Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, bij het spoeddebat over kindermishandeling spreektijden te hanteren van 4 minuten per fractie.

Ik stel tevens voor, toe te voegen aan de stemmingslijst van morgen de brief van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het aanwijzen van de ecologische hoofdstructuur als groot project (30825, nr. 5).

Voorts stel ik voor, toe te voegen aan de agenda van morgen de verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven (30865, nrs. 26 tot en met 30).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Knops.

De heer Knops (CDA):

Voorzitter. Ik heb samen met collega Eijsink schriftelijke vragen gesteld over de onder vermeende druk afgelegde verklaringen door mariniers in Irak naar aanleiding van het schietincident waarbij Eric O. was betrokken. Ik verzoek via u de regering om deze vragen nog voor het reces te beantwoorden en daarbij ook de vragen te betrekken die collega Van Velzen hierover heeft gesteld.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Gerven.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Vanmorgen hebben wij gehoord dat 82% van de huisartsen aangeeft, nog geld te goed te hebben van de zorgverzekeraars over 2006. Bij 14% van de huisartsen gaat het om bedragen van meer dan € 25.000. Het betreft een zaak waarover sinds de invoering van het nieuwe zorgstelsel uitgebreid is gesproken. Ondanks de beloftes van de vorige minister van VWS is deze kwestie nog steeds niet opgelost. Er moet snel een oplossing komen, en daarom wil ik de minister hierover interpelleren.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Elk lid heeft het recht, de minister te interpelleren. Dit plaatst mij als collega op afstand. Als het nu een spoeddebat was, zou het anders liggen.

De voorzitter:

Ook voor een interpellatie is de steun van dertig leden nodig.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik heb er geen bezwaar tegen.

De heer Van Gerven (SP):

Het is een bijzondere vorm van een spoeddebat.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Bij een spoeddebat is er iets meer sprake van een "level playing field" tussen de fracties. Dat heeft mijn voorkeur en daaraan verleen ik dus mijn steun.

Mevrouw Agema (PVV):

De PVV-fractie steunt het verzoek.

De voorzitter:

Ik stel vast dat er voldoende steun is om het verzoek van de heer Van Gerven om de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport te mogen interpelleren, in te willigen.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Het heeft mijn voorkeur om er een spoeddebat van te maken, met gelijke spreektijden voor alle fracties. Dat is iets anders dan een interpellatie.

De heer Van Gerven (SP):

Ik heb begrepen dat er voldoende steun is voor een interpellatie, dus daar houd ik aan vast.

De voorzitter:

Met de steun van de PVV-fractie is er voldoende steun voor een interpellatie. Ik stel voor, deze interpellatie hedenmiddag te doen houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, de spreektijden vast te stellen op drie minuten per fractie.

De heer Van Gerven (SP):

Geldt dat bij een interpellatie ook?

De voorzitter:

Neen, ik ben abuis. Ik was erop voorbereid dat u om een spoeddebat zou vragen. U houdt hedenmiddag een interpellatie volgens de regels die daarvoor gelden.

Het woord is aan mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Het zong al enige tijd rond, maar vandaag concludeert het onderzoeksinstituut NIVEL dat jaarlijks in onze ziekenhuizen 1700 mensen de dood vinden door medische blunders. De fractie van de PVV wil daarover zo snel mogelijk, het liefst vandaag nog, een spoeddebat houden. Wij zijn namelijk van mening dat minister Klink een groot probleem heeft.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Dat het een groot probleem is, daar zijn wij het heel snel over eens. Ruim een jaar geleden is echter bij de behandeling van de Geneesmiddelenwet ook al aan de orde geweest dat er ongeveer duizend mensen per jaar sterven als gevolg van verkeerde medicatie. Die kwestie speelt dus al veel langer en staat ons hier allen op het netvlies. De minister van VWS heeft toen aangekondigd dat hij er werk van zou maken. Daarom zou ik het logisch vinden dat de nieuwe minister van VWS, voordat wij daar op korte termijn een debat over hebben, in staat is om ons per brief te melden wat daarvan geworden is. Het is immers geen nieuwe kwestie. Ik vraag mevrouw Agema dan ook of zij haar verzoek zou willen omzetten in een verzoek om snel een brief te sturen. Dan kunnen wij daar wellicht morgen of anders in de eerste week na het reces over spreken. Dat maakt het debat naar mijn mening wat zinvoller.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Voorzitter. De D66-fractie sluit zich aan bij de woorden van de heer Vendrik.

De heer Van Hijum (CDA):

Voorzitter. Ik sluit mij aan bij de suggestie van collega Vendrik. Meer in het algemeen lijkt het mij goed om enige terughoudendheid te betrachten bij het aanvragen van spoeddebatten over berichten die in de media verschijnen.

De heer Teeven (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie prefereert eerst een brief.

Mevrouw Agema (PVV):

Een brief geniet niet mijn voorkeur, want daardoor wordt het debat weer weken uitgesteld, minimaal tot na het reces. Dat stelt mij natuurlijk teleur, maar aangezien er geen dertig mensen voor een spoeddebat zijn, vandaag of morgen, denk ik dat ik genoodzaakt ben om mij daar maar bij neer te leggen.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter. Het heeft mijn voorkeur om eerst een brief te vragen. Wanneer mevrouw Agema het echter zo urgent vindt dat zij er wel nog deze week een debat over wil, dan steun ik haar verzoek.

Mevrouw Agema (PVV):

Dank u wel, mevrouw Kant. Dan zou ik graag vandaag of morgen nog een spoeddebat hierover houden.

De voorzitter:

Ik stel vast dat u met de steun van de SP-fractie voldoende steun hebt voor een spoeddebat. Wij zullen proberen, dat debat later vandaag nog te houden.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik verzet mij niet tegen snel een debat. Dat kan ook wat mij betreft morgen. Ik denk echter wel dat het zinvol is, de minister te vragen om snel te reageren. Dat leg ik mevrouw Agema nogmaals voor. Het is een kwestie die al langer speelt. Ik verwijs naar het verkeerde medicijngebruik. In het bericht van het NIVEL komt ook naar voren dat dit een belangrijke oorzaak zou zijn van veel onnodige doden in ziekenhuizen. Daar zou de minister snel op moeten kunnen reageren en dan zouden wij daar morgen wat later op de dag over kunnen debatteren. Dan kunnen wij ons een beetje voorbereiden en dat zou de zaak dienen, lijkt mij.

De voorzitter:

Mevrouw Agema, als u het goed vindt, wil ik voorstellen om het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet en om de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport toch te vragen om een schriftelijke reactie. Dan kunnen wij morgen het debat houden.

Mevrouw Agema (PVV):

Akkoord.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Boekestijn.

De heer Boekestijn (VVD):

Voorzitter. Ik verzoek u, het verslag van het zojuist gehouden algemeen overleg over Defensiematerieel op de agenda te zetten. Mijn voorkeur gaat ernaar uit om dat debat na het reces te laten plaatsvinden.

De voorzitter:

Ik stel voor, dat VAO toe te voegen aan de agenda voor na het reces.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven