Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van morgen en als hamerstuk te behandelen:

  • - de brief van de gemengde commissie subsidiariteitstoets ter gelegenheid van een lijst met Europese wetgevingsinitiatieven en overige voorstellen ten behoeve van de parlementaire subsidiariteitstoets (22112, nr. 621).

Voorts stel ik voor, aanstaande dinsdag te stemmen over de moties ingediend tijdens het notaoverleg van 3 maart jongstleden over biologische landbouw.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Financiën het lid Haverkamp tot lid in de bestaande vacature.

Het woord is aan de heer Graus.

De heer Graus (PVV):

Voorzitter. Ik wil graag een spoeddebat aanvragen – het liefst morgen, omdat het vanavond niet meer lukt – over de verschrikkelijke afslachting van de walvissen, met name door Japan. Dit zal niemand onberoerd laten. Daar is grote weerstand tegen bij onze achterban, maar ook bij de achterban van de andere fracties, neem ik aan. Ik vraag de steun van de Kamer om op te komen tegen dit soort onfatsoen.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. Mijn fractie steunt dit verzoek van harte.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Voorzitter. Ik onderken de urgentie van dit onderwerp, maar wij hebben gisteren bij de procedurevergadering al om een brief van de minister gevraagd. Daarin kan zij reageren op de jacht op de walvissen door Japan. Mijn fractie wacht deze brief, die dinsdag uiterlijk aan het eind van de middag binnen moet zijn, liever af. Vervolgens kunnen wij eventueel besluiten om dat debat te houden.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Wij vinden het ook van belang dat op korte termijn een debat over deze kwestie plaatsvindt. Wat mij betreft, is dat een spoeddebat. Misschien is het mogelijk dat de brief van de minister morgen voor 12.00 uur al binnenkomt, want spoed is spoed.

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter. Als de brief er op tijd kan zijn, verzet de CDA-fractie zich niet tegen het verzoek van collega Graus.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Voorzitter. Ik ondersteun de noodzaak om hier een debat over te houden, maar ik kijk wel naar de praktische kant. Gisteren is in een procedurevergadering besloten, extra tijd uit te trekken voor het AO over de Landbouwraad. Dat algemeen overleg vindt woensdag al plaats. Als de brief eerder komt, heb ik geen problemen met een debat op dinsdag, maar praktisch gesproken lijkt het mij beter om deze kwestie te bespreken tijdens het algemeen overleg over de Landbouwraad. Wellicht kan de heer Graus daar genoegen mee nemen. Dat voorstel zou ik willen doen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Tijdens de Landbouwraad spreken de Europese ministers die over het visserijbeleid gaan, al gaat het over zoogdieren, over de vraag of zij gezamenlijk optrekken bij de komende onderhandelingen over de walvisjacht. Nederland lijkt zich te onttrekken aan de Europese houding om het moratorium in stand te houden. Daar wil ik heel graag over spreken en het lijkt mij geëigend om dat te doen bij het algemeen overleg over de Landbouwraad. Omdat ik dit een zeer belangrijk onderwerp vind waarvoor wij de tijd moeten nemen, heb ik voorgesteld om meer tijd uit te trekken voor het algemeen overleg over de Landbouwraad. Daar heeft de heer Graus ook mee ingestemd. Wat mij betreft, mogen wij hier ook over spreken in een spoeddebat, maar wij hebben al een debat gepland. Wil de heer Graus die debatten allebei of wil hij deze kwestie op het daartoe geëigende moment niet bespreken?

De voorzitter:

U stelt nu een tegenvraag, maar daar ben ik nooit zo'n voorstander van. Het lastige is dat ik vandaag en morgen geen ruimte zie voor een spoeddebat hierover, maar laten wij afwachten hoe de heer Graus op uw voorstel reageert.

De heer Graus (PVV):

Voorzitter. Volgens mij is er deze week wel tijd, zij het beperkt. Nu er evenwel een meerderheid is voor mijn verzoek om een spoeddebat, hoop ik dat ik ook op steun van de voorzitter en de griffier mag rekenen om een dergelijk debat in te plannen. Ik wil reageren op een paar zaken. Ik zal nooit onnodig druk uitoefenen om een debat te regelen. Het gaat in dit geval echter om een afslachting van dieren. Ongeacht of het om moeders of om jongen gaat, ze slachten alles af wat in het vizier komt. Er moet acuut iets gedaan worden aan de afslachting van walvissen.

De voorzitter:

Mijnheer Graus, wij gaan nu procedureel proberen te komen tot een goed voorstel. De leden hebben gezegd dat de brief van het kabinet er zo snel mogelijk moet komen. Na ommekomst van de brief wil men eventueel uw verzoek steunen. Iedereen deelt uw zorg, daarover bestaat geen twijfel. Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet met een dringende oproep om te zorgen dat deze brief er morgen vóór 12.00 uur is.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Een dergelijk debat kan deze week toch niet plaatsvinden. Wij moeten reëel zijn. Ik kan mij voorstellen dat wij uiterlijk maandag beschikken over deze brief, zodat wij dinsdag kunnen bezien of er een spoeddebat moet komen. Ik ga er voorshands nog niet van uit dat een dergelijk onderwerp behandeld moet worden in het algemeen overleg over de Landbouw- en Visserijraad.

