Aan de orde is het debat over de fiscale regeling buitengewone uitgaven chronisch zieken en gehandicapten.

De voorzitter:

De spreektijd is vastgesteld op precies drie minuten per fractie.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Al jaren is de inkomenspositie van chronisch zieken en gehandicapten voorwerp van uitvoerig debat. Hun positie is kwetsbaar. Chronisch zieken en gehandicapten hebben meestal niet de dikste portemonnee in dit land, maar lopen wel voortdurend tegen extra kosten aan, hetzij in de vorm van een eigen bijdrage aan vervoer of hulpmiddelen, hetzij dieetkosten, hoge energielasten, medicijnen, aangepaste kleding enzovoort. De fiscale regeling houdt de mogelijkheid in om buitengewone uitgaven in verband met ziekte of handicap af te trekken. Zij is bepaald niet ideaal qua vormgeving, bereik en effect, maar het is de enige regeling waarop chronisch zieken en gehandicapten op dit moment een beroep kunnen doen om die kosten enigszins te compenseren. Deze regeling kostte in 2006 1,6 mld. Dit kabinet bezuinigt in 2008 400 mln. op dit bedrag. Er gaat dus een kwart van af. In 2009 hevelt het de regeling in het kader van de Wmo over naar de gemeenten en onlangs accordeerde het blijkens een brief van de minister van Financiën ook nog eens een extra bezuiniging van 250 mln., voorgesteld door de coalitie. Er gaat dus 650 mln. van af.

Ik begrijp dat u, bewindslieden, hier vandaag wellicht met een minder goed humeur zit, maar ik heb u allen de afgelopen 200 dagen uitvoerig ondervraagd over de toekomst van deze o zo belangrijke regeling. U was heel erg sportief: u verwees vooral naar elkaar. Op een gegeven moment houdt dat op. Vandaar dat u hier even bij elkaar zit. Ik geloof dat u elkaar kent. Ik ben heel erg benieuwd wie zo direct de antwoorden geeft. Tot nu toe heb ik van u nog geen enkel antwoord gekregen. Minister Bos, ik zie dat u uw vinger opsteekt. Ik maak daaruit op dat u de chef buitengewone uitgaven chronisch zieken en gehandicapten bent. Dat scheelt. Dan hebben wij alweer binnen dat wij weten wie er in dit kabinet over gaat.

De heren Slob en Van Geel riepen tijdens de algemene politieke beschouwingen het kabinet op tot een zorgvuldige behandeling van deze kwetsbare groep, terecht. Volgens mij vereist een dergelijke zorgvuldigheid dat het kabinet eerst een nieuwe regeling ontwerpt, vervolgens de inkomensconsequenties daarvan zeer zorgvuldig onderzoekt en beoordeelt en dan pas het budget opstelt. Dit kabinet doet het omgekeerde. Er wordt nu al voor 650 mln. aan bezuinigingen ingeboekt, terwijl de Kamer niet weet hoe de regeling eruitziet en geenszins inzicht heeft in de inkomensconsequenties. Dat kan echt niet, wil je deze groep zorgvuldig behandelen. Dit zeg ik ook tegen de coalitiefracties.

Ik vraag voor de zoveelste keer: hoe ziet de nieuwe regeling eruit, wat zijn de inkomensconsequenties voor chronisch zieken en gehandicapten, hoe kunt u straffeloos 650 mln. bezuinigen zonder hun inkomenspositie te treffen, welke kosten worden er in de toekomst gecompenseerd en in welke mate, stelt het kabinet of stellen de gemeenten vast welke kosten mogen worden gecompenseerd, hoeveel kost de nieuwe regeling, wilt u ook het niet-gebruik op de bestaande regeling terugdringen – er worden percentages van 50 genoemd, dus het kost extra geld – met hoeveel moet dat worden teruggedrongen en hoeveel kost dit? Kortom: het lijkt mij terecht dat dit kabinet een compleet beeld schetst van de regeling die het aan het ontwerpen is.

Ik heb nog een vraag. Het kabinet heeft ervoor gekozen, de bestaande regeling te decentraliseren, want, zo is de redenering, gemeenten weten beter wie in hun gemeente chronisch ziek en/of gehandicapt is en een beroep zou moeten doen op compensatie. Het is de vijfde variant in het rapport van de werkgroep van ambtenaren, overigens de enige variant waarin de inkomensconsequenties geheel ontbreken, want die waren niet te overzien.

Nu ligt er ineens een nieuwe landelijke regeling van de minister van VWS om chronisch zieken en gehandicapten voor het eigen risico te compenseren. Ik ben echt het spoor bijster. Ik heb de minister van VWS op dit punt om opheldering gevraagd en ik vraag dat nu opnieuw. Hoe kan nu ineens een landelijke regeling weer opportuun zijn, terwijl het kabinet eerder zo graag wilde decentraliseren?

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Gijlswijk, die haar maidenspeech zal houden. Zoals u weet, wordt er tijdens maidenspeeches niet geïnterrumpeerd.

Mevrouw Van Gijlswijk (SP):

Voorzitter. Een schrijnende bezuinigingsmaatregel ten koste van de meest kwetsbaren in de samenleving, dat is het plan van het kabinet om volgend jaar flink te bezuinigen op de ziektekostenaftrek en de regeling het jaar erop geheel om zeep te helpen. De bezuinigingsmaatregel heeft enorme gevolgen voor de koopkracht van zeer veel mensen, gewone mensen met een klein of modaal inkomen, mensen die eenmalig hoge ziektekosten hebben. Vooral chronisch zieken, ouderen en gehandicapten, wier koopkracht toch al onder druk staat, worden keihard getroffen door deze bezuiniging.

Neem mevrouw Van Bijkeren. Zij heeft een alleenstaande oude bijstandsuitkering en een klein salaris uit een baantje. Haar kind is incontinent en omdat zij geen recht op bijzondere bijstand heeft, krijgt zij van de belasting een deel van de kosten voor beddengoed en kleding terug. Kon zij dit jaar nog een bedrag van € 1700 aan ziektekosten aftrekken, volgend jaar vervalt een bedrag van € 970 aan aftrek omdat de zorgverzekeringspremies niet langer aftrekbaar zijn en in 2009 kan zij helemaal fluiten naar die belastingaftrek.

Nog een voorbeeld. Mevrouw Hoekstra heeft een salaris van bruto € 25.000 per jaar. Zij kan straks een bedrag van ruim € 2700 niet meer aftrekken omdat zij niet langer gebruik kan maken van de aftrek van zorgverzekeringspremie, medicijnen, dieetkosten en de chiropractor, die € 85 per maand kost. Als zij daar niet meer heen kan, krijgt zij nog meer last van haar chronische nek- en schouderklachten en moet zij zich bij haar baas vaker ziek melden. "Daar zit mijn baas niet op te wachten", zo vertelde mevrouw Hoekstra mij.

Christine van Dijk is bij het kabinet ook de klos. Zij kan naast een aantal andere ziektekosten de kosten van een scootmobiel en de kosten voor de psychiater niet langer van de belasting aftrekken. Het kabinet laat deze mensen niet alleen in de kou staan, het is veel erger. Het kabinet pakt hen. Dit zijn toch niet de mensen met de sterke schouders, die zware lasten kunnen dragen? Vindt het kabinet het dan niet gênant dat juist deze kwetsbare groepen door de maatregel worden getroffen?

Uiteraard sluit ik mij aan bij de vragen, gesteld door de heer Vendrik, maar ik geef het kabinet ook mee dat deze mensen, van wie ik het verhaal vertelde, niets hebben aan een nieuwe regeling die het kabinet voor gemeenten heeft gemaakt of nog gaat maken. Want in combinatie met andere zaken die via de Wmo lopen, is de kans groot dat gemeenten hierop het hardst zullen bezuinigen. De ervaringen met de Wet maatschappelijke ondersteuning bevestigen dit. De nieuwe regeling gaat gepaard met een bezuiniging van 650 mln. Ik verwacht niet dat gemeenten dit bedrag uit hun eigen middelen kunnen en zullen compenseren.

Bovendien zal overheveling naar gemeenten leiden tot een sterke toename van het niet-gebruik van voorzieningen, een forse toename van de bureaucratie bij mensen en gemeenten, enorme aanloopproblemen en grote verschillen voor de mensen die er een beroep op doen. Kortom, het is een slecht plan van het kabinet om te bezuinigen op de buitengewone uitgaven door kwetsbare mensen hun ziektekostenaftrek te ontnemen.

De voorzitter:

Mevrouw Van Gijlswijk, aan mij de eer en het genoegen om u te feliciteren met uw maidenspeech. Het is alsof u hier al jaren staat. Een groter compliment kan ik u niet maken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De heer Omtzigt (CDA):

Mevrouw de voorzitter. Allereerst feliciteer ik mijn collega Van Gijlswijk met haar maidenspeech. Wij hoeven het niet over alles eens te zijn, maar het beloven een paar mooie debatten te worden. Dat was een goeie reden om het debat te houden, want voor het CDA is de rest van het spoeddebat ontijdig. Er is juist toegezegd dat per 1 november meer informatie naar de Kamer wordt gestuurd door de staatssecretaris van Financiën. Daarnaast zal de hervormde regeling pas op 1 januari 2009 ingaan.

Nu wij toch dit spoeddebat hebben, verzoek ik de regering om zo spoedig mogelijk, bijvoorbeeld begin maart 2008, met een uitgewerkt en volledig plan te komen voor de opvolger van de buitengewone-uitgavenregeling.

De heer Vendrik (GroenLinks):

De CDA-fractie heeft bij monde van de heer Van Geel het initiatief genomen om nog eens 250 mln. extra te bezuinigen. Wij hebben echter nog geen begin van een regeling gezien. Hoe rijmt de heer Omtzigt dat met de door de CDA-fractie gewenste zorgvuldige behandeling van deze groep? Wel bezuinigen, maar nog geen beeld hebben wat het überhaupt betekent!

De heer Omtzigt (CDA):

Bij de algemene politieke en financiële beschouwingen is uitgebreid gesproken over de regeling buitengewone uitgaven. Het aantal zieke huishoudens in Nederland is gestegen van 339.000 in 1995 naar 3,4 miljoen. U hebt daarover ook zelf gezegd dat het niet zo is dat in Nederland tien keer zoveel mensen ziek zijn of rechten dienen te hebben op een tegemoetkoming. Het gaat om 6 miljoen mensen en met ondergebruik om 9 miljoen tot 10 miljoen mensen. Juist voor de mensen die het nodig hebben, moeten wij buitengewoon zorgvuldig zijn en is de overheveling een jaar uitgesteld. Wij vragen de regering om tijdig met een duidelijk plan te komen dat wij op 1 januari 2009 kunnen invoeren.

De heer Vendrik (GroenLinks):

De bezuiniging is echter niet uitgesteld. Die loopt inmiddels op tot ongeveer 650 mln. structureel. De regeling kost in 2006 1,6 mld. Dat betekent dat ruim een derde van de regeling wordt geschrapt. Het CDA weet kennelijk al dat dit niet de positie van chronisch zieken en gehandicapten raakt? U weet dit nu al zeker?

De heer Omtzigt (CDA):

De regeling kost 2 mld. en niet 1,6 mld. Er ligt nu een belastingplan voor dat het terugbrengt tot 1,6 mld. Wij hebben afgesproken dat er een additionele doelstelling komt, waarbij de regeling 250 mln. minder kost.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Vindt de CDA-fractie dat chronisch zieken en gehandicapten er niet op achteruit mogen gaan door deze regeling en dat het bestaande niet-gebruik van de regeling moet worden teruggedrongen? Dat is toch zorgvuldig behandelen? Ik neem aan dat de CDA-fractie met mij die garantie van het kabinet vraagt. Wij zullen dan nog wel eens zien of die 250 mln. overblijft of niet.

De heer Omtzigt (CDA):

De CDA-fractie staat voor een buitengewoon zorgvuldige behandeling. Daarom wilden wij hier niet binnen 24 uur weer staan. Wij staan voor een buitengewoon zorgvuldige behandeling van chronisch zieken en gehandicapten, juist die groep en niet alle andere groepen die ook onder de regeling vallen. U hebt zelf brillen en tientallen andere voorbeelden genoemd.

Mevrouw Van Gijlswijk (SP):

Ik begrijp uit de eerste woorden van de heer Omtzigt dat hij in het reclameplaatje van het kabinet denkt dat deze regeling uitsluitend is bedoeld voor chronisch zieken en gehandicapten. Dat is niet zo. Hij corrigeerde dat goed. Vindt hij dan wel dat hij ook de mensen met een bruto jaarsalaris van € 25.000 keihard kan treffen door deze regeling af te schaffen?

De heer Omtzigt (CDA):

Deze regeling wordt niet afgeschaft; er komt een nieuwe regeling voor in de plaats. Die regeling moet goed toegesneden zijn op de mensen die het hard nodig hebben. U noemde er zojuist een paar voorbeelden van.

Mevrouw Van Gijlswijk (SP):

U vertelt er niet bij dat alle burgers die gebruikmaken van deze ziektekostenaftrek de klos zijn en dat u alleen voor chronisch zieken en gehandicapten wilt compenseren.

De heer Omtzigt (CDA):

Wij willen dat de regeling goed wordt gericht op de mensen die het het hardst nodig hebben. Die discussie willen wij zeer zorgvuldig aangaan op basis van een voorstel.

In dat uitgewerkte plan zien wij graag meegenomen dat de minister ervoor zorgt dat de regeling meer wordt toegespitst op chronisch zieken en gehandicapten. Daarnaast moet het plan informatie bevatten over een zorgvuldige implementatie. Op het moment dat het plan voorligt, kan daarover een gedegen en zorgvuldig debat plaatsvinden.

Wij hebben voor vandaag drie concrete vragen.

1. Kan de regering toezeggen dat zij met dat plan komt?

2. Kan de regering toezeggen, in de tussentijd overleg te voeren met betrokken maatschappelijke organisaties, in het bijzonder de patiënten- en consumentenorganisaties?

3. Kan de regering op korte termijn inzicht geven waarom de buitengewone-uitgavenregeling op de begroting van Financiën voor 2009 volledig verdwijnt en op nul gesteld wordt, maar de Tbu op de begroting van VWS een naijleffect heeft en met forse bedragen op de begroting blijft staan tot 2012? Worden zij niet op dezelfde manier opgenomen in de nieuwe regeling? Waarom blijft dan zo'n groot verschil op de begroting bestaan? Ik verwijs naar pagina 90 van de begroting van VWS.

De heer Tang (PvdA):

Mevrouw de voorzitter. De regeling voor buitengewone uitgaven is inderdaad buitengewoon om zeker drie redenen.

Ten eerste de exceptionele groei van de totale uitgaven. Weinig regelingen laten zo'n groei zien, tenminste dat hoop ik maar. Ik verwijs naar de toename van het aantal huishoudens dat van deze regeling gebruik maakt: van 1,5 miljoen naar 3,5 miljoen in vijf jaar tijd. In diezelfde vijf jaar is de gemiddelde teruggave gestegen van € 350 naar € 510. Het lijkt er verdacht veel op dat met name de hogere inkomens van deze regeling zijn gaan profiteren. Is dat inderdaad het geval?

Ten tweede de curieuze onderdelen, de rariteiten. Voor een bril van € 350 kan een compensatie van € 650 worden ontvangen. Dat is moeilijk uit te leggen.

Ten derde het opmerkelijke niet-gebruik. Dat is de reden dat de BU-regeling niet alleen buitengewoon maar ook buitengewoon treurig is. Er is een motie-Noorman-den Uyl waarin de regering wordt aangespoord tot inspanningen om het niet-gebruik onder chronisch zieken en gehandicapten terug te dringen. Dat is gelukt, maar helaas slechts ten dele. Met veel inspanning is het niet-gebruik afgenomen, maar geschat wordt dat de helft van de rechthebbenden nog steeds geen gebruik maakt van de regeling.

Mevrouw Van Gijlswijk (SP):

De heer Tang noemt drie redenen waarom deze regeling zo buitengewoon is. Als eerste reden noemt hij de explosieve groei van deze regeling. Is dat voor hem een reden om de regeling af te schaffen? Als dat inderdaad het geval is, wil ik heel graag met hem in debat over een beperking van de hypotheekrenteaftrek. Die is namelijk ook explosief gegroeid naar 11 mld. per jaar.

De heer Tang (PvdA):

Voor alle duidelijkheid, de PvdA wil deze regeling niet afschaffen, maar ziet in de explosieve groei wel aanleiding om te denken dat er veel onbedoeld gebruik is en dat de regeling gerichter en beter kan. Dat is precies het punt. Wat ons betreft gaat het niet alleen om de chronisch zieken en gehandicapten die onder de huidige regeling vallen, het gaat ook om die mensen die erbuiten vallen en op dit moment geen compensatie krijgen. Dat is maar liefst 50% van de doelgroep die u en ik voor ogen hebben, mevrouw Van Gijlswijk.

Mevrouw Van Gijlswijk (SP):

Niet-gebruik, mijnheer Tang, is iets anders dan geen recht erop hebben: 50% van de mensen doet geen beroep op de regeling.

U spreekt over onbedoeld gebruik. Wilt u exact aangeven welke mensen hiervan onbedoeld gebruik maken? De regeling buitengewone uitgaven is voor álle burgers. Chronisch zieken en gehandicapten hebben vanwege hun lage inkomen een tegemoetkoming die in 2003 door de ministerraad ingesteld en daardoor hebben zij meer recht op teruggave.

De heer Tang (PvdA):

Ik vraag nu juist aan het kabinet of de hoge inkomens deze regeling meer zijn gaan gebruiken. Ik vraag mij af of dat inderdaad de bedoeling van de regeling geweest is. Ik heb het voorbeeld gegeven van de bril die € 350 kost en waarvoor € 650 compensatie kan worden ontvangen. Is dat uw doel?

Mevrouw Van Gijlswijk (SP):

Ik wil niet in techniek vervallen, maar uw voorbeeld klopt niet. Je mag dan € 350 voor die bril aftrekken en je hebt nog te maken met de drempel in het belastingstelsel. De mensen met hoge inkomens maken ook gebruik van deze regeling, maar mogen minder aftrekken, omdat zij een hogere drempel hebben. Voor de groep van chronisch zieken en gehandicapten en de ouderen hebben wij in december 2003 een aparte regeling gemaakt om het voor die mensen makkelijker te maken. Kortom, het maakt de PvdA niet uit welke groep getroffen wordt, want iedereen wordt getroffen.

De heer Tang (PvdA):

Het voorbeeld van de bril kan ik zo aan u uitleggen. U wekt de indruk dat een regeling wordt afgeschaft, maar dat is niet het geval. De PvdA wil dat deze regeling beter gericht wordt. Ik heb u nog steeds niet gehoord over mensen die er wel recht op hebben, maar er geen gebruik van maken. Er ligt een NIVEL-rapport waaruit blijkt dat dit een groot probleem is. Daar heb ik u niet over gehoord. Ik begrijp niet waarom uw zorg alleen uitgaat naar de mensen die er nu gebruik van maken, en niet naar mensen die er wel recht op hebben, maar er geen gebruik van maken. Dat is precies waar die motie van Saskia Noorman-den Uyl voor bedoeld was.

Mevrouw Van Gijlswijk (SP):

Die motie hebben wij ongetwijfeld gesteund, maar de SP heeft allerlei plannen om niet-gebruik van voorzieningen tegen te gaan op landelijk of lokaal niveau. Je kunt aan de hand van inkomensgegevens bedenken dat de mensen recht hebben op een bepaalde teruggave. Dat kan automatisch, zonder dat mensen eerst door een bureaucratische molen moeten.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Die bril begint echt legendarisch te worden. Volgens mij hebben wij vanuit de oppositie tegen de vorige staatssecretaris van Financiën verschillende voorstellen gelanceerd om bijvoorbeeld die bril eruit te halen, omdat dat een onbedoeld effect was. Die groei is overigens niet aan die bril te danken; dat is maar een klein stukje. De PvdA heeft samen met de andere coalitiefracties een voorstel gedaan voor die extra bezuiniging van 250 mln. Ik ken de heer Tang als een logisch man. Ik kan het mij niet voorstellen dat de PvdA met dat voorstel is gekomen of dat voorstel heeft gesteund zonder dat de PvdA precies van de hoed en de rand weet bij de consequenties. Je kunt niet zomaar 250 mln. bezuinigen. Met andere woorden, de heer Tang moet mij de zekerheid geven die hij kennelijk al heeft, dat je sans rancune 250 mln. kunt bezuinigen. Op het gebied van de bescherming van de inkomenspositie van chronisch zieken en gehandicapten gebeurt er door die bezuiniging blijkbaar helemaal niets. Vertel mij nou eens hoe dat kan.

De heer Tang (PvdA):

Wij zijn het over een aantal dingen eens. Er moet een zorgvuldige invoering van de nieuwe regeling komen. Nogmaals, de winst van de nieuwe regeling moet erin liggen dat het niet-gebruik wordt teruggedrongen. Met de huidige regeling bereiken wij dat niet. Daarbij moet zeker naar de koopkrachteffecten gekeken worden. Vooraf kan een inschatting worden gemaakt van de gevolgen van een specifiekere regeling. Ik geef toe dat dat geen hard gegeven is. Wat overblijft, zijn de uitgaven van 2003 van 950 mln. Wij gaan terug naar het niveau van 2003. Op dat moment maken nog altijd 2 miljoen mensen gebruik van de regeling. Twee jaar daarvoor, in 2001, ging het om 1 miljoen mensen. Mijn inschatting zal dus nog niet zo gek blijken te zijn, maar wij zullen de discussie voeren op het moment dat er een voorstel van het kabinet ligt en de gevolgen duidelijk zijn.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Dat begrijp ik niet. Door de bank genomen wacht het parlement op voorstellen van het kabinet. De Kamer controleert, het kabinet regeert. Het pikante aan dit debat is echter dat u een voorstel hebt gedaan. U hebt niet alleen uw handtekening gezet onder die 400 mln. in 2008, maar u hebt zelf het voorstel gedaan om daar nog eens 250 mln. bij te doen. Dat heeft het kabinet geaccordeerd. Dan hebt u kennelijk een plan. Dan hebt u kennelijk een regeling in uw hoofd. Ik kan het mij niet voorstellen dat de PvdA in haar traditie een risico neemt met de inkomenspositie van chronisch zieken en gehandicapten door gewoon maar een bezuiniging van 250 mln. te prikken op een kwetsbare regeling zonder dat zij een idee heeft van het alternatief. Dat alternatief hebt u. En ik vraag u: leg het mij uit. Hoe ziet die regeling eruit?

De heer Tang (PvdA):

Wij hebben te maken met een complexe regeling, die zorgvuldig moet worden ingevoerd. Wij vragen het kabinet om die zorgvuldige invoering. En dan gaat u aan mij vragen hoe dat plan eruitziet. Van tevoren wordt een inschatting gemaakt. Ik hoop dat u ingaat op mijn argument dat wij teruggaan naar het niveau van 2003, waarbij nog steeds 2 miljoen mensen gebruikmaken van de regeling. Dat lijkt nog aan de ruime kant, mijnheer Vendrik, of zie ik dat nu verkeerd? Dat wil ik graag van u horen.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Het lijkt mij volstrekt helder dat ik dit vraag aan de heer Tang en nu even niet aan het kabinet. U komt samen met de coalitie met een voorstel voor 250 mln. extra bezuiniging. Dan hebt u kennelijk gegevens. U hebt een plan. U weet precies wat dit betekent voor chronisch zieken en gehandicapten; anders staat uw handtekening er niet onder. Vanuit mijn positie heb ik tot nu toe geen idee waarmee dit kabinet bezig is. Ik hoor iets over decentralisatie. Ik weet één ding zeker: er gaat 650 mln. van af. Ondertussen wordt ook door u geroepen dat het niet-gebruik moet verdwijnen. Ik denk: dat kost extra geld. Maar nee, er wordt eerst bezuinigd. Dat extra geld zie ik niet. Ik begrijp er zo langzamerhand geen bal meer van. Ik begrijp ook de Partij van de Arbeid niet. Ik vraag het u voor de laatste keer: wie betaalt die 250 mln., mijnheer Tang? Wie legt dat op tafel? Wiens koopkracht moet daarvoor worden ingeleverd? Vertel het mij.

De heer Tang (PvdA):

Laat ik het anders proberen, mijnheer Vendrik. Het idee is dat deze regeling gerichter kan. Daarover hoor ik u niet. Dat verbaast mij enorm. U gebruikt een hoop woorden, maar ik hoor niet: kan deze regeling nu slimmer, beter? Ja, dat kan. Het kan gerichter. Dat zult u toch met mij eens zijn? Daar zijn toch mogelijkheden voor? In 2008 wordt al 400 mln. op deze regeling bespaard. Zien wij daarvan grote gevolgen voor de inkomens? Jazeker, er zijn gevallen waarbij het plus is en gevallen waarbij het min is. Maar in de regel zien wij geen grote koopkrachteffecten. In 2008 gaan mensen met een minimumuitkering en 65-plussers er niet in koopkracht op achteruit, ondanks het feit dat deze bezuiniging van 400 mln. al is ingeboekt.

De voorzitter:

Ik ga uw tijd weer aanzetten. Dit is een spoeddebat met de regering en wij hebben al een aantal keren met elkaar gedebatteerd. Alleen nog de heer Weekers.

De heer Weekers (VVD):

De heer Tang draait er toch behoorlijk omheen. De plannen voor 2008 kennen wij van het kabinet. Die houden in dat de 400 mln. taakstelling uit het regeerakkoord wordt ingevuld. Wat u hebt gedaan, mijnheer Tang, is in 2009 en de jaren daarna nog eens 250 mln. schrappen, samen met het CDA en de ChristenUnie. Ik ben het zeer met de heer Vendrik eens: dan moet u toch een begin van een idee hebben waar u die 250 mln. weghaalt?

De voorzitter:

Dat is dezelfde vraag.

De heer Weekers (VVD):

Daarop moet antwoord komen, voorzitter.

De voorzitter:

Het is niet de bedoeling dat wij hier elkaars vragen herhalen. De heer Tang mag antwoord geven op dezelfde vraag maar hoeft dat niet te doen.

De heer Tang (PvdA):

Als ik antwoord, dan ga ik herhalen wat ik heb gezegd. In 2008 zijn er geen grote effecten op de koopkracht. Dat kunnen wij vaststellen. Ja, er gaat iemand op vooruit en iemand op achteruit maar dat is beperkt. Dat kunnen wij ook zien aan het WIBUS-rapport, waarin de gevolgen worden doorgerekend van de varianten die dit kabinet voor 2008 hanteert. Voor 2009 zullen wij, niet alleen de PvdA maar ook het CDA en iedereen, natuurlijk kijken naar de gevolgen voor de koopkracht. Het idee is dat nog winst is te boeken door de regeling gerichter te maken. Ik herhaal dat dit de uitgaven brengt naar het niveau van 2003 en dat er toen nog steeds 2 miljoen mensen onder de regeling vielen. Dat biedt nog voldoende perspectief om mensen gemiddeld in koopkracht te ondersteunen.

De heer Weekers (VVD):

De heer Tang zegt dat het wordt teruggebracht naar het niveau van 2003. Toen was er nog geen 1 mld. mee gemoeid en voor 2008 staat het voor 2 mld. in de boeken. Moet ik daaruit afleiden dat u er bovenop de bezuiniging van 650 mln. straks nog eens 350 mln. af gaat halen?

De heer Tang (PvdA):

Ik ga ervan uit dat er na de 250 mln. 950 mln. overblijft. Dat is precies het bedrag dat in 2003 voor de regeling beschikbaar was.

De voorzitter:

De heer Tang vervolgt zijn betoog. Ik sta in dit betoog geen interrupties meer toe.

De heer Tang (PvdA):

De derde reden, het niet-gebruik, vormt voor de PvdA de voornaamste motivatie om een verandering na te streven. Het gaat erom, chronisch zieken en gehandicapten beter te beschermen, in ieder geval financieel. Is onze inschatting juist dat onder de huidige regeling het niet-gebruik niet verder zal afnemen?

Veranderingen zijn niet te realiseren in 2008. Voor het komende jaar kiest het kabinet ervoor om de ziektekostenpremies niet langer onder de regeling te laten vallen. Dat is een goed te begrijpen keuze. De uitgaven aan ziektekostenpremies zijn bepaald niet buitengewoon, maar zijn deels wel verantwoordelijk voor de groei. Dit is wel te realiseren in 2008. Het kabinet heeft de schone taak om met een nieuwe regeling te komen. Het moet gerichter, want het gaat om de bescherming van chronisch zieken en gehandicapten en daarmee om beperking van het onbedoelde gebruik. Dit kan bijvoorbeeld aan de hand van een indicatiestelling. Het moet naar draagkracht, want bij iemand met een laag inkomen komt de klap van extra meerjarige ziektekosten harder aan dan bij iemand met een hoog inkomen. Het moet ook uitvoerbaar zijn. Juist in de complexiteit van de huidige regeling schuilt een belangrijke oorzaak van het niet-gebruik. Wij vragen het kabinet deze doelen voor ogen te houden. De doelen zijn heilig.

De PvdA begrijpt dat het kabinet een schone, maar geen gemakkelijke taak heeft. "Gericht" en "uitvoerbaar" zijn doelen die niet altijd makkelijk te verenigen zijn, maar wel verenigd moeten worden. Daarbij hecht de PvdA overigens sterk aan de inzichten van de CG-Raad en van de gemeenten, verenigd in de VNG, waarmee overleg gevoerd zal worden. Tegelijkertijd is het belangrijk dat er snel zicht komt op een nieuwe regeling. Er is onzekerheid onder de mensen hoe de regeling zal veranderen en wat dit voor hen betekent. Dat is volstrekt begrijpelijk. Aan die onzekerheid moet snel een einde komen. De belangrijkste vraag aan dit kabinet is daarom wanneer het met een voorstel voor een nieuwe regeling denkt te komen. Dit gebeurt hopelijk zo snel mogelijk aan het begin van het jaar.

