Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 26 september 2007 over politie.

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. Tijdens het laatste overleg met de minister van Binnenlandse Zaken over de politie heb ik een ideetje naar buiten gebracht waar wij in mijn beleving een beetje te snel overheen fietsten. Het gaat namelijk over de mogelijkheid van de burger om meer invloed te hebben op de werkzaamheden van de politie. Dat is in de praktijk echt een heel groot probleem. De burger klaagt daar steen en been over. Vandaar dus mijn verzoek voor een onderzoek naar de mogelijkheid tot invoering van een pilot met een gekozen buurtsheriff. Men ziet dat ik het heel erg mild heb geformuleerd, in de hoop dat ik voor dit idee steun krijg. Ik wil derhalve de volgende motie indienen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat uit de praktijk blijkt dat het de politie niet lukt om de burger tot volledige tevredenheid ten dienste te zijn;

voorts overwegende dat telkenmale blijkt dat dit komt doordat prioriteiten van de burgers niet volledig worden vertaald in de uiteindelijke "prestatieafspraken" met de korpschefs;

verzoekt het kabinet, een onderzoek te doen naar de mogelijkheid van een pilot in een buurt, van een gekozen, van de politie onafhankelijke, buurtsheriff die de beschikking heeft over 10% van de politiecapaciteit in die buurt en hiermee enkel met het oog op het belang en de wens van de burger in de buurt, de politie aanstuurt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Brinkman. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 58(29628).

De heer Van Raak (SP):

Voorzitter. Het klinkt als een intrigerend idee, maar het is ook een heel erg nieuw idee. Het valt een beetje rauw op mijn dak. Kan de heer Brinkman er niet voor kiezen om het eerst ergens te behandelen, zodat er een uitgewerkt voorstel komt. Ik heb erg veel vragen over dit voorstel. Ik zou het fijn vinden als er een wat meer uitgewerkt voorstel komt. Dan weten wij beter waarover wij praten.

De heer Brinkman (PVV):

Het verbaast mij dat de heer Van Raak het een vreemd nieuw voorstel vindt, want wij hebben het daar in het algemeen overleg al over gehad. Ik heb het toen ook heel erg duidelijk uitgelegd. Ik heb gevraagd om een onderzoek naar de mogelijkheid van een pilot. Dat is natuurlijk erg mild geformuleerd. Dat onderzoek kan een aanzet zijn tot een bredere discussie over de vraag of de burger daarin zeggenschap kan worden gegeven. Daarin kunnen wij dan onze vragen en kanttekeningen kwijt.

De cao-onderhandelingen tussen de minister en de politiebonden zullen wellicht snel worden afgesloten. Ik aarzel een beetje want ik wil mij natuurlijk niet mengen in die besprekingen. Toch vind ik een signaal aan de minister over de salariëring van politiepersoneel tot en met schaal 9 van groot belang. Daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt het kabinet, bij de volgende cao-besprekingen met de politiebonden te bewerkstelligen dat politiepersoneel tot en met schaal 9 een substantiële salarisverhoging krijgt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Brinkman. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 59(29628).

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter. Uiteraard vindt ook de PvdA-fractie het salaris van agenten een belangrijk aandachtspunt. Dit lijkt ons echter niet het meest geschikte moment om een motie in te dienen. Dat zou moeten gebeuren bij de behandeling van de begroting, want dan kan ook worden aangegeven waar het geld vandaan moet komen.

Een ander punt van aandacht is de werving en selectie. Het duurt soms een jaar voordat iemand weet of hij wel of niet toegelaten is tot de politieacademie. Dat vinden wij onwenselijk en om de minister in staat te stellen, dit op een goede manier te regelen, dienen wij de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het op orde brengen en houden van de personele sterkte bij de politiekorpsen een voortdurend punt van zorg is;

constaterende dat enkele korpsen nu al grote moeite hebben om voldoende personeel te werven;Kuiken

overwegende dat een snelle aanpak van dit knelpunt essentieel is om een goede politiezorg te kunnen garanderen;

overwegende dat de procedure van werving en selectie nu soms langer dan een jaar duurt;

verzoekt de regering, te bevorderen dat er voor 1 september 2008 een landelijk loket werving en selectie wordt opgericht, ondergebracht bij de politieacademie, die de werving en selectie van alle politiekorpsen gaat verzorgen;

verzoekt de regering, daarmee te bevorderen dat de procedure van werving en selectie niet langer dan drie maanden in beslag mag nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kuiken en Haverkamp. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 60(29628).

De heer Van Raak (SP):

Voorzitter. De minister wil het personeelstekort wegwerken door middel van 4000 extra fte's. In haar brief schrijft zij dat eind 2006 bijna het gewenste niveau 2010 is bereikt. We hebben een mooi overzicht gekregen over de sterkte van de korpsen in 2006 en de afspraken voor 2010. Op papier ziet het er heel goed uit, maar ik denk toch dat er verschil is tussen de papieren werkelijkheid en de werkelijkheid van de politiebureaus. Wij krijgen namelijk berichten dat daar grote tekorten zijn. Daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de minister in haar brief over de sterkte van de Nederlandse politie stelt dat nagenoeg alle regiokorpsen en het KLPD op koers liggen voor de realisatie van de sterktedoelstelling 2010;

constaterende dat op de werkvloer bij diverse politiebureaus de personeelstekorten hoog oplopen;

van mening dat een goed inzicht in de personele bezetting en eventuele tekorten van belang is om op tijd te kunnen bijsturen;

verzoekt de regering, vóór de behandeling van de begroting van BZK per korps inzicht te verschaffen in de personeelstekorten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Raak. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 61(29628).

Minister Ter Horst:

De eerste motie van de heer Brinkman gaat over de buurtsheriff. Hij stelt dat het de politie niet lukt om de burger tot volledige tevredenheid ten dienste te zijn – dat is wel een erg ambitieuze doelstelling – en verzoekt het kabinet een onderzoek te doen naar de mogelijkheid van een pilot om tot een onafhankelijke buurtsheriff te komen, door de burger gekozen.

Ik ontraad deze motie ten sterkste. Ten eerste omdat het in Nederland een grote verworvenheid is dat de politie geen zelfstandige macht is, maar onder aansturing staat van de burgemeester en het openbaar ministerie: de dubbele gezagsverhouding. Het kabinet wil niet dat de politie die dubbele aansturing niet meer kent, niet meer onder dat gezag valt en een zelfstandige macht wordt. Ten tweede denk ik dat het niet nodig is. Uiteraard zal niet iedereen voor 100% tevreden zijn over de politie. Dat kan ook niet, dat zijn ze over ons ook niet, dat moet je ook niet nastreven. Maar je moet er wel voor zorgen dat de burger – en dat lijkt me de inzet van Brinkman – inspraak kan hebben in de inzet van de politiecapaciteit, dus voor welke problemen in de buurt capaciteit van de politie wordt ingezet. Het is mijn stellige overtuiging dat dit ook gebeurt, namelijk via de integrale veiligheidsplannen van de gemeente, waarin wordt gesproken over de problemen in de gemeente die bij voorkeur moeten worden aangepakt. Daar zit ook politiecapaciteit bij, dus op die manier kunnen mensen in buurten invloed uitoefenen op de inzet van de politie voor de oplossing van problemen in die buurt.

De tweede motie van de heer Brinkman gaat over de cao-besprekingen. Hij verzoekt te bewerkstelligen dat politiepersoneel tot en met schaal negen een substantiële salarisverhoging krijgt. Ik geef hier een procedurele reactie op, in die zin dat de cao-besprekingen met de politiebonden op dit moment plaatsvinden. Ik vind het niet wijs om in de loop van dit proces uitspraken hierover te doen. Dat is de reden waarom ik deze motie ontraad. Ik vat haar zo op, dat zij extra aandacht beoogt voor juist de mensen in de laagste salarisschalen. Ik kan de heer Brinkman geruststellen: bij de besprekingen is dat ook de inzet van zowel de werkgevers als de werknemers.

Mevrouw Kuiken verzoekt in haar motie de regering, te bevorderen dat voor 1 september 2008 één landelijk loket werving en selectie wordt opgericht, ondergebracht bij de Politieacademie, dat de werving en selectie van alle politiekorpsen gaat verzorgen. Ik ben het erg eens met de richting van de motie en theoretisch gezien is zij uitvoerbaar. Het zou ook goed zijn als dat ene landelijke loket er zou komen. Daarbij moet ik echter wel een paar voorbehouden maken. Het belangrijkste voorbehoud is dat het een verantwoordelijkheid betreft van de politiekorpsen. Ik kan hen dus niet dwingen. Ik kan die verantwoordelijkheid niet bij hen wegnemen en het de Politieacademie verder laten regelen. Zo gaan wij niet met elkaar om. Dat hebben wij niet met elkaar afgesproken en daarin behoort consistentie te worden betracht. De politie bekijkt al wel hoe tot meer samenwerking tussen de politie en de Politieacademie kan worden gekomen. De resultaten daarvan zullen binnenkort naar buiten komen, dus ik kan er nog niets over zeggen. Ik twijfel erover of ik aanvaarding van de motie moet ontraden. Als ik haar overneem, zeg ik de Kamer toe dat ik het voor 1 september 2008 regel. Ik weet niet of mij dat zal lukken aangezien de verantwoordelijkheid elders ligt, maar met de strekking van de motie kan ik leven. Het overleg dat nu plaatsvindt, zal medio november zijn resultaat hebben. Ik vraag mevrouw Kuiken om dat even af te wachten en dan pas deze motie in stemming te laten komen.

De heer Van Raak vraagt in zijn motie om inzicht in de capaciteit per korps. Dat kan ik hem bieden. Voor de begrotingsbehandeling zal ik de Kamer het eerste overzicht daarvan geven.

De heer Van Raak (SP):

Ik ben erg gelukkig met de toezegging van de minister. Die maakt de motie overbodig, dus hierbij trek ik haar in.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Van Raak (29628, nr. 61) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Aanstaande dinsdag zal over de ingediende moties worden gestemd.

De vergadering wordt van 17.30 uur tot 17.47 uur geschorst.

Naar boven