De voorzitter:

Dat kunt u dinsdag overzien.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Als ik alles bij elkaar optel... Ik ken de inhoud van deze brief al, want deze is duidelijk verwoord op het fiche dat voor woensdag op de agenda staat. Nu er procedureel zo moeilijk over gedaan wordt, steun ik het verzoek van de heer Graus om een spoeddebat te houden op basis van het voorliggende fiche dat heel duidelijk vermeldt wat de houding van de Nederlandse regering zal zijn.

De heer Atsma (CDA):

De mening van de Kamer is helder. Het verzoek van de heer Graus wordt in principe gesteund. Als dit agendatechnische problemen oplevert voor plenaire behandeling, stel ik voor dat wij het verzoek aan de minister handhaven om morgen vóór 12.00 uur een brief te sturen en dat wij in de loop van de dag wellicht in een andere zaal een spoed-AO organiseren. Dan is het probleem ook opgelost.

De heer Graus (PVV):

Kunnen wij hierop morgen niet terugkomen en bezien of wij dan ruimte kunnen vinden? Ik acht dit zeer wenselijk, zeker gezien de steun van de Kamer.

De voorzitter:

Met alle dank voor het voorstel van de heer Atsma, maar er lopen nu wel twee voorstellen door elkaar. U ziet meteen wat hiervan komt. Ik doe zoiets nooit. Wij willen u allemaal zo graag ter wille zijn, mijnheer Graus, maar u hebt geen steun voor een spoeddebat.

De heer Graus (PVV):

Dat heb ik wel.

De voorzitter:

U hebt wel steun voor een spoeddebat volgende week, maar niet voor morgen. Iedereen begrijpt dat ik dat niet voor elkaar krijg.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Even voor de helderheid, ik denk dat het voorstel van de heer Atsma een heel goed voorstel is. Wij krijgen morgen vóór 12.00 uur een brief van de regering. Vervolgens kunnen wij in een extra procedurevergadering besluiten om een spoed-AO te houden. Als dat niet doorgaat, bestaat altijd de mogelijkheid om een spoeddebat te houden in de plenaire zaal.

De voorzitter:

Mevrouw Van Velzen, kunt u leven met dit voorstel? U hebt net uw steun voor een spoeddebat uitgesproken.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Wij hebben morgen voor bijna de helft van de dag een debat over drugsbeleid ingepland. Laten wij dat volgende week houden, zodat wij morgen over de walvisjacht kunnen debatteren.

De voorzitter:

Nee, het lukt mij niet om het debat over drugsbeleid te verschuiven. Dit staat op de agenda en daarvan wijk ik niet af. Ik heb hier ook geen meerderheid voor. Het voorstel is duidelijk. De Kamer ontvangt morgen vóór 12.00 uur de brief. Vervolgens komt er een procedurevergadering. In de regeling van werkzaamheden kan dan het verzoek om een spoeddebat eventueel herhaald worden.

De heer Graus (PVV):

Het is voor mij een zeer heugelijke dag. Ik krijg immers steun van de Kamer en dat komt niet zo heel vaak voor. Ik wil er dan ook graag gebruik van maken. De Kamer steunt mijn verzoek om een spoeddebat. Dan gaan wij morgen maar wat later naar huis. Ik zal desnoods iedereen op een frietje trakteren.

De voorzitter:

Mijnheer Graus, ik vind dat u heel behendig een soort fruitmand maakt van alle opmerkingen die u hoort. U hebt steun voor een brief vóór morgen 12.00 uur. Daarnaast hebt u steun voor een spoeddebat, maar niet morgen. Morgen kunt u eventueel steun krijgen voor een spoed-AO.

De heer Graus (PVV):

Ik heb steun voor een morgen te houden spoeddebat.

De voorzitter:

Ik bepaal het tijdstip van een spoeddebat; dat is u blijkbaar ontgaan.

De heer Graus (PVV):

Ik heb wel steun voor een spoeddebat.

De voorzitter:

Nee, die hebt u niet.

De heer Graus (PVV):

De heer Atsma heeft mij gesteund, mevrouw van Gent heeft mij gesteund, de Partij voor de Dieren heeft mij gesteund... Ik zit al boven de 50 zetels, terwijl ik er maar 30 nodig heb.

De voorzitter:

Ik probeer u duidelijk te maken dat ik dat debat morgen niet kan inplannen.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Wij krijgen uiterlijk morgen om 12.00 uur een brief; een grote meerderheid van de Kamer wil dit. Hoe wij het ook wenden of keren, er komt morgen een spoed-AO of na morgen een spoeddebat. Daar is een meerderheid voor, dus de heer Graus krijgt gewoon zijn zin. Ik zou dan zeggen: bedankt, Kamer!

