Ik ondersteun wel dat wij hierover een debat met de minister moeten hebben. Het lijkt mij goed om daar morgen in de commissie over te spreken. Desnoods kunnen wij een kort AO plannen.

De voorzitter:

Dat zou mij heel erg helpen. Doordat die heropening van de agenda af is, hebben wij nu geen zeven-en-een-half maar zes-en-een-half uur te weinig. Het blijft echter een tekort.

De heer Zijlstra (VVD):

De VVD-fractie wil ook graag een debat hierover, maar daarvoor willen wij morgen bij de procedurevergadering een tijdstip afspreken, bijvoorbeeld volgende week. Dan hebben wij meer tijd dan in een spoeddebat en kunnen wij meer op de inhoud ingaan.

De heer Omtzigt (CDA):

Dat lijkt mij een prima idee. Wat mij betreft, doen wij het samen met de behandeling van het wetsvoorstel waarvan de nota naar aanleiding van het nader verslag is binnengekomen. Misschien kunnen wij dat snel plenair plannen. Dan kunnen wij verder gaan met de wetgeving voor het EPD.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Kan er een brief komen waarin ook gereageerd wordt op het feit dat enige tijd geleden een motie van mijn hand is aangenomen over cliënten die de sleutelhouder zouden moeten zijn van dat dossier? Kan dat uitgewerkt worden en kunnen wij dat na de commissievergadering bespreken?

Mevrouw Agema (PVV):

Ik steun het voorstel van mevrouw Gerkens. Ik wil niet dat het opnieuw naar de commissie gaat. Wij hebben dat al een keer eerder meegemaakt: een spoeddebat wordt een spoed-AO en vindt vervolgens pas over vier weken plaats. Daar zijn wij geen voorstander van en daarom steunen wij het verzoek voor dit spoeddebat.

De voorzitter:

Mevrouw Gerkens, u hebt steun voor een snel overleg via de commissie.

Mevrouw Gerkens (SP):

Er is inderdaad steun voor een snel overleg. Ik wil dit punt niet meenemen bij de behandeling van het wetsvoorstel. Het voorstel van mevrouw Koşer Kaya om er allerlei andere dingen aan te plakken, steun ik ook niet. Ik ga bekijken of wij in de commissie snel een spoed-AO kunnen beleggen. Anders sta ik hier morgen weer.

De voorzitter:

Dat is helder.

Het woord is aan de heer Jansen.

De heer Jansen (SP):

Voorzitter. Aanstaande donderdagmiddag heeft de algemene commissie voor Wonen, Wijken en Integratie een debat met de minister over Woonbron en het financiële debacle met het cruiseschip ss Rotterdam. Ik wil u bij dezen alvast verzoeken om er rekening mee te houden dat wij dit punt graag direct na afloop van het debat in de commissie plenair behandelen en daar dan ook over willen stemmen.

De voorzitter:

Ik dank u voor deze vooraankondiging.

Het woord is aan de heer Atsma.

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter. Twee jaar geleden is op initiatief van de Kamer het Waddenfonds geïnitieerd, een fonds met daarin 800 mln. voor de waddenprovincies. Dat geld is bedoeld voor projecten in ecologische en economische zin. Vorig jaar heb ik de minister van VROM gevraagd waarom er geen economische projecten vanuit het bedrijfsleven zijn gehonoreerd. Deze week hebben achtereenvolgens de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden bericht dat ook voor dit jaar geen projecten met een economische achtergrond kunnen worden gehonoreerd. De CDA-fractie zou graag van de ministers van VROM en van LNV een toelichting willen krijgen op het gevoerde beleid en vooral een uitleg waarom economische projecten niet conform de uitspraak van de Kamer en datgene wat wettelijk is vastgelegd, kunnen worden gehonoreerd.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Griffith.

Mevrouw Griffith (VVD):

Voorzitter. Wij hebben vorige week de eerste termijn van de zijde van de Kamer en de bewindslieden gehad in het debat over de beïnvloeding door de Marokkaanse overheid. Wij hebben nu de brief van de minister ontvangen. Ik weet dat de agenda overvol is. Daarom vraag ik u om het vervolg van dit debat voor volgende week te agenderen.

De voorzitter:

Doet u dit verzoek namens de commissie?

Mevrouw Griffith (VVD):

Ik ben geen voorzitter, noch plaatsvervangend voorzitter van de commissie, maar het was een plenair debat. Ik neem aan dat het vervolg dan weer hier op de agenda komt.

De voorzitter:

Ik zal zien wat ik kan doen en op welke termijn.

Hiermee zijn wij gekomen aan het einde van de regeling van werkzaamheden. Wij kunnen nu gaan stemmen.

Naar boven