Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de stemmingslijst van dinsdag 26 juni aanstaande:

  • - de brief van het Presidium over een adviesaanvraag aan de Onderwijsraad over het onderwerp "leermiddelen van de 21ste eeuw" en over de aanbevelingen van het Onderwijsrapport "Samen naar de taalschool" (30800-VIII, nr. 145).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

De fractie van de VVD heeft mij meegedeeld dat zij geacht dient te worden voor het amendement op stuk nr. 30145, nr. 26 (Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding) te hebben gestemd. Het betreft hier de stemmingen van 12 juni jongstleden. Dit heeft uiteraard geen gevolgen voor de uitslag.

Het woord is aan de heer Van Haersma Buma.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Voorzitter. Enige dagen geleden hebben wij de brief van de minister van Justitie ontvangen over de problematiek inzake de radicale dierenactivisten (30800-VI, nr. 98). Ik vraag u, deze brief te agenderen voor een debat in deze zaal over dat onderwerp.

De heer Bosma (PVV):

Voorzitter. De Partij voor de Vrijheid ondersteunt dat graag.

De voorzitter:

Ik constateer dat er voldoende steun is voor het houden van een debat. Ik zal u op een later moment informeren over de planning van dat debat.

Het woord is aan mevrouw Schermers.

Mevrouw Schermers (CDA):

Voorzitter. Vanmiddag is er een algemeen overleg over het geneesmiddelenbeleid zelfzorggeneesmiddelen. Het is een voortgezet algemeen overleg; vorige maand is de eerste sessie geweest. Ik heb naar aanleiding van die eerste sessie een VAO aangevraagd. Dat staat geagendeerd voor volgende week. In verband met publicatie in de Staatscourant verzoek ik u om dat VAO morgen te houden en ook om morgen over de moties te kunnen stemmen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het VAO toe te voegen aan de agenda van morgen en die dag ook over de daarbij ingediende moties te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Duyvendak.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. Ik werd vanochtend opgeschrikt door een bericht dat TenneT, beheerder van het Nederlandse hoogspanningselektriciteitsnet bezig is, contractafspraken te maken over maar liefst acht nieuwe elektriciteitscentrales in Nederland, waarvan een groot deel kolencentrales. De vergunningprocedures voor die centrales lopen al. Daarmee zal de stroomproductie in Nederland met maar liefst 35% opgevoerd worden. Mijn fractie maakt zich daar grote zorgen over in relatie tot de klimaatdoelen van het kabinet...

De voorzitter:

Mijnheer Duyvendak, ik vraag u uw voorstel te doen. Ik kan mij voorstellen dat u hier staat omdat u zich zorgen maakt.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Mijn voorstel is om er zo spoedig mogelijk een spoeddebat over te voeren met de ministers van Economische Zaken en VROM. Dat debat moeten wij goed kunnen voeren. Daarom stel ik voor dat zij in reactie op deze berichtgeving en op de vergunningprocedures voor de elektriciteitscentrales voor dinsdag een brief naar de Kamer sturen, zodat wij dan finaal kunnen besluiten over dat spoeddebat.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Voorzitter. Ik kan het voorstel voor een brief steunen en ik verzoek om de brief voor dinsdag te ontvangen. Dan wil ik wel ruimte hebben om na te gaan wat wij willen.

De heer Jansen (SP):

Voorzitter. Wij vinden een brief best, maar ik ben op voorhand niet erg enthousiast over de suggestie van een spoeddebat. Volgende week donderdag is er een algemeen overleg over de elektriciteitssector. De algemene zorg van GroenLinks over de kolencentrales delen wij; daarover hebben wij het gisteren gehad. Maar ik ben er nog niet van overtuigd dat wij er nu een spoeddebat over moeten houden.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ik kan mij daarbij aansluiten. Er komt een algemeen overleg over dit onderwerp waarbij mijn fractie dit punt zal opbrengen. Volgens mij is het volstrekt logisch om het daar te doen. Wij kunnen hoogstens nog vragen om een brief over dit onderwerp voordat dit algemeen overleg plaatsvindt.

De heer Anker (ChristenUnie):

De fractie van de ChristenUnie sluit zich hierbij aan.

De heer Heerts (PvdA):

Ook mijn fractie sluit zich hierbij aan.

De voorzitter:

Ik stel voor dat wij het kabinet om een brief vragen voor dinsdag aanstaande en dat wij na het verschijnen van de brief een besluit nemen. Dan zal de heer Van Haersma Buma waarschijnlijk het punt van de procedurevergadering naar voren brengen. Het staat de heer Duyvendak echter vrij om dinsdag een ander voorstel te doen.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Ter verduidelijking: op de agenda van dat algemeen overleg staat niet wat ik op de agenda wil plaatsen, namelijk de relatie tussen de plannen met de nieuwe Elektriciteitswet en de klimaatdoelen van het kabinet. Dat zou voor mij de focus van het spoeddebat moeten zijn.

De voorzitter:

U zou ook een extra procedurevergadering kunnen aanvragen om de agenda uit te breiden. Er is een aantal mogelijkheden. Nu gaat het om het besluit om het kabinet om een brief te vragen.

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Dezentjé Hamming

Mevrouw Dezentjé Hamming (VVD):

Voorzitter. Uit de brief van 19 juni van minister Donner en staatssecretaris De Jager over onder andere de chaos bij het UWV en de Belastingdienst blijkt totaal niet wat mensen en bedrijven in het land kunnen verwachten. Maar liefst 30.000 particulieren en meer dan 400.000 bedrijven zitten in onzekerheid over de vraag wanneer zij hun te veel betaalde bijdrage Zorgverzekeringswet terugkrijgen dan wel wat van hen wordt verwacht als bedrijf. Mijn voorstel is om daarover vandaag nog een spoeddebat te houden om ervoor te zorgen dat er beter met burgers en bedrijfsleven over dit onderwerp gecommuniceerd wordt.

De heer Omtzigt (CDA):

De betreffende brief is vanmorgen besproken in de procedurevergadering. Het is een buitengewoon serieus onderwerp. Omdat het zo serieus is, hebben wij besloten om nog deze week schriftelijke vragen te stellen en om dan zo snel mogelijk, nog voor het zomerreces, een algemeen overleg te hebben over deze materie. Ik stel voor dat wij ons houden aan wat wij vanmorgen afgesproken hebben.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Ik heb behoefte aan een reactie van mevrouw Dezentjé Hamming op dit punt. Oorspronkelijk was mijn invalshoek om dit verzoek om een spoeddebat van harte te steunen, omdat er echt snel iets moet gebeuren.

Mevrouw Dezentjé Hamming (VVD):

Ik denk dat wij de problematiek in tweeën moeten knippen. Voor de lange termijn ga ik mee met het voorstel van de heer Omtzigt om een schriftelijke ronde vooraf te laten gaan aan een algemeen overleg. Op dit moment worden echter aan de BelastingTelefoon tegenstrijdige adviezen gegeven. Mensen wachten al anderhalf jaar op hun geld. Dat mag echt geen dag langer duren en het is noodzakelijk dat er maatregelen genomen worden. Daarom moet er op korte termijn een standpunt van de bewindspersonen komen.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Dat betekent dat de GroenLinksfractie mevrouw Dezentjé Hamming steunt in haar verzoek.

De heer Omtzigt (CDA):

Vorige week is op verzoek van mevrouw Dezentjé Hamming een VAO behandeld op dit punt. Gisteren hebben wij nog over twee moties over dit onderwerp gestemd, zowel over de korte als de lange termijn, dat bij de Belastingdienst thuishoort en niet bij de operatie Walvis. Die problemen zijn zo gecompliceerd dat met een debat vanavond voor de korte termijn geen oplossing zal worden gevonden. Ik hecht buitengewoon aan een zorgvuldige procedure. Daarom stel ik voor dat wij nog voor het zomerreces dat debat aangaan en dat wij daar de tijd voor nemen in een algemeen overleg. Ik wil niet nu een spoeddebat houden.

De heer Heerts (PvdA):

Deze problemen komen niet uit de lucht vallen. Het is al langer een puinhoop op dit gebied. Ik sluit mij aan bij de woorden van mijn collega Omtzigt van de CDA-fractie.

De heer Irrgang (SP):

Bij de behandeling van het VAO waar de heer Omtzigt naar verwijst, werd juist een brief beloofd naar aanleiding waarvan mevrouw Dezentjé Hamming dit verzoek tot een spoeddebat doet. De moties waren ook bij die behandeling ingediend. Dus dat vind ik geen goed argument. Het lijkt mij wel verstandig om nu af te spreken dat er voor het zomerreces een debat komt en dat wij ernaar streven dat de schriftelijke vragen voor het spoeddebat beantwoord zijn.

De voorzitter:

Mevrouw Dezentjé, ik stel vast dat u onvoldoende steun hebt voor een spoeddebat.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Pardon, voorzitter. Ik stond te wachten op mijn beurt. Ik steun het verzoek om een spoeddebat wel, want ik vind ook dat het nu eens afgelopen moet zijn met het feit dat de Belastingdienst de mensen in de kou laat staan als het gaat om teruggave van geld. Er moet heel snel een oplossing voor komen.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Een punt van orde. Ik vraag mij af wat wij nog doen in een procedurevergadering als wij daarin 's morgens een procedureafspraak maken over een brief, overigens met instemming van de daar ook aanwezige SP-fractie, en 's middags bij de regeling van werkzaamheden het onderwerp alsnog op de plenaire agenda plaatsen naar aanleiding van precies dezelfde brief.

De voorzitter:

Ik heb dezelfde vraag gesteld, omdat ik het ook vreemd vind dat je 's ochtends in een procedurevergadering afspraken maakt, daarmee blijkbaar niet helemaal gelukkig bent en dan een punt zoekt om er toch 's avonds over te praten. Dit geldt vooral, omdat ik persoonlijk denk dat uw Kamer dit probleem vanavond niet gaat oplossen.

Desondanks geldt dat mevrouw Dezentjé Hammink conform het Reglement van Orde aan 30 leden voldoende heeft om een spoeddebat te houden. Wij hebben de regeling geëvalueerd en de Kamer steunt de regeling nog steeds. Ik heb dus geen argumenten op basis van het Reglement van Orde om mevrouw Dezentjé Hammink dit verzoek te weigeren. Ruim 30 leden ondersteunen haar verzoek. Wij houden dus een spoeddebat. Ik zal laten weten op welk moment dat gebeurt.

Het woord is aan de heer Nicolaï.

De heer Nicolaï (VVD):

Voorzitter. Gisteren heeft een aantal fracties geprobeerd bij de premier enige duidelijkheid te verkrijgen over de inzet van het kabinet op de participatietop van volgende week op het punt van het ontslagrecht. De premier wilde die duidelijkheid niet geven. Ondertussen is de inzet uitgelekt en is daarop al door tenminste één vicepremier in de media gereageerd.

De voorzitter:

Wat stelt u voor?

De heer Nicolaï (VVD):

U voelt het al aankomen. Het is hoog tijd dat wij hierover in de Kamer met het kabinet spreken. Ik vraag daarom een spoeddebat aan, mede namens de heer Ulenbelt van de SP en mevrouw Koşer Kaya van D66. De participatietop is volgende week. Wij willen daarom nog deze week het spoeddebat houden.

De voorzitter:

Ik stel vast dat er voldoende steun is voor het aanvragen van dit debat. Wij kunnen nog een ronde doen, maar ik denk niet dat dit veel anders oplevert.

De heer Heerts (PvdA):

Voorzitter. Over de Belastingdienst zijn er veel zorgen en over het ontslagrecht ook. Mijn fractie pleit ervoor om het debat dan maar zo snel mogelijk te houden. Wat ons betreft vandaag.

De voorzitter:

Ik heb u gehoord en zal de Kamer laten wanneer wij het spoeddebat houden.

De heer Ulenbelt (SP):

Voorzitter. Ik heb een rappel voor de minister van Justitie, omdat vragen van de heren Poppe en De Wit over een gevangenisstraf voor een dienstweigeraar nog niet zijn beantwoord. Deze vragen zijn van 27 april jongstleden en de minister streefde ernaar, voor 8 juni te antwoorden, maar de antwoorden zijn er nog niet. Graag willen wij de antwoorden voor aanstaande dinsdag.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Irrgang.

De heer Irrgang (SP):

Voorzitter. Ik verzoek u om het verslag van het algemeen overleg over de EPA-onderhandelingen, de stand van zaken binnen de WTO en de regionale handelsverdragen op de agenda van de plenaire vergadering te zetten.

De voorzitter:

Ik stel voor, het VAO toe te voegen aan de agenda van volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik stel voor om voor beide spoeddebatten waartoe wij zo-even hebben besloten een spreektijd te hanteren van 3 minuten per fractie.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven