Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van volgende week de Voorjaarsnota 2007 (31061). Ik stel voor, bij dat debat spreektijden te hanteren van tien minuten voor het CDA, de PvdA, de SP en de VVD, zeven minuten voor de PVV, GroenLinks en de ChristenUnie en vijf minuten voor D66, de PvdD en de SGP.

Tevens stel ik voor, de behandeling van de suppletoire begrotingen 2007 aan de agenda van volgende week toe te voegen.

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van een wetgevingsoverleg met stenografisch verslag op maandag 2 juli 2007 van 10.00 uur tot 15.30 uur van de vaste commissie voor Financiën over het voorstel van wet van de leden Depla en Blok houdende wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 en van enige andere wetten inzake fiscale facilitering banksparen ten behoeve van pensioenopbouw of aflossing eigenwoningschuld (30432).

Ik stel voor, dinsdag aanstaande te stemmen over de moties die zijn ingediend bij het wetgevingsoverleg van woensdag 20 juni 2007 van de vaste commissie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het jaarverslag 2006, en over de motie die is ingediend bij het wetgevingsoverleg van dinsdag 26 juni 2007 van de vaste commissie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het jaarverslag 2006.

Tevens stel ik voor, een groot aantal stukken voor kennisgeving aan te nemen. De nummers zullen als bijlage bij de Handelingen worden opgenomen.

(De bijlage is opgenomen aan het eind van deze editie.)1

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Thieme.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. Ik zou graag aan de plenaire agenda voor volgende week twee VAO's toegevoegd zien. Het eerste VAO betreft het algemeen overleg over de evaluatie reconstructie zandgebieden van 25 juni jongstleden en het tweede het algemeen overleg met open agenda van 20 juni jongstleden.

De voorzitter:

Ik stel voor, deze twee VAO's aan de agenda van volgende week toe te voegen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Schippers.

Mevrouw Schippers (VVD):

Voorzitter. Ik verzoek u om het verslag van het algemeen overleg over dbc's op de plenaire agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit VAO toe te voegen aan de agenda van volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Haersma Buma.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Voorzitter. Op 14 februari hebben wij de Wet op de Raad van State plenair behandeld. Vandaag zijn vier vergaande amendementen ingediend bij de Kamer. Mijn fractie heeft behoefte aan heropening van dat debat en wellicht ook aan een advies van de Raad van State, maar dat kunnen wij in het debat bekijken. Wij hebben behoefte aan een ruime spreektijd. Ik verzoek u, het debat voor het zomerreces te laten plaatsvinden.

De voorzitter:

Ik geef er geen ruime bekendheid aan, maar zoals bekend, mag u bij wetsvoorstellen spreken zolang u daar behoefte aan hebt. Ik stel u voor om het aantal minuten dat u nodig hebt, op te geven. Ik vraag ook de andere leden dringend om dat te doen. De planning wordt namelijk onmogelijk als sprekers zich niet inschrijven of niet aangeven hoeveel tijd zij nodig hebben. Zeker volgende week moeten wij dat heel precies weten, want misschien lukt het helemaal niet om het debat volgende week te houden.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Wat bedoelt u met de opmerking dat het misschien niet lukt?

De voorzitter:

Wij moeten wel tijd hebben voor een heropening.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Er is wel vier maanden gewacht met het indienen van deze amendementen. Ik heb dat niet verzonnen. Het kan niet zo zijn dat daardoor het debat niet meer voor het zomerreces kan worden afgerond. Zeker als advies aan de Raad van State moet worden gevraagd, zijn wij zo weer maanden verder.

De voorzitter:

Ik begrijp uw punt. Ik wil het debat volgende week wel houden, maar dan moet niet iedereen twee uur spreektijd aanvragen. Dan moeten wij er namelijk een dagje van maken en dat gaat mij niet lukken. Ik zal mijn uiterste best doen om het debat volgende week te laten plaatsvinden.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. Als u het al besloten hebt, is het mosterd na de maaltijd, maar als de indieners van de amendementen twee dagen hadden gewacht, zou het überhaupt niet meer aan de orde zijn gekomen voor het reces, maar dit terzijde.

Ik denk dat de dag voor het reces zeer ongeschikt is om deze heel wezenlijke amendementen uitputtend te behandelen, gelet op de zware tijdsdruk die volgende week op alle debatten zal rusten. Ik zou er dan ook voor willen pleiten, het debat na het reces voort te zetten.

De voorzitter:

U maakte een goed punt, want ik had er inderdaad al toe besloten en ik zal mijn uiterste best doen om de heropening voor het reces te doen plaatsvinden, maar dat wil nog niet zeggen dat er dan ook over gestemd zal worden. Ik heb namelijk begrepen dat het misschien ook nog noodzakelijk is om de Raad van State om advies te vragen.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Als er advies aan de Raad van State zal worden gevraagd, zullen de stemmingen inderdaad niet voor het reces kunnen plaatsvinden.

De voorzitter:

De oproep tot zorgvuldige wetgeving deel ik uiteraard van harte!

Mevrouw Griffith (VVD):

Voorzitter. Mede namens de mede-indiener de heer Wolfsen wil ik uw poging om het debat volgende week op de agenda te krijgen van harte ondersteunen. Het lag ook in ons voornemen om vandaag heropening van het debat te vragen. Ik zou dat debat heel graag volgende week houden. Wij zullen daarbij dan ook zeker rekening houden met onze spreektijden.

De voorzitter:

Geweldig!

Het woord is aan mevrouw Van Gent.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Verleden week hebben wij een motie aangenomen over een uitkering bij zwangerschap van vrouwelijke ondernemers. Het is nu al de derde keer dat de Kamer hierover een motie heeft aangenomen. Je zou zeggen "drie keer is scheepsrecht en het kabinet gaat er dus netjes mee aan de gang", maar helaas hebben wij gisteren een brief gekregen van de heer Donner, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die wij toch meer als afschepen zien. Wij vinden dat niet acceptabel, want de motie is niet voor niets aangenomen. De minister zegt vanwege de doorlooptijd van wetsvoorstellen niet in september een wetsvoorstel te kunnen indienen. In dat geval zou het zo snel mogelijk ingediend moeten worden.

Dit is echter niet het enige probleem, want vervolgens geeft minister Donner aan dat hij ook nog de verschillende mogelijkheden wil bekijken. Hij is dus nog niet eens bezig met een aanzet voor een wetsvoorstel. Mijn verzoek is dan ook om dit deel van het stenogram door te geleiden naar de minister. Er is nu drie keer een dergelijke motie aangenomen en wij vinden dat er nu werk gemaakt moet worden van een wetsvoorstel. In september wil ik daarover geïnformeerd worden. Op deze manier kan het echt niet. De Kamer laat zich hiermee afschepen en dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw De Pater-van der Meer.

Mevrouw De Pater-van der Meer (CDA):

Voorzitter. De vaste commissie voor Justitie heeft vanmorgen overleg gevoerd met de minister van Justitie over de kabinetsnotitie "Voortzetting aanpak synthetische drugs vanaf 2007". Dat overleg heeft erin geresulteerd dat de commissie u vraagt, het verslag van dit overleg nog voor het zomerreces op de plenaire agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit VAO toe te voegen aan de agenda van volgende week.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven