Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | nr. 58, pagina 4085-4090 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | nr. 58, pagina 4085-4090 |
Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.
Vragen van het lid Vendrik aan de staatssecretaris van Financiën en de minister van Verkeer en Waterstaat over de uitspraken van de staatssecretaris van Financiën dat de Belastingdienst de kilometerheffing niet kan uitvoeren.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Voorzitter. De Belastingdienst verkeert in zwaar weer. Duizenden belastingplichtigen in Nederland verkeren in onzekerheid over wat er met hun aanslag is gebeurd, hoe het zit met hun huurtoeslag en hun zorgtoeslag en al die toeslagen waar mensen tegenwoordig van afhankelijk zijn. Vooral door bezuinigingen op het personeel en door dat toeslagencircus dat wij aan het CDA te danken hebben, heeft de Belastingdienst het moeilijk. Drie kabinetten-Balkenende hebben van een goed functionerende dienst een rotzooitje gemaakt. Vorige week hebben wij daar uitvoerig met de staatssecretaris van Financiën over gesproken. Hij beloofde beterschap. Toen repte hij echter met geen woord over wat hij dit weekend via de Telegraaf naar buiten bracht. De problemen bij de Belastingdienst zijn zo groot dat nieuwe fiscale plannen wat hem betreft taboe zijn. Geen Bosbelasting dus, die overigens niet zo goed in elkaar steekt, maar dat terzijde, geen kilometerheffing – die gaat de Belastingdienst niet uitvoeren, terwijl die heffing echt bitterhard nodig is voor de aanpak van files – en vermoedelijk dus ook geen fiscale aanpak van topinkomens. Dat zal ook wel te moeilijk zijn, terwijl minister Bos ons dat toch heeft beloofd.
Ik stel mijn eerste vragen aan de staatssecretaris. Waarom heeft u, staatssecretaris, ons vorige week niet verteld dat het met de Belastingdienst zo ernstig is gesteld dat u de deur vier jaar op slot gooit? Is het inderdaad zo erg als u dit weekend suggereerde? Heeft het kabinet ook besloten dat er geen Bosbelasting komt en misschien ook geen alternatief daarvoor, omdat dat allemaal te ingewikkeld is? Heeft het kabinet besloten dat de Belastingdienst geen kilometerheffing gaat uitvoeren? Wie gaat dat dan doen? Komt er dan ook inderdaad geen aanpak van bijvoorbeeld topinkomens of andere belastingen?
Ik heb een bijzondere vraag aan de minister van Verkeer en Waterstaat, de heer Eurlings. Hij zit hier natuurlijk voor die kilometerheffing. Ik dacht dat dat wel zijn belangrijkste project was. GroenLinks zit er al jaren op te wachten. Nu lijkt die kilometerheffing er te komen – 2012 zou het verhaal zijn – maar nu krijgen wij van de staatssecretaris te horen dat hij die heffing van u, minister Eurlings, niet gaat uitvoeren. Hoe zit het nu? Gaat die heffing überhaupt niet door of gaat u die heffing zelf uitvoeren, minister Eurlings? Hoe zit het dan met de opbrengsten van de heffing die u zelf gaat uitvoeren, als uw buurman van de Belastingdienst, die toch echt verstand van belastingen heeft, het niet kan?
Staatssecretaris De Jager:
Voorzitter. laat ik heel helder zijn: de deur gaat de komende vier jaar niet op slot. Dat staat ook niet in het artikel. U moet niet alleen naar de kop kijken, mijnheer Vendrik. Het kabinet gaat wel degelijk door, ook met nieuw beleid. Er komt een AOW-heffing als het aan het kabinet ligt. Het kabinet zal de Kamer ook voorstellen doen voor maatregelen op het gebied van excessieve beloningen. Het doet alleen geen zaken die voor de Belastingdienst onuitvoerbaar zijn. In het kader daarvan hebben wij nota bene in het vragenuur van vorige week dinsdag over de AOW-heffing gezegd dat de vormgeving naar de letter van het coalitieakkoord te ingewikkeld was, maar dat het kabinet aan alternatieven werkt. Dat is een. Ten tweede moet al het nieuwe beleid tot een vereenvoudiging, een complexiteitsreductie leiden. Al het nieuwe beleid is dus per saldo complexiteitsverlagend en draagt niet bij aan complexiteitsvermeerdering. Dit kan best betekenen dat een individuele maatregel of een individueel beleidsonderdeel tot meer beleid leidt of dat iets minder eenvoudig maakt. Het geheel moet in ieder geval leiden tot een reductie van de complexiteit.
Met de kilometerheffing is iets anders aan de hand. De uitvoering daarvan is voor de Belastingdienst helemaal niet te complex. Wel is natuurlijk van belang dat deze heffing veel capaciteit kost, capaciteit die wij op dit moment binnen de Belastingdienst elders willen inzetten.
Misschien is het beter om aan te geven dat de kilometerheffing in het geheel geen belasting is, naar de definitie uit de begrotingsregels van het ministerie van Financiën, maar een beprijzingsinstrument. In die zin is uitvoering door de Belastingdienst ook helemaal geen gegeven. De Belastingdienst is verantwoordelijk voor de inning van alle rijksbelastingen. Of de Belastingdienst ook een rol speelt bij de inning van andere heffingen dan rijksbelastingen – dat doet de Belastingdienst in een aantal gevallen – is een keuze die telkens opnieuw wordt gemaakt. Daarbij spelen in de afweging meerdere aspecten een rol.
De grondslag van de kilometerheffing is gebaseerd op het aantal kilometers, eventueel gedifferentieerd naar tijd, plaats en milieukenmerken. In de kilometerheffing zullen geen fiscale grondslagen worden opgenomen die het voor de hand doen liggen om de heffing door de Belastingdienst te laten uitvoeren.
Dat is al langer bekend. Al sinds het aantreden van dit kabinet is het ministerie van Verkeer en Waterstaat in goed overleg met het ministerie van Financiën tot deze conclusie gekomen. Met mijn opmerkingen over de kilometerheffing en de Belastingdienst heb ik slechts willen benadrukken dat de Belastingdienst er op dit moment geen volledig nieuwe taken bij wil hebben en dat de uitvoering van de kilometerheffing door de Belastingdienst niet per se voor de hand ligt, ook gelet op andere redenen.
Minister Eurlings:
Voorzitter. Het is precies zo als de staatssecretaris van Financiën heeft gezegd. In eerdere verkennende gesprekken met het ministerie van Financiën was al enige tijd geconstateerd dat de Belastingdienst naast haar hoofdtaken en in combinatie met de zorg- en huurtoeslag geen capaciteit meer heeft voor aanvullende activiteiten, zoals het innen van de kilometerheffing. In de kabinetsbrief van 30 november 2007, toen het kabinet het besluit nam om de kilometerheffing in te voeren, is dan ook nadrukkelijk niet gesproken van de Belastingdienst als de innende organisatie.
Er zijn veel meer instanties dan de Belastingdienst die deze inning kunnen verzorgen. Dat kan publiek, privaat of in een combinatie van beide. Diverse organisaties zijn er ook goed in. Het belangrijkste is dat de heffing een publieke heffing is, dat naast de inning ook de handhaving dientengevolge goed wordt vormgegeven en dat er geen twijfels op dat vlak zijn.
Dit punt wordt verder uitgewerkt. Het is een behoorlijke slag die nu wordt gemaakt. Daarop kom ik eind dit jaar vanuit mijn verantwoordelijkheid heel nadrukkelijk terug bij de wetgeving rond de kilometerheffing. Ik benadruk hier nogmaals dat het helemaal nooit de bedoeling is geweest om de Belastingdienst deze inning te laten verzorgen, althans, niet zo ver mijn geheugen als minister strekt. Dat is ook in het verkeer met het ministerie van Financiën nooit de bedoeling geweest. Wij hebben er daarom ook niet in de brief aan de Kamer over gesproken.
