Vragen van het lid Depla aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over problemen met de benoeming van een lid van de raad van toezicht tot directeur-bestuurder bij woningcorporatie AWV/Eigen Haard.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Depla voor een bijzondere vorm van vragen. Zijn schriftelijk gestelde vragen zijn niet beantwoord door de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Daarom maakt de heer Depla gebruik van zijn recht om deze vragen nu mondeling te stellen. In principe geef ik, mede gezien de tijd, geen ruimte voor aanvullende vragen.

De heer Depla (PvdA):

Voorzitter. Ik heb samen met collega Jansen van de SP-fractie op 5 december schriftelijke vragen gesteld over de problemen bij de woningbouwcorporatie AWV/Eigen Haard in IJmuiden. Die vragen zijn helaas nog niet beantwoord, terwijl de situatie sindsdien niet beter maar slechter is geworden.

Wat is de kwestie? Tegen de zin van de bewoners, de gemeente en de medewerkers heeft de raad van toezicht van deze corporatie uit haar eigen midden een directeur benoemd. Dat is ongewenst. Toezichthouder en directie moeten niet vier handen op een buik zijn. De raad van toezicht moet toezicht houden, daarover is iedereen het eens. Dat blijkt ook uit de gedragscode van Aedes, uit het reglement van de corporatie zelf en uit de gedragscode van de Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties. Kortom, iedereen is het erover eens. Een directeur moet niet eerst commissaris zijn geweest bij dezelfde corporatie. De ervaring leert dat waar dit gebeurt, de kansen op fraude groter zijn en de prestaties van corporaties dreigen achter te blijven. Ondanks die wijsheid houdt de raad van toezicht vol. De situatie is onwerkbaar geworden. De gemeente Velsen heeft de samenwerking met de corporatie opgezegd en alle woningbouwcorporaties in de buurt hebben min of meer een cordon sanitaire opgeworpen. Medewerkers zijn ziek naar huis en er lopen rechtszaken. Het gevolg is dat de herstructurering in Velsen stagneert. Een ander probleem is dat als de situatie verder verslechtert, uiteindelijk de dienstverlening aan de huurders achteruit kachelt.

Het moet dus echt anders. Het ziet er niet naar uit dat de situatie zichzelf zal oplossen. Daarom wil ik de minister vragen om in te grijpen. Wat ons betreft, zouden er drie stappen moeten worden gezet. De eerste stap is dat de minister de raad van toezicht eens in Den Haag ontbiedt: eens kijken of dat helpt. De tweede stap is dat wij moeten vragen of de koepelorganisatie Aedes ingrijpt op basis van de gedragscode. Wij moeten kijken wat er dan gebeurt. Als Aedes ingrijpt, is de kans groot dat uiteindelijk slechts het lidmaatschap van die club wordt opgezegd. Dan verandert er nog steeds niets. Voor de derde stap kom ik weer bij de minister uit. Als dit alles binnen twee weken niet tot resultaat heeft geleid, kan hij op basis van artikel 41 van het Besluit beheer sociale huisvesting een aanwijzing geven dan wel een bewindvoerder aanstellen die orde op zaken gaat stellen, zodat de corporatie zich gaat houden aan de eigen statuten, aan de gedragscode van Aedes en aan datgene wat iedereen wil. Ik hoop dat de minister dit kan toezeggen.

Minister Winsemius:

Voorzitter. Ik zal antwoord geven op de vragen van de heer Depla, met excuses voor het feit dat wij niet eerder hebben gereageerd. Het antwoord was klaar op 12 januari, maar op dat moment hebben wij besloten om eerst, in lijn met wat de heer Depla suggereerde, Aedes te vragen om orde op zaken te stellen.

Het is duidelijk dat zaken fout zijn gelopen bij de desbetreffende corporatie. Daarover hebben wij overlegd met de raad van toezicht. Op 14 februari is er een vergadering van de Commissie AedesCode. De directie van Aedes voert overleg met de raad van toezicht. Wij zetten ons gewicht daarachter, want wij nemen dit buitengewoon serieus. Ook kijken wij naar de mogelijkheid om de Ondernemingskamer in te schakelen, omdat het gaat om het bestuur. Uiterlijk 16 februari, twee dagen na het oordeel van de Commissie AedesCode, nemen wij een besluit. Op dit moment valt niet uit te sluiten – hoewel wij dat liever niet doen – dat een toezichthouder wordt benoemd.

De heer Depla wordt dus op zijn wenken bediend. Ik geef graag toe dat dit niet geldt voor de beantwoording van zijn vragen, maar wij ondernemen wel actie. Dit soort verhalen moeten wij niet hebben.

De heer Depla (PvdA):

Ik tel mijn zegeningen: de minister heeft gesprekken gevoerd en Aedes is aan het werk. Op 16 februari is er duidelijkheid. De minister gaat dan onderzoeken of hij een aanwijzing moet geven. Kunnen wij niet nu afspreken dat hij die aanwijzing gewoon geeft?

Minister Winsemius:

Ik weet nog niet of wij die aanwijzing zullen geven, maar de mogelijkheid van het benoemen van een toezichthouder staat zeker open als andere methoden falen. Er komt duidelijkheid en de problemen zullen worden opgelost.

Naar boven