Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van volgende week:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet in verband met nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer (30212);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van diverse wetten in verband met enkele aanpassingen met betrekking tot persoonsgebonden nummers in het onderwijs (30404);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 in verband met overblijven in het basisonderwijs (30406);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet rampen en zware ongevallen teneinde de toegankelijkheid van de provinciale risicokaart te kunnen beperken (30390);

  • - het wetsvoorstel Regels inzake de verwerking van politiegegevens (Wet politiegegevens) (30327).

Voorts stel ik voor, volgende week te stemmen over de moties, ingediend tijdens het notaoverleg van 3 april jongstleden over de Toekomstvisie agrarische sector (30252).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Duyvendak.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. Mede namens de fractie van de Partij van de Arbeid doe ik het verzoek om, althans als het om technische redenen haalbaar is, nog vandaag een spoeddebat te hebben met de staatssecretarissen Schultz en Van Geel naar aanleiding van de berichtgeving vanmorgen in de Volkskrant, waaruit is op te maken dat staatssecretaris Schultz de huidige grenzen van Schiphol flexibeler, van elastiek, zou willen maken en dat zij geen nieuwe grenzen in het zogeheten buitengebied wil introduceren.

Over deze berichtgeving is in de regio bij bewoners, gemeentebesturen, et cetera grote onrust ontstaan. Het voedt ook het wantrouwen tegen het Schipholbeleid dat toch al groot is. De fractie van GroenLinks denkt dan ook dat het van groot belang is dat er snel opheldering over de vraag komt of deze berichten kloppen.

Dit klemt des temeer omdat er inmiddels van het ministerie van Verkeer en Waterstaat een persbericht is uitgegaan dat meer vragen oproept dan antwoorden geeft. Bovendien geeft de staatssecretaris al interviews over deze kwestie. Het lijkt mij correct dat wij vanavond een wat mij betreft kort debat in deze Kamer kunnen voeren om de broodnodige opheldering te verkrijgen.

De heer Hermans (LPF):

Voorzitter. Mijn fractie heeft geen behoefte aan dit spoeddebat, want, zoals de heer Duyvendak al zei, er is inmiddels een persbericht uitgegaan. Dat staat ook op de site van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Daarin is te lezen dat het ministerie afstand neemt van de berichtgeving in de Volkskrant en dat die niet op waarheid berust. Wat mij betreft, is daarmee de kous af en kunnen wij het kabinetsstandpunt, dat aanstaande vrijdag wordt bepaald, afwachten.

De heer De Krom (VVD):

Voorzitter. Ik sluit mij graag bij de heer Hermans aan, mede omdat hierover volgende week een algemeen overleg is gepland. Het kabinetsbesluit met de inhoudelijke plannen wordt ook volgende week bekend gemaakt. Ik zou dan ook, eerlijk gezegd, niet goed weten waar dat spoeddebat over zou moeten gaan.

De heer Haverkamp (CDA):

Voorzitter. Ik sluit mij bij de twee voorgaande sprekers aan.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Dat geldt voor mij ook.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. Er wordt in Nederland sowieso niet bij persberichten geregeerd, maar bij brieven aan of debatten in de Kamer. Als het persbericht alle onrust had weggenomen, zou het tot daaraan toe zijn. Het persbericht van het ministerie van Verkeer en Waterstaat geeft niet aan of de staatssecretaris de huidige grenzen wil handhaven. Het gaat slechts over het buitengebied en wat zij daarbij op het oog heeft aangaande de extra bescherming blijft ook onduidelijk. Het algemeen overleg (AO) van volgende week gaat hier helemaal niet over. Dat gaat over de evaluatie van de achterliggende periode; daarbij wordt onder andere nagegaan of dat een zorgvuldig proces is geweest.

Het kabinetsbesluit, waar het inderdaad over gaat, zou nooit gaan over versoepeling van de huidige grenzen, maar wel over de toekomst van de luchthaven. Er wordt dus een nieuw element in het debat gebracht. Er is bovendien heel veel onrust in de regio over al zo'n kwetsbaar dossier. Daarom wil ik daarover graag nog heden met de staatssecretarissen debatteren. Misschien kan dat snel en is alle onrust weg, maar misschien is er alle reden om het politiek uit te vechten.

De voorzitter:

Geeft de reactie van de heer Duyvendak de leden aanleiding om van mening te veranderen? Ik zie dat dit niet het geval is. Dan rest mij te constateren dat er conform het Reglement van Orde op dit moment onvoldoende steun is voor het verzoek van de heer Duyvendak. Over de aangelegenheid moet dus op een ander moment en op een andere manier dan vanavond in een spoeddebat gesproken worden.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. Ik doe het verzoek mede namens de heer Duivesteijn van de PvdA-fractie. Ik heb dat ook gezegd.

De voorzitter:

Dan bied ik mijn excuses aan, want dat had ik niet gehoord. Ik stel vast dat wij vanavond het debat houden, met spreektijden van drie minuten. U vroeg of het technisch mogelijk was. De Kamer en de voorzitter of één van zijn vervangers, is er natuurlijk altijd klaar voor. In de agenda van de staatssecretarissen past het ook. Wij doen het dus vanavond.

De heer Hermans (LPF):

De heer Duyvendak zegt dat wij hier debatten voeren op basis van brieven en dat het debat hier wordt bepaald. Hoe kan een foutief bericht in een krant, dat nergens op is gebaseerd, aanleiding zijn om hier een debat te voeren? Laten wij het dan doen naar aanleiding van een brief. Volgende week weten wij meer.

De heer Haverkamp (CDA):

Het spoedeisende karakter ontgaat mij. Het bericht waarover de heer Duyvendak spreekt, dat er geen bescherming zou zijn in het buitengebied, betreft iets wat de staatssecretaris een aantal maanden geleden bekend heeft gemaakt naar aanleiding van het rapport van de commissie-Eversdijk. Toen is er in drie procedurevergaderingen geen aanleiding geweest om het te agenderen. Nu staat er een artikel in de Volkskrant waar het ministerie zelf afstand van neemt. Ineens moeten wij vanavond een spoeddebat voeren. Ik vind het een wat vreemde gang van zaken.

De heer De Krom (VVD):

Het beleid wordt morgen in de ministerraad besproken. Inhoudelijk zullen wij vanavond niet zoveel kunnen doen. Iedereen praat met meel in de mond. Ik vraag collega Duyvendak om zijn verzoek te heroverwegen.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Ik ben niet zo lichtvaardig met verzoeken om spoeddebatten. Zo vaak sta ik hier niet in dat verband. Ik had het verzoek niet gedaan, als het bericht niet zoveel onrust in de regio, bij bewoners en gemeentebesturen, had gegeven. Die onrust is wel het laatste wat wij kunnen gebruiken bij Schiphol. Er moet dus duidelijkheid komen. In tegenstelling tot hetgeen u suggereert, geeft het persbericht geen duidelijkheid. Het persbericht gaat namelijk niet over de huidige handhavingspunten dichtbij Schiphol. De Volkskrant bericht dat de staatssecretaris wil overgaan tot flexibilisering, lees: versoepeling. Ook de bescherming in het buitengebied blijft volstrekt onduidelijk. Opheldering is dus noodzakelijk. Ik kan er ook niets aan doen!

De voorzitter:

Wij gaan nu niet het debat verder voeren. De beslissing is genomen om het spoeddebat vanavond te houden. U kunt vanavond met elkaar in discussie gaan op de manier waartoe u nu reeds een aanzet hebt gegeven.

Mevrouw Koşer Kaya mag nog een opmerking maken, omdat zij nog niet het woord heeft gevoerd.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Ook mijn fractie acht een spoeddebat in dezen niet nodig. Ik begrijp echter dat de beslissing inmiddels is gevallen.

De heer Depla (PvdA):

Ik moet eerlijk bekennen dat ik onvoldoende inzie of de argumentatie sterk genoeg is om te zeggen dat wij eerst een brief willen dan wel gewoon volhouden. Ik moet dus even met mijn collega's overleggen. Als ik geen uitstel kan krijgen, blijf ik het verzoek steunen. Als ik even overleg kan voeren, wat niet gebruikelijk is, bestaat de kans dat ik ervan afzie.

De voorzitter:

Het is een beetje gekke procedure, maar zoals ik ook wel eens doe als wij onder voorbehoud een verslag van een algemeen overleg op de agenda zetten, zoals gisteren nog, vraag ik de Kamer toestemming om zonder regeling van werkzaamheden de definitieve beslissing te nemen. Ik vraag de heer Depla om binnen een half uur de eventuele nadere standpuntbepaling naar aanleiding van de argumenten die hier gewisseld zijn, mee te delen. Mocht het anders zijn dan wat de heer Duyvendak heeft gevraagd, dan kom ik tot een nadere besluitvorming die ik de Kamer zal meedelen. Ik stel voor om het zo te doen.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven