Aan de orde is het spoeddebat over personele problemen bij de Marechaussee.

De voorzitter:

Met u is afgesproken een spreektijd van drie minuten per fractie. Ik ga ervan uit dat u zich daarop hebt geprepareerd.

De heer Heerts (PvdA):

Voorzitter. In verband met ziekte van collega Angelien Eijsink vervang ik haar hier vanavond op dit tijdstip.

Op 1 april jongstleden zijn vragen van collega Haverkamp gesteld over een interview met generaal Beuving in De Telegraaf, een afscheidsinterview zoals wij dat wel vaker kennen van een vertrekkende generaal: veel borstklopperij en zorgen over de toekomst, die op onderdelen best terecht zullen zijn. Maar de vraag wat deze generaal daar zelf aan heeft bijgedragen of nagelaten, is niet gesteld. De beantwoording van de ministers vond ik rommelig overkomen, maar uiteindelijk heeft mijn fractie genoegen genomen met de uitkomsten. Cijfers duizelden, minister Van Middelkoop erkende "onvoldoende medewerkers bij de instroom", minister Hirsch Ballin gaf aan dat het echte knelpunt zat in het verloop; kortom gedoe. Wij lieten het erbij totdat op donderdag 3 april het Algemeen Dagblad groots uitpakte: Marechaussee zelf oorzaak langere wachttijden op Schiphol, rijen door personeelstekort, gemopper aan de grens.

Laat een ding duidelijk zijn: mijn fractie heeft grote waardering voor het werk van de Koninklijke Marechaussee en daar doet zij ook niets aan af. Mijn fractie zet echter grote vraagtekens bij de communicatie tussen de Marechaussee en het ministerie van Defensie en wellicht ook Justitie in dezen. Ik heb vanavond geen zin meer in gedoe en gezeur over getallen, ondanks de poging van de minister van Defensie om door middel van de brief van 8 april jongstleden licht in de duisternis te scheppen; bij dezen dank voor die brief. Mijn fractie heeft de volgende vragen.

Erkent de minister van Defensie dat ten tijde van het uitgekomen en door de minister gefiatteerde interview met de heer Beuving op zondag 30 maart de heer Beuving kennis moeten hebben gehad van een Markering special, het interne informatieblad op Schiphol van de Marechaussee? Het betreft een uitgave die op maandag 31 maart is uitgebracht en juist volledig en alleen ging over de knelpunten bij de grensbewaking op Schiphol. Dat interview aan het interne blad moet voor 31 maart hebben plaatsgevonden met de desbetreffende hoofdofficier. Is de minister van Defensie met mij van mening dat dit echte interview door de werkers in het veld meer in de buurt komt van de waarheid dan de poging van generaal Beuving om zijn straatje schoon te vegen?

De vol trots gepresenteerde reorganisatie van Beuving komt daarmee toch tenminste in een ander daglicht te staan op het onderdeel Schiphol. Daarbij wil ik wel zeggen dat de reorganisatie van de Marechaussee zoals generaal Beuving die heeft opgepakt op zichzelf een goede zaak is geweest en nog steeds is, want ik heb begrepen dat die nog niet af is. Ik heb er op zichzelf wel vertrouwen in dat het door generaal-majoor Dick van Putten voortvarend zal worden opgepakt.

Hoe zit het nu echt met de werksfeer op de Dienst Grensbewaking? Zijn getalletjes niet heiliger geworden dan mensen? Klopt het dat er op dit moment een werkbelevingsonderzoek loopt bij de Dienst Grensbewaking op Schiphol? Is het mogelijk dat het management op Schiphol en in Den Haag hier onvoldoende leiderschap heeft getoond? Was de minister van Defensie zelf op de hoogte van de bijzondere uitgave op Schiphol van dat interne blad ten tijde van het vragenuur op 1 april jongstleden?

De voorzitter:

Kunt u geleidelijk aan afronden?

De heer Heerts (PvdA):

Ja, de minister van Justitie zit er ook nog bij, dus een vraag aan de minister van Justitie. Hoe zit het met de afspraken over de wachtrijen tussen de luchthaven Schiphol en de Marechaussee? Is er hier nog voldoende sprake van de balans tussen het veiligheidsbelang en de economische belangen die de luchthaven de Marechaussee oplegt? Burgers zullen uiteindelijk ook wel begrijpen dat snelheid en veiligheid soms conflicteren, maar kunnen managers die meer interesse hebben in cijfers dan in mensen dat ook?

Tot slot. Mijn fractie wil van het kabinet vanavond de garantie dat er deze zomer geen onnodige wachtrijen ontstaan op Schiphol en dat wij niet weer een spoeddebat moeten aanvragen. Nu dit debat al in april wordt gehouden, lijkt het mij dat de nodige maatregelen kunnen worden genomen zonder dat er binnen de Marechaussee weer mensen uit Twente en andere delen van het land naar Schiphol moeten gaan om de situatie daar te redden. Met een kleine tweeduizend marechaussees op vier vierkante kilometer moet dat toch lukken.

De heer Haverkamp (CDA):

Voorzitter. Even hiervoor hebben wij als Tweede Kamer gesproken over Sudan. Ondertussen zijn wij aangekomen op Schiphol. Aangezien Sudan een niet-Schengenland is moeten wij dan langs de paspoortcontrole. De grote vraag is of die op dat moment aanwezig is. Want op dit moment is er een wat diffuus beeld ontstaan voor mijn fractie. Regelmatig is er berichtgeving over problemen bij de Koninklijke Marechaussee op Schiphol. Tekorten aan personeel, lange wachtrijen bij de paspoortcontroles en kunst- en vliegwerk om de reizigersstromen zorgvuldig af te handelen. De laatste tijd betreft het geen geruchten meer, maar worden er signalen vanuit de organisatie zelf afgegeven. Het CDA maakt zich daar zorgen over. Twee weken geleden luidde de scheidend bevelhebber generaal Beuving de noodklok. Dat was voor ons aanleiding om de ministers van Defensie en van Justitie bij het mondeling vragenuur om uitleg te vragen. De minister van Defensie heeft de Kamer op 1 april gerustgesteld. Laten wij hopen dat het geen 1 aprilgrap was. Het aantal formatieplaatsen op Schiphol is voldoende. De capaciteit is voldoende en de situatie is naar tevredenheid. De ondervulling waar inderdaad sprake van is, wordt ondervangen door marechaussees uit andere districten in te zetten. Voor een langeretermijnoplossing van de ondervulling is een task force opgericht. De zorgen van generaal Beuving moesten zo geïnterpreteerd worden dat ze niet het hier en nu maar de toekomst betroffen. Ik hoor graag de bevestiging van de minister dat deze interpretatie van zijn woorden een juiste is.

Wij waren net als collega Heerts dan ook onaangenaam verrast door het bericht in het Algemeen Dagblad een dag later, waarin de commandant grensbewaking van de Koninklijke Marechaussee Schiphol een beduidend minder rooskleurig beeld gaf dan wij eerder in het debat hadden gehad. Hij maakte in het informatieblad voor zijn personeel gewag van een groot tekort aan personeel dat zorgt voor langere rijen bij de paspoortcontroles. Hij wijt het snelgroeiende tekort aan de reorganisatie die de Koninklijke Marechaussee het afgelopen jaar landelijk heeft doorgevoerd. Daardoor zijn er volgens de commandant in een jaar tijd 180 vacatures ontstaan op een totaal van 520 grensbewakers. De commandant omschrijft het als volgt. De reorganisatie is goed geweest voor de marechaussee maar niet voor de grensbewaking op Schiphol en het gevolg zien wij terug in de resultaten. De wachttijden zijn vaak te lang waardoor het gemiddeld te lang duurt voordat de passagiers door onze filters gaan. Dit is geen toekomstmuziek maar gaat toch echt over het hier en nu.

Allereerst heb ik een aantal vagen over deze situatie. Klopt de bewering dat in een jaar tijd 180 vacatures zijn ontstaan en dat deze te wijten zijn aan de landelijke reorganisatie? Gaat het de Koninklijke Marechaussee lukken om de komende zomerdrukte het hoofd te bieden? Zoals de minister al aangaf, worden tijdelijk marechaussees uit andere districten ingezet, maar feitelijk worden daarmee gaten met gaten gevuld. Kan de minister aangeven wat de consequenties hiervan zijn?

Het luchtvaartverkeer groeit, niet alleen op Schiphol, maar ook op andere vliegvelden in de Nederland. Zolang geautomatiseerde methoden en technieken van afhandeling voor grensverkeer ontbreken, zullen daarvoor meer marechaussees nodig zijn. Wij verzoeken de minister van Defensie dit spanningsveld onder de aandacht van het kabinet te brengen. Wij vragen van hem de harde toezegging dat er een eind komt aan de bizarre situatie dat onze Koninklijke Marechaussee de ruimte die ze nodig heeft om uitvoering te geven aan haar wettelijke taken, van de luchthaven moet huren tegen commerciële tarieven.

De heer Boekestijn (VVD):

Mijnheer de voorzitter. Om herhaling te voorkomen, kan ik mijn bijdrage heel kort houden. Er is eigenlijk maar één politiek relevante vraag in dit dossier. Het interview met de heer Beuving is natuurlijk zeer verontrustend. Het gaat hierbij om een onderbezetting. Terwijl wij hoopten dat het aangepakt zou worden, blijkt het toch allemaal veel minder rooskleurig te zijn. De enige politiek relevante vraag is welke garantie de minister ons kan geven dat dit probleem nu werkelijk aangepakt gaat worden. Ik wil er nog een persoonlijke noot aan toevoegen. Toen ik met mijn vrouw en kinderen naar Noorwegen ging heb ik een onvoorstelbare rij meegemaakt op Schiphol bij de paspoortcontrole. Die was zo groot, dat ik mijn vliegtuig gemist heb. Dus er is ook nog een persoonlijk belang gemoeid met deze vraag.

De voorzitter:

En dat nog zonder last en ruggespraak!

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. Een kans om te debatteren over de onderbezetting bij de Koninklijke Marechaussee laat ik nooit schieten. Dat weet deze minister. De fractie van de PVV maakt zich namelijk ernstig zorgen over de onderbezetting bij de Koninklijke Marechaussee. Het gegoochel met cijfers van deze minister, die ons moet laten geloven dat het perso­neelstekort goed is aangepakt, is te doorzichtig. In totaal gaat het om 180 vacatures op een formatie van 520 bij Schiphol. Uit de beantwoording van de vragen van mijn collega Heerts begrijp ik dat in ieder geval door detacheringen 67 vacatures zijn opgevuld. De minister verklaart dat er in april nog eens 40 detacheringen extra bijkomen. Dat betekent dat 107 van die 180 vacatures tijdelijk zijn opgevuld. Er blijven nog 78 vacatures over op het totaal van 520 personeelsleden. Dit is een bezettingsgraad van 85%, terwijl dit voor de gehele Koninklijke Marechaussee 96% is. Dit vind ik echt niet acceptabel.

Dan hebben wij het hier alleen nog maar over een formatiesterkte. Dit is niet de feitelijke sterkte, want dan komen er een hele hoop dingen bij. Ook vanuit die groep worden er mensen gedetacheerd en vallen er mensen af, zijn mensen zwanger en zijn mensen ziek. Ik krijg daarover graag cijfers van de minister. Hoe hoog is het ziekteverzuim op dit moment op Schiphol? Hoe zit het met het ziekteverzuim bij de gehele Koninklijke Marechaussee?

Onze grensbewaking dient voor de bescherming van dit land absolute topprioriteit te hebben. Daarom maakt de fractie van de PVV zich daar ook zo druk om. Het gaat uiteindelijk om de bescherming van de landsgrenzen. Is de minister het met mij eens dat zeker in het komende halfjaar de bezettingsgraad minimaal 96% moet zijn, evenals het landelijke gemiddelde voor de Koninklijke Marechaussee? Daar wil ik graag een reactie op. Als hij het met mij eens is, wil ik graag weten hoe hij dat gaat regelen.

Minister Van Middelkoop:

Voorzitter. Ik dank de Kamer voor de aandacht voor dit onderwerp. Het is zeker de moeite waard. Schiphol is een van onze mainports. Schiphol is belangrijk voor de Nederlandse economie. Wij mogen dan ook hoge eisen stellen aan de manier waarop wij Schiphol inrichten, voor zover de overheid daar een rol bij speelt.

De heer Heerts heeft met gemengde waardering gesproken over het interview van generaal Beuving. Ik kan mij daar wel in vinden, zeker bij het woord "waardering", maar dat heb ik bij het vragenuurtje destijds ook al aangegeven. Laat er geen misverstand over bestaan, generaal Beuving heeft een aantal opmerkingen gemaakt voor de lange termijn. Ik heb eerlijk gezegd veel liever dat iemand die afscheid neemt uitspraken doet over de lange termijn, daarmee tot uitdrukking brengend dat hij ook nog een verantwoordelijkheid ziet terwijl hij geen bevoegdheden meer heeft, dan dat iemand in een interview met van alles uit het verleden afrekent. Goed, dit is het op een wat andere manier uiten van mijn waardering voor het interview, zoals ik dat een paar weken geleden ook heb gedaan. Dat neemt niet weg dat wat hij gesignaleerd heeft zeer de moeite waard is. De heer Heerts mag daar ook naar vragen.

De heer Heerts overviel mij enigszins met een heel feitelijke vraag, namelijk of generaal Beuving tijdens dat interview kennis had van de inhoud van het artikel in het blad de "Markering". Nu is generaal Beuving hier in de zaal, dus ik heb snel laten informeren of hij dat wist. Nee, dat wist hij niet. Dus daarmee ontvalt misschien enige grond aan verdere vragen.

Ik vond het minder aardig van de heer Heerts dat hij het had over het door generaal Beuving schoonvegen van zijn straatje. Dat lijkt mij misplaatst. De generaal heeft zeer veel betekend voor de Koninklijke Marechaussee en dus ook voor Schiphol. Daar wil ik aan vasthouden.

De heer Heerts stelde ook een vraag over het onderzoek naar de werksfeer. Dat is, denk ik, alleszins gerechtvaardigd en nodig. Wij hebben te maken met een hoge werkdruk en vaak ook met eentonig werk. Meer variatie moet mogelijk worden gemaakt, evenals meer ontplooiingsmogelijkheden. Daar proberen wij wegen voor te zoeken. Het allerbelangrijkste is dat het probleem voor de korte termijn wordt opgelost. Als de minister van Justitie nog iets wil zeggen over de lange termijn, dan horen wij dat wel. De heer Heerts was niet de enige; ook de heer Brinkman was daar zeer krachtig over, net als de heren Boekestijn en Haverkamp. Bij de korte termijn spreken wij natuurlijk in het bijzonder over deze zomer. Het mag duidelijk zijn dat evenals bij het vragenuurtje twee weken geleden, de regering een inspanningsverplichting heeft aanvaard. Wij kunnen ook moeilijk anders. Dat hebben wij al veel eerder gedaan, maar dat doen wij zeker nu om ervoor te zorgen dat wij ons deze zomer zullen houden aan de afgesproken normering, waar de heer Brinkman naar verwees. Wat dat betreft verandert er niks aan de situatie die al lang bestond. Wij hebben natuurlijk wel de problemen onder ogen moeten zien van het grote aantal vacatures, namelijk 178. Dat getal heb ik ook in de brief aan de Kamer vermeld. In die brief heb ik ook gemeld hoe wij hebben geprobeerd een voorziening te treffen zodanig dat wij met enig vertrouwen – ik sta mijzelf hier niet groter te maken dan ik ben – onze belofte kunnen waarmaken over Schiphol voor deze zomer. Op de lange termijn is er meer nodig. Collega Hirsch Ballin heeft veertien dagen geleden al gewezen op het rapport-Gerdessen. Laat ik daar op dit moment even mee volstaan.

