Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Atsma.

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter. Namens de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat verzoek ik u om het VAO over de exploitatie van de Betuweroute, dat morgen op de agenda staat, te schrappen. Wat de commissie betreft, is het niet meer nodig om dat VAO te behandelen.

Er staat morgen ook een VAO over de gebruiksvergoeding op het spoor op de agenda. Namens de commissie verzoek ik u om dit agendapunt kort na het meireces te agenderen.

De voorzitter:

Ik stel voor om aan deze verzoeken te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Haverkamp.

De heer Haverkamp (CDA):

Voorzitter. Gisteren heb ik namens mijn fractie het verzoek gedaan om een spoeddebat over het kabinetsstandpunt over Schiphol, dat wij toen alleen via websites en persberichten hadden gekregen. Intussen verkeren wij in de gelukkige omstandigheid dat wij het kabinetsstandpunt officieel hebben ontvangen (29665, nr. 28).

Hierover is hedenochtend ook gesproken in de procedurevergadering van de commissie. Ik zal niet helemaal uit de school klappen, maar daarbij bleek dat een aantal leden zich afvraagt of een spoeddebat het meest praktische middel is. Er spelen onder andere twee aspecten een rol. Als er hier namelijk een spoeddebat is over het kabinetsstandpunt kan het debat heel breed worden. Bovendien speelt de tijdsfactor een rol.

Ik heb alles goed overwogen en ik ben tot de conclusie gekomen dat het een goede oplossing is, als ik via u, voorzitter, aan het kabinet verzoek om de bescherming van het buitengebied en de concrete invulling daarvan op schrift te zetten en naar de Kamer te sturen vóór de regeling van werkzaamheden op de dinsdag na het meireces. Op basis van die brief kunnen wij bepalen hoe wij verder gaan. Daarmee hebben wij het onderdeel buitengebied losgehaald van de andere discussies. Wij hebben op deze manier ook meer tijd om dit onderwerp te bestuderen. Ik hoop dat de Kamer zich kan vinden in dit verzoek van mijn fractie.

De heer Hermans (LPF):

Voorzitter. Dit is een prima voorstel.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. Ik vind het jammer dat dit voorstel is gedaan. Ik had namelijk gehoopt dat wij nog deze week iets van de onrust en het wantrouwen die in de regio gezaaid zijn, hadden kunnen wegnemen met een spoeddebat. Dat moet nu enkele weken wachten. Ik zal mij er overigens niet tegen verzetten en mij er dus bij neerleggen.

Er is natuurlijk veel onduidelijkheid over het buitengebied, maar er is ten minste zo veel onduidelijkheid over het gebied dichterbij. Daar wil het kabinet namelijk gaan salderen. Ik wil het kabinet ook om opheldering vragen waarom het voor het buitengebied wel wil spreken met de luchtvaartsector over een convenant, maar niet voor het binnengebied. Ik wil het kabinet ook opheldering vragen waarom het over beide gebieden niet wil overleggen met de desbetreffende gemeentebesturen en de bewonersvertegenwoordigers.

De voorzitter:

Wil de heer Haverkamp hierop nog reageren of persisteert hij bij zijn verzoek?

De heer Haverkamp (CDA):

Ik weet niet welk voorstel u aan de Kamer gaat doen.

De heer Duivesteijn (PvdA):

Voorzitter. Inderdaad hebben wij zojuist de stukken van het kabinet ontvangen. Die gaan over veel meer dan alleen het buitengebied. Wat ons betreft, moet het buitengebied beschermd zijn. Laat daarover geen enkel misverstand bestaan. Wij wijzen de voorstellen van het kabinet dan ook af. Het is wel een beetje gek om nu daarover aan het kabinet een brief te vragen, terwijl het hele pakket er al ligt.

De heer Haverkamp (CDA):

De heer Duivesteijn maakt een zeer terechte opmerking. Daarom heb ik het verzoek ook anders geformuleerd, meer in overeenstemming met wat hij zegt.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet en dat te verzoeken om direct na het reces de brief hier te doen zijn.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Noorman-den Uyl.

Mevrouw Noorman-den Uyl (PvdA):

Voorzitter. Morgen vindt van 10.00 uur tot 14.00 uur een algemeen overleg over koopkracht plaats. Vooruitlopend daarop, vraag ik vast om het verslag van dat algemeen overleg op de agenda van morgen te zetten.

De voorzitter:

Gelet op uw verzoek, zullen wij in die geest ruimte maken op de agenda.

De vergadering wordt van 13.50 uur tot 13.55 uur geschorst.

Naar boven