De heer Weekers (VVD):

Voorzitter. De coalitiepartijen hebben in hun coalitieakkoord vastgelegd om per 1 januari 2008 de buitengewone uitgavenregeling af te schaffen en een nieuwe regeling te introduceren voor chronisch zieken en gehandicapten. Daarbij is een taakstelling ingeboekt van 400 mln. In het afgelopen jaar is het gebruik van die BU-regeling vervijfvoudigd en rijst het budgettaire beslag de pan uit. Een versobering van de regeling is nodig. Dit is mogelijk door er rariteiten uit te halen en door toe te spitsen op de doelgroep. Deze versobering is nodig om de regeling overeind te houden voor degenen waar de belastingtegemoetkoming ooit voor bedoeld is. Dit zijn chronisch zieken, gehandicapten en mensen die in enig jaar buitensporig veel ziektekosten hebben.

Tot zover gaan wij akkoord met de maatregel voor 2008. De VVD wil echter niet dat het kabinet oude schoenen weggooit voordat er nieuwe zijn en wij zeker weten dat de nieuwe schoenen op de juiste maat zijn toegesneden. Met de CG-Raad wordt op dit moment over de vorm gesproken. Ik wil van het kabinet weten wat de stand van zaken van het overleg is. Wat de VVD betreft zou de nieuwe regeling het beste fiscaal vormgegeven worden om rechtszekerheid te bieden aan de burger. Daarvoor moeten voldoende middelen worden gereserveerd. De CG-Raad heeft dit ook in andere woorden bepleit.

Wij weten nog niet hoe de nieuwe regeling eruit zal zien. Ik deel in elk geval elke concrete vraag die de heer Vendrik daar zojuist over heeft gesteld, zodat wij een compleet beeld krijgen van wat ons staat te wachten. De VVD-fractie vindt het ronduit schandalig dat in de motie-Van Geel 250 mln. extra wordt bezuinigd op de regeling voor buitengewone uitgaven zonder dat enig zicht bestaat op de inhoud, de reikwijdte en het budgettair beslag van de nieuwe regeling. Wij kennen die voorstellen althans niet.

Wij vinden dat het doel van de regeling voorop moet staan. Het gaat om de mensen die er rechtmatig gebruik van maken. Oneigenlijk gebruik moet worden tegengegaan. Er mag best iemand met de stofkam door. Toespitsing is nodig, maar wij moeten niet bij voorbaat een greep in de kas doen ter grootte van 250 mln. Wij vinden dat het budgettaire beslag het resultaat moet zijn van de nieuwe regeling. De nieuwe regeling moet niet bij voorbaat al in een strakker keurslijf worden geperst zonder dat je daar enige notie van hebt.

Als die 250 mln. een extra taakstelling is die door de coalitie is opgelegd, kan ik niet anders concluderen dan dat deze regeling wordt gezien als grabbelton en als sluitpost om andere wensen, zoals defensie, schoolboeken, fusieprikkels en visserij mee te financieren. Of het zou moeten zijn dat het kabinet wel concreet weet waar het naartoe gaat met de nieuwe regeling.

Ik wil graag duidelijkheid van het kabinet over de contouren van de nieuwe regeling. Krijgt de Kamer die in elk geval op papier voor behandeling van het Belastingplan 2008? Hoeveel geld heeft minister Bos beschikbaar in de jaren 2008 tot en met 2011? In de afgelopen jaren lag de uitgavenpost constant op 1750 mln. Voor 2008 is de post echter met ongeveer 250 mln. opgeplust. Wat brengt de minister daartoe? In het coalitieakkoord staat een taakstelling van 400 mln. op een bedrag van 1,6 mln. Is dat bedrag bedoeld ten opzichte van 1750 mln. in 2007 of ten opzichte van de bedragen voor 2008 tot en met 2011? Wij zijn het budgettaire beeld wat dat betreft kwijt.

Voorzitter. Wij willen meer duidelijkheid en vinden ook – wij vragen deze toezegging – dat de buitengewonelastenaftrekregeling niet kan worden afgeschaft in het kader van het Belastingplan 2008. Wij moeten eerst weten hoe de nieuwe regeling er precies zal gaan uitzien en dan pas kunnen wij verder praten over eventuele afschaffing.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Voorzitter. De buitengewone-uitgavenregeling is een fiscaal vangnet voor mensen met onvoorziene hoge zorguitgaven. De laatste jaren heeft het gebruik van deze regeling een grote vlucht genomen met een budgettair beslag van bijna 2 mld. Dit was nooit de bedoeling. De regeling is budgettair onbeheersbaar geworden, zo stelt de staatssecretaris, en het kabinet wil deze regeling daarom versoberen en in 2009 zelfs afschaffen. Het kabinet is voornemens, deze regeling over te hevelen naar de Wmo. Door deze constructie vallen niet-chronisch zieken en gehandicapten automatisch buiten de boot. Opgeruimd staat netjes! Het kabinet wil de klok terugdraaien, maar met welk doel? Is het doel om meer geld te genereren over de rug van mensen met hoge zorgkosten, of is het doel om de regeling terug te brengen naar beheersbare proporties? Is het niet meer dan billijk dat bepaalde onvoorziene uitgaven fiscaal worden gecompenseerd, uitgaven op het gebied van ziekte, overlijden, bevalling, arbeidsongeschiktheid, ouderdom, adoptie en reizen voor ziekenbezoek? Daar was de regeling toch ooit voor bedoeld? Natuurlijk zijn er in de huidige regeling uitgaven opgevoerd waar ook de PVV kanttekeningen bij plaatst. Te denken valt aan adoptiekosten die worden gemaakt in het buitenland of plastische chirurgie vanwege sekseverandering. Ook de redenering dat de regeling kan worden versoberd voor uitgaven die door een verzekering kunnen worden vergoed, kunnen wij wel volgen, maar het kabinet gaat daarbij wel voorbij aan het feit dat verzekeraars mensen kunnen weigeren voor een aanvullend pakket, waardoor deze uitgaven zelf moeten worden betaald en de draagkracht ernstig wordt aangetast. Ook zijn er nog altijd uitgaven die niet kunnen worden verzekerd.

In de brief van de staatssecretaris naar aanleiding van de financiële beschouwingen stelt hij dat de nieuwe regeling ongeveer 800 mln. zou gaan kosten. Is het niet erg kort door de bocht om 1,2 mld. als oneigenlijk gebruik te bestempelen?

Voorzitter. Voor 2008 stelt de staatssecretaris een versobering van de huidige regeling voor, maar voor ons is het onacceptabel dat juist mensen die het het hardst nodig hebben in hun koopkracht worden aangetast. Juist de lagere inkomens en 65-plussers met alleen een AOW gaan erop achteruit, terwijl ouderen met een aanvullend pensioen van over de € 40.000 er in koopkracht op vooruit gaan.

De PVV vindt het voornemen van dit kabinet om onverkort deze regeling af te schaffen een typische vorm van paniekvoetbal. Hierdoor wordt een grote groep met onvoorziene zorguitgaven genegeerd. Het kabinet neemt niet eens de moeite om deze chirurgische ingreep te motiveren. De PVV wil best geloven dat de regeling in haar huidige omvang moet worden ingeperkt en meer moet worden toegespitst op de groep die het echt nodig heeft, maar vraagt zich serieus af of de ingeslagen weg wel de juiste is. Eerst 650 mln. bezuinigen en daarna zien wij wel hoe de nieuwe regeling eruit komt te zien! De PVV stelt daarom voor, de huidige regeling te continueren, zodat er een gedegen onderzoek kan worden gedaan naar de effecten en nadelige gevolgen van de voorgenomen bezuiniging.

De heer Cramer (ChristenUnie):

Voorzitter. In het coalitieakkoord is afgesproken dat er wordt gekeken naar een nadere invulling van de BU-regeling, zodat deze beter wordt toegesneden op chronisch zieken en gehandicapten. De ChristenUnie hecht belang aan de totstandkoming van de nieuwe regeling en vertrouwt erop dat mogelijk is binnen de afgesproken randvoorwaarden. Wij vinden het belangrijk dat er zorgvuldig gekeken wordt naar de vormgeving van de regeling. In de brief die staatssecretaris De Jager verleden week naar de Kamer heeft gestuurd, staat dat het kabinet voor 1 november de contouren van de nieuwe regeling bekend zal maken. Pas na ontvangst van deze brief kan wat ons betreft een inhoudelijke discussie plaatsvinden.

Bij de Voorjaarsnota hebben wij de minister gevraagd of hij de plannen van de CG-Raad wil betrekken bij de vormgeving van de BU-regeling nieuwe stijl. Wij gaan ervan uit dat dit ook terugkomt in de brief.

Ik heb vorige week tijdens de financiële beschouwingen gezegd dat wij ervan uitgaan dat er een goede nieuwe regeling kan komen. Als echter blijkt dat de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten niet behouden blijft, zijn wij de eersten die daarover de discussie zullen aangaan.

Minister Bos:

Mevrouw de voorzitter. Een van de rode draden in de filosofie van dit kabinet is dat wij bereid zijn om mensen die echt hulp nodig hebben, ook van extra hulp te voorzien. Ik verwijs naar de plannen die het kabinet inmiddels heeft voorgesteld bijvoorbeeld voor een extra bedrag van 700 mln. voor WAO'ers of voor extra geld voor de armoedebestrijding. De keerzijde van die medaille is wij de nodige strengheid zullen betrachten als regelingen ongericht blijken te zijn of publiek geld terechtkomt bij mensen die dat niet in alle opzichten nodig hebben. Wij zullen ervoor zorgen dat die regelingen gerichter worden.

Binnen deze context heeft het kabinet een aantal voorstellen gedaan om de huidige regeling gericht op de aftrek van buitengewone uitgaven af te slanken en om te vormen tot een regeling waarmee op gemeentelijk niveau beter de doelgroep kan worden bereikt waar het ons om gaat. In dit licht zijn vragen gesteld over drie onderwerpen. In de eerste plaats over de voorgenomen ombuiging van 400 mln. In de tweede plaats over de voorgenomen ombuiging van 250 mln. die in de motie-Van Geel is opgenomen. In de derde plaats over de nieuwe regeling die per 1 januari 2009 zal worden ingevoerd. Ik zal de vragen die hierover zijn gesteld, in die volgorde beantwoorden.

De ombuiging van 400 mln. is door de coalitiepartijen afgesproken en neergelegd in het coalitieakkoord. Zowel tijdens de algemeen politieke beschouwingen als tijdens de algemeen financiële beschouwingen is hierover uitgebreid gesproken. De koopkrachteffecten van deze ombuiging zijn opgenomen in de Miljoenennota en in de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De maatregel is opgenomen in het Belastingplan. Volgens de in de Kamer geldende procedures zal de behandeling van dit plan in de maanden oktober en november plaatsvinden. Ik heb hieraan op dit moment niets toe te voegen.

De maatregel tot een verdere ombuiging van 250 mln. komt voort uit een wens van een Kamermeerderheid. De Kamer heeft toen de motie-Van Geel ter stemming voorlag, niet de eis gesteld dat de motie pas mocht worden aangenomen als er volledige duidelijkheid zou bestaan over een nieuwe regeling per 1 januari 2009. De leden hebben zich in hun stemgedrag wel mede laten leiden door de inschatting van het kabinet die door de staatssecretaris van Financiën is verdedigd tijdens de algemeen financiële beschouwingen, dat er ook na een extra ombuiging van 250 mln. nog voldoende geld overblijft voor een nieuwe regeling op gemeentelijk niveau waarmee de doelgroep op adequate wijze kan worden bereikt. Vervolgens hebben wij er in een brief naar aanleiding van de motie-Van Geel op gewezen dat het gemiddelde standaardkoopkrachtbeeld voor deze kabinetsperiode niet zal wijzigen door deze voorstellen. Een en ander is tijdens de algemene politieke beschouwingen en tijdens de algemene financiële beschouwingen aan de orde geweest. De maatregel is opgenomen in het Belastingplan 2008 dat in de maanden oktober en november zal worden behandeld door middel van schriftelijke vragen, wetgevingsbehandeling en plenair debat. Ook hier heb ik op dit moment niets aan toe te voegen.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Is de minister van Financiën de komende jaren het vaste aanspreekpunt voor de Kamer als de regeling chronisch zieken en gehandicapten aan de orde is?

Minister Bos:

Nee. Ik spreek hier namens mijn collega's, maar de heer Vendrik weet dat het kabinet altijd met één mond spreekt. De genoemde maatregelen zullen aan de orde komen al naar gelang de begroting waarin ze zijn opgenomen. Dit betekent dat de Kamer met de staatssecretaris van Financiën zal spreken als het Belastingplan aan de orde is; op andere momenten zullen de collega's van Volksgezondheid de desbetreffende maatregelen verdedigen. De Kamer heeft mij voor dit debat uitgenodigd en daarom antwoord ik nu mede namens mijn collega's.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Dat siert u.

De coalitie ging er blijkbaar van uit dat die bezuiniging van 250 mln. mogelijk was. U gaat daar nu ook van uit, want uit de brief blijkt dat u de dekking voor die 250 mln. overneemt. U hebt blijkbaar een idee over de inhoud van de regeling. U weet welke kosten worden gecompenseerd en hoe het niet-gebruik wordt teruggedrongen. Alle relevante aspecten voor deze nieuwe regeling zitten dus al in uw hoofd. Kunt u mij uitleggen hoe het eruit zal gaan zien?

Minister Bos:

Dat is uitgelegd in de brief die de staatssecretaris van Financiën naar aanleiding van de algemene financiële beschouwingen naar de Kamer heeft gestuurd. In dat debat is gevraagd waarop het kabinet zijn voorlopige schatting baseert dat er 700 à 800 mln. nodig is voor de doelgroep van de nieuwe regeling. Daarop is in de brief van de staatssecretaris ingegaan. Aan deze brief kan ik op dit moment niets toevoegen.

Hoe gaat de nieuwe regeling eruitzien? Het kabinet heeft toegezegd dat de Kamer voor 1 november een brief zal ontvangen over de contouren van de nieuwe regeling. Deze belofte doen wij uiteraard gestand. De heer Tang en de heer Omtzigt hebben gevraagd wanneer de definitieve regeling naar de Kamer wordt gestuurd. Het is ons voornemen om deze regeling uiterlijk in het eerste kwartaal van 2008 aan de Kamer voor te leggen. De Kamer heeft dan ruim de tijd om nog voor de behandeling van het belastingplan de details van de nieuwe regeling met het kabinet door te nemen.

Ik kan de heer Tang en de heer Omtzigt bevestigen dat wij de ons resterende tijd zullen benutten voor gesprekken met partijen en groepen die met ons willen overleggen. De doelen en criteria die de heer Tang noemde, lijken mij relevant en zullen dan ook bij de verdere gedachtevorming betrokken worden. Het debat met de regering over de definitieve regeling kan dus volgend voorjaar plaatsvinden.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik begrijp dat de minister eigenlijk niet wil antwoorden. Ik herhaal toch maar mijn vragen, want dit is precies het punt waarom ik dit debat heb aangevraagd. Ik wil echt meer weten over de extra bezuiniging van 250 mln., het ontwerp van de nieuwe regeling en de nieuwe regeling van de minister van VWS voor chronisch zieken en gehandicapten in het kader van het eigen risico. Eerder werd nog gezegd dat het allemaal naar de gemeenten moest, omdat de gemeenten het beste kunnen uitmaken wie chronisch ziek en gehandicapt zijn. Ik krijg op mijn vragen geen antwoord, maar ondertussen wordt er wel extra bezuinigd en neemt het kabinet het voorstel van de coalitie voor zijn rekening. Waar blijven toch de antwoorden? Zo schiet het niet op.

Minister Bos:

Het is uw recht om een debat aan te vragen. Maar als u ervoor kiest om een debat aan te vragen over een niet bestaande regeling, kan ik niet anders dan verwijzen naar het debat dat wij zullen voeren over de regeling die het kabinet begin volgend jaar aan de Kamer zal voorleggen.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Net als de heer Vendrik begrijp ik niet hoe u 650 mln. kunt bezuinigen, zonder dat bekend is hoe de nieuwe regeling eruit komt te zien. Misschien blijkt straks wel dat er geld bij moet! Zolang er geen consensus is over een nieuwe regeling, kunnen wij niet praten over plussen en minnen op het budgettair beslag.

Minister Bos:

Het kabinet voorzag dat er in 2008 2 mld. om zou gaan in deze regeling. Ten tijde van de onderhandelingen over het coalitieakkoord gingen de onderhandelaars uit van 1,6 mld. Daarop wilden wij 400 mln. ombuigen. Het bleek uiteindelijk om 2 mld. te gaan. Als je daarvan 400 mln. aftrekt, houd je 1,6 mld. over. Daar gaat als gevolg van de motie-Van Geel nog eens 250 mln. af en dan resteert er dus 1350 mln. Daarvan is 950 mln. beschikbaar voor de uitgavenkant en 400 mln. voor de lastenkant. U kunt in de brief van staatssecretaris lezen dat wij op grond van onze kennis over het bereik van de huidige regeling, de veronderstelde omvang van de groep chronisch zieken en gehandicapten en het geld dat nodig is voor een adequate gemeentelijke regeling, van mening zijn dat die 1350 mln., 150 mln. meer dan in het coalitieakkoord is voorzien, voldoende is voor de nieuwe regeling. U kunt uw oordeel over de vraag of die veronderstelling klopt of niet geven op het moment dat wij de regeling met alle effecten aan de Kamer presenteren. Ik heb net toegezegd dat het ons voornemen is om dat uiterlijk in het eerste kwartaal van het volgend jaar te doen.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik vraag mij af of dit niet de methode is om eerst te kijken hoe veel budget er is en daar vervolgens een regeling omheen te bouwen. Hetkan natuurlijk best zijn dat er in de nieuwe regeling ook aspecten worden opgenomen voor niet-chronisch zieken en niet-gehandicapten, maar waarvan Kamer of kabinet het plausibel vindt om daar compensatie voor te geven. De staatssecretaris gaat uit van het budgettair beslag van chronisch zieken en gehandicapten. Het kan echter best zijn dat er allerlei kosten aan worden toegevoegd voor een groep die nu wel binnen de regeling valt en straks misschien ook om bepaalde redenen binnen de regeling zou kunnen vallen.

Minister Bos:

Dat debat hebben wij gaarne met u op het moment dat wij de definitieve regeling aan de Kamer presenteren.

De heer Weekers (VVD):

Kijkend naar het Belastingplan en het budgettair beslag van de buitengewone-uitgavenregeling, zien wij dat het de laatste drie jaar om 1750 mln. ging. In 2008 plus je dat met 250 mln. op. Waar haalt u vandaan dat het in één keer met 250 mln. moet worden opgeplust? Zeker als je bedenkt dat de regeling in 2008 wordt versoberd.

Minister Bos:

Het is een raming exclusief de uitname van de 400 mln. De stijging van de laatste jaren berust vooral op het feit dat premies voor de ziektekostenverzekering aftrekbaar zijn in die regeling en dat die premies enorm stijgen. Daarmee heeft de regering dus een hoger budgettair beslag gekregen. Overigens wijs ik erop dat alle financiële veronderstellingen die ten grondslag liggen aan onze ramingen en het effect van onze voorgenomen maatregelen, gewoon in de voorgenomen procedure schriftelijk dan wel mondeling bij de behandeling van het Belastingplan aan de orde kunnen komen.

De heer Weekers (VVD):

Wij zullen daar in het kader van het Belastingplan nog verder over spreken. Maar ik vind toch dat er behoorlijk wordt gegoocheld met cijfers. Wij praten over 1750 mln. gedurende een aantal jaren constant. Wij praten over een korting daarop bij coalitieakkoord met 400 mln. Je komt dan uit op 1350 mln. Wij praten over een korting van de coalitiepartijen en dan kom je nog eens 250 mln. lager uit. Bovendien schrijft staatssecretaris De Jager in zijn brief van 4 oktober dat voor de nieuwe regeling slechts een bedrag van 700 à 800 mln. nodig zou zijn. Als ik uw eigen stukken lees, kunt u nog veel meer bezuinigen.

