Vragen van het lid De Wit aan de staatssecretaris van Justitie over de brief die uitgeprocedeerde asielzoekers ontvangen die in aanmerking komen voor het generaal pardon die een uitnodiging inhoudt voor een gesprek dat gaat over terugkeer.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. Aanstonds na de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november heeft de Tweede Kamer uitgesproken dat er een generaal pardon moet komen. In het regeerakkoord van de nieuwe coalitiepartijen staat ook dat er een generaal pardon komt. Voor de goede orde, wij praten dan over de mensen die voor 1 april 2001 asiel hebben aangevraagd, al of niet zijn uitgeprocedeerd en nog in Nederland zijn. Nu zijn er uitgeprocedeerde asielzoekers die een brief krijgen waarin het volgende staat. "Hierbij deel ik u mede dat ik besloten heb voor de uitgeprocedeerde asielzoekers die een aanvraag hebben ingediend voor 1 april 2001 een extra inspanning te leveren om hun vertrek uit Nederland te realiseren. U behoort tot deze groep en u wordt vriendelijk uitgenodigd voor een gesprek op het politiebureau. Als u niet meewerkt, niet komt of te laat komt, dan lopen uw faciliteiten gevaar."

Voorzitter. Wie bedenkt dit in hemelsnaam in Nederland? Alle mensen die hoge verwachtingen hebben van het generaal pardon en daarover heel gespannen zijn, raken daardoor natuurlijk helemaal in paniek. Uitgenodigd op het politiebureau, praten over vertrek, terwijl men juist dacht wellicht voor dat generaal pardon in aanmerking te komen! Wat heeft de staatssecretaris gedaan om deze brief tegen te houden? Het gaat niet om een incident, want in januari, in februari en ook recent nog zijn deze brieven verspreid!

Staatssecretaris Albayrak:

Voorzitter. In het kader van het project Terugkeer heeft de toenmalige minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie een extra inspanning ondernomen om mensen die voor 1 april 2001 asiel hebben aangevraagd terug te laten keren naar hun landen van herkomst. Daar hoorde bij een individuele benadering en onderdeel daarvan waren de zogeheten terugkeergesprekken waarvoor mensen werden uitgenodigd met de brief die de heer De Wit, maar inmiddels ook andere Kamerleden in hun bezit hebben. In deze standaard uitnodigingsbrief staat de volgende zin: "Hierbij deel ik u mede dat ik besloten heb voor uitgeprocedeerde asielzoekers die een asielaanvraag hebben ingediend voor 1 april 2001 een extra inspanning te leveren om hun vertrek uit Nederland te realiseren." Op 13 december heeft het vorige kabinet toegezegd dat ex-asielzoekers die in de laatste fase van het project Terugkeer zaten gedurende de demissionaire periode niet zouden worden uitgezet en dat zij ook niet op straat zouden worden gezet als daar humanitaire belemmeringen voor waren. Omdat er tot op heden geen zekerheid bestaat of betrokkenen die in het project Terugkeer zitten ook onder het in het coalitieakkoord bedoelde regeling vallen en omdat het zinvol is voor betrokkenen om zo goed mogelijk geïnformeerd te blijven, vinden deze terugkeergesprekken nog steeds plaats. Het karakter ervan is echter gewijzigd en zo ook de inhoud ervan. De gesprekken zijn nu voorlichtend en ondersteunend, waar zij overtuigend, dwingend en zeker gericht op terugkeer waren. In het nieuwe kader wordt informatie verstrekt over de actuele stand van zaken in het Project Terugkeer en over de directe gevolgen daarvan. Ook wordt informatie verstrekt over de mogelijkheden van het zelfstandige vertrek. Die regelingen gelden nog steeds. Vreemdelingen die daarvan gebruik willen maken, kunnen dat tot op heden gewoon blijven doen. De medewerkers van het Project Terugkeer hebben halverwege januari 2007 een instructie ontvangen over hoe de gesprekken moeten worden gevoerd.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. De vraag aan de staatssecretaris was: hoe komt u erbij om op dit moment een brief te verspreiden onder deze mensen? Als iedereen is gefixeerd op een generaal pardon, gaan zij en de IND met deze mensen in debat over een terugkeer. Dat slaat als een tang op een varken. Maar erger nog, het brengt deze mensen in grote onzekerheid: omdat sommige mensen op het politiebureau moeten komen, kunnen ze denken dat ze in vreemdelingenbewaring worden genomen. Vindt de staatssecretaris niet dat zij hiermee moet stoppen, dat dit gewoon een verkeerd gesprek is op een verkeerd moment?

Staatssecretaris Albayrak:

Ik geef meteen toe dat de brieven die door u en mij zijn aangehaald, niet hadden mogen worden verstuurd. Het betrof de oude standaardbrief. Ik was net begonnen te zeggen dat deze brief inmiddels is vervangen. De medewerkers die op dit moment bezig zijn met de vertrekgesprekken, hanteren een nieuwe brief, waarvan de inhoud wellicht aan de Kamer bekend is. Zo niet, dan kan ik de brief hier oplezen. In die gesprekken wordt erop gewezen dat de mensen worden uitgenodigd om te komen praten over de actuele stand van zaken en de mogelijke gevolgen daarvan. In die brief wordt ook gewezen op het generaal pardon dat eraan komt, de regeling voor de mensen die onder de oude Vreemdelingenwet asiel hebben aangevraagd. Er wordt ook gezegd dat het onzeker is dat zij hieronder zullen vallen.

De ervaring leert dat veel van de uitgenodigde mensen komen en de gesprekken ook op prijs stellen, omdat die bij hen veel onzekerheid wegnemen. Op 13 december was het Kamerdebat, we zijn nu precies drie maanden verder. Drie maanden lang zouden de mensen helemaal niets van de overheid hebben gehoord. Van deze mensen wordt gezegd dat ze onder de regeling gaan vallen. Ik werk op dit moment met grote voortvarendheid aan die regeling, maar volledige zekerheid kunnen we aan individuen niet geven, omdat de contouren van de regeling nog niet vastliggen.

De verstuurde brief was dus een misverstand; het was de oude standaardbrief. Ik betreur het dat daar in de maand januari nog mee is gewerkt. De nieuwe brief heeft een ander karakter. De gesprekken zijn inmiddels echt voorlichtend en ondersteunend van aard en niet gericht op het voorbereiden van mensen op vertrek. De gesprekken worden op dit moment zeker in die sfeer gevoerd.

De heer De Wit (SP):

Hoe je het ook wendt of keert, de staatssecretaris en de IND kunnen op dit moment nog niets vertellen over de inhoud van het pardon. Als dat wel zo is, had ik graag gehoord dat de Kamer hierover wordt geïnformeerd. Die mensen krijgen dus te maken met een IND die het heeft over terugkeer, terwijl iedereen het wil hebben over hier blijven en over het generaal pardon. Ik verzoek de staatssecretaris dus dringend om dit soort gesprekken niet meer te voeren en juist de mensen die deze brief hebben gekregen, te laten weten dat dit een verkeerde aanpak was, dat het een misverstand betrof en dat ermee wordt gestopt. Ik vraag de staatssecretaris of zij ons de verzekering kan geven dat zij daartoe bereid is en of zij de Kamer inzicht wil geven in de stand van zaken met betrekking tot het generaal pardon. Wanneer ontvangen wij een nader bericht over de uitwerking van het pardon?

Staatssecretaris Albayrak:

Ik heb gezegd dat de gesprekken ook een ander doel dienen: de onzekerheid bij veel betrokkenen wegnemen. Zo worden ze ook echt ervaren. U hoort de negatieve verhalen, op basis van een oude standaardbrief. Het beleid op basis van de nieuwe standaardbrief is dat mensen worden uitgenodigd, dat er geen maatregel volgt als ze niet komen opdagen en dat mensen dus vrij zijn om op zo'n gesprek te verschijnen. Als zij dat niet doen, is op dit moment inderdaad de praktijk dat ze bij herhaling worden opgeroepen. Misschien is dat iets waarvan we moeten afzien. De mensen die daaraan behoefte hebben, wordt echter de gelegenheid geboden om te komen praten met de overheid over hun situatie en over de stand van zaken rond de regeling. Dat neemt bij hen veel onrust weg. Die gesprekken wil ik dus door laten gaan. Ik zeg dus toe dat ik zal kijken of het mogelijk is om in de instructies te verwerken dat die brieven niet bij herhaling worden verstuurd als mensen niet komen opdagen.

Voorts heeft de heer De Wit gevraagd naar het generaal pardon. Ik zei net al dat ik voortvarend aan de slag ben gegaan. Het is op dit moment mijn hoogste prioriteit om in mijn 100-dagentermijn spijkers met koppen te slaan. Dat betekent dat de regeling binnen nu en enkele maanden gereed zal zijn. De uitvoering zal uiteraard veel meer tijd in beslag nemen dan dat. Wat mij betreft gaat zorgvuldigheid en het maken van een gedragen en goede regeling boven de snelheid.

De heer Fritsma (PVV):

Zoals bekend vindt de PVV-fractie het onbegrijpelijk dat er een generaal pardon komt. Het is ook onbegrijpelijk dat criminelen onder deze regeling komen te vallen, zoals blijkt uit het coalitieakkoord. Ik vraag de staatssecretaris daarom hoe men op het rare idee is gekomen om criminele vreemdelingen te belonen met een verblijfsvergunning. In het verlengde daarvan vraag ik waarom de algemene regel wordt losgelaten dat iemand die een misdrijf heeft gepleegd, niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning.

Staatssecretaris Albayrak:

Ik kan de heer Fritsma meteen bedienen. Criminelen, mensen wie de openbare orde tegengeworpen kan worden en 1F-vluchtelingen, namelijk de mensen die zich schuldig hebben gemaakt aan oorlogsmisdaden, zijn op dit moment uitgesloten van de pas op de plaats. Bij de mensen over wie ik het net had, geldt dat wij even wachten met uitzetten. Dat is de toezegging die het voormalige kabinet aan de Kamer heeft gedaan. Die toezegging kom ik zeker na. In dat debat is ook gewisseld dat criminelen en 1F-vluchtelingen niet in aanmerking komen voor die pas op de plaats. Wij zijn sinds 13 december gewoon doorgegaan met het uitzetten van deze mensen. Het zijn er ongeveer 50 geweest.

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. Ik wil hier toch nog even op ingaan.

De voorzitter:

U hebt niet het woord.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Waarom zou men mensen een brief sturen waarin heel duidelijk een kopje "terugkeer" staat als deze mensen zouden mogen blijven? Het is in mijn ogen een vorm van werkverschaffing. Ik vind dat de staatssecretaris daar onvoldoende afstand van neemt. De staatssecretaris stelt dat er enkele maanden nodig zullen zijn voor de uitvoering van de regeling. Wat betekent dat voor de mensen in kwestie? Kan dat betekenen dat het nog veel langer duurt voordat zij definitief helderheid krijgen?

Staatssecretaris Albayrak:

Het is mijn bedoeling om zo veel mogelijk mensen die al jarenlang in onzekerheid zitten, heel snel zekerheid te bieden. Ik zal alles wat in mijn vermogen ligt met mijn ambtenaren doen om de regeling snel duidelijk te hebben, zodat mensen weten of ze er onder vallen of niet. Bovendien zal ik de afwikkeling van die regeling zeer snel ter hand nemen. De Kamer kan ervan op aan dat dit voor mij de allerhoogste prioriteit heeft. Ik ken het politieke debat. Ik ken de wens van een meerderheid van de Kamer. Ik zal ervoor zorgen dat de ambtenaren die op dit moment al aan het werk zijn, langs die lijn met die regeling verder gaan.

Waarom onder het kopje "terugkeer"? Dat is het ticket voor deze mensen voor verblijf. Alle mensen die onder het project Terugkeer vallen, weten bijna zeker dat daarmee bewezen is dat zij al die tijd in Nederland zijn geweest. Dat is een van de voorwaarden om onder deze regeling te vallen. Neem er toch geen aanstoot aan dat zij die brief vanwege het project Terugkeer krijgen. De mensen zitten in een lang proces waarin zij al vele malen contacten hebben gehad met het project Terugkeer. Voor mij is het belangrijk dat het karakter van die gesprekken duidelijk is. Er bestaat sinds 13 december, dus al drie maanden, veel onzekerheid. Als de mensen er behoefte aan hebben, kunnen zij in dat gesprek horen waar ze staan.

De heer Kamp (VVD):

De staatssecretaris zei dat er onzekerheid is bij mensen die zijn afgewezen als asielzoeker en zich nu afvragen of ze weg moeten of mogen blijven. Er is ook onzekerheid bij mensen die zich erg ongerust maken over dat generaal pardon. Weet de staatssecretaris inmiddels hoe veel mensen onder het generaal pardon gaan vallen?

Staatssecretaris Albayrak:

Ik heb een politieke opdracht meegekregen van deze coalitie. In het regeerakkoord staat dat er een regeling komt. Daar hoeft u het niet mee eens te zijn, maar die regeling komt er. Hoe veel mensen er onder gaan vallen, kan ik u op dit moment niet zeggen.

De heer Spekman (PvdA):

Ik dank de vraagsteller voor zijn initiatief. De gestelde vragen zijn zeer terecht; ik kan daarbij aansluiten. De antwoorden zijn vrij bevredigend, maar ik heb één aanvullend punt. De nieuwe brief ziet er beter uit, maar ook bij mensen die deze brief ontvangen, heerst er nog veel angst. Daarom doe ik een concreet verzoek: kijk nog eens precies naar de inhoud van de brief en let op waar de gevoeligheden liggen.

Mijn tweede punt hang hiermee samen. De beschikbare capaciteit moet worden ingezet voor de mensen die daadwerkelijk moeten terugkeren, maar niet voor deze groep; dat vind ik doodzonde van de capaciteitsinzet. Hoeveel capaciteit kunnen wij vrijmaken als wij deze actie niet uitvoeren, maar alles richten op de echte terugkeerders?

Staatssecretaris Albayrak:

Ik zal het dwingende karakter van de brief nog eens bezien. Als het mogelijk is om de brief te gieten in de vorm van een uitnodiging om informatie te verstrekken, waarbij het dwingende karakter vervalt, zal ik dat zeker niet nalaten.

Op uw vraag of wij de desbetreffende actie beter helemaal achterwege kunnen laten wegens de capaciteit heb ik al een paar maal geantwoord dat ik de mensen die er wegens hun onzekerheid behoefte aan hebben om het gesprek met de ambtenaren aan te gaan, daartoe in de gelegenheid wil stellen. Ik ben om die reden van plan met de gesprekken door te gaan voor zover daaraan behoefte bestaat.

Naar boven