Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Cramer.

De heer Cramer (ChristenUnie):

Voorzitter. Naar aanleiding van de ontvangst van de toegezegde brief over wetsvoorstel 30956 inzake knelpunten leerlinggebonden financiering verzoekt mijn fractie om heropening van het debat en wel volgende week, mits de agenda van de Kamer dat toelaat. Mijn fractie wil een motie indienen, mede vanwege de bespreking met de minister. Ik verzoek dan ook om de stemmingen over dit wetsvoorstel uit te stellen.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan het verzoek van de heer Cramer te voldoen. Er zal nog mededeling worden gedaan over het moment van heropening. Dit betekent dat de stemmingen over wetsvoorstel 30956 van de agenda worden afgevoerd.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Hessels.

De heer Hessels (CDA):

Voorzitter. Afgelopen woensdag hebben wij over wetsvoorstel 30475, de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten gedebatteerd. In de tussenliggende dagen is een zestal amendementen ingediend of aangepast. De minister van Economische Zaken heeft daar nog niet op kunnen reageren. De CDA-fractie hecht wel waarde aan het oordeel van de minister daarover en verzoekt daarom, de stemmingen een week uit te stellen.

De voorzitter:

Ik stel voor, de stemmingen over wetsvoorstel 30475 van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Vorige week heb ik tijdens de regeling van werkzaamheden gevraagd of voor de kleinste fracties tijdens de debatten over Europa, een belangrijk onderwerp, een spreektijd van zeven in plaats van vijf minuten kon worden aangehouden. Ik heb begrepen dat bij uw Griffie is overgekomen dat dit verzoek alleen voor het tweede debat gold, waar de heer Wilders op focuste. Ik focuste op het totaal, dus op beide debatten. Ik houd voor een zo belangrijk onderwerp graag vast aan een spreektijd van zeven minuten met een daarmee gepaard gaande verhoging van het aantal minuten voor de andere fracties.

De voorzitter:

Ik meen mij te herinneren dat wij hebben afgesproken, de ruimere spreektijden alleen voor het tweede debat te hanteren. Ik begrijp dat u een nieuw voorstel doet om die ook te hanteren tijdens het eerste debat. Het gevolg daarvan is dat het programma voor morgen flink zal uitlopen. Dat moet u zich realiseren, want van uw verzoek gaat een opwaartse druk uit. Dat wil ik gezegd hebben.

De heer Pechtold (D66):

Daar ben ik mij van bewust. Mij lijkt dat u kritisch uw eigen tekst moet lezen. Daarin is sprake van twee debatten. Dat zijn uw woorden in het verslag. De heer Wilders heeft om het tweede debat gevraagd. Ik zeg: voor een zo belangrijk onderwerp. Ik ben er volledig van uitgegaan dat het voor allebei de debatten gold, anders had ik dat op dat moment wel duidelijk gemaakt. Uw conclusie is ook: wij maken van de spreektijd van vijf minuten zeven minuten et cetera. Dat zegt u niet over het ene debat.

De voorzitter:

Ik ga helemaal niet met u in discussie over minuten of teksten. Ik leg de leden uw voorstel voor en wijs op de consequenties ervan. Als de leden ermee akkoord gaan, worden de spreektijden verruimd. Ik constateer dat dit het geval is.

Naar boven