Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Arib. Voor alle zekerheid: alleen een voorstel, geen toelichting.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. Ik vraag een spoeddebat aan over de verloskundige zorg in achterstandswijken. Zal ik ook aangeven wat de aanleiding is voor dit verzoek?

De voorzitter:

Nee, dat hoeft helemaal niet.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik steun dit voorstel van harte.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Voorzitter. Gisteren is hierover in de procedurevergadering gesproken. Verder is er een brief toegezegd over de verloskundige zorg en de gehele ketenzorg. Ik geef er de voorkeur aan om die brief af te wachten. Ik begrijp echter dat het voorstel al voldoende wordt ondersteund.

De voorzitter:

Het wordt inderdaad door minstens 30 leden gesteund.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Voorzitter. De D66-fractie steunt het verzoek ook.

De voorzitter:

Ik constateer dat minstens 30 leden het verzoek om een spoeddebat steunen. Het spoeddebat zal op de agenda van volgende week worden geplaatst. De spreektijd bedraagt vier minuten.

Het woord is aan de heer Ulenbelt.

De heer Ulenbelt (SP):

Voorzitter. Ik kom wat traag naar voren, omdat ik nog snel probeer de brief te lezen die wij zojuist van minister Donner hebben ontvangen. Ik verander echter niet van gedachten door wat ik lees en ik vraag dan ook een spoeddebat aan met minister Donner over zijn uitspraken over het ontslagrecht. Het is de zoveelste keer dat ik om een spoeddebat vraag, maar ik denk dat dit keer iedereen inziet dat een spoeddebat echt nodig is.

De voorzitter:

Daarover gaan wij het oordeel van de Kamer vragen.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Alle steun voor het verzoek van de SP-fractie. Aanvullend wil ik vragen om de aanwezigheid van de premier. Dit debat gaat namelijk ook over de regie in het kabinet of het totale gebrek daaraan.

De heer Rutte (VVD):

Zowel steun voor het spoeddebat als het aanvullende verzoek van mevrouw Halsema voor de aanwezigheid van de minister-president.

De heer Pechtold (D66):

Steun aan de prachtige samenvatting van de heer Rutte.

De voorzitter:

Prachtig. Als u met mij hebt meegeteld, weet u dat het verzoek om een spoeddebat voldoende wordt gesteund. Wij waren voorbereid op het verloop van deze regeling en hebben het spoeddebat inmiddels ingepland voor vanmiddag 15.30 uur. De spreektijd bedraagt vijf minuten.

De heer Ulenbelt (SP):

Mevrouw Halsema stelt voor om de minister-president bij het debat te betrekken. Ik heb niet zozeer vragen aan hem, maar wel aan minister Donner. Verder heb ik geen problemen met dit verzoek.

De voorzitter:

Het spijt me. Ik had u inderdaad eerder het woord moeten geven.

De minister-president zal op verzoek van de GroenLinksfractie aanwezig zijn bij het debat.

Het woord is aan mevrouw Karabulut. Zij heeft twee verzoeken.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Ik verzoek u, het verslag van het algemeen overleg over de Wet werk en bijstand op de agenda te plaatsen. Dit algemeen overleg heeft gisteren plaatsgevonden.

De voorzitter:

Ik zie dat geen van de leden het woord wenst. Wij zullen het VAO dan ook toevoegen aan de agenda van volgende week.

Het woord is wederom aan mevrouw Karabulut.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Ik vraag een interpellatie aan met minister Donner van Sociale Zaken en staatssecretaris De Jager van Financiën over de indirecte gevolgen van de versobering van de buitengewone-uitgavenregeling. Mensen worden hierdoor driedubbel gepakt in hun portemonnee.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Minister Donner van Sociale Zaken heeft op 8 februari een brief naar de Kamer gestuurd. Geen van de fracties heeft daar tot nog toe actie op ondernomen. Ik neem dan ook aan dat wij de brief de volgende keer gewoon in de procedurevergadering van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid kunnen bespreken. In deze brief staan de berekeningen waarnaar de partijgenoot van mevrouw Karabulut gisteren verwees.

De voorzitter:

Ik begrijp dat u het verzoek niet steunt en ik zie dat geen van de andere leden hierover het woord wenst te voeren. Hieruit concludeer ik dat er niet de vereiste steun voor het verzoek is.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Dat weet ik niet, want andere fracties hebben hun mening nog niet gegeven. Het onderwerp is wel degelijk urgent: mensen moeten zorg- en huurtoeslag terugbetalen, inclusief heffingsrente. Gisteren hebben wij aan de staatssecretaris om reparatiemaatregelen gevraagd, maar hij verwijst naar de minister van Sociale Zaken en die verwijst op zijn beurt weer naar staatssecretaris Bussemaker. Zo is de cirkel rond. Wij worden van het kastje naar de muur gestuurd.

De voorzitter:

Wij kunnen beiden waarnemen dat er geen leden naar voren komen om uw verzoek te steunen. Ik kan ze daar ook moeilijk toe dwingen. Ik stel nogmaals vast dat u geen steun hebt van 30 leden voor uw verzoek. Daarom kan uw verzoek voor een interpellatie niet ingewilligd worden. Daar kan ik niets aan doen en u ook niet.

Naar boven