De heer Brinkman zegt dat ik een beetje gaten met gaten zit te vullen. De formulering is makkelijk, maar er zit wel iets in. Daarom zeg ik ook dat je dat niet lang kunt volhouden. Het is overigens best mogelijk om aan een grote organisatie met enige flexibiliteit zoals de Koninklijke Marechaussee voor een zekere periode capaciteit te onttrekken om die vervolgens in te zetten waar dat echt nodig is. Daar zijn wij mij bezig, maar als de heer Brinkman mij voorhoudt dat ik dat niet lang volhoud, dan heeft hij daarin gelijk.

Het was overigens de heer Haverkamp die de uitdrukking "gaten met gaten vullen" gebruikte, maar ik neem aan dat de heer Brinkman er geen grote bezwaren tegen heeft om dat te onderschrijven.

De heer Brinkman (PVV):

Nee, daar heb ik geen bezwaren tegen.

Zegt de minister nu dat hij bereid is om de 96% bezettingsgraad die ik heb aangehaald, te garanderen voor de komende zes maanden?

Minister Van Middelkoop:

Ik geef er de voorkeur aan om het te formuleren zoals ik dat heb gedaan. De normering die geldt en die een verplichting voor onszelf betreft, handhaven wij gewoon. Brengen wij die normering naar beneden, wat een heel luie oplossing zou zijn, dan heb je inderdaad langere wachtrijen, maar dan kunnen wij wel zeggen dat wij aan onze verplichting hebben voldaan. Zo gaan wij niet opereren. Wij erkennen dat een spanning groeit tussen de hoge normen – maar dat zijn wij verplicht tegenover Schiphol – en de inzet om dat waar te maken. Dat hebben wij al eerder gedaan; dat is ook terug te vinden in het interview met generaal Beuving. Wij gaan op die weg gewoon verder. Op de regering rust de inspanningsverplichting om ook deze zomer aan die normen te voldoen.

De heer Haverkamp heeft nog een vraag gesteld over een geheel andere materie, namelijk over de huurtarieven die Schiphol in rekening bracht en wellicht in rekening gaat brengen aan de Koninklijke Marechaussee voor het gebruik van ruimten in de terminalgebouwen. Wat hij daarover zei is waar. Zelfs de Koninklijke Marechaussee en zelfs het ministerie van Defensie moeten er rekening mee houden dat zij af en toe op de markt moeten opereren en dat zij af en toe met marktprijzen worden geconfronteerd. Ik zeg dat met enige teleurstelling. In het verleden is altijd erkend dat wij een bijzondere gebruikspartner van Schiphol waren. Waarom dat zo was, hoef ik niet uit te leggen. Strikt juridisch kan ik de NV Schiphol niet kapittelen als een eerder gesloten akkoord op enig moment wordt opgezegd. Dat is gebeurd. Wij blijven proberen om Schiphol te overtuigen van de bijzondere aard van de Koninklijke Marechaussee en de bijzondere relatie. Dat hadden zij al eerder moeten weten, maar ik denk dan ook aan een vertaling daarvan naar een wat redelijker huurniveau. Wij hebben echter met een commerciële partner te maken.

De heer Haverkamp (CDA):

Voorzitter. Ik realiseer mij terdege dat wij nu een gesprek hebben met de minister van Defensie en dat dit grotendeels het terrein van zijn collega van Financiën betreft. De tarieven van Schiphol worden gebaseerd op een algemene maatregel van bestuur die gemaakt wordt door onze eigen regering. Mag ik de minister van Defensie vragen om zijn collega van Financiën uit te nodigen om die algemene maatregel van bestuur zo aan te passen dat de tarieven die de Koninklijke Marechaussee moet betalen, gewoon in het lage tarief vallen? Die bevoegdheid heeft de regering zelf. Ik weet dat ik de minister hiermee overval, maar kan hij hier schriftelijk op reageren na overleg met zijn collega? Als dat binnen twee weken zou kunnen, zou ik dat buitengewoon op prijs stellen.

De voorzitter:

Het is maar ten dele binnen de orde van dit debat, maar goed!

Minister Van Middelkoop:

Geeft u mij daar even de tijd voor! Ik weet namelijk niet helemaal zeker of de redenering van de heer Haverkamp klopt. Maar goed, ik ga nu niet improviseren. Ik zal hier nog eens naar laten kijken. Ik weet op dit moment niet beter dan dat Schiphol als private partij gewoon bepaalde vrijheden heeft en die kennelijk op een manier gaat inzetten – waartoe Schiphol weliswaar bevoegd is – die ik betreur. Is er in de sfeer van regelgeving en tarieven wellicht iets aan te doen? Ik zal daar naar laten kijken zonder dat ik op dit moment enige toezegging doe. Laat staan dat ik dat al zou durven namens de minister van Financiën! Maar de zaak is interessant genoeg om ernaar te kijken. Ik zal een moment zien te vinden om het resultaat daarvan aan de Kamer te doen toekomen.

De heer Boekestijn heeft ook zijn opmerking gemaakt over het interview. Die heb ik inhoudelijk inmiddels wel beantwoord. Sta mij toe om vervolgens mijn treurnis – ik moet nu even twee debatten aan elkaar koppelen – uit te spreken over het feit dat de familie Boekestijn er niet in is geslaagd om Noorwegen te bereiken. Zo ziet u dat wij af en toe ook nog wat met elkaar gemeen hebben: de één krijgt geen visum en voor de ander zijn de wachtrijen te lang. Het resultaat is hetzelfde: wij komen niet waar wij graag terecht hadden willen komen. Dat spijt mij verschrikkelijk.

De heer Heerts (PvdA):

Voorzitter. Ik weet niet of de heer Boekestijn in de goede rij stond, in die van Schengen of van niet-Schengen. Dat is echter een andere kwestie.

Ik wil nog iets zeggen over die waardering van hoog toch laag. Dat zit bij mij wel goed. In die zin heeft de generaal Beuving ook heel goede dingen gedaan. Ik heb ook gezegd dat het werk altijd gewaardeerd wordt. Dat wil echter niet zeggen dat wij hier alles kritiekloos volgen. Op dit punt stelt de minister mij echt teleur. Ik wil volstrekte helderheid van hem. Is hij ten minste niet met mij van mening dat de communicatie tussen de marechaussee en Den Haag en tussen Schiphol en Den Haag heel ongelukkig is verlopen? Er is een interview op die zondag gegeven en er is een ander interview dat dan al gegeven moet zijn in het veld. Dat zijn twee interviews binnen één organisatie, binnen zijn ministerie. Is hij met mij eens dat dit dan toch wel hoogst ongelukkig is? Want anders hadden wij hier niet meer gestaan, beste minister!

Minister Van Middelkoop:

Voorzitter. Ik denk dat het niet nodig is om er zo over te spreken als de heer Heerts nu doet. Dat staat nog los van het feit dat in een heel grote organisatie er op verschillende plekken op verschillende momenten interviews worden gegeven – dat weet de heer Heerts als geen ander – en dat de noodzaak om dat voortdurend te coördineren, natuurlijk niet aanwezig is. Maar wat veel belangrijker is, en dat heb ik ook geantwoord in mijn brief aan de Kamer, is dat er niet echt een tegenspraak is tussen het interview van de heer Beuving en het voorwoord in het blad Markering van de heer Rippens, de commandant van de Brigade Grensbewaking Schiphol. Ik neem aan dat wij daarover praten. Daarop heb ik gereageerd in mijn brief. Ik heb in het verlengde van het vragenuurtje uitgelegd dat er niet echt sprake is van tegenspraak en dat het meer te maken heeft met termijnen. De één signaleert de problematiek van het heden. Ik heb vervolgens aan de Kamer uitgelegd hoe wij dat hebben opgelost. Dat hebben wij gedaan op een manier die, het zij nogmaals gezegd, je niet gedurende een lange termijn volhoudt.

De heer Heerts (PvdA):

Voorzitter. Ik wil het niet onnodig hoog opspelen. De minister daagt mij nu ook een beetje uit.

Minister Van Middelkoop:

Dat was niet mijn bedoeling.

De heer Heerts (PvdA):

Dat maakt mij niet uit. Ik ga ook niet alles herhalen. Dat getallengedoe ben ik allang zat. Maar het gaat mij nu om de volgende vraag. Vindt u het op zijn minst niet ongelukkig dat dit binnen één organisatie van uw ministerie gebeurt? Vindt u niet dat dit beter gecoördineerd had moeten worden? Volgens mij zijn er niet zo veel voorlichters die dan met elkaar hoeven te bellen.

Minister Van Middelkoop:

Ik ga dat niet bijvallen. De heer Heerts kent mijn organisatie ook van binnenuit. Hij wil dit signaal kennelijk afgeven. Ik wil dat binnen mijn organisatie best nog eens doorgeven op die plekken die daar in ambtelijke zin het eerste verantwoordelijk voor zijn. Daarmee heb ik nog niet gezegd dat ik mij achter de kritische inhoud van de interventie van de heer Heerts schaar. Nogmaals, in de brief die ik aan de Kamer heb gestuurd, wordt duidelijk gemaakt dat er veel minder spanning bestaat tussen het interview en de andere tekst.

De heer Heerts (PvdA):

Zo goed ben ik niet van de actuele situatie binnen het ministerie op de hoogte. Dat wordt vaak gesuggereerd, maar dat valt reuze mee. Ik heb daarna jaren wat anders gedaan.

Minister Van Middelkoop:

Komt u eens langs.

De heer Heerts (PvdA):

Die uitnodiging zal ik aannemen. Het gaat mij erom dat wij hier niet hadden gestaan als er op donderdag 3 april niet opnieuw perspublicaties waren geweest. Ik heb geen zin om de komende maanden nog een keer terug te komen op de personele problematiek op Schiphol. Mijn fractie wil dat voorkomen. Het wapen ligt ook mij daarvoor veel te na aan het hart.

Minister Van Middelkoop:

Ik heb niet zo veel toe te voegen aan de opmerkingen van de heer Heerts. Ik waardeer ze. Het is de taak van de Kamer om ons scherp te houden op een belangrijk element van ons werk. Voor zover dat zijn intentie is geweest – en ik denk dat dit het geval is – heeft hij zijn doel bij mij bereikt en zal ik dat honoreren in de beleidsontwikkeling van de komende maanden.

Minister Hirsch Ballin:

Voorzitter. Ik heb niet veel toe te voegen aan wat collega Van Middelkoop al heeft gezegd. Er is nog wat aandacht gevraagd voor de langere termijn. In het vragenuur heb ik al gezegd dat wij voor de langere termijn natuurlijk ook aan andere benaderingen kunnen denken. Anticiperend op Europese initiatieven kijken wij naar de mogelijkheid om door het gebruik van technologie het grenstoezichtproces op onderdelen te optimaliseren met een goede balans van mobiliteit en veiligheid. Wij zijn ook in onderhandeling met de VS over een versnelde grenspassage van onderdanen van Nederland en de VS. Dat is een pilot die ook door de Europese Commissie wordt gesteund. Er is ook een pilot uitgevoerd met automatische paspoortlezers. Het gaat om het uittesten van de techniek. Wij zoeken met de andere betrokkenen binnen de overheid en daarbuiten, zoals Schiphol en luchtvaartmaatschappijen, naar mogelijkheden om het hele passagiersproces efficiënter in te richten.

In het vragenuur heb ik al toegezegd dat uiterlijk dit zomerreces bericht zal komen over de werkzaamheden van de werkgroep die bezig is met de inrichting van de passagiersafhandeling op de langere termijn. Daar kijken wij natuurlijk allemaal met belangstelling naar uit. Het zijn geen zaken die van de ene op de andere dag gerealiseerd worden. Dat is u allemaal bekend. De normering van de wachtrijen waarnaar is gevraagd is helder: 10, 6, 6. Wij zien geen reden om die aan te passen. Over de bezetting, de zomerpieken en de winterkoude heeft mijn collega al gesproken.

De heer Heerts (PvdA):

Voorzitter. Dank aan de bewindslieden voor de beantwoording. Ik heb er vertrouwen in dat het goed komt met de hoge normen. Ik zal niet meer vragen hoe het zit met die 10, 6, 6. Ik dank in het bijzonder de minister van Defensie, want op het laatst gaf hij precies aan waar het mij om ging. Daarover zijn wij het zeer eens. Wij moeten zo veel mogelijk voorkomen dat diensten die keihard werken in het landsbelang en het veiligheidsbelang, voortdurend onnodig in de media de maat wordt genomen. Daar ging het mij ook om. Alles wat hij kan doen om dat binnen de organisaties te voorkomen, hoe groot of hoe klein ook, is mij welkom. Hij heeft daarop goed geanticipeerd. Dat laat onverlet dat wij altijd voor verbeteringen open moeten staan. Ik heb goed begrepen dat hij daarmee rekening houdt in zijn toekomstige beleidsontwikkelingen. Ik zal mijn collega Eijsink daarvan op de hoogte stellen.

De heer Haverkamp (CDA):

Voorzitter. Ik hecht eraan namens mijn fractie waardering uit te spreken voor de heer Beuving. Wij spreken in de Kamer soms over individuen die zich niet kunnen verdedigen. Ik vind het belangrijk, aan te geven dat wij buitengewoon veel waardering hebben voor de reorganisatie die hij heeft ingezet binnen de Koninklijke Marechaussee. Hij is hier aanwezig en ik dank hem daar dus hartelijk voor. Het is waarschijnlijk de laatste keer dat wij op deze manier met elkaar kunnen praten. Ik zie op de tribune ook bekenden van hem. Het is ook altijd fijn als die erbij aanwezig zijn.

Voorzitter. Wij zijn hier om de regering te controleren op hetgeen zij aan ons levert. Hoe zij dat doet, is haar probleem en in dit geval het probleem van de minister. Ik wens hem daar buitengewoon veel sterkte mee. De normen staan. Ik wil hier de harde toezegging van de minister dat hij als die normen niet dreigen te worden gehaald, ons informeert en dat ik niet een abonnement hoef te nemen op allerlei dagbladen om te kijken of de heer Boekestijn weer strandt op weg naar zijn vakantieadres.

Aangezien er toch enige onduidelijkheid is ontstaan over de AMvB dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat op dit moment de Koninklijke Marechaussee een commerciële huurprijs betaalt voor die ruimten die zij gebruikt op de luchthaven Schiphol;

overwegende dat hierdoor gelden van de defensieorganisatie minder optimaal worden ingezet dan wenselijk is;

verzoekt de regering, de algemene maatregel van bestuur die ten grondslag ligt aan de tariefstelling op de luchthaven Schiphol zo aan te passen, dat de Koninklijke Marechaussee voor de strikte uitoefening van haar wettelijke taken geen huur hoeft te betalen en voor haar overige werkzaamheden belast zal worden conform het "aviation tarief" en het ontwerp van deze AMvB voor 1 juni 2008, vergezeld van een overzicht van de door andere overheidsdiensten betaalde huur, aan beide Kamers der Staten-Generaal te zenden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Haverkamp. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 13(30176).

Richting de minister merk ik het volgende op. Ik kan mij voorstellen dat deze motie, gegeven de agendering van dit spoeddebat, min of meer buiten de orde valt. Ik kan mij dan ook voorstellen dat de minister er straks niet op kan reageren en aan zijn collegae in het kabinet vraagt om een schriftelijke reactie op de motie. Er wordt dan niet over de motie gestemd voordat die reactie er is. Dit is een werkwijze waarbij ook in deze Kamer zorgvuldigheid kan worden betracht.

