Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat het VAO betalingen aan Nederlanders in VN-dienst, voor vanavond gepland om 19.30 uur, gewoon doorgaat. Het spoeddebat over hetzelfde onderwerp is daarmee vervallen.

Ik zie de heer De Wit nog niet. Het woord is daarom aan mevrouw Van Velzen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Mijnheer De Wit zit nog in een debat. Ik vraag daarom mede namens hem om het verslag van het algemeen overleg van gisteren over de leidraad voor bewerkelijke zaken op de agenda te zetten.

De voorzitter:

Ik stel voor om dat volgende week op de agenda te plaatsen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Brinkman.

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. Ik wil graag twee VAO's op de agenda laten zetten. Het gaat om het AO over defensiepersoneel en het AO over Afghanistan, beide van gisteren.

De voorzitter:

Wij zullen proberen om die volgende week op de agenda in te plannen.

Het woord is aan mevrouw Gesthuizen.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Bij dezen het verzoek om een brief van de staatssecretaris van Economische Zaken en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in verband met de vastgelopen onderhandelingen tussen het bedrijf TNT en de bonden. Graag een reactie met de visie van het kabinet op de gevolgen voor de arbeidsverhoudingen in de postmarkt en de conclusie die daaraan verbonden dient te worden met het oog op de liberalisering van de postmarkt. Ik verzoek om deze brief voor aanstaande dinsdag 12.00 uur te ontvangen.

De heer Aptroot (VVD):

Waarom moeten wij ons bemoeien met een private kwestie tussen werkgever en werknemers en vakbonden? Of is het de bedoeling van mevrouw Gesthuizen om in het kader van universele dienstverlening te zeggen dat de staking niet door mag gaan of om andere bedrijven de kans te geven om in te springen? Ik neem aan van niet.

De voorzitter:

Wij doen nu het debat niet. Ik heb de heer Aptroot geen bezwaar horen uitspreken.

De heer Aptroot (VVD):

Ik heb bezwaar tegen brieven die nergens op slaan. Waarom is het nodig dat de Kamer een brief vraagt over een arbeidsconflict bij een bedrijf?

De voorzitter:

Ik stel voor om nu niet te discussiëren over de inhoud van de brief. Ik geef mevrouw Gesthuizen nog eenmaal de gelegenheid om haar wens toe te lichten.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

De heer Aptroot heeft één ding goed begrepen, namelijk dat post op ieder moment van de dag bezorgd moet worden. Aanstaande woensdag gaat de boel echter plat, ook in Den Haag. Donderdag heeft u dus geen post. Het is een spoedeisende kwestie en ik wil daar graag een reactie op van het kabinet. Dat heeft inderdaad alles te maken met de liberalisering van de postmarkt.

Mevrouw Vos (PvdA):

Voorzitter. Ik heb eerlijk gezegd geen bezwaar tegen een brief. Ik vind het een redelijk urgente kwestie. Ik ben ook benieuwd wat de staatssecretaris van deze kwestie vindt en wat hij eraan denkt te kunnen doen. Een brief is dus prima.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, zodat de brief ons binnen de genoemde termijn bereikt.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Blok.

De heer Blok (VVD):

Voorzitter. Ik wil twee VAO's aanvragen. Het eerste betreft het AO van vanochtend over de verklaring arbeidsrelatie, met daarbij zowel de minister van Sociale Zaken als de staatssecretaris van Financiën. Het zou eventueel met alleen de laatste kunnen, omdat mijn motie op zijn portefeuille betrekking heeft.

Mijn tweede verzoek doe ik namens collega Kamp. Gisteren heeft er een AO plaatsgevonden over het stopzetten van de ontwikkeling van bedrijfsterreinen. Hij wil daarover graag een VAO houden.

De voorzitter:

Ik stel voor om deze twee VAO's op de agenda van volgende week in te plannen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Nu wij er volgende week zeven VAO'tjes bij krijgen, stel ik voor om volgende week het zogenaamde kerstregime te hanteren. Anders zijn wij niet in staat tot een goede afwikkeling van de agenda.

Daartoe wordt besloten.