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Ik constateer dat er duidelijk steun is voor een spoeddebat, namelijk van de fracties van het CDA, de PvdD en de SP, dus ik vind dat u hiervoor gewoon ruimte op de agenda moet zoeken.

De voorzitter:

Dat zal ik ook doen, maar het kan niet morgen. Dat heb ik eerlijk gezegd, wat ik misschien beter niet had kunnen doen. Ik ga over de planning en het kan morgen niet.

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Na ontvangst van de brief kan de commissie in een procedurevergadering bepalen wat zij wil. Als dat een spoeddebat is, komt deze kwestie terug in de regeling van werkzaamheden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Koppejan.

De heer Koppejan (CDA):

Voorzitter, ik verzoek u, het verslag van het algemeen overleg over de Landbouw- en Visserijraad van 13 februari jongstleden op de agenda te zetten. Ik zou dit verslag liefst nog deze week bespreken, opdat er aanstaande dinsdag over de daarbij in te dienen moties kan worden gestemd.

De voorzitter:

Naar mij blijkt, bestaat hiertegen geen bezwaar, zodat wij dit onderwerp zullen toevoegen aan de agenda voor morgen.

Het woord is aan mevrouw Gerkens.

Mevrouw Gerkens (SP):

Voorzitter. Vanmorgen konden wij in de krant lezen dat de postkantoren gesloten zullen worden. Dit heeft voor veel onrust gezorgd, omdat de dienstverlening hiermee achteruit dreigt te gaan. Ik verzoek daarom om toestemming voor een spoeddebat. En ter uwer geruststelling, voorzitter, het hoeft niet morgen...

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Ik heb samen met de heer Vendrik schriftelijke vragen over deze kwestie gesteld. Deze zijn ook geaccepteerd, zoals het heet. Op zichzelf steun ik het verzoek om een spoeddebat, maar ik ga er wel van uit dat onze vragen met spoed zullen worden beantwoord, dus nog voor dat debat.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Voorzitter. Onze fractie is nog niet overtuigd van de noodzaak van een spoeddebat hierover, wel hebben wij een heleboel vragen. Ik zou mij kunnen voorstellen dat de staatssecretaris van Economische Zaken de Kamer een brief stuurt waarin hij met name ingaat op de gevolgen van het Postbesluit en dat soort zaken. De vragen van de fractie van GroenLinks ken ik nog niet, maar die moeten er dan ook zeker bij betrokken worden.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter. Dit punt wordt terecht opgevoerd. De vormgeving van het vervolg staat ook voor mij nog even ter discussie. Ik mag er misschien even aan herinneren dat er onlangs al een paar keer over gesproken is. Minister Zalm heeft indertijd – zo ver moeten wij dus wel terug – de Kamer toegezegd, zich te zullen verstaan met de betrokken partijen om een werkbare oplossing te zoeken. Wij hebben hiervan een keer een voortgangsrapportage gehad, maar nog geen eindoordeel, dus dat zou ik er wel bij willen hebben, opdat wij echt slagvaardig kunnen opereren. Er is een motie van mijn hand geweest en een initiatiefvoorstel van Ferd Crone. Enfin, u kent het dossier, en dat behoort er allemaal wel bij.

Mevrouw Vos (PvdA):

Ik sluit mij aan bij de woorden van mevrouw Van Vroonhoven. Ook ik heb op dit moment niet zo'n behoefte aan een spoeddebat, maar wel aan een reactie op de vragen van GroenLinks en op de opmerkingen van de heer Van der Vlies. Als wij die hebben, zouden wij kunnen besluiten wat wij verder doen. Hieraan zou ik de voorkeur geven.

De heer Van Beek (VVD):

Voorzitter. Er is zeker behoefte aan extra informatie, zo spoedig mogelijk te verstrekken, en ik kan mij voorstellen dat die aanleiding tot een spoeddebat zal geven.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Wij zullen dit debat voor volgende week plannen, met een spreektijd van drie minuten per fractie.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Zijlstra.

De heer Zijlstra (VVD):

Voorzitter. Onze fractie zou het verslag van het algemeen overleg over de Turkse dienstplicht in de plenaire vergadering willen behandelen.

De voorzitter:

Naar mij blijkt, verlangt niemand hierover het woord. Het onderwerp wordt toegevoegd aan de agenda voor volgende week.

Het woord is aan de heer Fritsma.

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. Mede namens de heer Nicolaï van de VVD-fractie verzoek ik u, het verslag van het AO over handhaving op de agenda te zetten.

De voorzitter:

Ik constateer dat geen van de leden het woord wenst te voeren over dit verzoek. Ik stel voor, ook dit VAO toe te voegen aan de agenda van volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Daarmee komen wij aan het eind van de regeling van werkzaamheden. Ik dank alle leden voor de aanwezigheid en het meedenken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven