Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken tot haar voorzitter heeft gekozen het lid Van Aartsen.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van volgende week:

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van regels met betrekking tot de bijzondere opsporingsdiensten en de instelling van het functioneel parket (Wet op de bijzondere opsporingsdiensten) (30182);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek teneinde een bijdrage te leveren aan het voorkomen van het gebruik van geestelijk of lichamelijk geweld jegens of van enige andere vernederende behandeling van kinderen in de verzorging en opvoeding (30316);

  • - het wetsvoorstel Creëren van een wettelijke basis in de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren voor de implementatie van Europese regelgeving inzake de bescherming van dieren tijdens vervoer en daarmee samenhangende activiteiten (30401);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Visserijwet 1963 in verband met het vervallen van de Organisatie ter verbetering van de binnenvisserij en de sportvisakte alsmede enkele andere wijzigingen van deze wet (30211);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Les- en cursusgeldwet in verband met invoering cursusgeld voor de opleiding Nederlands als tweede taal (30440);

  • - de brief van het Presidium over het algemene Verantwoordingsdebat over de jaarverslagen over 2005 (30529).

Op verzoek van de fractie van D66 benoem ik in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Koşer Kaya tot lid in plaats van het lid Van der Laan.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Vroonhoven-Kok.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Ik wil u vragen of het verslag van het algemeen overleg over de evaluatie van de Wp 2000 op de plenaire agenda geplaatst kan worden.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan het verzoek te voldoen en het punt toe te voegen aan de agenda van de volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Vietsch.

Mevrouw Vietsch (CDA):

Gisteren hebben wij een algemeen overleg gehad over de indicering zorgzwaarte. Ik verzoek u, het verslag van dit AO op de agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Ik stel voor, ook dit punt toe te voegen aan de plenaire agenda van volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Dijsselbloem.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Voorzitter. Ik ben hier om mijn al tweemaal neergelegde verzoek om een spoeddebat over de 127 verdwenen Indiase ama's opnieuw aan de orde te stellen. De brief is inmiddels binnen (27062, nr. 49). Ik wil u vragen, dit punt volgende week zo snel mogelijk te agenderen.

De voorzitter:

Gezien de eerdere beraadslaging over dit punt, stel ik nu voor om het debat volgende week te houden. Ik verwacht dat het dinsdagavond kan plaatsvinden met spreektijden van vier minuten.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Slob.

De heer Slob (ChristenUnie):

Voorzitter. Gisteren is er een algemeen overleg geweest met minister Van der Hoeven over de verkleining van de groepsgrootte vso-zmlk. Ik wil u vragen, het verslag daarvan op onze agenda te zetten.

De voorzitter:

Ik stel voor, ook dit punt toe te voegen aan de agenda van de volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Kant.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter. Ik wil u vragen om het verslag van het algemeen overleg over de health governance code, in gewoon Nederlands het debat over de topsalarissen in de zorg, op de plenaire agenda te zetten. Dat hoeft niet per se volgende week.

De voorzitter:

Ik stel voor dat wij proberen dit punt toe te voegen aan de agenda van volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Wilders.

De heer Wilders (Groep Wilders):

Voorzitter. Vier maanden geleden, de laatste dag voor het kerstreces, heeft de Kamer een motie van mij aangenomen over een totaal burkaverbod in de openbare ruimte. Ik heb twee maanden daarna, in februari, al gevraagd wanneer deze motie zou worden uitgevoerd en hoe. Vervolgens is er, vandaag precies twee maanden geleden, een brief gekomen van de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie: zij had nog meer afstemming nodig en wij zouden in de loop van deze maand worden geïnformeerd. Inmiddels is het weer twee maanden later. De maand is nog niet helemaal om, maar volgende week gaan wij met reces. Ik verzoek u, in het bijzonder de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie te vragen om ons op heel korte termijn, het liefst deze week nog, te informeren of de motie wordt uitgevoerd – ik ga daar natuurlijk van uit – en op welke manier. Ik geef nu al aan dat, als het antwoord er volgende week dinsdag niet is, ik de uitstelbrief op de agenda wil hebben. De minister kan dan hier in een kort debat uitleggen waarom zij de motie niet uitvoert of er niets over wil zeggen. Ik verzoek de regering dus voor volgende week dinsdag te antwoorden. Gebeurt dat niet, dan kom ik er dinsdag bij de regeling van werkzaamheden op terug met het verzoek om de uitstelbrief op de agenda te zetten.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Crone.

De heer Crone (PvdA):

Voorzitter. Ik vraag een debat aan over de Belastingdienst en de grote problemen daar. Ik ben er ongeveer een maand geleden over begonnen met vragen via de commissie enzovoorts. Er kwamen geen brieven van de staatssecretaris, waarop de commissie had aangedrongen. Gisteren hebben wij een brief ontvangen (30300-IXB, nr. 36), maar mijn verzoeken om er nog voor het reces een debat over te houden zijn niet gehonoreerd door de commissie. Ik vind dat jammer, want het betekent dat wij nu al meer dan een maand hebben verloren en nog een maand verliezen voordat het na het reces in mei tot een debat kan leiden. Ik vind dat niet terecht, want de Belastingdienst staat onder zeer zware druk. Ik ben heel blij dat alle medewerkers van de Belastingdienst, van hoog tot laag, zich zo enorm inzetten om te doen wat er moet worden gedaan, maar zij worden veel te zwaar onder druk gezet. Ik wil er graag met de politiek verantwoordelijke staatssecretaris een debat over voeren en wel met haast, omdat ik al zo lang heb gewacht en omdat er nu beslissingen vallen in het kabinet, ook over de personele bezetting en de financiering van allerlei taken en diensten van de overheid. Dat is in mei allemaal achter de rug. Het is om twee redenen, zowel voor de medewerkers als voor het scheppen van financiële ruimte, noodzakelijk om het kabinet er nu op aan te spreken.

De voorzitter:

Voordat ik andere leden het woord geef, deel ik u mee dat de staatssecretaris van Financiën volgende week in het buitenland is en wel op alle Kamerdagen. Als u de beslissing neemt, moeten wij het debat vanavond houden. Dat betekent niet dat wij vanavond moeten stemmen, maar nu loop ik misschien op de zaken vooruit.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Voorzitter. Mijn fractie heeft absoluut geen behoefte aan een spoeddebat. Afgelopen dinsdag hebben wij een procedurevergadering gehad, waarin wij de procedure zorgvuldig hebben vastgesteld. Verder hebben wij het beheersverslag. Dat ligt in het verlengde van de brief die wij gisteren hebben gekregen; wij zouden er nog een schriftelijke ronde over doen. Wat ons betreft – ik mag ook namens de VVD-fractie spreken – is er geen behoefte aan een spoeddebat.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter. Mijn fractie heeft die behoefte wel en steunt het verzoek van de heer Crone. Het is geen enkel probleem als het debat vanavond wordt gehouden. Het gaat over nogal wat. Het gaat alle burgers aan, het gaat ook de werknemers aan en het is een dossier met een flinke staart. De problemen zouden opgelost worden, maar blijkbaar is dat niet het geval. Het lijkt mij alleszins redelijk om de staatssecretaris daarover te bevragen.

De voorzitter:

Ik heb de procedure in de commissie voor mij. Daarin staat: de schriftelijke vragen over het beheersverslag Belastingdienst 2005 en het bedrijfsplan Belastingdienst 2006-2010 kunnen tot dinsdag 25 april 2006 te 16.00 uur worden ingediend. Kan de heer Crone aangeven hoe zijn verzoek zich verhoudt tot deze beslissing van de commissie?

De heer Crone (PvdA):

Voorzitter. Ik zei zojuist al dat ik meer dan een maand geleden begonnen ben om dit op de agenda van de Kamer te krijgen naar aanleiding van krantenpublicaties, maar ook talloze mails die ik vanuit de Belastingdienst heb ontvangen. Ook heb ik mails ontvangen van burgers die nadeel ondervinden van een op dit moment helaas niet voldoende goed functionerende dienst, ondanks de enorme inzet van de dienst om het allemaal goed te doen. Ik heb steeds de koninklijke weg via de commissie bewandeld. Wij zouden een brief van de staatssecretaris krijgen over de berichten in NRC Handelsblad. Die brief is nooit gekomen. Er werd verwezen naar het komende beheersverslag; daar zou het allemaal in staan. Het beheersverslag verscheen eind vorige week, maar er stond helemaal niets over deze problematiek in. Vervolgens hebben wij in de commissie besloten om de staatssecretaris alsnog om een brief te vragen. Die brief is gisteravond verschenen. Het blijkt dat het volstrekt losstaat van het beheersverslag en dat het veeleer een technische verantwoording achteraf is. In de brief worden nieuwe feiten genoemd die niet alleen onthutsend zijn, maar ook tot politieke actie nopen. Het kabinet is dezer dagen bezig met het doorhakken van knopen over de bestedingsruimte voor dit jaar. Als wij dan in mei pas gaan praten, zal het kabinet zeggen dat wij te laat zijn en dat wij tot september moeten wachten. Vandaar dus de urgentie.

De voorzitter:

Gehoord de reactie van de heer Crone op mijn vraag, stel ik voor om aan het verzoek te voldoen en het debat vanavond te houden met spreektijden van drie minuten per fractie.

Daartoe wordt besloten.

De heer Crone (PvdA):

Er hoeft vanavond niet gestemd te worden. Dat kan gewoon volgende week dinsdag. De staatssecretaris is dan in het buitenland, maar wij niet.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Voorzitter: Klaas de Vries

Naar boven