Ik zeg hiermee ook dat ik de zorgen van anderen, zoals van de heer De Krom, bij dezen kan wegnemen. Hij maakte zich vorige week ook even zorgen op dit punt. Ik kan verder de zorg van eenieder wegnemen of dit artikel in De Telegraaf nu gevolgen heeft voor de invoeringstermijn van de kilometerheffing. Nee, ook dat gevolg is er niet. Datgene wat de staatssecretaris in zijn artikel in De Telegraaf heeft geschreven, is in lijn met de marsroute die wij samen hebben uitgezet.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Voorzitter. Ik ben hierover toch wel licht verbijsterd. Ik wist wel dat er gedoe was in het kabinet over de vraag wie nu de kilometerbelasting zou moeten gaan uitvoeren. Laten wij nu ophouden over een heffing die geen belasting is. Voor burgers is het heel simpel. Als je tankt, betaal je accijns. Dat is een belasting. Die gaat naar de Belastingdienst. Als je rijdt, betaal je straks per kilometer een heffing. Dat is ook een belasting. Die gaat gewoon naar het Rijk.
Kennelijk heeft de staatssecretaris al besloten dat hij die heffing, die belasting, niet gaat uitvoeren. Dan is het van tweeën een. Ofwel de problemen bij de Belastingdienst zijn enorm groot en dan heeft de staatssecretaris vorige week niet de waarheid gesproken. Dan herneem ik mijn pleidooi van vorige week, maar met meer kracht, dat er een parlementair onderzoek moet komen naar de Belastingdienst, als de situatie daar zo erg is dat deze heffing niet door de Belastingdienst kan worden uitgevoerd. Ofwel er wordt hier een politiek spel gespeeld door het CDA-deel in het kabinet. Men wil die heffing graag bij minister Eurlings parkeren omdat hij met de opbrengsten kan doen en laten wat hij wil. Dus het is van tweeën een. Ik hoor graag van de staatssecretaris wat zijn bedoeling hiermee is.
Mijn laatste vraag is gericht aan de minister van Verkeer en Waterstaat. Hij heeft toegezegd dat de invoering van de kilometerheffing niet ter discussie staat. Die blijft zoals gepland was. Maar er moet dus een totaal nieuw apparaat komen met mensen die op dit moment nog iets heel anders doen. Er moet een volledig nieuwe organisatie worden opgezet die de kilometerheffing gaat uitvoeren, terwijl de organisatie die hiermee al eeuwenlang is belast en die de expertise in huis heeft – de Belastingdienst – al op voorhand wordt gepasseerd. Hoe is dat nu mogelijk?
Staatssecretaris De Jager:
Voorzitter. Het mag ook voor de heer Vendrik geen nieuws zijn dat de kilometerheffing niet de vorm heeft van een belasting, maar van een heffing ten behoeve van het Infrafonds. Het is iets anders of hij het daarmee al of niet eens is. De heer Vendrik moet het niet doen voorkomen alsof dit nieuws ineens als een duveltje uit een doosje komt. Ten aanzien van de uitvoering geldt precies hetzelfde. Ik sluit mij aan bij de heer Eurlings. Voor ons is het in ieder geval niets nieuws. Wellicht had de heer Vendrik iets anders verwacht. Hij koppelt echter twee verschillende discussies aan elkaar.
Enerzijds gaat het over de vraag wie de kilometerheffing uitvoert. Wij zijn al heel lang geleden tot de slotsom gekomen dat het niet logisch en evenmin wenselijk is dat de Belastingdienst dat doet. Dat hoeft ook helemaal niet. Het kan heel goed door een andere uitvoeringsorganisatie of privaat worden gedaan. De heer Eurlings zal hierover voorstellen aan de Tweede Kamer voorleggen.
Anderzijds gaat het over de problemen bij de Belastingdienst. In het debat dat wij daarover vorige week hebben gevoerd, heb ik deze problemen absoluut niet gebagatelliseerd. Ik suggereer dat de heer Vendrik het verslag van het algemeen overleg er nog eens op naleest. Ik heb juist wel degelijk toegegeven dat er problemen zijn, dat wij hard aan de oplossing daarvan moeten werken, en dat dit inderdaad betekent dat de marsroute er een is in de richting van vereenvoudiging en niet in de richting van complexiteit. Dat staat precies ook zo in het artikel in de Telegraaf. Ik blijf daarbij. Het is volstrekt in lijn met hetgeen ik vorige week woensdag hier in de Tweede Kamer heb gemeld.
