Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de hamerstukken van morgenochtend:

• - een aantal technische wijzigingen van het Reglement van Orde (30619 t/m 30631).

Ik stel voor, toe te voegen aan de stemmingslijst van donderdag:

• - de motie-Herben over benoeming van de Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht (30550-X, nr. 8).

Ik stel voor, de slotwetten voor het jaar 2005, te weten de hoofdstukken I t/m XVI en de fondsen A t/m G (30550), zonder stemming aan te nemen.

Voorts stel ik voor, de bij de jaarverslagen over 2005 van de ministeries en fondsen behorende rapporten van de Algemene Rekenkamer voor kennisgeving aan te nemen en de desbetreffende ministers decharge te verlenen voor het over 2005 door hen gevoerde financiële beheer.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik:

• - in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Griffith tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

• - in de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Van Schijndel tot lid in de bestaande vacature en het lid Snijder-Hazelhoff tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Schijndel;

• - in de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken het lid Van Egerschot tot lid in de bestaande vacature, het lid Nijs tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature en het lid Van Schijndel tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Egerschot;

• - in de vaste commissie voor Justitie het lid Griffith tot lid in de bestaande vacature, het lid Van der Sande tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature en het lid Van Miltenburg tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Baalen;

• - in de vaste commissie voor Financiën het lid Schippers tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

• - in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Van Egerschot tot lid in de bestaande vacature en het lid Griffith tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Egerschot;

• - in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Van Egerschot tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

• - in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Griffith tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid De Krom;

• - in de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat het lid Oplaat tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

• - in de Algemene commissie Integratiebeleid het lid Van Miltenburg tot lid in de bestaande vacature, het lid Bibi de Vries tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature en het lid Schippers tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Miltenburg;

• - in de Commissie Vernieuwing Wet op de Parlementaire Enquête het lid Griffith tot lid;

• - in de Commissie voor de Werkwijze der Kamer het lid Van Schijndel tot lid in de bestaande vacature.

Het woord is aan de heer Rouvoet.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):

Voorzitter. Namens mijn collega de heer Slob verzoek ik u om het verslag van het gisteren gehouden algemeen overleg over jeugd, geweld en media toe te voegen aan de plenaire agenda van morgen.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Heteren.

Mevrouw Van Heteren (PvdA):

Voorzitter. Mede namens mijn collega Koşer Kaya van de fractie van D66 vraag ik om een VSO inzake de beantwoording door de staatssecretaris van VWS van de vragen over de brief van de staatssecretaris aan ziekenhuizen en abortusklinieken over de overtijdbehandeling.

De heer Van der Vlies (SGP):

Ik krijg graag een nadere toelichting op dit verzoek, omdat er nog een procedure loopt van een schriftelijk overleg, waarbij dezelfde vragen aan de orde zijn. Deze vragen zijn ingediend op 15 juni 2006 en wij wachten nog op de antwoorden. In de commissie is afgesproken dat wij daar in het najaar een debat over zullen voeren. Ik wil weten waarom dit even tussendoor moet gebeuren, geamputeerd van het grotere debat.

De voorzitter:

Ik was niet op de hoogte van de procedure in de commissie en zeg u dank voor het noemen daarvan. Graag verneem ik de reactie van mevrouw Van Heteren. Als de procedures elkaar niet overlappen of bijten, zou het mogelijk moeten zijn.

Mevrouw Van Heteren (PvdA):

Dit gaat specifiek over de brief die de staatssecretaris vlak voor het weekeinde heeft doen uitgaan naar abortusklinieken. In deze brief wordt gesteld dat de overtijdbehandeling onder de Wet zwangerschapsafbreking valt en dat de klinieken zich vanaf dit moment dienovereenkomstig hebben te gedragen, terwijl de brede behandeling in de Kamer, waar ook de heer Van der Vlies naar verwijst, nog loopt. Wij willen dit morgen alleen maar aankaarten om een motie in te dienen waarin wordt verzocht om de brief aan te houden, hangende het brede overleg dat wij hier nog zullen hebben.

De voorzitter:

Als ik dit zo hoor, dan lijkt mij dat de plenair aangevraagde procedure voor het indienen van die motie de bredere procedure in de commissie niet overlapt of daar strijdig mee is. Het verzoek is er juist op gericht om met bepaalde handelingen te wachten op de besluitvorming van het overleg waar de heer Van der Vlies op duidt.

De heer Van der Vlies (SGP):

Ik wil graag begrip hebben voor uw overweging en ik wil niet moeilijk doen, zeker niet op dit tijdstip van een week waarin wij nog heel veel te doen hebben. Het probleem is echter dat het VSO onder het zogenaamde kerstregime valt en dus alleen gebruikt kan worden voor het indienen van een motie. Mede naar aanleiding van de antwoorden die mevrouw Van Heteren op dit punt heeft gekregen, wil ik echter op inhoudelijke gronden bezwaar kunnen maken tegen hetgeen in die motie wordt gevraagd. Die ruimte heb ik dan evenwel niet.

De voorzitter:

Ik stel voor om bij VSO's niet het kerstregime te hanteren.

De heer Van der Vlies (SGP):

Een vernuftig voorstel.

De voorzitter:

Dan gaan wij het zo doen. Ik stel verder voor om het punt toe te voegen aan de agenda van morgen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Atsma.

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter. Het is te hopen dat er niet te veel VSO's komen. Aan mij zal het niet liggen. Namens de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat vraag ik om het verslag van het algemeen overleg van heden over Schiphol op de plenaire agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan het verzoek te voldoen en het punt toe te voegen aan de agenda van morgen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer De Wit.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. Er vindt op dit moment een algemeen overleg van de vaste commissie voor VWS plaats over de Zorgverzekeringswet en morgen vindt een algemeen overleg van dezelfde commissie plaats over de no-claimregeling. Ik vraag u om in de agenda van morgen alvast ruimte te reserveren voor een VAO over beide onderwerpen.

De voorzitter:

Ik dank u voor de vooraankondigingen. Ik stel voor om, zoals wij dat in dit soort procedures doen, mij te machtigen om, als er na afloop van de twee AO's nog behoefte is om het verslag op de agenda te plaatsen, dit zonder nadere regeling van werkzaamheden te doen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Crone.

De heer Crone (PvdA):

Voorzitter. Ik wil ook een vooraankondiging doen. Er is een AO gaande over Indiase ama's en het valt te verwachten dat er nog een VAO nodig is.

De voorzitter:

Ik stel wederom voor om mij te machtigen, een en ander zonder verdere regeling van werkzaamheden af te handelen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Szabó.

De heer Szabó (VVD):

Voorzitter. Vorige week hebben wij gevraagd wanneer wij de antwoorden kunnen verwachten op de vragen die de VVD-fractie al een tijdje geleden heeft gesteld over de informatiebeveiliging van de rijksdienst. Wij hebben gevraagd om die informatie nog voor het zomerreces aan de Kamer toe te zenden. Aangezien wij nog maar zo'n 24 uur te gaan hebben, wil ik u vragen om minister Remkes nog eens te melden dat wij die informatie niet later dan morgen binnen willen hebben.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Daartoe wordt besloten.