De heer Heerts (PvdA):

Voorzitter. Ik wil graag een verduidelijking van de motie. De CDA-fractie hecht aan solide financieel beleid en ik heb hier niet gehoord waar de dekking vandaan moet komen. Dit nog los van de vraag of de motie buiten de orde is. Vindt de heer Haverkamp ook dat hij door Defensie te helpen anderen minder helpt? Of vindt hij dat de gelden voor dit soort oplossingen moeten komen uit hogere ticketheffingen? Dat kan natuurlijk ook. Ik kan mij voorstellen dat zijn collega's niet zo blij zijn dat hij er geen financiële dekking bij levert.

De heer Haverkamp (CDA):

Ik vind het fijn dat de heer Heerts zich er zorgen over maakt of mijn collega's het fijn vinden. Binnen onze fractie is het gebruikelijk zoiets van tevoren te overleggen.

Het is heel praktisch. Wij hebben de privatiseringsdiscussie over Schiphol gehad. Daarin hebben wij met elkaar afgestemd wat wij belangrijk vinden voor de luchtvaart en wat de commerciële activiteiten van Schiphol zijn. Wij hebben een en ander nauw omschreven in een algemene maatregel van bestuur. De KLM's van deze wereld betalen een lage huurprijs, maar op de een of andere manier hebben wij als Nederlandse overheid, zoals ik het maar even formuleer, verzaakt om voor onszelf te regelen dat wij ook onder het lage tarief vallen. De Koninklijke Marechaussee betaalt daardoor nu net zoveel als de taxfreewinkels. Dat is mijns inziens niet terecht. Als uitvoering van de motie geld gaat kosten, dan kost het geld aan het commerciële bedrijf Schiphol. Daar heb ik wat minder moeite mee.

De heer Heerts (PvdA):

Ik begrijp dat het daar geld kost, maar uiteindelijk betalen burgers en bedrijven dat terug. Ik wil de heer Haverkamp het volgende in overweging geven. Er is een groot onderzoek bij Defensie gaande naar de toekomstige financiële borging. Dat gaat natuurlijk over vliegtuigen, tanks en dat soort dingen. Daar is een bekende financiële meneer mee bezig. Is het een suggestie om een aspect als de commerciële omgeving in Schiphol er specifiek in mee te nemen? Het is natuurlijk op een toplocatie, een van de duurste stukjes van ons land waar de overheid een taak moet uitoefenen. Als de overheid marktconform moet betalen, wordt het misschien allemaal heel erg duur. Als de heer Haverkamp dit een aspect vindt om in dat onderzoek mee te nemen, steunen wij hem daarin volledig.

De heer Haverkamp (CDA):

Wij zijn voor praktische oplossingen voor praktische problemen. Dit dossier speelt al een tijd. Daarom vind ik het zelf niet buiten de orde. Het is ook aan de orde gesteld tijdens het werkbezoek dat wij als vaste commissie voor Defensie aan Schiphol hebben gebracht. De Koninklijke Marechaussee heeft ons zelf voorgelegd: beste mensen, wij hadden eerst een herenakkoord met Schiphol dat wij er tegen een laag tarief konden zitten, maar door allerlei omstandigheden moeten wij opeens het hoge tarief betalen. Toevallig weet ik iets meer van de financiële materie rondom Schiphol. Ik dacht: laat ik hier nu een oplossing voor bieden. Wij hebben zelf de middelen en kunnen zelf een wettelijke basis bieden waardoor wij het lage tarief gaan betalen voor dienstverlening aan de luchthaven Schiphol. Ik vind dat niet geheel onlogisch. Ik wacht de reactie van het kabinet op mijn motie af. Afhankelijk daarvan houd ik haar aan, breng ik haar in stemming of trek ik haar in.

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. Ik dank de zeer gewaardeerde generaal Beuving voor zijn signaal. Hij heeft natuurlijk niet voor niets de tekorten bij de Koninklijke Marechaussee te berde gebracht. Om ervoor te zorgen dat collega Boekestijn met zijn familie fatsoenlijk naar Noorwegen kan en hopelijk de minister met zijn visum naar Sudan, stem ik niet in met de belofte tot een inspanningsverplichting. Ik wil een resultaatsverplichting. Ik houd van concrete afspraken. De minister moet mij dat maar niet kwalijk nemen. Ik dien daarom de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat ook na alle noodmaatregelen ter bestrijding van de onderbezetting van de Koninklijke Marechaussee op Schiphol de bezettingsgraad op Schiphol maar 85% is;

overwegende dat de bezettingsgraad over de gehele Koninklijke Marechaussee 96% is;

verzoekt de regering, binnen 1 maand maatregelen te treffen waardoor de vaste bezettingsgraad van de Koninklijke Marechaussee op Schiphol op het landelijk gemiddelde van 96% is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Brinkman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 14(30176).

Ik geef de heer Haverkamp gelegenheid tot het stellen van één verhelderende vraag.

De heer Haverkamp (CDA):

Dat ligt eraan hoe verhelderend het antwoord is van de heer Brinkman. Ik behoud graag het voorrecht om eventueel door te vragen.

De voorzitter:

Ik stel toch voor dat de voorzitter hier gewoon de orde bepaalt. Aan u het woord, nu.

De heer Haverkamp (CDA):

Ik nam uw voorstel ook in overweging. Is de heer Brinkman het met mij eens dat wij moeten sturen op normen? Of de minister daar nu 96% bezettingsgraad voor nodig heeft of 93% maakt niet uit, zolang de normen worden gehaald. Daar staan wij hier toch voor?

De heer Brinkman (PVV):

Zonder mensen haal je die normen niet. Ik heb liever geld in mijn zak om iets te kopen. In dit geval heb ik liever de mensen om mij heen om die normen te halen. Ik heb liever eerst de mensen. Ik ben het helemaal met u eens dat normen belangrijk zijn, maar ik denk dat wij de normen niet gaan halen als wij daar de mensen niet voor hebben.

Minister Van Middelkoop:

Voorzitter. De PvdA-fractie en de heer Heerts in het bijzonder is erin geslaagd om dit onderwerp, waarvan het belang groot is, nog eens extra politiek te agenderen. Ik dank hem daarvoor; dat mag hij doen. Dat is heel goed begrepen door ons. Ik ben wat minder stellig ten aanzien van het homogeniseren van communicaties binnen de organisatie, maar ik vind het beter om naar voren te kijken. Dit debat zal ongetwijfeld ook binnen de organisatie, zeker het relevante deel daarvan, de Koninklijke Marechaussee, aandacht krijgen. Eenieder weet hoe belangrijk Schiphol is en hoe belangrijk het werk van de Koninklijke Marechaussee voor Schiphol is. Voor zover het nodig is, zal de zorgvuldigheid waarmee interviews worden gegeven alleen maar groter worden.

De heer Haverkamp maakte enkele vriendelijke opmerkingen aan het adres van generaal Beuving. Strikt formeel verdedigt de minister natuurlijk de commandant van de Koninklijke Marechaussee. Dat is op zichzelf een robuuste uitspraak. Ik ben de politiek verantwoordelijke, maar ik heb heel goed begrepen dat de heer Haverkamp de langetermijnvisies en de zorgen daarin heeft opgemerkt en waardevol heeft geacht.

Zowel de heer Heerts als de heer Haverkamp heeft gesproken over de normering. De minister van Justitie en ik hebben geen enkele reden om daarin verandering aan te brengen. Laten wij er ook niet dramatischer over spreken dan nodig is. De norm wordt af en toe net niet gehaald en het jaar daarop weer wel. Mede door de reorganisatie bij de Koninklijke Marechaussee zijn wij enigszins overvallen door het behoorlijk grote aantal vacatures. Wij hebben echter een voorziening getroffen voor de korte termijn. Dat is tevens het antwoord op de motie van de heer Brinkman. Hij vraagt mij, maatregelen te treffen binnen een maand. Ik kan hem zeggen: wij zijn daarmee bezig. Dit is echt geen flauwekul. Deze motie voegt echt niets toe aan datgene wat wij aan het doen zijn. Wij zullen gewoon de norm blijven handhaven en doen ons uiterste best om daaraan te voldoen. Ik hoop dat de heer Brinkman daarop vertrouwt, maar er is zeker geen reden om de normering te veranderen. Ik vind de motie dus overbodig.

De motie van de heer Haverkamp ligt inderdaad een beetje buiten het geagendeerde onderwerp. Uit het dictum pak ik de uitspraak op dat de Koninklijke Marechaussee geen huur hoeft te betalen. Dat is een buitengewoon aangename formulering, maar ik weet niet zeker of de aanvaarding van die motie mij de ruimte geeft om dat ook waar te maken. Daarom vraag ik de Kamer, mij even de tijd te geven om dit uit te zoeken. Ik zal proberen om voor de stemming van aanstaande dinsdag schriftelijk op deze motie te reageren, maar vraag de Kamer, mij eventueel wat ruimte te geven als dit wat langer zou duren. De indiener weet dan wat hij kan doen bij het beantwoorden van de vraag of de motie al dan niet in stemming moet worden gebracht.

De heer Haverkamp (CDA):

Ik heb de bewindslieden gevraagd of zij bereid zijn om de Kamer te informeren als zij de norm niet halen, zodat wij niet afhankelijk zijn van perspublicaties.

Minister Van Middelkoop:

Als de Kamer zo'n vraag stelt, doen wij dat vanzelfsprekend, voorzitter. Mijn excuus dat ik de vraag niet heb beantwoord. Ik vraag mij af wat het beste moment is om dat te doen. De minister van Justitie heeft in het vorige debat een uitspraak gedaan over een regeringsreactie op het rapport-Gerritsen. Misschien kan een en ander worden gecombineerd, maar laten wij afscheid nemen van elkaar met de verzekering van mijn kant dat wij de Kamer zullen informeren. Ik vraag de Kamer, ons even de ruimte te geven om te bezien wat de meest efficiënte wijze daarvoor is.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Wij zullen aanstaande dinsdag stemmen over de motie die door de heer Brinkman is ingediend. Of wij dan ook stemmen over de door de heer Haverkamp ingediende motie hangt ervan af of het door de minister van Defensie toegezegde antwoord dan al binnen is. Als dat niet het geval is, stemmen wij later over die motie, dat wil zeggen na het reces.

Ik dank al degenen die ons tot op dit late uur hebben ondersteund. Dat gebeurt nu al een paar avonden achtereen. Ik dank hen voor de goede ondersteuning, waardoor de Kamer goed heeft kunnen functioneren.

Sluiting 23.03 uur

Naar boven