Minister Eurlings:
Voorzitter. Zoals u weet is de kilometerheffing gebaseerd op een dubbele eerlijkheid. De eerste daarvan is dat de automobilist gemiddeld niet meer gaat betalen. De vaste lasten, bpm en wegenbelasting, worden afgebroken. Daarvoor in de plaats komt een kilometerprijs. De tweede eerlijkheid is, dat de opbrengst van de kilometerheffing niet ergens in de schatkist verdwijnt maar in het Infrafonds, waaruit investeringen in de infrastructuur worden gedaan, vloeit.
Het is een heel belangrijk uitgangspunt dat de opbrengst in het Infrafonds wordt gestort. Om die reden vinden mensen als de heer Nouwen, die sinds jaar en dag vorm heeft gegeven aan de kilometerheffing, het eigenlijk veel beter om de inning niet door de Belastingdienst te laten verrichten om op die manier iedere schijn te vermijden dat, als puntje bij paaltje komt, toch weer middelen bij de automobiliteit worden weggetrokken en in de algemene middelen verdwijnen. Dat is een reden te meer dat het voor ons helemaal niet onlogisch was om naar een andere opzet te kijken.
Hier wreekt zich enigszins dat de heer Vendrik de debatten over de kilometerheffing niet met mij heeft gevoerd. Ik meen dat de heer Duyvendak het hem vast en zeker zal kunnen bevestigen. In de debatten die ik met de Kamer heb gevoerd, waren het vaak juist Kamerleden die tal van opties hebben aangedragen in de publieke of private sfeer of combinaties daarvan. In die richting zijn wij nu aan het onderzoeken wat het beste en meest efficiënt werkt. Het systeem moet vooral ook betrouwbaar zijn. Er mag nooit enige twijfel aan bestaan.
Ik werp het beeld dat er sprake van is geweest dat de Belastingdienst de kilometerheffing zou moeten gaan uitvoeren verre van mij. Zo lang als ik mij met het dossier heb beziggehouden, hebben wij altijd in een andere richting gekeken. Het was al lang duidelijk dat de Belastingdienst al veel andere dingen te doen heeft. Nog belangrijker is dat de overweging dat geen sprake mag zijn van een extra belastingheffing ook bij de vader van de kilometerheffing, de heer Nouwen, altijd een reden is geweest om daarvoor niet de voorkeur uit te spreken. Deze ontwikkelingen liggen dus in de lijn van de verwachting.
De voorzitter:
Ik meen dat de heer Cramer zich als eerste had gemeld.
De heer Cramer (ChristenUnie):
Ik ben blij met de laatste opmerking van de minister van Verkeer en Waterstaat. Hij verklaart expliciet dat er andere opties zijn, zoals bijvoorbeeld de serviceproviders waarover wij eerder hebben gesproken. Anders zou ik hem daarnaar nu nog eens hebben gevraagd. Het is niet expliciet een zaak voor de Belastingdienst. Niettemin richt ik mijn vraag aan de staatssecretaris. De minister stelt dat binnen het kabinet de conclusie is getrokken dat het met de Belastingdienst niet moet doorgaan met het opeenstapelen van taken.
Neen, mijnheer de staatssecretaris, u hoeft mij nog niet gelijk te antwoorden want mijn vraag is nog niet af.
Ik meen dat de staatssecretaris ontijdig naar buiten is gekomen met zijn uitspraak dat de Belastingdienst hiermee moeite heeft. Ik verwacht van de regering dat zij niet met de problemen komt. De regering moet ons niet uitleggen dat iets niet kan, maar hoe het moet. Ik wil hierover klip en klaar zijn. In het regeerakkoord hebben wij deze afspraak gemaakt. Dat is wel eens moeilijk. De regering worstelt wel eens met het regeerakkoord, net zoals wij. Ik roep de staatssecretaris en de regering op om vooral het werk te doen dat nodig is om de kilometerheffing in te voeren. Dat is mijn vraag aan de staatssecretaris.
Staatssecretaris De Jager:
Ik dank de heer Cramer voor zijn vraag, want die geeft mij de kans om een kennelijk misverstand over dat interview recht te zetten. Het interview ging natuurlijk in zijn geheel over de problemen met de Belastingdienst en de maatregelen die wij nemen. Aan het slot kwam nog even een andere vraag op: u zegt nu wel dat u al deze maatregelen gaat nemen ter vereenvoudiging en ter reductie van de complexiteit, maar die kilometerheffing komt er ook nog eens bij. Toen heb ik namens het kabinet het standpunt verwoord dat wij sinds het begin van dit kabinet huldigen, zoals de heer Eurlings zonet al aangaf. De kilometerheffing gaat uiteraard door. Daarover kan geen enkel misverstand bestaan. De Belastingdienst is alleen in ieder geval niet degene die de heffing uitvoert. Dat is het enige dat op dit punt is gemarkeerd. Anders wordt het inderdaad in de beeldvorming een beetje vreemd dat wij enerzijds allemaal maatregelen aan het nemen zijn ter verbetering van de processen bij de Belastingdienst en ter vereenvoudiging, en er daarom beter even niet al te veel bij kunnen nemen, en vervolgens wel zo'n grote heffing, die in ieder geval behoorlijk wat capaciteit zou kunnen kosten, erbij zouden nemen. Om het misverstand dus weg te nemen: ja, er komt een kilometerheffing en nee, de Belastingdienst gaat die niet uitvoeren, conform de lijn die al van het begin af aan in het kabinet is vastgelegd. Wat maakt het echter op dit moment voor de Kamer uit wie de regeling uitvoert, zolang die kilometerheffing er maar komt? Ik neem tenminste aan dat de Kamer hierop in materiële zin stuurt en niet op de vraag wie het uitvoert.
De heer Omtzigt (CDA):
Voorzitter. De CDA-fractie begrijpt helemaal niets van deze ophef. De regering heeft nooit gezegd dat de Belastingdienst de kilometerheffing moet doen. Bij de tank betalen wij de accijns aan de oliemaatschappij. Daar zit de Belastingdienst evenmin bij. De bpm betalen wij bij de autodealer. Waarom zou dan de kilometerheffing betaald moeten worden aan de heer De Jager? Dat is nooit de suggestie geweest. Mijn vraag is dus waarom daarover opeens zoveel gedoe is. De staatssecretaris zei daarnaast andere ware woorden, waarover ik hem een vraag wil stellen nu hij hier nog is. Hij gaat ervoor zorgen dat alle nieuwe maatregelen van een goede uitvoeringstoets voorzien worden. Hoe gaat die toets eruitzien en wanneer kunnen wij die tegemoetzien?
Staatssecretaris De Jager:
Ik zal er inderdaad zorg voor dragen dat er scherper op wordt toegezien dat de uitvoeringstoets, die overigens voor de Belastingdienst al langer bestaat, voor voorgenomen fiscale wetten altijd wordt uitgevoerd. Het is mijn beleid dat wij een nieuwe regeling niet op de voorgenomen manier laten doorgaan als de uitvoeringstoets negatief is. Wij zullen in dat geval samen, ook met de Kamer, zoeken naar alternatieve wegen om te komen tot een uitvoerbare situatie van datgene wat wij beleidsmatig graag zouden willen. Indien het niet uitvoerbaar is, moeten wij echt iets anders doen.
De heer Remkes (VVD):
Voorzitter. Ik dacht afgelopen zondag dat het de goede kant op gaat, zowel met betrekking tot de Bosbelasting als met betrekking tot de kilometerheffing. Ik zou overigens zelf nooit op de briljante gedachte zijn gekomen om de kilometerheffing, mocht die er dan toch komen, te laten uitvoeren door de Belastingdienst. Ik vond dan ook dat de staatssecretaris daarin groot gelijk had. Bij mij kwam wel een andere vraag op, die enigszins raakt aan wat de heer Omtzigt zojuist vroeg. Wat gaan wij eigenlijk doen met de bureaucratische draken die op dit ogenblik nog in de maak zijn, zoals de verpakkingenbelasting en de verdere differentiatie van de CO2-grondslag in relatie tot de bpm, waarover kennelijk wordt gediscussieerd? Is de staatssecretaris bereid om daarop in de komende weken in uitvoeringstechnische zin terug te komen, als de problemen bij de Belastingdienst kennelijk zo groot zijn?
Staatssecretaris De Jager:
Ik zal tegen mei het voornemen met betrekking tot de bpm en de CO2-grondslag daarin bekendmaken. De gedachte daarachter is nu juist dat die moet leiden tot een vereenvoudiging. Nu is de bpm gebaseerd op catalogusprijs, energielabel, brandstofsoort – benzine, lpg of diesel – waarvoor een bonus-malus geldt, en dan nog allerlei ingewikkelde zaken als de roettaks en de slurptaks die in combinatie ingrijpen op de bpm. De gedachte is dat één of twee grondslagen in de bpm tot vereenvoudiging kan leiden.
De Belastingdienst is inderdaad op dit moment druk bezig om samen met het bedrijfsleven te bekijken wat de beste manier is om de verpakkingenbelasting uit te voeren. Deze belasting is per 1 januari jongstleden van kracht geworden. Mensen hoeven pas in het derde kwartaal aangifte te gaan doen. Wij hebben dus wat uitstel gegeven, zoals wij vorig jaar al hadden toegezegd, om een beetje gewenning mogelijk te maken. De Belastingdienst en het bedrijfsleven zijn druk bezig om ervoor te zorgen dat hiervoor een goede, uitvoerbare regeling tot stand wordt gebracht. Hierover kan de Kamer mij uiteraard bevragen, ook tijdens reguliere overleggen over dit onderwerp. Op dit moment heb ik hierover niets nieuws te melden.
De heer Van der Staaij (SGP):
Beide bewindslieden hebben zojuist naar voren gebracht dat de Kamer zich geen zorgen moet maken. Er komt volgens hen geen vertraging in de invoering van de kilometerprijs zijn en wie de inning gaat doen, komt nog wel aan de orde. Wij hechten aan een voortvarende invoering van de kilometerprijs. Wij zien er het nut en het voordeel van in. De staatssecretaris van Financiën heeft volgens de kabinetsbrief van eind november wel een belangrijke rol bij de invoering van de kilometerprijs. Er moeten knopen doorgehakt worden over de afschaffing van de motorrijtuigenbelasting en over de belasting op nieuwe personenvoertuigen, de bpm. Ook moet er een oplossing komen voor de provinciale opcenten. De staatssecretaris heeft daar nogal wat werk aan. In het voorjaar van 2008 zou de Kamer hierover meer horen. Daarover zouden knopen doorgehakt zijn. Wat is volgens de staatssecretaris van Financiën het voorjaar?
Staatssecretaris De Jager:
In ieder geval komen wij daarmee voor de zomer naar de Tweede Kamer. Wij zijn daar op dit moment druk mee bezig. Er is inderdaad een beleidsmatige koppeling tussen de invoering van de kilometerheffing enerzijds en de fiscaliteit anderzijds. Omdat het een beleidsmatige koppeling is, zijn wetgevende ambtenaren bij Financiën daarmee bezig. Dit is geen koppeling qua uitvoering maar qua beleid. Samen met collega Eurlings ben ik op dit moment druk bezig om te kijken hoe wij dit op de beste manier kunnen vormgeven. Daarover sturen wij een brief aan de Kamer.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ik heb een vraag aan de staatssecretaris van Financiën. Bij de Belastingdienst is het een puinhoop. Dit weten wij allemaal. Vorige week hebben wij er uitvoerig over gesproken. Ik vind dat de staatssecretaris nu leiderschap moet tonen door te zeggen dat ongeacht welke vorm van nieuwe belasting, verpakkingsbelasting, vliegtaks of milieubelasting, hij het er nu niet bij kan hebben. Dan toont de staatssecretaris naar mijn gevoel leiderschap en geeft hij de Belastingdienst een zet in de goede richting. Met de toeslagen is het ook fout gegaan. Nu krijgen wij weer allerlei belastingen, of ze nu heffing, belasting of toeslagen worden genoemd. De Belastingdienst is nu prioriteit numero één. De staatssecretaris moet tegen het kabinet zeggen dat hij er op dit moment niets bij kan hebben wat de Belastingdienst ook maar iets raakt of wat de dienst extra belast.
Staatssecretaris De Jager:
Ik dank de heer Van Dijck voor zijn steun, dat hij de Belastingdienst als prioriteit numero één ziet. Uiteraard is dit voor mij ook het geval. Dit betekent dat maatregelen die niet uitvoerbaar zijn niet doorgaan, of ze gaan op een andere, wel uitvoerbare manier door.
De voorgenomen belastingen, die overigens al in de wet staan, de vliegbelasting en de verpakkingsbelasting, zijn vorig jaar door het parlement aangenomen. In de vormgeving daarvan hebben wij een zo eenvoudig mogelijke toepassing laten zien. Bij de vliegbelasting zijn er bijvoorbeeld in heel Nederland slechts vijf belastingplichtigen. Die zijn dus letterlijk op één hand te tellen. Dit is volgens mij een mooi voorbeeld van de invoering van een belasting die geld oplevert, iets doet voor het milieu en heel uitvoerbaar is. Ik zie daarin op dit moment dus geen grote problemen. Op andere gebieden hebben wij wel grote problemen. Wij zijn daarmee hard aan de slag. Afgelopen woensdag heb ik de Kamer daarover uitvoerig ingelicht. Wij moeten de komende paar jaar samen de schouders eronder zetten om maatregelen te nemen op het gebied van toeslagen, de vereenvoudiging van toeslagen en de loonheffingsketen. Daar ligt de complexiteit met name.
De heer Van der Ham (D66):
De staatssecretaris moet natuurlijk zelf uitmaken hoe alles uitgevoerd gaat worden. Ik ben echter wel een beetje argwanend. Vorige week zagen wij dat een aantal, vooral door de Partij van de Arbeid ingebrachte plannen, zoals de kilometerheffing en de AOW-taks door deze staatssecretaris in de koelkast werd gezet. Hij zei dat het allemaal wel moest gebeuren, maar dat hij het niet zou uitvoeren. Het lijkt alsof de staatssecretaris het vleesgeworden alibi gaat worden om de plannen van de Partij van de Arbeid in het kabinet af te knallen. De kleine lettertjes van al die plannen komen er immers meestal op neer dat de plannen moeten worden ingevoerd, maar dat zij wel uitvoerbaar moeten zijn. De staatssecretaris zegt op voorhand al dat hij het niet gaat doen. Begrijpt de staatssecretaris mijn argwaan een beetje? Ik wil natuurlijk niets suggereren, maar ik probeer mij met de staatssecretaris te verstaan over deze gedachten.
Staatssecretaris De Jager:
U maakt nu toch een karikatuur van hetgeen ik heb gezegd. Afgelopen dinsdag, ook tijdens het vragenuurtje, hebben wij het over de AOW-heffing gehad en toen heb ik duidelijk aangegeven dat wat dit kabinet betreft die heffing er komt. Zoals het er nu naar uitziet, zal die door de Belastingdienst worden uitgevoerd. Wij zien absoluut niet in dat de Belastingdienst die niet zou moeten uitvoeren. Het is zelfs logisch dat dit door de Belastingdienst wordt gedaan. Echter, het moet wel op een uitvoerbare manier worden gedaan. Dat zal de heer Van der Ham met mij eens zijn.
De kilometerheffing zal er ook komen, maar er is in dit kabinet nooit sprake geweest van de mogelijkheid dat de Belastingdienst die zou uitvoeren. Dat gaat de Kamer ook niet heel veel aan. Het is belangrijk dat die heffing er komt, maar door welke organisatie die zal worden uitgevoerd, is minder belangrijk en zegt niets over het middel. Beide maatregelen worden dus uitgevoerd, maar de AOW-heffing zal door de Belastingdienst wel op een uitvoerbare wijze gedaan worden. Daaraan ligt geen hogere politiek ten grondslag.
De heer Van der Ham (D66):
Lagere politiek waarschijnlijk.
De heer Roemer (SP):
Voorzitter. Ik wil beginnen met de staatssecretaris een compliment te maken. Terecht zei hij dat de onzalige plannen voor de kilometerheffing niet door de Belastingdienst mogen worden uitgevoerd. Dat is met name terecht, omdat die onzalige plannen veel te duur zijn, veel te ingewikkeld en niet eerlijk. Wil de staatssecretaris collegiaal zijn en al zijn collega's in het kabinet duidelijk maken dat iets wat heel slecht uitvoerbaar is en niet gewenst is voor de Belastingdienst, voor niemand gewenst is? Het uitvoeren van de heffing is ook niet gewenst voor een andere organisatie en de heffing is al helemaal niet gewenst door de automobilist.
Staatssecretaris De Jager:
Hier worden weer twee punten door elkaar gehaald. De AOW-heffing zal wel door de Belastingdienst uitgevoerd worden, maar volgens de letter van het coalitieakkoord was die te complex. Daarom zoeken wij naar een andere vorm, zodat die alsnog voor de Belastingdienst uitvoerbaar is. De kilometerheffing is wel uitvoerbaar. Zij is niet complex en hoeft dat ook niet te zijn. Qua capaciteit en qua logische inpassing is ervoor gekozen om die heffing niet door de Belastingdienst te laten uitvoeren. Daarvoor is echter niet gekozen om redenen van uitvoerbaarheid. De kilometerheffing als zodanig zou niet eens een negatieve uitvoeringstoets opleveren, maar gelet op de timing en het feit dat er geen andere fiscale grondslagen bij betrokken zijn, is het niet verstandig om de Belastingdienst die heffing te laten uitvoeren. Er zijn verschillende redenen om beide maatregelen te laten doorgaan en om dat te doen op verschillende manieren.
De heer Duyvendak (GroenLinks):
Het kabinet mag dat betwisten, maar de spijtige helderheid van dit debat is toch dat de uitvoering door de Belastingdienst eerst nog een optie was en die dienst nu is uitgesloten als inningsorganisatie voor de kilometerheffing. Daarmee is sprake van een gedeeltelijke privatisering van de inning van de kilometerheffing. De opbrengst zou ook niet ten goede komen aan de algemene middelen.
De partijgenoten van de staatssecretaris, de leden van de CDA-fractie, pleiten bij monde van de heer Koopmans voor een volledige afschaffing van de aanschafbelasting op auto's. De staatssecretaris heeft het echter over CO2, dus over het differentiëren van de aanschafbelasting naar de effecten op het klimaat. Beide kunnen niet samengaan. Of je beschikt over die heffing en je hebt de mogelijkheid om te differentiëren of je laat de markt de aanschafbelasting uitvoeren, maar dan heeft de staatssecretaris er geen invloed meer op via de Belastingdienst. Wat is zijn voornemen met de bpm?
De voorzitter:
Deze vraag is eigenlijk buiten de orde, want zij betreft niet het onderwerp.
De heer Duyvendak (GroenLinks):
Voorzitter. De vraag of de bpm zou worden afgeschaft, zou beantwoord worden in het kader van de kilometerheffing. Dus deze vraag heeft alles met het onderwerp te maken.
De voorzitter:
U hebt een punt.
Staatssecretaris De Jager:
Voorzitter. De heer Duyvendak vraagt wat ik de Kamer net heb toegezegd, namelijk om aan te geven wat de doorwerking van de kilometerheffing op fiscaal gebied is. Daarbij denk ik aan de motorrijtuigenbelasting, de provinciale opcenten en ook de bpm. Het kabinet zal daarover de Kamer een brief sturen. Er is op dit punt nog geen definitief beleidsvoornemen. Wij gaan de Kamer dus later informeren en dan zal zij de gelegenheid krijgen om haar mening te geven.
De heer Tang (PvdA):
Ik ga ervan uit dat de AOW-heffing door de Belastingdienst wordt uitgevoerd. Er gelden nu de uitvoerbare varianten; de onuitvoerbare zijn van tafel. Is het dan niet wenselijk om een stuk over het voornemen betreffende de AOW-heffing naar de Kamer te sturen? Er is nu namelijk onduidelijkheid over de AOW-heffing. Wij willen weten of die doorgaat. Is het mogelijk de Kamer snel te berichten over de vormgeving van de AOW-heffing?
Staatssecretaris De Jager:
Voorzitter. Zoals het er nu uitziet, zal de AOW-heffing inderdaad door de Belastingdienst worden uitgevoerd. Dit zal op een uitvoerbare manier gebeuren. Wij zijn daar momenteel druk naar op zoek. Ik moet eerlijk zeggen dat wij op dit moment nog geen modus hebben gevonden die goed uitvoerbaar is en voldoende recht doet aan de doelstellingen die in het coalitieakkoord zijn neergelegd voor de oorspronkelijk vormgegeven maatregel. Ik zeg toe de Kamer te informeren op het moment dat deze modus gevonden is, zodat er een debat over gevoerd kan worden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20072008-4085-4090.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.