Minister Bos:

Wij kunnen zo veel bezuinigen als wij willen. Het gaat hier niet primair om bezuinigen, maar om de vraag of wij een regeling zodanig kunnen omvormen dat deze de groep voor wie wij de regeling graag bedoeld zouden zien, beter en effectiever bereikt. Ik heb net de cijfers gegeven zoals deze historisch aan de orde zijn geweest. Ik wijs erop dat het totale bedrag dat ons in 2009 ter beschikking staat om deze operatie op een verantwoorde wijze te doen verlopen, via de lastenkant of via de uitgavenkant, niet 700 à 800 mln. betreft, maar 1350 mln. Over alle andere financiële aspecten van onze maatregelen leggen wij gaarne verantwoording af in de normale cyclus van overleg, schriftelijk en mondeling, die voor het Belastingplan is gepland.

De heer Weekers (VVD):

Ik constateer met genoegen dat de minister van Financiën zegt dat de bezuiniging niet voorop staat. Waarom komt hij dan niet eerst met de nieuwe maatregel en vervolgens met het budgettaire plaatje dat daarbij hoort om daarna pas de doorwerking voor 2009 en verder te accorderen? Waarom gaat hij er als minister van Financiën bij de financiële beschouwingen mee akkoord dat de coalitiepartijen nu al een greep doen in de middelen voor buitengewone uitgaven van 0,25 mld.?

Minister Bos:

Ik heb al antwoord op die vraag geven, maar ik zal mijzelf heel kort herhalen. Enerzijds heeft dat te maken met het feit dat ook nu al aantoonbaar is dat de betreffende regeling veel gebruikers kent voor wie de regeling wat ons betreft niet bedoeld is. Anderzijds kunnen wij op basis van inschattingen die in de brief van de staatssecretaris naar voren zijn gebracht, in alle redelijkheid aannemen dat de bedragen die overblijven, ruim voldoende zijn om de nieuwe regeling op een verantwoorde wijze tot stand te brengen.

Mevrouw Van Gijlswijk (SP):

Er wordt in deze zaal veel met cijfers gestrooid en er wordt ook een hoop gegoocheld. Denkt de minister nu echt dat mevrouw Van Pijkeren, mevrouw Hoekstra en Christine van Dijk nog snappen waar het over gaat? Zij weten niet beter dan dat de minister ze honderden euro's per jaar gaat afnemen. Hij zegt dat de Kamer moet wachten op de nieuwe regeling. Wij hebben dat geduld misschien wel, maar de mensen die in onzekerheid zitten, hebben dat niet. Kan de minister garanderen dat de mensen er gegarandeerd niet op achteruit gaan als die regeling naar de gemeente gaat.

Minister Bos:

Wij kunnen geen garanties op individueel niveau geven voor welke vorm van overheidsbeleid dan ook. Wij zullen in het debat over het Belastingplan nog spreken over deze voorgenomen ombuigingen en volgend jaar debatteren wij over de beoogde nieuwe regeling. Dan zullen wij graag in alle opzichten verantwoording afleggen over waarom wij denken dat de nieuwe regeling rechtvaardiger is dan de oude en de publieke gelden daarin beter terechtkomen bij de mensen voor wie zij bedoeld zijn. Tegenover elk voorbeeld dat u noemt, kunnen wij voorbeelden noemen van mensen die apert niet tot de beoogde doelgroep behoren en fors geld overhouden aan de huidige regeling.

Mevrouw Van Gijlswijk (SP):

De beoogde doelgroep van de buitengewone-uitgavenregeling omvat alle burgers die hoge ziektekosten hebben. Als iemand met een behoorlijk salaris in één jaar hoge ziektekosten heeft, trekt hij die terecht van de belastingen af. U doet nou net alsof al die mensen al die jaren iets illegaals hebben gedaan, alsof zij hebben gefraudeerd. Ik wil van u weten waarom die regeling niet verbeterd wordt, zodat zij minder gebruikt wordt, in plaats van dat zij worden overgeheveld naar de gemeente. Wij hebben dat eerder gezien bij de Algemene bijstandswet, bij de Wet voorzieningen gehandicapten en bij de Wet maatschappelijke ondersteuning. Omdat u zo graag van die regeling af wilt, moeten gemeenten straks bezuinigen. De drie mevrouwen die ik genoemd heb, zijn daarvan de dupe.

Minister Bos:

Als de SP-fractie behoefte heeft om een regeling te verdedigen waarin Jan Modaal meebetaalt aan de aftrekbaarheid van de ziektekosten van Jan "Drie Keer" Modaal, dan moet de fractie dat zelf weten. Maar het kabinet heeft een ander uitgangspunt. Wij willen een gerichte besteding van publieke gelden verdedigen en dat betekent dat wij er alles aan doen om die gelden terecht te laten komen bij de mensen die het het hardst nodig hebben. Dat is in de huidige regeling niet het geval en dat zal in de beoogde nieuwe regeling vele malen beter het geval zijn. Over de vraag of wij daarin slagen, ga ik graag het debat met u aan op basis van de voorstellen erover die wij uiterlijk in het eerste kwartaal van volgend jaar zullen doen.

Mevrouw Van Gijlswijk (SP):

U geeft een beetje rare voorstelling van zaken als het gaat om de plannen van de SP-fractie. Mijnheer "Drie Keer" Modaal zal volgens onze uitgangspunten en tegenbegroting op een andere manier bijdragen zodat mevrouw Hoekstra, mevrouw Van Dijk en mevrouw Van Pijkeren gewoon hun belastingteruggave kunnen behouden.

Minister Bos:

Ik geloof niet dat dat een vraag was. Ik heb alle vragen die wel gesteld zijn, beantwoord.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Volgens mij heeft u bijna niets beantwoord. Ik probeer het nog met één vraag. Hoe is het mogelijk dat het kabinet deze regeling wil decentraliseren? Het voorstel daartoe zit al in het Belastingplan. De gemeenten weten wie chronisch ziek en gehandicapt is. Dat schijnen wij op landelijk niveau niet te weten. Minister Klink heeft vorige week in de Kamer nog een landelijke compensatieregeling verdedigd. Hoe is dat mogelijk?

Minister Bos:

Dat debat is volgens mij vorige week gevoerd. Ik heb daar helemaal niets aan toe te voegen.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Gaan wij nu weer naar iemand anders verwijzen? Geef nu een keer antwoord. De minister van VWS deed vorige week precies het zelfde.

Minister Bos:

Ik verwijs niet. Naar ik begrepen heb, is hier afgelopen dinsdag met stemmingen in de Tweede Kamer het debat afgerond over het vervangen van een voor gehandicapten en chronisch zieken uitermate nadelige regeling rondom de no-claim door een voor gehandicapten en chronisch zieken veel beter werkende regeling inzake het eigen risico. Ik geloof niet dat het de bedoeling kan zijn om dat debat hier opnieuw te starten.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Dat is precies wat ik bedoel. Dit is dus echt verbijsterend. Ik vroeg de minister van VWS hier vorige week naar. Hij zei dat het een andere regeling betreft en dat hij daar niet over gaat. Volgens hem moest dat met de staatssecretaris van Financiën worden besproken. Dat zei hij. Ik kreeg daar geen debat over met de heer Klink. Ik kreeg niet helder waarom het kabinet in het regeerakkoord A zegt en vervolgens bij zijn wetsvoorstel B doet. Dat begrijp ik niet. Ik krijg geen antwoord op mijn vraag daarover.

Nu doet de minister van Financiën precies hetzelfde door te zeggen dat het debat al is geweest. Dat debat is helemaal niet geweest. Ik heb op deze vraag nog nooit een fatsoenlijk antwoord gehad. Dus doet u mij een plezier, mijnheer Bos, en geef gewoon een keer antwoord. Anders moeten er elke keer vier bewindspersonen komen als het over deze regeling gaat. Is de vraag zo ingewikkeld? Waarom moet deze regeling naar de gemeenten terwijl de minister van VWS hier met dezelfde verve een landelijke regeling staat te verdedigen? Iedereen die een beetje heeft gestudeerd op dit dossier weet dat alle verschillende regelingen bij elkaar opgeteld het er niet beter op maken. De opdracht van de ambtenaren van de interdepartementale werkgroep was om te bezien of de regelingen konden worden geïntegreerd. Nu doen wij precies het tegenovergestelde. Leg mij een keer uit waarom het kabinet dit doet.

Minister Bos:

Ik begrijp heel goed dat de heer Vendrik debatten waarin hij zijn zin niet heeft gekregen het liefst zo vaak mogelijk opnieuw begint. Dat betekent echter niet dat hij in eerdere debatten geen antwoord heeft gekregen op zijn vragen. Dat antwoord heeft hij wel gehad, maar het stond hem niet aan. De Kamer heeft afgelopen dinsdag het debat afgerond over het afschaffen van de no claim. De no-claimregeling was buitengewoon nadelig voor gehandicapten en chronisch zieken. Daar is een eigenrisicoregeling voor in de plaats gekomen. Die werkt vele malen gunstiger uit voor gehandicapten en chronisch zieken. Wij hebben de afgelopen weken allemaal gezegd dat wij echt inzien dat een aantal zaken in de nieuwe regeling voor verbetering vatbaar zijn. Dat is niets nieuws; wij zijn al jaren op zoek naar een betere en nauwkeuriger definitie van "gehandicapten en chronisch zieken" met het oog op de precies te compenseren groep. In het kader van de regeling die vorige week is besproken, is de term "zorggebruikers met meerjarige, onvermijdelijke zorgkosten" aan de orde geweest. Ik constateer dat dit debat afgelopen dinsdag na de stemmingen is afgerond.

Dit debat gaat over ombuigingen in de sfeer van de buitengewone uitgaven en de vraag hoe een nieuwe regeling eruit zal zien. Alle vragen daarover heb ik beantwoord.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Minister Bos, u beschouwt dit als een antwoord op mijn vraag?

Minister Bos:

Ja.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Dat kunt u niet menen.

Minister Bos:

Het spijt mij, maar ik meen het wel.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Is het zo'n ingewikkelde vraag? Die zult u elkaar toch wel gesteld hebben? Jullie hebben tegen elkaar toch wel gezegd: "Jongens, laten wij het in een keer goed proberen te regelen voor chronisch zieken en gehandicapten"? Mijnheer Bos, toen u staatssecretaris was hadden wij het al over chronisch zieken en gehandicapten. Laten wij het in een keer goed proberen te regelen. Nu komt u met een wetsvoorstel met een landelijke regeling, maar voor een ander deel van de kosten die dezelfde doelgroep maakt, decentraliseert u de boel onder beslag van een bezuiniging van 650 mln. Dat maakt het er allemaal niet duidelijker op. Hebt u nooit de vraag in het kabinet beantwoord of dit de verstandigste manier was en of het niet een landelijke regeling moest blijven met een andere definiëring? Is dat allemaal nooit gevraagd? Dat zijn toch geen rare vragen, gelet op wat de ambtenaren voorstelden in het rapport dat zij schreven in de aanloop naar het coalitieakkoord? Dat ging over deze vragen. Ik krijg maar geen antwoord van u.

Minister Bos:

U hebt mij niet horen zeggen dat u rare vragen stelt, maar u stelt wel vragen die hetzij reeds beantwoord zijn in het debat dat is afgerond, hetzij beantwoord zullen worden in debatten die nog aan de orde komen. Ik heb er geen enkele behoefte aan om tijdens dit spoeddebat al die debatten nu leeg te trekken.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Voorzitter. In mijn betoog heb ik wat langer stilgestaan bij de niet-chronisch zieken en gehandicapten. Nu praten wij alleen over de groep chronisch zieken en gehandicapten. Het is prima dat die groep speciaal bediend wordt en dat die in welke nieuwe regeling dan ook goed aan haar trekken komt. Ik had het alleen over de niet-chronisch zieken en gehandicapten en over de 1,2 mld. die als oneigenlijk gebruik wordt bestempeld. Ik kan mij niet voorstellen dat die groep er zomaar van afgeknipt kan worden en dat tegen haar kan worden gezegd: jongens, jullie hebben al die tijd voor 1,2 mld. oneigenlijk gebruik gemaakt van de buitengewone-uitgavenregeling. Dat kan ik mij niet voorstellen. Er zijn altijd momenten denkbaar dat de verzekering bepaalde kosten niet dekt, terwijl die zo'n beslag leggen op je draagkracht dat een fiscale compensatie niet meer dan billijk te noemen is. Ik heb daar ook voorbeelden van.

Minister Bos:

Ik heb al tegen de heer Van Dijck gezegd dat ik graag het debat met hem aanga als hij meent dat de manier waarop wij van plan zijn, de middelen aan te wenden teneinde vooral de groep gehandicapten en chronisch zieken beter te bereiken dan op grond van de huidige regeling mogelijk is, niet goed is. Dat doe ik dan wel op basis van de concrete voorstellen. Die zullen in het eerste kwartaal van volgend jaar bekend worden.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Wil de minister toezeggen dat er fiscale ruimte blijft bestaan voor de aftrek van extra hoge, onvoorziene uitgaven, die een bepaalde groep doet? Kunnen die in de fiscale regeling als aftrekbaar aangemerkt blijven worden?

Minister Bos:

Op dit moment zijn er geen voornemens om enigerlei hierop betrekking hebbende fiscale regelingen in stand te houden. Ik heb daarentegen net al gezegd dat van het totale bedrag van 1350 mln. 400 mln. beschikbaar komt om aan de fiscale kant zo goed en zo gericht mogelijk de omzetting van de huidige regeling in een nieuwe regeling op een verantwoorde wijze te doen plaatsvinden.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Wat blijft er dan over voor de koopkrachtverlichting? U zegt dat u daarom bezuinigt.

Minister Bos:

Ik leg het nog een keer uit. Er is 1350 mln. Daarvan is 400 mln. fiscaal beschikbaar. Dat bedrag zou langs allerlei wegen voor koopkracht of voor ouderen kunnen worden ingezet. Dan blijft er een bedrag van 950 mln. over. Dat is aan de uitgavenkant beschikbaar. Daarvan zal een deel met name aan gemeenten ter uitvoering van de nieuwe regeling beschikbaar worden gesteld. Hoeveel daar precies voor nodig is, is niet duidelijk, maar wellicht blijft er nog iets aan de uitgavenkant over, wat op een andere manier terecht kan komen bij de groepen die het op dat moment het beste kunnen gebruiken. Wij verantwoorden ons graag voor de manier waarop wij dat precies doen en voor de afwegingen die daaraan ten grondslag liggen, zodra wij volgend jaar de concrete voorstellen aan u voorleggen.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik herinner aan mijn vraag over de manier van afschaffing van de TBU in de begroting van VWS. Daarop krijg ik graag een toelichting, eventueel schriftelijk. Daaraan voeg ik nog de vraag toe waarom de bedragen in de desbetreffende kolom niet optellen tot het bedrag dat eronder staat.

Minister Bos:

De laatste vraag zal ik schriftelijk beantwoorden. Op de eerste vraag antwoord ik dat een regeling die een fiscale aard heeft in latere jaren vaak nadruppelt en niet altijd in het jaar waarop zij betrekking heeft wordt geïnd. Dat heeft te maken met de datum waarop mensen aangifte doen en teruggave aanvragen. Dat kan in latere jaren plaatsvinden. Dat effect ziet u in de begroting terug. Er is wat ons betreft alle ruimte om hierop uitgebreid in te gaan in de schriftelijke ronde, voorafgaand aan de behandeling van het Belastingplan.

De heer Omtzigt (CDA):

Het verschil zit erin dat ik bij de TBU deze naijleffecten wel heb kunnen vinden maar bij de BU niet. Ik wil graag weten waar het geld van de BU blijft in welke berekening. Daarover bestaat enige verwarring. Als de minister dit in de komende twee weken op een rij kan zetten, is die informatie voor de behandeling van de begroting van VWS en van het Belastingplan tijdig beschikbaar.

Minister Bos:

Wij sturen de Kamer voor 1 november a.s. nog een brief. Ik kan mij voorstellen dat wij de technische uitleg op dit punt daarin ook verwerken.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Ik vind de beantwoording echt onder de maat. Ik heb nog de vraag gesteld naar het gebrek aan synchroniteit tussen de buitengewone uitgaven en het wetsvoorstel eigen risico. Daarop heb ik geen antwoord gekregen. De hele regeling is er misschien wel, maar wij krijgen daar geen beeld van. De onderbouwing van een bezuiniging die al is geaccordeerd ontbreekt. Ik vind dit een wanprestatie van een kabinet dat zegt – zo opende de minister van Financiën zijn bijdrage zojuist – graag bereid te zijn om altijd zorgvuldig met de kwetsbare positie van mensen met een smalle beurs – in dit geval chronisch zieken en gehandicapten – om te gaan. Ik zie dat niet bewaarheid worden in dit debat. Ik zou hier bijna een punt van orde van maken. Dit debat hebben wij niet voor een beantwoording als deze, daarvoor bestellen wij deze vier bewindslieden niet. Wij zouden graag een stap verder zetten, maar dat hebben wij niet gedaan.

Om dit debat nog één stap verder te brengen, ik vrees met grote vreze dat dit kabinet zich al wel heeft gebonden aan bezuinigingsdoelstellingen, maar niet kan waarmaken dat de bestaande inkomenscompensatie voor chronisch zieken en gehandicapten in de nieuwe regeling van kracht blijft en bovendien ook nog eens geld over heeft om het niet-gebruik, dat substantieel zou zijn, terug te dringen. Ik vrees dat het budget daarvoor onvoldoende is. Daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, voor 1 november 2007 een nieuwe regeling buitengewone uitgaven chronisch zieken en gehandicapten, waarbij chronisch zieken en gehandicapten er niet op achteruitgaan en het bestaande niet-gebruik substantieel wordt teruggedrongen, naar de Kamer te sturen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Vendrik. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 53(31200).

Mevrouw Van Gijlswijk (SP):

Voorzitter. Dit kabinet vindt dat mensen die zorg nodig hebben dat kennelijk aan zichzelf te danken hebben. Dit is niet solidair en niet eerlijk, dit is gewoonweg mensen keihard in hun portemonnee raken, terwijl dat helemaal niet hoeft. Wij hebben deze regeling ooit bedacht omdat wij als beschaafde mensen weten dat ziekte geen onderscheid maakt tussen arm en rijk, jong en oud, werkend en niet-werkend. Dat kan iedereen overkomen, ook u en mij. Als het gebeurt, staan wij voor elkaar klaar. Dat willen wij graag zo houden. Daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om de belastingaftrek voor bijzondere ziektekosten niet te beperken en dit te dekken uit een verhoging van het toptarief in de inkomstenbelasting met 2 procentpunt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gijlswijk. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 54(31200).

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Ik dank de regering voor de heldere beantwoording. Wij zijn blij dat wij in het eerste kwartaal over een uitgewerkt en concreet voorstel zullen beschikken waarover wij dan kunnen discussiëren en waarin wij eventueel kleine verandering kunnen aanbrengen. Zorgvuldigheid is echt vereist bij de compensatie voor chronisch zieken en gehandicapten. Dat kan niet in een spoeddebat. De minister is daarin buitengewoon helder geweest.

Ik ben blij dat hij de kans neemt om goed overleg te plegen, juist met de groepen voor wie dit bedoeld is. Ik zie met belangstelling uit naar de brief van volgende week met nadere uitleg over de TBU en over de vraag waar het geld precies blijft.

De heer Tang (PvdA):

Mevrouw de voorzitter. Ik dank het kabinet voor de beantwoording. Dit debat is, zoals wij al bij de regeling meldden, ontijdig en voorbarig. Wij willen dat het kabinet zorgvuldig studeert op een regeling in overleg met bijvoorbeeld de CG-Raad en daarbij ook studeert op de inkomenseffecten die ervan te verwachten zijn. Uiteindelijk moeten wij de doelstelling voor ogen houden dat deze regeling gerichter moet worden naar draagkracht en ook uitvoerbaar moet zijn. Wij denken dat hier een schone taak voor het kabinet ligt. Wij zijn blij met de toezegging van het kabinet dat de onzekerheid die er zou kunnen zijn, zo snel mogelijk wordt weggenomen door te komen met een voorstel in het eerste kwartaal.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Stel dat het kabinet straks met een regeling komt waaruit blijkt dat er eigenlijk een budgettair tekort is. Dat zou kunnen. Ik neem aan dat de Partij van de Arbeid dan als eerste hier staat om een spoeddebat aan te vragen om met deze bewindslieden af te spreken dat een deel of de gehele bezuiniging van 250 mln. van tafel gaat. Zo zorgvuldig willen wij toch wel met die groep omgaan.

De heer Tang (PvdA):

Wij willen natuurlijk zorgvuldig zijn. Uw vraag tekent al waarom dit debat ontijdig is. Stel dat! Dat is precies wat het probleem van dit debat is. Dit debat draagt niet bij aan zekerheid en leidt eerder tot gevoelens van onzekerheid over wat er gaat gebeuren met de buitengewone uitgaven.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Maar wie bezuinigt er nu 250 mln. zonder dat enig beeld bestaat van de consequenties? Dat bent u! U bent erover begonnen! Het was niet eens het kabinet; ik kan het niet eens het kabinet kwalijk nemen. U bent het, u creëert onzekerheid, u maakt er een zootje van! En dan zegt u dat dit debat ontijdig is? Kom nou!

De heer Tang (PvdA):

Mijnheer Vendrik, u weet donders goed dat deze regeling gerichter kan en beter kan. Ik hoor u niet over het niet-gebruik. Dat wordt maar niet teruggedrongen. Hier ligt een grote kans om deze regeling beter te maken. U kijkt alleen maar naar de mensen die er wel recht op hebben en er gebruik van maken, maar je moet ook eens kijken naar de mensen die er recht op hebben en er geen gebruik van maken.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik heb er een motie over ingediend!

De heer Weekers (VVD):

Mevrouw de voorzitter. De regeling kan inderdaad beter en gerichter. Daar ben ik het mee eens en daar ben ik mijn betoog in eerste termijn ook mee begonnen. Wij moeten echter wel weten hoe de nieuwe regeling eruit komt te zien, voordat wij een greep in de kas doen.

Ik mis een groep. Dat kwam zojuist in het interruptiedebatje met de heer Van Dijck aan de orde. Dat zijn de mensen die in enig jaar buitensporig veel ziektekosten hebben. Volgens mij worden die helemaal vergeten in de nieuwe regeling. Ik vraag het kabinet om juist op dit punt nog even in te gaan.

Voorzitter. Het kan niet zo zijn dat eerst het budget wordt geplunderd en dat vervolgens het gekortwiekte budget de maat der dingen wordt. Dat roept bij mij herinneringen op aan de Wet voorzieningen gehandicapten die in 1993 werd gecentraliseerd. In sommige gemeenten werd die heel goed toegepast, maar in andere gemeenten was het budget de maat der dingen. Er werden een aantal mensen, de meest kwetsbaren in de samenleving, aan willekeur onderworpen. Wij moeten dat echt voorkomen als wij de huidige fiscale regeling ombouwen.

Ik heb de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat nog volstrekt onduidelijk is hoe de nieuwe regeling voor buitengewone uitgaven per 1 januari 2009 eruit gaat zien;

overwegende dat niet duidelijk is wat het benodigde budgettaire beslag zal zijn;

overwegende dat over de invulling van de nieuwe regeling nog overleg wordt gevoerd met de CG-Raad en de VNG;

overwegende dat nu al extra bezuinigen op de buitengewone-uitgavenregeling bovenop de taakstelling uit het regeerakkoord voorbarig is;

verzoekt de regering:

  • 1. voor de behandeling van het Belastingplan 2008 met uitgewerkte voorstellen te komen voor een nieuwe regeling voor buitengewone uitgaven, bij voorkeur in de fiscale sfeer;

  • 2. voldoende middelen te reserveren voor deze regeling en niet bovenop de taakstelling uit het regeerakkoord nog meer te bezuinigen op de buitengewone-uitgavenregeling;

  • 3. de afschaffing van de buitengewone-uitgavenregeling per 1 januari 2009 uit het Belastingplan te halen en besluitvorming daarover pas aan de Kamer voor te leggen als volstrekte helderheid bestaat over de inhoud, reikwijdte en het budgettaire beslag van een nieuwe regeling,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Weekers. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 55(31200).

De heer Tony van Dijck (PVV):

Mevrouw de voorzitter. Ook wij zijn teleurgesteld in de antwoorden. Dit kabinet gaat duidelijk over één nacht ijs, het kabinet bezuinigt eerst en gaat dan pas nadenken over hoe een nieuwe regeling eruit moet zien zonder enig onderzoek en inzicht in de consequenties. Ik houd mijn hart vast en dien daarom de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het gebruik van de buitengewone-uitgavenregeling de laatste tien jaar een enorme vlucht heeft genomen;

overwegende dat de regeling "budgettair onbeheersbaar" is geworden;

overwegende dat dit alléén onvoldoende reden is om de regeling zonder meer af te schaffen;

constaterende dat onvoldoende onderzocht is wat de effecten en nadelige gevolgen zullen zijn van een versobering respectievelijk afschaffing van deze regeling;

constaterende dat nog niet bekend is hoe een nieuwe regeling er precies komt uit te zien;

verzoekt de regering, de huidige buitengewone-uitgavenregeling te continueren tot het moment dat precies bekend is welke effecten met een eventueel gewijzigde regeling worden bewerkstelligd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Tony van Dijck. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 56(31200).

De heer Cramer (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik dank het kabinet voor de beantwoording. Het kabinet kondigt aan dat in het eerste kwartaal 2008 een voorstel voor een regeling naar de Kamer komt. Het is goed om te horen dat bij de voorbereiding de expertise van de diverse partijen waaronder de CG-raad, uitgebreid betrokken wordt. Wij wachten met spanning de regeling en de uitwerking daarvan af.

Minister Bos:

Voorzitter. Ik kan het kort houden. De heer Vendrik is teleurgesteld over de antwoorden. Dat begrijp ik. Daarvan heeft hij ook luid kond gedaan. Hij benoemt dat als een herhaling van zetten. Als dat al zo is, heeft dat niets te maken met onwil van onze kant, maar wel met de ontijdigheid van het moment waarop de vragen gesteld worden. Alle vragen worden beantwoord op het moment dat wij daartoe in staat zijn op basis van zo accuraat mogelijke informatie. Het lijkt mij dat dit in het belang is van de Kamer en zeker ook in het belang van de betrokken groepen in de samenleving.

De heer Vendrik kondigde aan dat hij het bijna een punt van orde vindt. Ik ga daar niet over, maar hij sprak mij ook aan met die opmerking. Ik zou daarom willen zeggen dat ik hier zeker een principieel punt aan de orde vind, namelijk in hoeverre wij spoeddebatten feitelijk laten ontaarden in debatten waarin alles behandeld gaat worden wat al voor plenaire behandeling op een later moment gepland en vastgesteld is. Wat mij betreft kan dat nooit de bedoeling van een spoeddebat zijn.

De voorzitter:

U stelde terecht vast dat de Kamer haar eigen orde bepaalt.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Mevrouw de voorzitter. Misschien moet ik het punt van orde dan nu maar maken en u verzoeken, daarover na te denken en daarover wellicht het gesprek in het Presidium aan te gaan. Ik vind het ongelooflijk dat een kabinet met voornemens komt, voornemens van de coalitie overneemt, in het bijzonder die bezuiniging van 250 mln., en bij herhaling de logische vraag hoe dat verantwoord wordt en wie dat betaalt, uit de weg gaat en vervolgens hier in de Kamer komt zeggen dat die vraag ontijdig is, terwijl het kabinet zelf die bezuiniging van 250 mln. heeft omarmd! Ik vind dat echt de wereld op zijn kop. Ik zou u willen verzoeken, daarover na te denken. Ik vind dat hier de informatiepositie van de Kamer in het geding is. Als het kabinet een besluit neemt, zal het kabinet daarvoor goede redenen hebben en die mogen wij vernemen, niks meer en niks minder. Dat heb ik bij herhaling gevraagd, ook vorige week, en die vragen worden niet beantwoord. Dat vind ik het ontluisterende punt van dit debat, niet de ontijdigheid maar het elementair gebrek aan duidelijkheid, terwijl die bezuiniging gewoon blijft staan. Dat vind ik een punt van orde waard. Wellicht dat u wilt nadenken over de vraag, hoe dat in het verkeer tussen parlement en Kamer in de toekomst moet.

De voorzitter:

Uw eigen fractie neemt deel aan het Presidium. Ieder onderwerp kan aangemeld worden in het Presidium. Een Kamermeerderheid bepaalt wat er hier gebeurt.

Minister Bos:

Voorzitter. Als er een regeer- of coalitieakkoord wordt voorgelegd aan de Kamer, bestaat dat voor 80% tot 90% uit voorstellen die financiële implicaties hebben, zonder dat precies is uitgewerkt hoe ze in elkaar zitten. Het is dus een volstrekt normaal parlementair gebruik om vroegtijdig aan te geven in welke richting voorstellen gedaan worden en wat de financiële consequenties ervan zijn. Op een later moment, maar wel tijdig, wordt dan verantwoording afgelegd over de specifieke uitwerking.

Mevrouw Van Gijlswijk zei dat ziekte iets is wat rijk en arm treft. Dat ben ik zeer met haar eens. Als zij dat echt meent, neem ik aan dat de SP nooit meer zal pleiten voor inkomensafhankelijke ziektekostenpremies.

Met de moties van de heer Van Dijck en van de heer Vendrik wordt gevraagd om een vroegere toezending van de nieuwe regeling dan wij hebben toegezegd en kunnen toezeggen. Ik wil aanneming van deze moties om die reden ontraden. De moties van mevrouw Van Gijlswijk en van de heer Weekers bevatten voorstellen die haaks staan op de voorstellen die ik hier vandaag verdedig. Om die reden ontraad ik aanneming ervan.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Wij zullen aanstaande dinsdag over de moties stemmen.

De vergadering wordt van 11.37 uur tot 12.15 uur geschorst.

Naar boven