Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij het debat over de financiële verantwoording over het jaar 2006, te weten:

- de motie-Ouwehand over een ambitieuzer streven ten aanzien van de daling van het aantal proefdieren (31031 XVI, nr. 8).

(Zie wetgevingsoverleg van 13 juni 2007.)

De voorzitter:

De motie-Ouwehand (31031-XVI, nr. 8) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat vermindering van dierproeven en stimulering van alternatieven een opdracht is die in de Wet op de dierproeven is geformuleerd;

constaterende dat in het VWS-jaarverslag 2006 de langetermijndoelstelling voor het gebruik van het aantal proefdieren is gesteld op 600.000 dieren per jaar;

overwegende dat dit een minimale daling betreft ten opzichte van het aantal dieren dat volgens de meest recente VWA-rapportages in 2005 nog is gebruikt;

verzoekt de regering, een ambitieuzer streven ten aanzien van de daling van het aantal proefdieren te formuleren en dit streefcijfer op te nemen in de VWS-begroting voor 2008,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 9 (31031-XVI).

Ik stel vast dat wij hierover nu kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Ouwehand (31031-XVI, nr. 9).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66, de PvdD, de VVD en de PVV voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven